
 
        
         
		Bloemen,  zeltjcus*  De  opftaande  Peultjens zijn  boven  verdeeld  
 en Zaad.  jn  twee  deelen  als  Tan dj en s ;  waar  in  bij  goede  Z o men  
 volkomen Zaad. word  gevonden;  en hier na ver-  
 fterft  de  Plant.  Moet  derhalven  ieder Voorjaar, met  
 een  wallende  Maan  van  A f  r il ,  weer op nieuws in  een  
 Pot,  niet  diep,  gezayd;  niet meer  als eene  daar in gelaten  
 ,  en  ook  niet  van  hare  plaats  verzet  worden;  
 vermits 2e  hier  door  verachteren  z o u ,  en  dan  geen  
 Zaad  lconnen  bekomen;  waar  door ze,  en'  door  
 Mnwin-  nerley  ander  middel,  in  deeze  Landen  kan aangewon-  
 ning-  nen  worden. 
 Het  E upatorium  novas  A n g l i^e   s p ic a t u m ,  
 '  oïgc-ayrde Boelkenskruyd uyt Nieuw-Engelland,  krijgd 
 'C— "  —   «««■ -  r r r ^ , ---------   t vee. 
 Boclkci 
 Steel. 
 Bloemen. 
 een  kleyne  korte witte Wortel,  voorzien met  >w -  
 ingelland. Ie Medere Veldelingen,  en,  in de Mond geknauwd,  wat  
 fcbarp van  firiaak zijnde,  een  eenige Steel,  twee,  drie,  
 ook  wel  vier maaivoeten hoog opféhieteade.  Is  een  
 kleyne vinger d ik;  rond,  bleek-groen,  en blinkende,  
 met veele  Streepen ,  en een  kleyne witte wolligheid begaafd; 
   ook inwendig groen-achtig van  vcrwe,  volZ^p,  
 en gevuld met een groot wit  Adarg.  Aan dezelve Waf*  
 Bladeren,  ftn  rondom’ veele  digt  boven  een  geftelde  Bladeren  ,  
 zomtijds hangende,  zomtijds regt-op  ftaande.  Éenige  
 zijn  aan  de  randen  gantfch  f le g t :  andere daar teegens'  
 verderf met  zes  o f  agt Tandjens  aan  beyde  de zijden.  
 Zijn  vijf,  zes  en  zeeven  vingerenbreedte  lang;  in  het  
 midden  eene  v ingerbreed,  en  daar  op  het  breedfte,  
 aan  de Steel alderlmalft,  en voor in  een  Ipits punt eyn-  
 digende  :  een  weynig  blinkende;  donker-groen-vcr-  
 w ig ;  doch  onder  wat  bleeker  en  daar wal  r u y g ;  i  
 flap,  teeder  en  zacht  ,van. aart:  in  het midden  en ter  
 zijden met  eenige regt-oploopende Adertjens voorere  
 Als  men ze  in  de  Mond  knauwd,  vallenze fcharp  t  
 bijtende van fmaaki 
 Tuifchen  de zelve,  en  voomamentlijk u yt het bo-  
 venfte  He rt,  komen  voort  .veele  teedere  Steeltjens ,  
 Ary-s-wijze  bij  malkander  gefteld  :  op  welke  ruften  
 een  groot  getal kleyne,  bleek-groene,  en langwerpig-  
 ronde  Knopjens.  Als deéZe de eene  ra  de  ander opengaan  
 ,  vertonen  zich AeBlöemtjms, beftaande uyt veele  
 zeer klëyhe  en  kbrte,  witte  ,  draadige  o f  hayrige Bladenjent; 
   welke inwendig  hebben eenige  kleyne,  rond 
 e,  gide  Knopjens.  N a  verlöop  van eenige dagen  vallenze  
 niet óp  de aarde  neer,  maar vergaan  in  haar zel-  
 .ven,  in  de  Maand  van  September  nalatende  een  zeer  
 Eaad.  kleyn  ën bleek-bmyn Zaadje., bóven vercierd met Vee-  
 I  Ie bleek-geele wollige draad^ns.  
