8 39 Longekruyd, Wilde Dragöm. Bertram. 8 4 9 feit» en fronjfcleu des A a n d i c h t : I maakt een z.uyver
en blinkend Fel, J
TaimiJ.i. De W ijn, waar in alleen de Bloemen zijn gediftilleert,
% *' gedronken van zwangere Vrouwen, verfterkt haar zeer
merkelijk, verquikt de Vrucht , en is goed voor alle
ZoWakge perfoonen.
CCCXCIX h o o f d s t u k .
L O N G E K R U Y D .
P het Neederlandfeh niet alleen dus,
maar ook van veele O nzer V rou-
wpiy Melkkruyd genoemd , vermits
de Bladeren deezer Plant met
wille plekken gelijk als Melk. zijn
voorzien. Word in ’t Latijn gehee-
ten PULMONARIA , o f ook SlMPHITUM MACUCO-
5_UM; , mfThet Hoogduytfch L ungenkraut : in het
Franjch Herba aux Poolmons : in het Italiaanfch
JTOLMONARIA. J
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden vier
veranderlij ke 'foorten; re weeten:
I . Pulmonaria flore purpureo,, o f Lonvckruyd
met een purpure Bloem. I I. Flore albo , o t met
een witte Bloem. III. Maculosa maxima, o f « e r
groot Longekiujd, met fihoone wit-geplekte Bladeren.
IV. Polmonaria macolosa Gallorom, ofLon-
genkyuyd der Franfche , met aardige. bonte Bladeren.
A l te zamen zijn ze van eeven de zelve Bouwino en
Waarneeming. &
Zij beminnen een gemeene, zoo wel zandige als
suidere, doch welgemeftte grond: een opene, vrije
bequaam ter Zon geleegene, en ook een fchaduw-
achtige plaats; met veel, Water. - Blijven eenige ja
ren lang in ft leeven. Verdragen felle koude, en al-
lerley andere ongeleegentheeden der Winter, zonder
ichade.
Geeven ook ieder Zomer vólkomen rijp Zaad .• ’twelk
met een waffende Maan van Moert o f Apr il, niet boven
een ftroobreedte diep gelegt, de aarde moet aanbevolen
zijn. Niet alleen hier door worden ze vcrmce-
Vier veranderlijk
«
nigvuldigd, maar 00Y aangewonnen door hare aangewaf-
lene jongen', welke.men met de gemelde Maan ia April
van de oude afneemt,, en verplant. Als ze een tijd lang
op eene plaats hebben ftil geftaan , zijn ze zeer bt>
geeng, om verzet te worden in een op nieuws om-
gefmeetene en welgemeftte grond. Zonder z,ayino
komen ze ook wel van zelfs genoeg voort uyt het
neergevallene Zaad ter plaats daarze eens geplant zijn.
T T - ^ceer Ür0'jt Longekrupd, voorgefteld onder Num.
t > o f Polmonaria macolosa maxima, heeft
zeer Icho.one., wit geplekte, ook licht en donker-groen
ttoime bonte Bladeren; zijnde, gelijk die van de andere foor-
ttóteB!»-ten’ fC^alP en rauw » gpheele v o e t , wat min o f
deren. meerder , lang ; voor drie vingeren breed, en daar in
een fpits punt eyndigendej doch hoe lager, onder na
de Wortel toelopende, hoe fmaller, en gelijk als plat op
de aa^de neerleggende. O o k veel grooter, en blauwer *
daarenboven wel geheel bleek-roode onder de blauwe
vermengde, hier en daar aan de Steelen in Hprilen Afay
voortkomende Bloemen, - J
Het PuLMONARIA MACULOSA HISPIDA, o f M a-
c u l osa G a l lo r u m , ruyg,Longekruyd * o f Longen
foorten.
Grond.
Aanwinning.
