
 
        
         
		3 r j   B e s c h r y v in g   d e r   K r u y d e n , B o l l e n   Én   B l o e m e n ,  I I I B o e k ,  31,5 
 €*r.ab  Het  Poeder  van  Aloë  uytwendig  op  de Speetten o f   
 Hort.  lib.  Takken  gelegt,  flopt  dezelve  ;  defgelijks  de  monden  
 uiromat.  van <je  Aderen  ,  en  ftild het bloeden  :  want het  trekt  
 ori^/r/ lib.  een weynig te zamen,  maakt dik,  en droogd op.  Gelief/. 
  Col-  daan  op  gezwellen,  varffche  wonden,  en  ook  zu lk e,  
 leB. u .   welke  zeer bezwaarlijk willen  toelopen,  heeld  en  fluyt  
 JËgin.  1. 7-  2elve ,  zonder  eenig  lidteeken  achter te laten.  In  
 jEtius  Wijn  gefmolten,  en  op  het Hoofd geilreeken, verhin-  
 l.t.Serm.x.  derd de  uytvalling  des Hayrs.  T o t  de Geneesmiddelen  
 Gal.  Itb.  gedaan,  bereyd  tot  hulp voor  de  O ogen  ,  fcharpt  het  
 "  Gedicht.  Met  Honig  gemengd ,  en  gelegt,  op  de  
 gezwellen  der  heymelijke  Leeden  ,  geneeft ze.  Sluyt  
 ook  toe alle  lopende .en op ene gaten',  neemt wfech allerley  
 vuyligheyd o f  verrotting des Monds. 
 Eeven, dezelve  Werking  hebben  ook de groene  Bladeren. 
   Zijn  daarenboven  zeer  dienftig  op  gebrandde  
 Leeden gelegt,  wijl ze de  brand niet alleen uyttrekken,  
 maar ook de  verzeering geneezen. 
 Men: mag  hier  van  inneemen  een  halve Drachma ,  
 twee Scrupelen,  o f  een geheele Drachma,  na geleegent-  
 '  héyd  van  de natuur  des Zieken  ;  en  na den ftaat  zijner  
 krachten o f  zwakheyd. 
 Deeze  Aloë  is  niet anders,  als het  uytgeparfte Zap  
 van de Plant  diens  zelven naams;  waar  van  de  afbeelding  
 hier bij  gefield is.'  Men doed dit Zap  in  fteene V a ten, 
   en laat het in  de Zon drogen. 
 Hier  Van  worden gevonden  drie bijzondere  foorten;  
 van  welke de befte word geheeten  Su c c o t o r in a , om  
 ’ dat ze gemaakt word op het Eyland Succotora  in Indiën.  
 De  verwe  is  uytwendig  bruyn , .   o f   rosachtig;  van  
 pinnen  gee l,  bitter  van  fmaak ;  te  zamen-trekkend ,  
 kruydig van  geur ,  o f  welriekend;  vetachtig van  aart ,  
 reyn,.zonder eenige onzuyverheyd:  doorzichtig, blin-  
 .  kende;  bros,,  zacht in het aanraken;  en  ligtelijk in  het  
 Water fmeltende. £ 
 De  tweede  foort  word  genoemd  Hepatica.  I s  
 .van  verwe  uyt  den  geelen- rosachtig .,   bitterder  ,  
 zwaarder van reuk;  ook meer te zamen-trekkende;  on-  
 Zuyverder;  niet zoo zeer blinkende ;  droger,  en vaft,  
 gelijk  Lee ver. 
 ‘D e   derde  fo o r t,  welke  onder  al de andere de flegt-  
 fte  i s ,  draagd de haam van A loë  c a b a l l in a ;  zwart  
 van verwe;  niet  doorzichtig;  zwaar van gewigt,  qua-  
 lijk-riekende;  vol zand, ftroo,  en andere onreynigheyd.  
 Word  ter  dier  oorzaak  bequamer  'gehouden,  om  de  
 Beefljen in  te geeven,  als' de Menfchen. 
