i %7 J u p i t ê r s ë a a r d . L a g e B e r g -m i s p e l b o q m . C o c o n i l t e b o o m . x t S
eer het opkomt),.ofbuytsnin Maart, o f in Apr il, niet i
diep zayd-in eenPoc, gevuld met goede zandige aarde.
Daar na op. een warme plaats z e t , en zomtijds van
boven zoetjens begiet met een weynig lauw-gemaakt
Reegen-water..
Hoedanig De jonge uyt dit Zaad voortgek-omene Planten
n i n . Z.eM tf der„van aa« :,'en bet valt zeer bezwaar-
lijk, haar de eerfte Winter over te houden : doch veel
beqjiamer gefchied dit in de tweede , wanneer hare
Strnyk. Houtachtiger geworden is. EeVenwel moei
ten ze genieten een gedurige L u ch t,, zonder eenige
Toe ten, wanneer ’t. niet vrieft; en als de Vorft zichdoed
voelen, zoo weynig warmte des vuurt, .als eenigzins -
mogelijk is. Want de ervarentheyd heeft geleerd, dat
’t zelve hare meeftevyand, en de grootfte Rover haars !
leevens is.
k r a c h t e n.
■ Wijn een ï . Zilvere Bladeren van dit Gewas worden hee-
I f edf re J / denfdaags in Wijn-vaten gedaan, om, neevens
mm mm iH i dinsen I» 1 mm ^ door een aange- ' ■ name. Jmaak^ te geeven.
Van hare Krachten in de Geneeskpnjl weet ik niets te !
zeggen , vermits dezelve tot, noch onbekend, en van I
niemand o yt befchreeven zijn. ■
XL I I H O O F D S T U K . LageB bOe rgO -mMis.pel-
Rhmcn. no ch t o e , mijns w e e ten s , met
| l | s | gpenen anderen als deezen naam in het
E K a l f Neederlandfch b e k e n d , w e rd in het
Latijn geheeten CHAMAiMEspirus
i » " * M i ° p de Geberg ten van Italien ; o f
ook M.ESPI.1S.US'auMttis w o n t a n a ; e n in h et Ito-
liaanfeh l f e p o i o m in o r e m o n t a n a r a .
K im d e Deeze Gnt>q/7èw beminnen een gemeene; zandige,
* met Pen- w eynig tweejarige Baerdemift
I n - en: c Mol der vergane Boombladeren dóormengd * een
opene, luchtige, vrye,; warme, wel ter Zon geleege-
K ne plaats, en tamelijk.veel Water.
■ lotmra. In- onze Geweften. waflën ze niet meer dan vier vo e ten
h o o g , G e e v en ieder jaar groenachtig-bleeke Bhe-
K c h t tn M l i l t ) W t r g | wef nige elt ook v eele, bij een ge-,
■ V0P?cl- Defgeh jk s k le yn e Vruchten, die van de Ha-,
m m w e lg e lijk e n d e , d o ch wat-grooter.en,ronder,-.
ee b leek -g ee l, daar n a gantfch r o o d , van binnen v o o r zien
met twee ldèyne b ru yne Steent je n t ; ptaar n o y t o f
■ ltt ;0 zeer zelden v o lk omen rijp Zaad.
t Rede lijk hard zijnze van aart. Buyten ftaande,
Bu dci. Konnenze niet.alleen Storm-winden, Sneeuw, Hagel,
“ N f ’ . °o k fterke Vbrft ', doch in onze Ge-
wslten met langer, dan twee, o f ten hoogftendrie ja-
te» , verdragen,; want ten ,eynde diens tijds worden ze
gemeenehjk door deeze ongemakken van ’t Jêeven bel
le r ’ de ervarentheyd mij tot .vier malen toe
venH’ gC ^ Dob ik.bezitte die. nu-wederom lee-
- g , oor de milddadigheyd van den eef-waardigen
Brengen jaarlijks voort,
onda^tige . die van de, Queehoom niet zeer.
B docK wat k^yner en dikker; S i aange-
8r0CI! ’ en ,grij.s-wit van rverwe , han-
■ wonende." ruyne'" 'W * 0» na,wat bleeker
^K3:Unee- 'T’ * i
K ’ w»fT J 0? , “ “ “ *effd?rheyd moet menkaar, met een 9 K S Maan ™ A r i l in een Pot geplant zijnde -,;
t e a m J 5 blnnCo hu>'S ° P een: b'obrige plaats zet-'
! mw matIS . B-eegjnriKater, an.detltouden,. en. n ie t .