Longe-
kruyd n
Longe-
■ I P T ’S I , ..... I'UIU'W 'J H ! X.TO.™-
Gngc. kruyd der Franpoifen, heeft aardig-bonte Bladeren, uyt
"Vd der een veelvoudige, dunne, flegte, teedere, regt in de
zadh neerfchietende, van binnen w itte , van buyten
bruyn- o f bleek-zwart-.vetwige Wortel, ieder Voorjaar
in ’t Iaatfte van May zoo meenigvuldig en digt op mal-
kander gefteld, datze de eene de; ander fchijnen als
t e m T ' ,V,°°rt 5e ftot™ ’ te vooffehijn komende. Van een
teii, dc’ kluchtige en bevalhjke aanfehouwing zijnze ; bekleed
met een ruyge witte woUigheyd\ zoo zeer, datze, als ze
uyt de aarde voortkomen, eerft als gantfchelijk wir-ruya worden gezien; doch daar na in grootte toeneemenif
verminderd deeze rmgbeyd. De grootte deezer Blode, « is ongehjk; en de groötfte zijn een vinger lang, een
lid van een vinger, wat meer o f minder, breed- in ft
midden op het breedfte; van daar allenxen fmallerwornde,
en voor in een fpits punt eyndigende; doch
daar met zoo veel als na beneeden: aan teyde de zijden
•pits met diep, niet dik van fubftanrie: boven
-blcek-groen van verwe, en aldaar wonderlijk ver-
vee]e uyt den geelen bruyne; of zwart-
groene plekken en ftreepen : onder uyt den groenen
eenverwig-blauw : ruftende bp langachtige ruyge
W t l'!a alt,,d Nf oahoog Lande, en in ft midden
begaaft met een regt-doorlopende groote Ader :
fpruyten verf<dleyc*elle ^leyne opwaarts terzijden voort-
U y t der zelver middenfte Hert worden voortgebragt üf a ,
eemge ronde, bleek-groene , ontrent een mfafvolt d“
hoog opfchretende teedere Steden, boven gemeenelijk
m twee o f drie deelen gefcheyden : waar op in ft Iaatfte .
van Moy de Bloemen zich vertoonen; tamelijk-groot,
ichoon-geel van verwe, zonder eeDige reuk. Beftaan
, u yt veele langwerpig-fmalle, en alleenlijk boven een
weynlg mgefneedene Bladert jen ,, in ft ronde gefteld-
van binnen -voorzien met veele Veezeltjens. V i j f zes
o f zeeven dagen lang blijven ze goed. In grootte,’ gedaante,
en ftelhng zijnze die van het Hieracinm fuave
rubente flore Föhn Columna, o f Havikskruyd met een
Itefl.^roode Bloem de, Heeren Fabii 'Column* ,
met ongelijk. Eyndelijk vergaan ze in haar zelven, en Zaad: ,
bewaren in een ruyge wolachtigheyd een zwart, dun
en langwerpig Zaad, als ft rijp is geworden.
k r a c h t e n .
L Ongekruyd, ó f Pulmonaria, 'is. verdroogende , suraoti,
te zamentrekkende, en afvagende van-aarr. : hiß. eland
In Wijn gezoden, en daar van ’s morgens nuch- f°L I n teren
een Roemer met Zuyker gedronken, o f het uyt- '
èeparftte Zap met Zuyker en Wijn ingehomen, o f ook D U . I r .
het Poeder der gedroogde Bladeren met Wijn o f ander c- ,6-
Nat gebruykt, verfterkt het Hert; geneeft degebree-Mat*LL+-
ken ea verßoptheyd der Longe : ookitfc Wonden i .vuyle u m .
gezwellen, en de z,Weercnde Nagelen i ft welk ook de ƒ»«•<>«.
Bladeren verrichten, gefloten bn daar op gelegt. Dege-
melde drank. >s zeer goed voor de geene die de Veering
hebben, en ftilt het Bloedfpouwen. ''
c c c c H o o f d s t u k .
WILDE DRAGON.
Iet alleen dus ib het Neederlandfch; Namcri.
m maar ook van zömmige wilde B er-
t r a m ; en wiliD T andkruyd genoemd
: jn het Latijn Pt a rm ïc a
VUI GARIS, Py RETHRÜM SYLVtSTRF,
E S en D raco sVlvé str Is i ui ft Hoog-
duytfch wilder Bertram : in het Franfch P yre- -
THRÈ sauvage : in *t Italiaanjih st èrn üt e ll a , en
Pt a rm I ca .
Hier van zijn blij in haren aart bekend geworden drie Drie on-
enderfcheydené foorten; namentlijk: derfcher'
I. Pt Armica vulgAris - folio CRÈNATO , 0fdcnefoori
wilde Dragon, met gekartelde Bladeren. I I. Fo lio tC° '
NON CR.ÈNATÓ , ó f met flegte Bladeren. I I I . P tar -
Mic a ELdRE' p lïn o ', o f wilde Dragon met dubbele
Bloemeu , yan een bevalhjke aaofchbuwing. AI te zamen
zijn zé van de zelve Bouwingen Waarneeming.
Zij beminnen een goede gemeene, zoo wel fteenige als Grond.
Zandige, ;doch welgemeftte grobd ; een fchaduwachti-
g e , ook een opene, vrije plaats, en veel Water.
3 Geeven