 XXXIII  HOOFDSTUK. 
 " paamfte 
 J .   Reao- 
 L  V  E. 
 En  wel  bskend  Gewas,  van  zommige  
 Ma lue, van andere liever Malve  
 gdchreevcn:  word in het Needer-  
 landfch  niet  alleen  met  dien  naam  
 ^   genoemd ,  maar ook  van veele Keesje  
 nskruy d  ,  óm  dat haar Zaad,  rond  
 en  plat  te zaamgevoegd,  zeer wel  een Kaasje gelijkt.  
 In   he't  Latijn  .en  Italiaanfch  Mulua  o f   Malva  :  
 in. het  Hoogduytfch  Pap pel- o f  Papelkraut;  en  in  
 het  Franfch  Maulve. 
 Veerlerlev.  Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend  geworden  
 fchoone  veele  veranderlijke  en bezichtigings-waardige  foorten  ;  
 foorten.  weikgr  zonderlinge vgrfcheydentheyd  der aangenaame,  
 fchoone,  veelvoudige  verven  het  O og  der aanfchou-  
 wers  doen  een  aantrekkelijke  bevallijkheyd  verluftigd.  
 Deeze  zijn  : 
 Van welke  Malva  vulgaris  major  ,  o f  groote  gemeene  
 hier,  tot  -Malve.  I I.  V u lg a r is   minor,  o f   kjeyne  gemeene  
 dertien  Malve.  III.  Bohemica  ,  o f   Boheemfche  Malve.  
 toe,  aan-  j y #  B ceTICAj  o f   Bcetifche Ma lve,  uyt  de  Provintie  
 fencf, en  Boetia  in  Portugal.  V .  Crispa ,  o f   kroeze,  gekrulde  
 voor-  de  Malve.  V I .  Indica  arborescens  major,  o f 
 groote  Indiaanjche  Boom-malve.  V I I .  I n d i c a   a r .  
 b o r e s c en s   m in o r ,  o f   kjeyne Indiaanfche Boom-mai  
 ve.  V I I I . -M a l v a   h o r t e n s i s   r o se a   f l o r e   -l u -  Vol§Wej  
 t e o   PLENO  ,  o f   Stokroos met  een geele  dubbele Bloem. ^   bc'  
 IX .  F l o r e   a l b o   p l e n o   ,  o f  met  een  witte  dubbele worS  
 Bloem.  X.  F lo r e   a t r o - r u b e n t e o f   met  een  
 zwart-roode  Bloem.  XI.  F lo r e   carneo  p l en o   
 o f   met  een  Itjf-verwige  Bloem.  X II.  F l o r e   p u r p 
 u r e o   p l e n o   ,  o f   met  een  purpure  Bloem.  XIII.  
 F l o r e   p u r p u r e o   e t   a l b o   v a r ie g a t o ,   o f  met een  
 purpur  en  wit-bonte  Bloem  ',  en  dan  noch  veel  meer  
 andere.  De  gemelddë  C r i s p a   ,  o f   kroeze  Malve,  
 is  tweederley  :  te  weeten  ,  C r i s p a   f l o r e   p a l u d o   
 p u r p u r e o   , .  o f   kroeze  ,  gekrolde  Malve  met  bleek-  
 purpure  Bloemen,  en  M a l v a   C r i s p a   f l o r e   a l b 
 o   ,  o f   gekrolde  Malve  met  een  'witte  Bloem.  Niet  
 alle  zijn ze van de  zelve Bouwing  en Waarneeming. 
 Eeyenwel  beminnen ze  al  te  zamen ‘ een. gemeene, Wat voor)  
 zoo  wel  zandige  als  andere  aarde  ,  matig  doörmengd ee.a  
 met  twee-jarige  Paerde-  o f  Koeyemift.  V o o r ts ,  èen ^nbcmil1  
 opene,  luchtige,  vrije,  wel  ter  Zon  geleegene  plaats,  
 en matige vochtigheyd. 
