
 
        
         
		Het Zap,  geparft uyt de Bladeren,geheeft de zwee-  
 rende O oren,  daar in gedaan zijnde. 
 .  .  De Bladeren ,  of de Wortelen ,  in  water  gezoden ; 
 f.u c. 10;. een  weynig  daar  van met, Honig  vermengd,  en daar  
 mee gewaflchen ,  doet het Hayr groeyen.  Is  dienftig  
 teegens de Melaatshcyd,  de Krauwagte,  en de Bleynen  
 des  Monds. ’t Zelve, Water  met  Edik  vermengd  ,  verdrijft  de  
 gezwollenheyd  van  de  M ilt*  ' 
 Met het  Zap  van de Wortel gegorgeld ,  geneeft  de  
 zwellende  gebreefcen  der  Keel. De Wortel gedroogd,  en ftPoeder daar van geftroyd  
 in vuyle, ftmkende wonden,rtjöi^ft. en droogcfze;  verteerd  
 ook  het  overvloedige  en onzuyvere  vleefch  in de  
 Zelve,  en bèvoorderd de geneezing. 
 Het Zaad gefloten,  met Honig vermengd,  en zoo  
 gebruykt,  is dienftig voor een verkonde,  enge Borfi. 
 CCLXXV  H O O F D S T U K . 
 JUCA  uyt  AMERICA. 
 * S een  beziens-waardig Gewas,  werd in  
 *t Neederlandfch dus genoemd  :  in het  
 ,  ofHYU CA  CANADAI 
  n a   ,  G l o r i o s a ,   of A m e r i c a n a ,  'om   dat ze,  eerft van  uyt  de  Nieuwe  
 reld,  of Wejl-Indien,  in de Gewe-  
 ften van Europa is overgebragt.  Bij de Indianen draagd  
 ze de naam van  M a n d i b a ,   M a n y b a ,  M a n -   
 d i o c a   ,  en  M a n y o c .  De Hoogduytfcbe zeggen  
 J ü c k e . 
 Vier on-  Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden vier 
 dêrfchey-  onderfcheydene foorten;  te weeten:  
 denefoor-  J.  J u c a   g l o r i o s a   ,   of gemeene  Americaanfche  
 f“ *  Juca.  II.  J u c a  A m e r i c a n a   F i l a m e n t o s a ;  in 
 Bladeren de andere wel gelijk ,  doch  aan beyde de zijden  
 zeer aardig met  lange draden ,  eeven als of ft hayr  
 uyt  een  Paerdeftaart was,  zeer  vermakelijk  vercierd :  
 waarom ze  dan  ook ,  mijhs oprdeels,  met regt de gemelde  
 naam van Juca filamentofa, of dradige, gedraad-  
 de  Juca ,  mag voeren.  J a c o b   T r e d e s Ca n t ,  een  
 Engelfchman,  en Burger binnen Londen,  heeft ze zelfs  
 in ft jaar 1648.  uyt  de  Barbados  mee  gebragt,  en’er  
 een van aan mij overgezonden :  doch vermits ze aan de  
 Wortel verrot was,  heb ik ze ook niet lang konnen behouden. 
   III.  J u c a   B r a s i l i a n a   s t e l l a t p   m u -   
 CRONATO  f o l i o ,   of Juca ujt Brazilièh met een puntig  
 Blad,  Stars-wïjzegefield.  IV.  J u c a   A m e r i c a -  
 n a   o r t u s i f o l i a   ,  of Americaanfche Juca met  voor  
 fiompe ,  Stars-wijs gevormde  Bladeren \  groeyen de in  
 Niessw-Spaanje ,  en in de meefte Caribifche Eylanden ,  
 als,  Martinico,  Domingo,  Cuba,  Chriftoffel,  en meer  
 andere.  Niet alle zijn ze van de zelve Bouwing en Waar-  
 neemingf 
 Gemeene  _De JuteA  GLORIOSA  ,   E T   A m e r i c a n a   F IL A -   
 Amerï-  m e n t o s a ,  oïgemeene Juca uyt America,  en Ameri-  
 caanfche  caanfche Juca  met draden,  brengen  uyt hare bruyn-  
 met dra-  ro°de,  van binnen witte ,  dikke knobbel-wortel Blade-  
 den.  ren voort,  op de wijze van de Aloë.  Van aart en ver-  
 we zijn ze gelijk die van G l a d i o l u s , of het Zwaard-  
 kruyd:  tweevoeten,  of daar ontrent,  lang;  twee,  en  
 ook  wel  meer  vingeren  breed :  hard,  vaft;  ftijf uyt  
 ftaande;  van binnen hol,  van buyten uytwaarts  rondachtig  
 gedrayd;  voorzien met eenige Ruggen,  als vouwen. 
