
 
        
         
		^ I D E R X ’I I S 
 8 8 3 SlSYRINCIIrUM.  W a TER-EPPE.  G e.EIDTKRUYD.  gg^ 
 CCCCXXXIÏ  HOOFDSTUK. gemelde  Maan  in  *4pril  van  de  oude  afgenomen  en  
 verplant  worden. s i s y r in c Hium . k r a c h t e n . 
 Namen.  aardig  Bol-gewas wörd>  mijns weetens, 
  van  niemand anders, dan metdee-  
 m m m m  Zen ^aam,  genoemd.  De Italianen zeg-  
 g B   tÊÊÊ^JÈp gen  StsiRiNCHio. 
 Grond.  - t tL i jE f l jB B R   Bemind,  uyt eygener aart,  een zeer  
 -H^ ^ '^sspsl^Slag  zandige *  goedé aarde , met een weynig  
 tvveê,-jarige Paerdemift,  en  ’t Mol van  verrotte  Boombladeren  
 doormengt,;  een  warme,  vrije,  wel  ter  Zon  
 geleégenq plaats;  en  weynig water.  : 
 Waarnee-  |  Lijd  ,  buyten  ftaande,  ongeerne de felle  koude dee- 
 Winterl  °  zer Mflden.  Moet derhalven,  in  een Pot gezet,  5s Winters  
 binnens huys worden  bewaard op  eentam elij k-w ar-  :  
 me plaats,  zonder ^ eenige  vochtigheyd :  .ook niet weer  
 buyten zijn gezet voor in ’tJaatfte van IUaert, .met een  
 zachte aangename Reegen* 
 Bloemen.  ï  I n ’t eérfte,  en  ook in  ’tstweede  jaar y  ha  dat  deeze  J  
 Plant  uyt  Spaanje  o f   andere  heetè  Landen  nieuwlijks  
 in onze Geweften gezonden o f  overgebragt  is,  geeft zé  1  
 een  Bloem.  Daar.  na  ilegts.om  het  tweede  jaar;  en  
 eyndelijk  gantfeh  niet  meer,  vermits ze  de  onaange-  |  
 nanje  Lucht  onzer  Weereldftreek  qualijk  kan  verdragend 
 Opnee-  Word ieder jaar,  gelijk de andere  Bollen,  in  5t begin  
 0  v^n  Julius  opgenomen;  en  dan  in  September met.  een  
 volleMaan weer ingezet,  nadat men de aarde vervarfcht  
 en weer gemeil: heeft.  -. 
 W^iteneppe ,.a£ Sium, is verwarmende en  verdro- Aart,  
 gende in, den  eerften graad. 
 HetiXruyd  op  ailërley manieren gebruykt',  Lufit.  /.1. 
 ------eau in  .w ijn gezoden,  en'daarvan:gedrbn-n“ ny jo' 
 fien,  as.aangenaam  voor de Maag-,  goed.voor de GeeU f , d , ' ° ‘  
 en Waterzucht-,  voor  de  Gcfihmrdheyd-,  -de Steen i  en  D h f i. it .  
 ■ ^Graveel.  Maalst een  helder,   fiharp Gedicht:  opend*-  ‘ *'t ’  
 va»  de  Milt r  verwekt  der  Vrouwen  
 Maandjlonden,  en  doed  haar gemakkielijk. vcrlojfc»  in  f '  '  
 Barensnood.  Jaagt uyt de d o o feW ru ch ide Nagchoor-  
 t e .  cn  beyörderd een  lichte watermakihg.  , Helpt daar.  
 «ibovemde geene, welke.met  de  Bloedgancen Buykhop  
 Zijn gesjueld.  ■  ■  •  J  * 
 J  Met de -zélve W ijn ,  o f  met het  gediftilleerde Water Tmhf.hifi.  
 f t M f c l   gewaflehen,  neemt  van  het Aangezicht  I‘Lc- 1n-  
 f  ec“  Ae \-Zomer.jpraetele»,  en  alle  andere  o.rizmver*  
 heyd  der  Huyd.  .  '  . . .   ,  ' 
 De  Bladeren in Edik metwat Boter g é zo od è fiz ijn   iturantn  
 zeer goed yo.p‘r ’t-Sprenktvuur,  de’Kees, en  andere’ heit bijh-TImtl  
 te Gezwellen.:  defgelijks voor de:Schurftheydder P a e rJ “   « *   
 den,  warm daarop gelegt wordende. 
 •  ccccxx.xiv  Ho o f d s t u k . GELIDTKRUYD. K  R A C H  T  E N. 
 In Spaanje  Bol-wortëltjens  van  Sifyrinchium  worden  in 
 weegenT  i   J f Spa an je ,   P o r tu g a lf   en  andere'warme Landen  
 ter fpijze  .  gehouden  voor  een  aangename  iprjs,  en  gegee-  
 gebruykt.  ten  in  plaats van  Cajlanien.  Geeven  echter  aan  ’t Lig-  
 chaam  weynig jvoedzql. 
 In deezê onze 2Yieder landen worden ze Tiochter fpij-  
 ze genuttigt,  noch in de Geneeskpnjl gebruykt.  ...... 
 CCCCXXXIII  H  O  O  F  D  S.T  U  K. W A T E R  E P P E. 
 Namen,  Y   de  Ueederlanders  dus  genoemd, 
 ë |j||  w° r(^  in  het  Z<?r//w  geheeten  S ium , 
 ^ S H lS S lS E ?   L a v e r ,  Pa s t in a c a   acöjatica :  in  
 Ww B I   het  Hoogduytfch  W asser  e p p ich   ,  
 W asser -m a r ck ,  en  -Brunnen  P e-  
 t e r l e in :  in ’t Franjbh .Berle^>  in  *t  
 Italiaanfch  S10 ,  o f  G o rgolestro. 