•voor iir. het. laatfté van Maert ,. o f het begin van
A p r il, na geleegentheyd van de rijd,, weer buyten
brengen. J
Konnen ook niet aangewonnen, worden, dan door Aanwin-’
are bij-de Wortel,. o f boven de aarde uytgefchotene n*ngdo<*r
pnreXoten;. welke men ten halven infnijd, op de wij- LotCfl‘ '
ze der Anjelieren; met aarde bedekt, en, als de wor-
ielen twee jaren oud zijn geworden, van de oude afneemt,
en m Potten verplant.
Indien iemand ’t Zaad deezer L age B erg-mispel- Door Zaad
BooMESr uyt heete Landen heeft bekomen, die»moet uyt heetc
het met een waifende Maan van September, Novemu Landen
° f Mf ‘ Z hf en l^ h t ig ’*ajen in een P ot, vooh- L X
zien met de.hier.boven befchreevene grond:, niet die-
per als twee Stroo breed. Dezelve dan op een warme
plaats neer ftellen , en in drooge dagen' dikmaal met
Water begieten, vermits het niet liaaft,. maar zeer lang-
zaam opkomt. °
K R A C H T E N .
E Vruchten van dit aardig .StruDeUgewai zijn Armnyea
:warm en .droog; ook t'e zamen-trekkende van van dit- T
• , 3m' •- Gedroogd ;: en, ’t Poeder'op varffché Gcw“ -
lopende o f vujle gezwellen, ook op Schurft-
heyd en Krauwagie geftroydr, droogd en, geneeft de-
Zelve.
X L I I I H O O F D S T U K , COCCINILIEBOOM.
tMaMfelt fü i f e f e z e dierbare en zeer voortreffelijke Vnfchej:
Sm l^ ^ ^ r o .B o o p i , aan wiens teedere Takken de dc
0 Ê p H M koftelijke en over-fchoone Vermitlioen- ■
werd1 in het Neederlandfch nier- alleen
*1U5» maar ook K armostnboom genoemd.
Xn het. Latijn I lex- minor' , Iïex - C o o -
cirera, en.ook K ermes .• in ’t lloogdtiytfch Schar-
iiACHBAUM : in 't Franfch E scari.a t e ; en in * t Ito*
liaanfeh I l ic e minore.
Hier r a i zijn mij in haren aart bekend geworden- Twee ver.
twee verfcheydene iborten.; namentlijk, deeze I l-ex frhcyiine'
QtCCIFERA MINOR , o f «WlCHW- C ffC « » « !.'* .:
DRAGENDE Boom; en Ixr.x Giandifera major-,
of- Grootf. Ilexdoom, die niet anders dan Eybelen ‘
voortbrengd. Béyde zijn ze van eeven dezelve Oueekino
en Waarneeming. < ^ - 1
Zij beminnen een. goede,, luchtige, zandige aarde, Wat voor
met een weynig twee-jarige Paerdemift , een-jarige ren“ r‘J=
Hoenderdrek, en ’ t Mol der van binnen vergane Boo-;Zy bcgMc
, men doorméngd: een opene, warme, v r y e , en wel’ ” 11'
terZongdeegeneplaats.ookmatigevochrigheyd. Gee-
, ven in deeze Geweften noch Bloem noch Vrucht. Zijn
tamelijk hard; maar konnen echter dé felle Wjnter-
j koude niet vbrdragen. Moeten derhalven, met een
wafTende .Maan van Maert o f April in Potten o f waan,«.
. fioute Bakken, na geleegentheyd harer groote , ge-
plant zijnde, ontrent half Ofdober binnens huys wor-
! oen gefteld, op een luchtige plaats, daar niet gevuurd
, werd, dan alleen wanneer men vreeze heeft voor een
i fterke, doordringende Korft. Gedurende deeze
Wtnter-tijdonderhoud men ze met matig Reegen-water,
en met voor half-z^pr/Ybrengd men ze weer buyten met’
een donkere Reegenachtige Lucht.
In deeze koüde^ Geweften kan men haar aanwinnen Aanwïn-
alleen door hare bij de' Wortel, o f bo ven de aatdfe üyt- ?*p® door
gewaiïene jonge Loten : 'welke- men ten -halven,, ëéh ten^
! lid van een vinger lang, infnijd, op de- wijze tier Anqe- *
i lieren, niet voor in Zpr il, terjflond'na heteerfte O nar-
| tier den Maan j en dan met aarde aanvuld. Als^e~ nu
langzamelijk H?öW^» hebben bekonjen, moeten de-
P 3 zelve