Sclcli- De Se s e l i jE t h io p i c u m h è r b a , o f Sèfelikruyd
kruya uyt Hj t Moorenland, blijft ook lange jarén in het leevèh.
W ord ’s Winters binnens huys bewaard, vermits deeze
Plant, buyten blijvende, door de Vbrfi van t leeveh
word beroofd. Geeft een volkomen rijp Zaad , net
welk met de genoemde Maan van 051 ober ( wijl liet
, lang, ja dikmaal een geheel jaar, in de aarde blijft leg*-
gen, eer het opkomt) o f Moert, in een Pot moet ge-
legt zijn, niet dieper als een halve vinger.
Wortel. . Deeze foort krijgd uyt een korte, dikke, van bujr-
ten bruyn-verwige, van binnen {pier-witte, krachtige,
welriekende, en in de Mond geknauwd wordende bittere
Wortel) op de wijze van Thapfia, veele Bladeren,
ruftende *op teedere, platachtigë, ronde, een kléyne
hand hooge, bleekgroene, en van naturen fponsach-
Steeltjens. tige Steeltjens. Zijn van geftalte die van het Ange*
lica lucida, o f blinkende Angelica, niet zeer ongelijk,
doch rechter en hooger opwafTènde, van aart; zijnde ge*
deeld in drie, en ook in v ijf deelen; van welke de twee
regt teegens malkander voortkomende onderfte de
grootfte; de andere veel kleyner zijn, en eene regt in ’t
Gedaante midden als in een punt eyndigende : aan-welke de Blader
Blade- deren, altijd twee en twee regt teegens den anderen
rcn‘ o v e r , doch voor in een uytlopende , üytfpruy ten :
Waar van de onderfte gemeenelijk de grootfte; ook in
zommige de voorfte puntbladeren de alde'rlatigfte én
breedfte worden gezien: doch doorgaans eèn goede vingerbreed,
en ruym eéh vingerlid lang; aan de randen
rondachtig getand, donker-groen-verwig; weynig, o f
niet blinkende; onder veel bleéker: in ’t midden voor*
zien met een regt-doorgaande groote A d e r , waar uyt
veele kleyne ter zijden , en door ’ t geheele Blad lopend
e , voortkomen : boven zacht, onder een weynigftharp
in ’t aanraken: ook welriekende, krachtig, én zéér bit—
.ter van fmaak.'
Geftalte U y t welker ond^fte Hert een , o f ook wel nieer
men?l0e" Steelen > na dat de p ^ant oud en groot i s , Vöor dën
dag komen ; zijnde rond, twee Maatvoeten hoög op-
fchietende: en in *t bövenfte der zelve veële wit-vefwi-
g e , Wayers-wijz.e in ’t ronde, op dé wijze van Thapfia
gefielde Bloemt jent^ in de Maahd van Jnlius uytgeë-
vende. Deeze beftaan uyt v ijf kleynë, fpièr-witté, Heft s-
wijze gevormde, boven met een indrük begaafd Zijnde
Bladenjens; houdende van binnén vier fen v ijf w'itfè
Zaad. Knop jens. Als ze tien, twaalf, o f ook meerdef dageft,-
hebben opengeftaan, vergaan ze eyndelijk' in haar zël-1
ven, en laten in den Herffi achter een langwerpig, gevleugeld
, bleek-bruyn-vërwig en breedachtig Z d a d ,
dat van het Thapfia zeer gelijk.
Groot en Het Seseli Pelöponnense majüs e t MifiuS
kleyn Pe- cicut jE folio , o f groote en kleyne Pèlópötinefifche'
f l f f s e - Sef e^ 5 worden beyde van naturen zéér oud. Verdra-
feii. gen felle Fbrfi, en alle andere ongëlèègéntheèden der
Winter. GeeveU meeft ieder jaar volkomen rijp Zaady
\ welk met een waffende Maan van Ottober o f 'Moert
in een Pot de aarde moet aanbevolen worden. K o men
ook wel zomtijds u yt 5t neergevallene van Zelfs
op. Hier door konnen ze aangewonnen en vermeenig-
vuldigd zijn.
K R A C H T E N .
2£gm. 1. 7. J T E t Zaad en de Wortelen van Sefeli, welke meeft c.3. I' '1 worden gebruykt, zijn verwarmende en verdro-
-Ogende in den tweeden graad, ook dun van deelen,
en fijn van ftof.