 Twee bij- ^  Hier van  zijn mij miiaren aart bekend geworden twee  
 foorten!  blizon4ere  fpqrten;  te y e e ten :  . 
 I.  Sium  majus  „VEjuM,  oïgroote Mregté Waf er-  
 ePPe-  Sium  MÏNUS  ALTERpM,  tweede'kleyne  
 Water-eppe.  Beyde  zijn ze  van  eeven de zelve Bomving  
 en  Waarneeming,  MÉÉ 
 Grond.  Zij  beminnen  uyt  eygener  aart  eerijjèrrieénéi  zaöi-  
 d ig e ,. vochtige,  o f  waterachtige aarde;  meer’een  donkere  
 o f   fchaduwachtige ;  :als  èen  vrije ^topène  plaats';  
 en  veel  Reegen:.  Blijven  eenige  jareh  in  ’t  leeVèu. 
 .  Verdragen  felle  Pfoft v  . en andere  ongèlêégënfKé^h  
 nin^d^or '  Ft ^ * nter’ Bloeyen ieder Zomer,  en -geeven  dikmaal  
 Zaad,  °  v° ik °men  rijp  Z a a d :  ’t welk niet een-waffende  Maan  
 van  Aïaert,  niet  diép  gelegt,. de  aarde moet aanbevolen, 
   en dan meenigmaal met Water begoten  zijn.  Hier  
 :  door wórden ze genoegïM n  vermeeïiigvuldigd. '  ^ 
 jonge°r  Boven  dién  kan  men ze aamvinrien-dóór hare aange-  
 iScheuten.  ^ a^ ne  en  bij-  de  aarde -kruypende  Scheutjens, 
 welke  van  zelfs  Wortelen bekomen hebbende,-  met  de 
 S P   hét  Neederlandfch dus van  veele ge- Namen,  
 héeten  ,  word  in het  Latijn  genoemd  
 SïDERiTis.’  De  Italianen zeggen  S i- 
 Hier  van  zijn mij  in  haren  aart be- Eenige  
 kend geworden eenige veranderliike aar- veran^ef" 
 dige  fobtten;  te weeten:  •  lijke  foor- 
 I .  SïD E R iT is   FLORE  ALBO,  o f  Gelidkruyd met een  
 witte Bloem,  I I .  M onTana  L usiTa n ïc a ,  o f  Berg*  
 Gelidkruyd uyt Portugal,  III.  H eraglea  Fa b ii  C o-  
 l ü m n £   , '  o f   Gelidkruyd  van  Heraclea,  door de  GeleerdeHeer  
 Fabius C olumnA'Zoo genoemd.  IV . A nt-   
 güst iföLï A  H isp a n ic a ,:  o f  Spadnfch Gelidkruyd met  
 fmalle  Bladeren,  V . M ontana  G a l l ic a   flore  al- totneegen  
 BO  ponCtAto ',  o f  Berg*Gelidkruyd Uyt P r a n k r i jkm e t Seta^  7  
 een ivitte Bloem-en  purpure jlippelen.  V I .  MoNtANA  
 FLORE  PURPÓR-EÖ  MAGNÖ,  ö f  Bcrg-Gelidkrüyd  met  
 een groote purpure  Bloem.  V I I .  A rvensIs  ,  o f   Gelidkruyd  
 y  voortkomende  op  Grasvelden.  V I I I .  C re-  
 TiciA  oDorata  ,  o f  welriekend  Gelidkruyd  van Can-  
 dien.  IX;  SlDERjTIS  FCéTIDA  SPICATA  FLORE  LU* 
 TEO’, o f (tinkend Gelidkruyd met een geele geayrde Bloem;  
 van  zommige  ook  geheeten  H ysopus  fcétidus  ,_of  
 flinkende  Tfop.  Niet alle zijn ze  van  de  zelve •Bouwing  
 en Waarneeming. 
 Echter beminnen ze  al te zamén een goede,-  'gémee- Grond,  
 ne,  zandige aarde,  met matige;  twee-jarigb Paerdemift  
 vermengt;  èen warme,  wél ter Zon  geleegene plaats;  
 en  niet al te  véél -vöchtigheyd. 
 I   Het  S ïd e r i t ï s   FLORE  ALBö  ,  o f  Gelidkruyd met Gelid-  
 een  witte  Bloem  ,  en  Siö e r i t i s   M o n t a n a   f lo r e   kruyd met  
 PüRPUREo  m a g n o  ,  o f  Berg-Gelidkruyd met een groo’ï f t f o ^ ^   
 te purpure  Bloem,  blijven  niét  meer als eene'Zomer iri Berg-Ge-  
 t leeven.  Worden derhalven  ieder Voorjaar,  met een1  
 waflende  Maan  van  Hpril f  weer  op  nieuws  gézayd  ,1 met een  
 doch  't  Zaad  niét  diep  in  de  aarde  gelegt.  Komen purpure  
 ook v an ’t neergevallene  dikmaal  van  zelfs  genöeg óp ;  Bloem,  
 en konnen  hier door genoegzaam vermeenigvuldigdwor-  
 dën •' vermits de Plant niet eer verdord o f  vergaat ,  voor  
 dat  het  Zaad  in  den  Herjft  zijné  volkomentheyd  
 heeft  verkreegen. 
 Het  S iö e r i t i s   M o n t a n a   L u s iTa n ï c a , -o f Pö^-Port»-  
 f ë k k   2  tugalfch