 De  M a l v a   v u l g a r i s   m a jo r   e t   minor  , '   of Groote  
 qroote  en  kleyne  qemeene  Malve  ;  defgelijks  I n d ic a   en^c)M  
 s   J  *  T  J-  r \  n  gemeene m a jo r   a r b o r e s c e n s   ,-  o r   groote  Jnataanjche  Boom- ^a[VCi 
 malve,  worden  om  het  tweede,  o f  Ook  ieder  Voorjaar  
 ,  in  April  o f  May  ,  met  een  waffende  Maan de  
 aarde  aanbevolen.  Geeven  zelden,  o f  zeer laat,  Bloemen  
 in  de  eerfte Zomer  ;  maar de koude des Winters  
 verdragen hebbende,  bloeyenze  zeer  lang  in  *t.tweede  
 jaar:  Geeven  volkomen Zaad,  en  fterven  daar na. 
 Doch  de  gemeldde  M a l v a   a r b o r e s c e n s   I ndi-Groote'  
 c a   m a jo r   ,  o f  groote  Indiaanjche  Boom-malve,  kan,  1  
 -buyten  ftaande,  gantfehelijk  geen- vriezend Weer ver- Boom-  
 -dragen.  Moet  derhalven  ,  jong  zijnde,  met  de  ge-malve,  
 noemde  Maan  in  een  P o t,  o f   twee o f  drie  te  Zamen  
 in  een  half Zeep-vaatje  drie-hoekig  geplant  zijnde,  in  
 het  begin  vanjlttober,  o f   een  weynig later,  mfgelee-  
 gentheyd  des  tij d s ,  binnens  huys  gebragt,  ineen  
 luchtige plaats gefteld,  met een weynig  lauw-gemaakt  
 Reegen-water onderhouden, en in het begin  van  Zpril,  
 ieder bijzonder,  met  de gantfche  klomp aarde  op  een  
 rgoede plaats van  een Bed gezet worden. 
 Deeze  foort'.  van  Malve  fchiet  op  tot  de  hoogte Bladeren-1  
 van a g t,  tien,  en  noch  meerder  voeten,  in eene’Zo-  
 mer.  De  Bladeren  zijn  zeer  fchoon  van  gedaante ,  
 donker-groen  van  v erwe,  en i gaan  die van de  Malva, 
 Rofea,  o f  gemeene Stokroos, „iiL grootte,  noch  niet ge-  
 bloeyd  hebbende,  te  bóven.  In  Helling  en veelKeyd  
 van Aderen .zijn ze dezelve niét  ongelijk,  doch aan  hare  
 randen met veel grooter en dieperlnfnijdzelen voorzien;  
 ook meer blinkende, en niet zoo  ru y g , maar veelzach-  
 ter o f  gladder.  ,•  " 
 De  M a l v a   a r b o r e s c e n s   I n d i c a   m i n o r ,   o tdiaanfciie  
 kleyne  Indiaanfche  Boom-malve ,  waft niet  boven  vier Boom.  
 voeten  hoog  op.  D e   Bladeren  zijn  in  gedaante  ert malve*  
 grootte  niet.  ongelijk  die  van  de  M a l v a   v u l g a r is   
 m in o r   ,  o f  gemeene  Malve  met  kjeyne Bloemen,  ZOO  
 lang ze  noch  geen  Bloejfem  voortgebragt  he eft;  doch  
 daar na veel kleyner;  ook van, natuur  veel  ruyger,  veel  
 bleeker,  o f  witter' van groen; 'aan-de  rap den  minder,  
 en niet zoo digt op malkander getand;  ook  met  meerder  
 inwendig-blijvende Aderen vercierd.  ..  .  nCC. 