   , Eyndigen voor in een  kort,  rond,  -vaft,  regt-  
 uyt-ftaande,  en Caftanien-bruyn fteekend punt. 
 Vat voor  Zij beminnen een goede,  gemeene,  zandige,  matig  
 een  grond  rnet  twee-jarige  Paerdemift  ,  een  weynig  een-jarige  
 aen.emm" Hoendcrdrek ,  en  niet te veel Veen-aarde ,  wel  door  
 malkander gemengd  en  bearbeyd ,  voorziene grond ;  
 een warme ,  genoeg ter Zon geleegene plaats,  en matige  
 vochtigheyd. 
 ßbdci 
 Zijn wel  tamelijk  hard van  natuur ;  maar konnen Hoe inde  
 echter,  buyten ftaande,  de fterke koude en Korft onzer Winter  
 Landen in de Winter-tijd niet verdragen.  Werden der- Waar te  
 halven ,  met  een  wallende  Maan  van Apr il in Potten nccmen*  
 geplant  zijnde,  met  den aanvang van Ottober binnens  
 huys gebragt;  gefteld op een luchtige plaats,  daar of  
 gedurig,  of alleenlijk  bij  vriezend  weer  in  gevuurd  
 werd;  en ,  zoo lang ze hier ftaan ,  onderhouden met  
 weynig  lauw-gemaakt  Reegen-water.  Ontrent  half, 
 April zet men ze weer buyten,  met een zoete lucht en  
 Reegen,  om daar de Zonne-ftralen te genieten. 
 In  deeze  Geweften  krijgen ze  noyt  eenig  Zaad. Aan eene  
 Brengen  echter gemeenelijk  om het tweède jaar eenige Plant 364.  
 honderden  van  Bloemen te gelijk op eenmaal voort uyt ®*ocn)cn  
 hare voomaamfte Hert-fcheuf,  ft welk mij Anno 1648.tc  
 en  meer  andere  volgende  jaren  gebeurd is.  Op dien  
 tijd heb ik ,  voor de eerfte maal,,  uyt eene Plant,  in  
 mijnen Thuyn groeyende, gezien driehonderd vierentzefiig  
 Bloemen ,  grijs-  en  wit-verwig ,  doch  zonder eenige  
 reuk.  Zij hangen aan bruyn-roode Steelen ;  en  doen  
 haar van onder op ,  gelijk de Fr it il l a r ia  ,  of Kievitsbloem. 
   De minfte der zelve kan de grootte van een  
 Hoender-ey ophalen,  ofbekleeden. 
 Afgevallen  zijnde,  werd hare roode Steel,  ontrent Wat het  
 derdehalve Maat-voet,  wat meer of minder,  hoog op- voor een  
 wallende,  als ze nu geheelverdord is,  voor,  of in de | e!ceScnt*  
 Winter afgefneeden.  Dan maakt de Plant  (welke uyt deeze  
 eygener aart lange jaren in ’t leeven blijven, en zeer oud Plant  
 werden  kan)  in  de volgende Zomer weer  een  nieuw^ec^*  
 H e r t;  ft welk in ft jaar daar na op nieuws,  als te voo-  
 ren ,  veelvoudige Bloemen voortbrengd. 
 In  onze  Landen  werden  ze  alleenlijk  aangewonnen Aanwin-  
 door hare bij de oude uytlopende ,  en van  zelfs  Blade- ring.  j  
 ren krijgende jongen;  of dikke knobbel-wortelen,  noch  
 geen  Bladeren gefchoten  hebbende ;  welke  men met  
 een volle Maan in April of May  afbreekt,  en in Potten  
 verplant.  Met’er tijd fchieten ze u y t,  en groeyen  
 yport. 