 baniA  IvupAToitiuM  A merican,üm  montanüm 
 Ltllmif.  ïlOR1   e ö c c iN E O ,  ó f   het  Americaanfih  Berg-boeU  
 Ikruyd  kenshruyd;  met  Scharlakene  Bloemen ,  ook  uyt  veele  
 fcSfhat- Meedelingen  beftaande  ,  en  in  langachtige Knoppen be-  
 Potmeii.  ocen  fittende  ,  is  van  een  fchóone  gedaante  ,  met  
 lange,  flegte  en  fmalle,  ook  voor  fpits-eyndigende  
 Bladeren,  op  de wijkë  van  Willigen.  Bemind  een góe-  
 de  ^ rd e ,  met  een  groot  deel  g ró f zand,  daar  geen  
 zóütigheyd  bij  is,  een  deel twee-jarige Paardemift,  cn  
 een  weypig  èén-jirige  Hóenderdrek,  Wel  door  mal-  
 kander gearbeyd  :  een  opêne,  warme,  luchtige  ,. genoegzaam  
 ter  Zon geleegene  plaats,  voor alle koude en  
 lterke Winden bewaard;  ook  tamelijk veel Water  gedurende  
 de hitte der Zoincr. 
 — =zc  ,  " J P ê*  in deeze Landen voort een heerlijke en bezïensmbort  
 waardige  gecouleurde  Bloem  ,  doch  nóyt  volkomëh  
 Zaad.  Vergaat  niet  haaft,  maar  blijft  lange  jaren  in  
 net leeven,  alhoewel de  Steelen.ia  Bladeren in de Win-  
 ■   'tr  Verderven  :  dóch  worden  ih  ieder  Voorjaar  weer  
 vernieuwd  uyt de  veelvoudig-geVeéZèldé Wortel.  Ön-  
 ln  É l   Seerne  ve„rdrMgd  foexi  foort  veel  koude Herffl-reeee,   
 ■ landen  lT ’ i  der,ke  ^orjl,  waar vin  ik ,   door dé  etvarent-  
 Sg® geleerd,  een  verzeekerde  getuygenis  kan geeveh.  
 ■ 1   m T I   i »  *  “  het  V o ofi“ r S  een we en de   
 Rvoracn  j jW   v®[?  -^Prg  s  *n  een  P or,  niet  boven  een  Sttoö-  
 on  ed  6  heï  “ i  ? ezay d I   het  zii  geplant  zijnde,  
 rent half Oólober,  wat eerder o f  later,  na geleegent- 
 ■ Hoedanig 
 heyd  van  de>  jaarstijds  ,  binnens  huys  zijn  gefteld  
 op  een  matig-lmrhtige  en  warme  plaats;  gedurende  
 de.Winter  flegts  met  een  weynig  lauw-gemaakt  
 Reegen-water van  boven  begoten;  ook niet  voor in  ’t  
 begin  van  April weer buytert  gebragt,  en  voor  koude  
 nagten ,  Sneeuwachtige  vochtigheyd,  en  fchrale,  hay-  
 rige  Winden  zorgvuldig  gewagt  en  wel  gedekt  worden. 
 Vermits  deeze  foóït  in  onze  Geweften  noyt  rijp  Aanwin»  
 Zaad  gee ft,  zoó  kan  ze  door  geen  andere  middelen  n‘nS*  
 worden  aangewonnen, Am  door  hare  aangewaftene Wor-  
 telen’, welke  men  op  de  genoemde  tijd  verplant,  en  
 opqueekt;  ten ware  dan dat men goed Zaad uyt America  
 bequam. 
 K R A C H T E N . 