 D it  Gewas  fterft  niet  zoo  haaft,  maar blijft eenige ^   
 jaren  lang  in  het  leeven,  gelijk  ik door  een  zeer  langdurige  
 ervarentheyd  heb  ondervonden.  Eens  heb  ik  
 eene  daar van  e lf  jaren bewaard;  die,  de dikte van zes  
 Maatduymen  in  de rondte bekomen hebben de,  eynde-  
 .lijk  van  ouderdom  verging.'  '  Deeze  Plant  valt  teeder  
 van  aart, en kan  de W^inter-koude niet  verdragen.  Moet  
 derhalven, met  een waffende Maan  van Aprilin  een  Pot  
 gezet zijnde,  in Oüober binnens.huys worden  gebragt,  
 op  een  luchtige  plaats;  en  onderhouden  met  flegts  
 een  weynig Reegen-watër.  Men mag ze ook niet voor 
 3 1 7 M  A  L  V  E.  W  I 
 April met  een  aangename  Lucht weer  buyten  ftel-  
 len.  Dan  noch  moet men ze Wel wagten  voor koude 
 M^Voor de  eerfte maal Uoeyd*.i  in het  tweedejaar,  na  
 r ”’.  (Jatze  met  eén  waffende Maan van  slpril is gezayd ge-  
 weeft.  Daar  na  ieder  jaar  :  en  geeft o o k ,  als ze  op  
 een watme en luchtige plaats is gezet,  gemeenehjk vol,  
 komen rijp'Za'adj  inzondêrheyd  zoo  men  haar wagt.  
 voorbed Reegeh in het I t ijM r .  ■ 
 Dè  Malva  B oS em ica ' ,   o f   Soheemfihe Malve ,  
 P02TI CA, o f  Malve ttyt de Provintie H(Etica\nT_.aJitanïen.  
 c,Se~ C rispa  ,  o f  £ekpolde  Malve  ,  en  meer  diergelijke  , 
 [  blijven^  niet lapger als eene Zomer in het  leeven.  W ordia'ieder  
 'fttfjiuir  in. de  M u r i ,   met  een  waffende  
 Maan,  op  e’en  Warme,  luchtige,  wel  tér  Zon  geleegene: 
   plaats,  niet- diep  in  de  aarde  gelegt,  Gèe-  
 ven  voöV  'de  IVinter  volkomen rijp Zaad',  en  verfter-  
 ven  daar  mee. 
 0.  M   de  fobrten'van  M alva  h o r te * s1s  kosea  ; 
 ,"r0°  o f  Stokkoozen',,  zijn  hard van  aart.  Verdragen  felle  
 porft',  én  allerley. andere  óngeleegentheedeh  des gant-  
 fcheri Widters.  Geeven:op. het tweede jaar  Bloemen ,  
 van een fchöone  aanfehouwing  ;  gemeenelijk van  midzomer  
 t  t  e  M a l v e .  318 
 alleen  machte  Handen  ,  maar  verzacht ook  de Voeten,  l.i.  c. i8r.  
 en andere deelen  des Ligchaams,  daar meê gewaffehen,  
 o f   daar  in  -gebaadt  zijnde.  Is  daarom ook zeer dienf 
 a f tot aan de Wtnter;  de  eene  na de andere  ge- ■  
 durig opengaande.'  Brengen  voort volkomen  rijp Zaad',  
 en vergaan dikmaal niét vöpr  ’t  vierde  jZar;;  zommige'  
 eevenVil1 in  het  derde';  o f  bij  een  ffierke Vhrjl en veel  
 IJeejM'veelligt Wel eerder.; 
 loft (jaar  Indieft'iemand  hiér van go'ed Zaad wil winnen,  die  
 ^ o e d   fnljde al  de z.ijde-tal£en  wech  ,  én late  alleen  de mid- 
 ■  te  Scheut  ftaan ;  wdar aan  dan  niet  als dubbele Bloea 
 zullen  gezien  worden;'  ja h o eh o o g e f,  hoe  meer  
 /  dabbel.t  Van  deeZe  het  Zaad  vergaderd:  daar  na  iri' 
 '  Znril, o f  May, mét  een volle Maan,  niet'diep,  in Pot-  
 ten5, 1  bf'öp  andere  plaafzén'  geZayd’, '   én'  twee  maanden  
 daarna  met  d ifielké-Maan,  tweé^of-drie  vóe-'  
 ten  van  malkander ,  verplant,  zob  zult  gij  er  Ichoo-  
 ne  en  béziens-v/aardige  -Bloemen  van  bekomen  ;  iir-  
 ■  zondérheyd'  indien  dit  eenige  jaren  na  den  anderen  
 word  gedaan; 
 K R A C H T  E N. 