 De [ u c a   B r a s i l i a n a   ,   e t   A m e r i c a n a   s t e l - jucaüyt  
 l a t a  ,  of Juca uyt Braz.il, en uyt America met Stars- Brazü. ea  
 wijze gefielde Bladeren,  zijn veel teederder van natuur.“^  mc*  I  
 Konnen de koude dee2er Landen, hoe warm ook gezet,  
 en zonder , eenige vochtigheyd onderhouden ,  niet langer  
 dan eene Winter uytftaan. 
 Zij beminnen  uyt  eygener  aart een zandige en altijd Grond,  
 drooge aarde.  Konnen  niet verplant  ,  noch  ook in  
 deeze Geweften vermeenigvuldigd werden;  vermits de  
 Wortel,  uyt de aarde opgenomen,  terftond verderft: 
 En  niet  anders als  hier door  kan  men ze  aanwinnen. 
 Zelfs  in  hare  geboorte-plaats  duurd ze  niet  langer als  
 drie  jaren. 
 De B r  A s i LIANA,  of Braziliaanfche, waft uyt ey- Braziliaan- \  gener aart  in  haar geboorte-land  ter hoogte van  zes, fdw Juca* i  
 zeeven ,  en ook agt voeten op.  De Stam is ruym een  
 , duym dik;  bruyn-verwig,  van binnen grijs-wit;  met Stam,  
 veele  knobbelen  begaafd ,  houtachtig,  en  boven  verdeeld  
 in veele Takjens;  waar aan de Bladeren gemeene- Bladeren,  
 lijk neerwaarts hangen,  gefcheyden in drie,  vier,  vijf,  
 zes,  en zeeven deelen, wat dikachtig van aart,een vinger, 
   wat min of meer,  lang;  in ’t midden een duym,  
 of daar ontrent,  breed;  voor fpits toegaande,  en van  
 binnen  met  eenige  kleyne  dwars-adertjens ,  voort-  -  
 komende  uyt  een  regt-doorlópende  groote  ,  voor- 
 U yt het bovenfte  komen  te voorfchijn  bleek-geele Bloemen,  
 Bloemen,  gedeeld in vijf Bladertjens,  van binnen vercierd  
 met veele geele draadjens. Hare Wortel is  wel  twee of drie  voeten  lang;  een wortel,  
 beeDn ed iAk,  en witachfig van verwe. mericana ,  of Juca  uyt  America,  fehlet Ameri-  
 uyt zijne dikke,  witachtige,  of ook wel roode Wortel, caanc  
 een krom en bros hout,  beladen met veele knobbelen,  
 niet meer als vijf,  of ten hoogften zes voeten hoog op. 
 Staat niet regt na boven ,  maar buygd zich van naturen 
 Geen Bloemen 
 offtaad. 
 MijL Rer. ■  Nat. Br af. 
 I,  lit.i.c.ó. 
 Ch. Koche-  K f v 
 MfJ. 
 neerwaarts,  en  verdeeld zich iri fcommige  grijze Tak:  
 jens,  waar aan de Bladeren,  onördentlijk gefteld,  zoo  
 wel  op-  als  neerwaarts  gekeerd ,  gezien  werden,  aan  
 lange Steelt jens:  in *t ronde meerder als de voorgaande,  
 ook in vijf, zes, zeeven en agt dikachtige en ftijf ftaande  
 deelen van malkander gefcheyden ;  ieder eer| goede  
 vinger lang,  een duym breed;  aangenaam-groen-ver-  
 wig; voor alderbreedft, en gelijk als drie-hoekig ftomp,  
 echter met  een  kleyne  punt, toegaande;'  en in *t midden  
 fïegts met een regt-doorgaande Rugge,  doch geen  
 eAedneigr en,  voorzien.  Geeft  geene  Bloemen ,  veel min  Zaad. 
 K R A C H T E N . 
 A L de Soorten van dit aardig Gewas,  rauw gegee-  
 ten,  zijn vergiftigend,  en doodelijk.  Gekookt,  
 of gedroogd ,  verliezen ze wel hare quaadaardig-  
 heyd ,  doch werden  echter  van geene Chriftenen in de  
 Geneeskonft gebruykt.  De Inwoners der Nieuwe Wereld  
 daar teegens,  de zelve gebraden ,  of gezoden ,  en  
 tot Poeder,  of Meel,  gebragt hebbende ,  bakken*er  
 Koek jens van ,  welke haar dienen in plaats van Broöd :  
 en  waar  bij ze  haar leeven  onderhouden.  Dit  Brood  
 noemen de  Braz,ilianen  Kipeba ;  de mgeboorne Indianen  
 van andere Geweften Gajfave,  of Cajavi;  de Por-  
 tugeez.en Farinha. 