Galen. lib. In Wijn gezoden, en daar van gedronken, o f ’t
Simp.2. Z a ad , o f ook de Wortel gedroogd, gepulverifeert,
^ en mét W ijn ingenomen, geneeft de Koudepis, de
Femel. l . f . Engborftigheyd, eèn verouderde Hoefi; de opfitjging en
Meth. andere gebreeken der Moeder : alle rauwigheyd van de
Mei* Borft en. het Ligchaam. Verdrijft de Winden, en de
"Buykkritnping , veroorzaakt door koude. Doed de
.Vrouwen gemakkelijk. baren : verwekt hare Maandfionden
, en drijft de doode Vrucht af* Doch dc
zwangere mogen het geenzins gebruyken.
C C C C X X X I H O O F D S T U K * ZUYKER WORTEL.
U s genoemd in httAVeedèflandfich', Namen.
ÏLweegens hare lieflijke fmaak en aan*
* g en am e . g eu r van veele zeer begeerd.
V Word in h et Latijn geheeten Siser ,
f Sis a r u m , S e r v i l l u m , en Sa c q h a -
f REiE r a d i c V ljE : in het Hoogduyifch
G i e r l e in , en Z u c k è r w u r t z e l :
in ’t Franfich C h e r v y ; en in ’ t Italiaanfch S lsA R o .
Zij bemind een goede, gemeene, zoo wel zandige Grond,
als andere, doch luchtige, welgemeftte grond, en veel
Water: een vrije, beqüaam ter Zon gelëègëfië; o f ook
een fchaduwaehtige plaats. Bloeyd niet ieder jaar ,
maar alleen zomtijds, verzet wordende. Geeft in
deeze Landen noyt volkomen rijp Zaad. Verdraagd
felle koude, en alle andere ongeleegentheeden der Winter,
zonder fchade.
Maar fchoon wij van deeze Plant geen Zaad kón- Aanwin-
nen bekomen, echter kan men ze aanwinnen door hare n‘n2-
aangegroeyde jonge Wortelen; welke men in ieder Voorjaar
, indien men wil ( o f anders ook óm ’t tweede)
teegens de volle Maan vaft Moert o f April opneemt;
de dikfie daar van afzonderd, om ter fpijs te gebruyken
; de dnnfie weer inzet, om daar van andere dan
te winnen.
Ontrent de gemelde tijd des jaars (in welke z e alder- Ter fpijs
bequaamft zijn om gegeeten te worden^) pleeg voortijds ge‘3ru>'tt-
Keyzer T 1 b e r iu s deeze Wortelen jaarlijks uyt Duytfch-
land na Komen te doen bréngen , wijl hij een groot behagen
vond in haar aangename fmaak»
W il iemand hiet van een delicate Salade toeberey- Hoe daar
den , die bedekke de nieuwe iiytloo pende Scheut jens cec
in t Voorjaar, ter heragte van drie ot vier vingeren , Saladate
met zeer zandige aarde; zoo fchietenze dooi' de zelve bereyden.
heenen. Daar na neeme hij deeze aarde weer Wech; en
hij zal bevinden , dat de Scheuten en Bladeren, zoo
lioog als de aarde geleegen heeft, geel geworden zullen
z4jn. Deeze afgefneeden , en to t een Salade gebruykt,
z«l men ongemeen lekker bevinden.
K R A C H T E N .
Z Vykerwortel, o f Stforum, is droog en warm Gal. M> %-
in den tweeden, ook vochtig in den eerften Med.simf.
graad.
De Wortelen in Water gekookt, o f op allerley an- LufitM-b
dere wijzen gégeeten, zijn van een lieflijke fmaak, en
de Maag zeer aangenaam. Geeven goed Voedzel aan
’ t Ligchaam : maken eetenslufi ; en defgelijks begeerte
1 tot het echte- werk» Drijven het Water van de Blaas
voort. Verfterken zwakke, teedere Lieden; u y t een
I zware ziekte eerft weer opgeftaan; .en zijn derhalven de
zelve zeer dienftig.
Het uytgeparftte Zap der Bladeren met Schapemelk p
gedronken , ftopt de Btijkfoop. | /jf 43^”
Het Zaad gedroogd, geftoten, en met Wijn in--'
genomen , . is goed teegens den Hik^', de krimping
der Darmen; de loop des Ligchaams, en de Nie*
ren-fieen.
ccccxxxn