 Igden.  F V E   M a lv e ,  een  Zeer  bedel  en  gezónd  Gewas,  
 I I  is matig v ochf én  warm  , ' zeer  verzachtende én  
 verdeclende  van aart. 
 JËofcor.  Be  Bladeren,  gelegt  op de  Z i j t ,  geneezen  dezelve.  
 Ut,, c. 144. Trekken  ook  uyt  alle  Doornen  en  Splinteren  ,  welke  
 ergens  in  het  Ligchasm  zijn  gekomen.  Gefloten,  en  
 met  een  weynig  Zuyker gemengd,  zijn  zeer  dienftig  
 teegens  de  fmerten  der  O ogen.  D e   zelve  vermengd  
 met  O l y ,  heelen  de  fteeken  van  Horzelen,  Byen  ,  
 Bf/r'i  Yd-. fyinnen t  én diergelijke Diertjens.  Verdrijvèn de  vlek?  
 icap.ii ken,  firoetelen  ,  fchdferen  ,  en  allerley  vuurigheyd 
 ■   der  Huyd.  Brengen  alle  koude  Zinkingen  tot  rijp—  
 heyd.  Zijn zeer goed  op de gebrandheyd,  en  voor ’t 
 m   Springend-vuur. 
 Rauw  gegeeten,  met  feen  weynig Zuyker en  Zout,  
 verzachten ze,  en  neemen wech de pijn en  z,welltng def  
 Nieren,  en  der Blaas.  Maken  ook een: zachte Stoel-  
 &ang.  In Wijn gezoden,  o f  onder  andere fp'ijzen  gé-1  
 bruykt.,  gelijk  ook  het  Zaad,  en de Wortelen,  doen  
 de  ophouden;  geneezen andere  gebreeken en fmerten  
 van de Longe, en  der Darmen', verzachten  de in ar-  
 beyd zittende V rouwen.  Neemen wech  deverftoptheyd  
 i.en  hardigheyd  der  Moeder  :  ftrijdeh  teegens  het  vergif  
 >  verdrijven  de  zëerigheyd  van  de Mond en K e el,  
 met-een weynig gebrandde Aluyn  en Honig vermengd,  
 en daar mee gewaffeheny o f  gefpoeld.  Verwekken  ook  
 Melkjn der Vrouwen  Börften. 
 'b'  Het  Zap  ,  warm  in  de  O oren  gedaan  ,  néémt  der  
 °* Welver  fmerten  wech.  Word ook gepreèzen  teegens  de  
 vallende Ziekte. Het Water,  daar M a lve in gekookt is-;  maakt niet 
 t ig ,  in  alle  Cljifteerieh  gebruykt  te  worden.  Met  
 O ly  en Wafch  vermengd,  is zeer  goéd  op allerley ge-  
 zwellen. 
 De  Bloemen,  met Zuyker tot een  Conxjtrf gemaakt,  
 zijn  zeer diertftig  téegëns het Graveel,  en  de  Steen der  
 Blaas;  de  zelve  opdrijvende,  en  het  Water  doende  
 lollen; 
 De  Wortel  gebraden,  tot  fto f gemaakt  ,  en  op  A p u lH i f i .   
 varjfche  W o n d e n defgelijks  op  der  Vrouwen  zwel-  TU"‘ -  
 linde Tïörjleneékgt,  geneezen dezelve.  Met dit Poe-  cat'  
 der de Tinden jjjewreeven,  zuyverd die  van allerley  flij-  
 merigheyd. 