 O o t  maken ze  van  het  Meel deezer  Wortelen  een  
 Brij,  of P a t ,   en van het uytgeparftte Zap een Syroop,  
 neevens andere  dingen  ;  welke ze  gebruyken  teegens  
 Ter g if ,   oude vuyle Gezwellen,  Koortzen,  Roode  loop ,  
 Teering,  ^ en  diergelijke  qualen  :  ook,  om  een  ver-  
 moeyd Ligchaam weer te verfterken. 
 Het Zap deezer Wortelen,  varfch uytgeparft,  is van  
 naturen zeer koud.  Inwendig ingenomen ,  dood zeer  
 fchielijk beyde Menfchen en Beeften.  Doch als ’t vierentwintig  
 uren lang geftaan heeft,  verliefd het al zijhe  
 quaadaardigheyd,  en werd,  niet zonder  groote  verwondering, 
  onfehadelijk bevonden; dan ook gebruykt,  
 *tzij tot fpijs,  of tot Geneesmiddelen. 
 [ WatGeng-  I  beris. 
 CCLXXVI  H  O  O  F  D  S  T   U   K. G  E  N  G  E  B  E  R. 
 s^^S aJkM glt is  niet  anders dan  de Wortel  eener  
 ~  Plant,  groeyende niet meer als ander-  
 J halve of twee voeten hoogte boven de  
 "aarde ;  waar van de Bladeren  donkergroen  
 ,  ontrent  een  voet lang ,  ëen  
 ► goede duym breed zijn,  en op de wijze  
 van ’t Riet voortkomen ;  bij veele  
 genoeg bekend.  Werd in ’t Neederlandfch dus ;  doch  
 ook van  zommige  GeNgèar ,  Gember,  en Gym-  
 ber genoemd :  in *t Latijn Zinziber ,  of Z ingi-  
 ber  :  in ’t Hoogduytfch  Ingber of Ingwer  :  in ’t  
 Franjch  Gingenbre ,  of G ingembRe ,  in ’t Italiaan  
 fth   Gengevo. 
 Deeze Plant is in onze Neederlandjche Geweften zeer  
 raar ,■  en wil hier ook niet  wel  aarden ,  weegens hare  
 teederheyd.  Bemind een zandige ,  goede aarde,  met  
 een weynig twee-jarige Paerdemift,  ’tMol uyt verdor-  
 vene Boomen,  en een-jarige Hoenderdrek genoegzaam  
 doormengd :  een zeer warme plaats,  befchut voor alle  
 koude O ofte- en Noorde-winden:  weynig,  of geen wa-  
 (c°e Wa*rter*  Moet,  Zelfs in *t midden  van de Zomer,  voor  
 '  Veele Reegenen gedekt;  in de Hcrfft droog gehouden;  
 dan binnens huys op een warme plaats ,  waar in  gedurig  
 werd gevuurd, gefteld zijn.  Ook moet dit al vroeg  
 gefchieden ,  in ’t midden of in ’t eynd van September.  
 Gedurende  de  Winter  mag  men ze gantfchlijk  geen  
 gveonc hytoigohr etyedeg geenesv en :  haar ook niet weer buyten brenMay. 
 Grond. 
 Is Van nattlfén zulk een vyand Van de koude ■ Vochtig- Bezwaar-  
 heyd deezer Landen ,  dat men haar  verdorven vind eer* lijk te hou-  
 men er eens  op  denkt.  Tér dier oorzaak valt ze zeer dcn-  
 bezwaarlijk een jaar of twee te doenö verblijven; ten zij  
 °vpu lddiég  gbeehwoaoairdde.   wijze wél  droog gehouden s  cn,  zor6gDeeze  
 Cehgber-pUm is bij mij in ‘t Jaar iS ji. doot Hoe opg*  
 bver-gezonden Zaad,  met een waffendé Maan van May que'Vt,  
 in een Pot.  niet boven een Stroo-breedte diep, gelegd; U),t ccn  
 de aarde aanbevoJen :  en A mo r g e , ,  door een  groene S   
 m Molen ïn-geVulndéne groot e Wortel,  uyt  Portugal Wartel,  
 ontiangen ,  voorrgekomen.  Dieb  zelven  ‘Zomer isze  
 met zijne teedere,  fmalle^ voor fpitsze, regt-opfiaande,  
 die van de /ré o f’t Zoniet zeer ongelijk zijnde bladen^  
 opgewaflen  ter. hoogte  van  meer  dan  een  Maat-voet. 