 HE t  Etipatorium  vulgare ,  o f  gemeen  Boelkens-  Cafi.  Du.  
 kguyd,  is  in  kracht  en  deugden het  voorgaande  r“nt' li*rb*  
 Agrimonie  niet  zeer ongelijk;  ja word van' v e e - ! “/ 0' 
 Ie  voor  krachtiger  gehouden.  Het  heeft  een  openende, 
   zuyverende,  en dun-makende  aart.  Reynigt het  
 Bloed,  en  verdund  alle grove  vochtigheeden ,  de zelve  
 door  de  Blaas uytdrijvende. 
 In Wijn gekookt en gedronken,  verwekt der Vrou- Unieer:  
 Wen Afaandjl.onden:  opend de verftoptheyd  van  Leever ^ ' 1‘ caP‘  
 en M ilt.  Bij  tijds gêbruykt,  verdrijfd de GeeUucht,  278’  
 vermits  het  de  Gal-blaas  opend.  Geneeft  alle  uyt-  
 wendige  en  inwendige  Wonden.  Verdrijfd  de  Kr au- Ubel.  Ub.  
 wagie  der  huyd:  weerftaat  alle  inwendige  verrotting;  1 • f°l-  
 en  is  zeer  dienftig ,  in  alle  Koortsen ;  ook  teegens de  
 M dt er zucht. 
 Het uytgeparftte Zap met Wijn gedronken,  verbeé-  Taberrum.  
 terd  een koude Maag.  Helpt  de  geene,  die gequeld  l ' ca*'  
 Worden  van vuyle  en koele zwellingen.  Dood o o k ,  en  
 jaagd uyt de Wormen. 
 De  Bladeren  gedroogd,  en  dan  op  het  vuur  ge-  
 le g t ,  verdrijven door  haren  rook  en  reuk  alle  giftige  
 Gedierten. 
 Het  Z o u t ,  uyt  deeze  Bladeren  gebrand,  en  daar  
 van  een  halve  Scrupel  met  Wijn  ingettomen,  is  zeer  
 goed voor  de Waterzuchtige;  oók  voor  de gezwollene 
 De Bloemewgedroogd ,  to t f to f  gemaakt,  en  op de Doi!on-  ld>\  
 Wonden gelegt,  geneezen de zelve.  ^vic  l \ 
 De Zyroop  ,  hier  van  gemaakt,  is dienftig voor  ai  Tr.x.c.i*.  
 de nu genoemde gebreeken. 
 Hét  Eupatorium  Americanum  floré  cocdneo  ,  o f  Krachten  
 Americaanfch Berg-boelkenskruyd met  Scharlakêne Bloe-  
 men,  is  fcharp  van  fmaak ,  en  welriekend  :  warm  caanfch  
 tot  in  den  derden  graad  ,  en dun  van deelen.  ’t Zap  Berg-bocl-  
 is  goed  voor  het  lopen  en  de  roodheyd  der  O ogen. £ens'   
 Doed  dér Vrouwen Maandftonden voortkomen.  Drijfd  rU7  *  
 het  Water voort.  Zuyverd  de Nieren  en Blaas.  Ver-  
 fterkt de verkoudé  Maag,  en  al de'inwendige  deelen. 
 Doed  ook  de  Buykloop  ophouden.  Het Poeder,  zoó  
 wel  van  de gedroogde Bloemen ,  als van  de  Bladeren ,  
 met  Zyroop van  Zoet hout  vermengd,  en  zoo  ingenomen  
 ,  is  zeer  bequaam  teegens  den  Hoeft  :  defge-  
 lijks  voor  een  verkpude 'Borft.  r 
 X X I I I   H O O F D S T U K . 
 S  Y  N  N  A  W. 
 riet  alleen  dus  ,  maar  ook  onzer  Verfchcy-  
 V rouwen  Man t e l ,  word  deeze  de namen.  
 Plant  in  het  Ncedèrlandfch genoemd. 
 In  het  Latijn  A lchimilia ,  en Pes  
 leónis ;  in het Hoogduytfch 'Sinnaw :  
 in  het  Franfch  Piep  de  Li on ;  en  
 in  het  Italiaanfch  Stel lar ia. 
 T  3  Hier