 :De  Malva  hortensis  rosea,  o f   Stokroos  ,  B a u bm .  
 liéeft dé Zelvè overhing teegens  al de hier boven genoém-  FJ -  
 de. gebreeken,,  op_ de zelve, wijze  gebruykt.  Daaren-  t  
 boven  ,  de  roode  Bloemen ,  in  roode  Wijn gezoden  , 
 Zijn-zeer  dienftig  teegens  de  Roos:  neemen  wech  de  
 Schurftheyd;  en  verdrijven  de  hitte  en  droogte  van  
 Keel  en  Mond. 
 EU.foi. 
 X X X IV ,  H O O F   D   S  T   U   K. 
 WITTE  MALVE. 
 iNd’èrs van  zommigegefpeld MALUE^is Verfrk'y-  
 ■  .  .,b ,9  r.  - j i j   denamen. 
 een Plant,  van elk zeer bemind, beyde  
 om »hare  krachtige  deugden,  en  om  
 hare uytytendige beyallijkheyd.  Word  
 in het Latijn  genoemd  A l t h é a ,  o f   
 B'ism a lv a :  in  ’t Hoogduytfch  I bisch :  
 in  'het  Franjch  G uimalve ;  en  in  het  Italiaanjch  
 M alvavisco . .  '   , 
 Zij  bemind  immers  zoo  zeer  een  g o e d e lu ch tig e   ,  
 zandige,  als.een kleyige o f  fteenige  ,  wel gemeftte  aar- zij beminde  
 :  een  opene,  vrije,  wel ter Zon  geleegene. plaats  3  nen.  
 eri  veel  Water.  I Geeft,  ieder  Zomer  een  aangename  
 Bloem  ;  maar.  zelden,  ten  z ij‘bij  hgete  en goede jaren,  
 volkomen  rijp  Zaad.  Kan  fterke k oud e ,  en  alle  on-  
 geleegentheeden  des gantfehen Winters, uytftaan.  Word AanwIn_  
 alleen  aangewonnen  door  hare  aangegroeyde Wortelen,  ning.  
 welke men  in h e t i^ o r i^ r v a n  de oude afneemt,  en met  
 een afgaande Maan  verplant. 
 k r a c h t e   n. 
 DGalen,  lib.  
 E   Bladeren van  witte Malve zijn  in  den eerften  
 Simp. graad verwarmende,  verdrogende,  verzachtende, 
   fcheydehde, en verteerende;  doch de Wortelen  
 en  het Zaad veel krachtiger.  j 
 In Wijn gezoden,  en  daar van. gedronken  ,  drijvep  
 het Graveel af, en neemen de pijn daar van wech.' Helpen  
 ook een  benauwde Borjl.  . . . 
 Zoo wel de Wortelen als  het Zaad in roode Wijn  ge-,  
 kookt met  eenige Wortelen  van  Tormentil,  ftillen  de  ,  
 Roodeloop  :  verzagten  de  Zpojlematien van de Moeder:  ^   ^ 
 openen de verfioptheyd van de-zelve, en  zuyverenze.In  J  I^j,  
 wytte W ijn ,  o f  Meede,  week  gezoden,  geneezen  ze  
 aüe  varjfche.Wonden-,  verzachten,  doen  fcheyden,  en  
 rijp  worden  allerley gezwellen,  en  ontfieekingen:  wet-  
 morwen de  klieren  en hardigheyd:  heelen de kloven om  
 het  Fondament,,  en verfterken de  zeenuwen.  V e r d n j - , ^ ^   
 Ven de  vlekken en fproetelen  des Aangezichts.  Op^e-;  38.  
 brandheyd  gelegt,  trekken ze  mfrUm. 
 W i n gedronken,  is  zeer  dienftig voor de naweeen oer  1  
 vèrlöft zijnde Vrouwen.  Doed  het Water loffen,  en  
 helpt dé geene die inwendig gebroken zijn; 
 In Edik gekookt,  en in de Mond gehouden,  o f  de  
 Tanden daawneê-gewreeven,  nerjaagd de Tandpijn. 
 De  Wortelen  in  Melk  gekookt,  tot  dat ze  gantfeh  
 week zijn geworden,  zijn  zeer  goed  voor  de  £ngbor-  r .  •  
 Jhgheyd,