 Op de nu voörgeftelde wijze waargenomen zijnde, bleef  
 rl  gjheele Winter groen ,  en tooide, aan  de . curieufe  
 Liefhebbers  op  het tweede jaar een witte Bloem,  met  
 groot,  en fobèr van geftalte.  Deeze vergaan en afgevallen  
 zijnde,  verliet ook de Pltmt korts daar  na hare  
 taea nvgaenn a’tm lee egvreone nbheeroyodf',d .en wierd eyndelijk door flauwDe  
 andere.,  uyt Zaad Opgekomen,  bleef gantfeh en u7f  
 teeder,en fchoot nauwelijks ter hoogte van een vinger- Zaa1’ ooi:  
 lengte op.  Wierd ook,  door  een weynig te veel ge-  
 noten  water',  in ’t begin van A«gKf lM  bleek-verwig,  
 en Verging,  ter oorzaak van hare teedere aangeftokené  
 Wortel;  onaangezien  zij gedurig met hare Pot  ( gelijk  
 ook  aan  d t Wortel wierd gedaan)  van de  eene  warme  
 Paerdemift in de andere gefteld ,  en gedurig  met Glazen  
 overdekt was  geweeft.  Waar teegensMe gemelde  
 Wortel,  op zulk een Wijs waargenomen ,  tot eén 2oö  
 veel meerder hoogte quam op te fchieten. 
 K R A C H T E N . 
 Wortelen  Van^ Gengber,  öf Zinroiber ,  *t Zij RsfióJ, 1. 1.  
 hdirtozio:g,  t zij geconfijt,  wérden gehouden voor ■   ve--r-d-r-ooge—nde  tot - i  den  derden Grai>d.  ■  tap. ,9o.‘ 
 In Spijzen gebruykt,  zijnze voor de Menfchen zeer lufislib-  dienftig, om alle koude ■ vochtigheeden te vetteeren. Ver-  
 fterken een Zwakke ,  vérkoude Maag;  de Gtheugenis;  si^pMtd.  ’t Ge*,igt;  openen een verftopte Leever:  maken eetens- ttgo.otl.  
 lujl  :  ftillen  de  Buykloop  :  ftrijden teegens  ’t  Vergif: j f ö S Ê j ï   
 verwekken  luftr tot 't echte werk.:  verdrijven  de Win- ihTemp.'  
 den:  verwarmen de Moeder  :  doen de Vrouwen veel Simp. tap.  
 M e lk jn  hare Borften krijgen;  en'zijn zeer bequaam tot  
 vermeerdering des Zaads. 
 Met Anijs in Wijn gezoden ,  en daar van eeh Wey-  
 n%,  met Zuyker vermengd,  ingenomen,  iszeerdien-  
 ft'g teegens den Hoeft,  en een verkonde Borfi.  Maakt  
 ook rijp de  tape Fluymen ,   zoo dat men de zelve ligte-  
 lijk kan uytwerpen. 
 Ondertulfchen ,  Gengber te veel gebruykt,  is fcha-  
 delijk voor galachtige en hitzige Lieden ;  wantze ont-  
 fteekt het ingewand door hare verwarmende kragt. 
 In roode Wijn  gekookt,  en dan de zelve  warm in  
 de mond gehouden,  ftild de Tandpijn. 
 CCLXXVII  H O O F D S T U K . 
 J O B S   T R A N E N . 
 P *t Neederlandfch  dus genoemd :  in Naaien«  
 g  *t Latijn LachRyma J obi ,  of oók  
 ^  LachrYma Christi, om dat haar  
 Zaad aardig de gedaante van Tranen  eg Vertoond;  anders  Lithospermum  
 S  mAjus :  in ft Franfch  Lärmes  d e   
 nostre  Dame,  of in ft Neederlandfch  onzer  Lieve  
 Krouwen Tranen :  in ft Hoogduytfch Hiobs  Zeher  :  
 in ft Italiaanfth La grime Bi Giobbe. 
 T t  3  p it