
 
        
         
		r u l e u m   ,  o f   blauwe  Bcrg-kruysdtftel;  van  een  ver-  
 wondercns-waardige  v erw e .  V . '  C c e r u l e um   s t e l -   
 LATUM  MONTIS  L ib a n i   ,   o f   blauwe  Starre-kruys-  
 tot neegen  dijlel van  den  berg Lifytnus.  V I .  LA t i f o l iu m   p l a -   
 in getal  n u m   ,  o f   zachte ,  breed-b laderige Kruysdijlel.  V I I .  
 peftdd°r~  M o n t a n ü m   r e c e n t x o r u m ,   o f   Berg-kruysdijlel der  
 gc  c  '  nieuwe  Kruyd-Befchrijvers  :  van  P e t r u s   A n d r e a s   
 M a t t h io l u s   g enoemd  C rithwium.  V I I I .  E r y n -  
 g iu m   l u t e u m   H i s p a n ic u m   ,  o f   geelt  Spaanfche  
 Kruysdijlel;  we lke   o o k   S c o l y m u s   T h e o p h r a s t i   , 
 ,  o f   Scolymos  van  Theophrajlus  Erejius  word geheeten,  
 in  het  Hoogduytfih  G o l d d i s t e l .  IX.  E r y n g iu m   
 l u t e u m   SPINOSUM  l u s i t a n ic u m   ,  o f   zeer fieeken-  
 de  Kruysdijlel  met  geele  Bloemen  uyt  Portugal.  Be-  
 halven  de  twee  laatft-genoemde  zijn ze  al  te  zamen  
 van  eenerley  Bouwing  en Waarneêming. 
 Grond.  Zij  beminnen  een  goed e ,  gemeene,  zandige  en  
 matig-gemeftte grond  :  een  opene,  vrije en wel-gelee-  
 gene plaats ,  ook  tamelijk  veel vochtigjieyd.  Blijven  
 veele  jaren  in  het  leeven  :  verdragen  fterke  koude,  en  
 Zaad.  alle  andere ongeleegentheeden der Winter.  'Bloeyen wel  
 iq de  Zomer,  maar geeven  iti  deeze Geweften  zelden,  
 ten  zij bij een zeer warme jaarstijd, volkomen rijp Zaad.  
 Aanwin-  Worden  echter  aangewonnen  en  genoegzaam  vermee-  
 ning.  nigvuldigddoor hare aangewaffene  Wortelen',  welke  
 men met een toeneemende Maan  in -April van de oude  
 afneemt ,  en verplant. 
 Blauwe  Het  E r y n g iu m   CCERULEUM  MONTIS  LIBANI  ,  
 Starre-  0f  blauwe Starre-kruys-Difiel van den  Berg Libanus,  is  
 ^anyuba-Cl een Zeer fch°°n Gewas y in  deeze Geweften opfchietende  
 non.1  1  ter  hoogte  van  riiym  twee  v o e t e n u y t   een  bruyn-  
 Wortel.  .verwige Wortel, ontrent een vinger dik ;  tamelijk lang,  
 en  boven  als  ruyg  :  voorzien  met  zepr  aangename,  
 breed ingefneedene,  op  tamelijk lange Steden ruftende,  ,  
 en  in  het  rond  een weynig boven de aarde verheevene  
 Bladeren.  Bladeren;  van welke de eerft-voortkomende  de kleyn-  
 fte ,  daar na de grootfte een groote vinger lang,  en een  
 kleyne  vinger  breed,  docli  op  het  laatfte  fmaller,  en  
 meerder ingefneeden zijn, bekleed met een donkere groen-  
 heyd;  blinkende,  en  met  veele teedere  Adertjens  be-  
 gaaft.  Tuflchen welke uyt het middelfte Hert ronde,  
 doch  niet  zeer dikke,  Steden opfchietên,  vercierd met  
 Bloemen,  veele kleyne, fchoóne,  Heemels-blauwe  Bloemen',  Zittende  
 in  het  midden  van v ijf fcharpe,  harde,-  breede,  
 fterke,  Stars-wijze geftêlde Doornen: van welke drie de  
 langfte,  twee de kortfte zijn. 
 Spaanfche  Het  E r y n g iu m   l u t e u m ,  o f   de geele Kruysdijlel,  
 en Portu-  zoo wel u yt Spaan je   als Portugal,  worden uyt  eygener  
 lede16  aart  ™et  200  ou<h  blijven  niet  langer  dan  eene  Zo-  
 kruysdi-  mer  *n  het leeven.  Beminnen de zelve  Aarde  en Wa-.  
 ftel.  ter als de andere:  doch moeten zeer warm geplant zijn.  
 Geeven  ,  bij  goede Zomers,  teegens de Winter volkomen  
 rijp  Z a ad ;  ’t  welk  men  zeer  voorzichtig  voor  
 Reegen  moeten  wagten;  anders  verderft  het.  Na  
 deeze  Zaadgeeving  verfterft  de Plant.  Echter in  deeze  
 Landen  in  een  Pot  gezet,  en  ’s  Winters  Linnens  
 huys bewaard zijnde,  blijft  ze wel zomtijds,  doch zelden, 
   over. 
 Aanwin-  Moeten  derhalveii  in  ieder  Voorjaar  in  Potten  ,  o f   
 nïng.  anders in warme plaatzen,  zonder dat men ze rept,  met  
 een  waflende  Maan  van  April  o f  Maert  weer  gezayd  
 worden;  niet  diep  in  de  aarde.  Hier  door-konnenze  
 alleen aangewonnen zijn  ;  en  deezer wijs kan men lange  
 jaren de vermeenigvuldiging genieten.  . 
 tweeden  graad,  en  fijn  van  deelen.  In  W ate r,  o f  
 Vleefch-nat; gezoden,  o f  ook  geconfijt,  e ri’s morgens  
 daar van  gegeeten;  o f ,  kleyn gefneeden,  in Wijn  gekookt, 
   èn  daar van gedronken,  geeft goed voëdzel;  is  
 dienftig  vóór  het  Colijk,>  Buykz  en  andere  Winden.  
 Delgelijks voor de geene die  van  giftige Dieren zijn  ge-  /  
 beeten,  o f   vergif in  het Ligchaam gekreegen  hebben,  c. 18.  
 Verwekt  de  Maandjlonden  :  bevorderd  de  Waterma- Diofc‘ l j.  
 king  :  is  goed  voor  de gebreeken der Leever,  teegens  
 het  Graveel,  dikmaal  genuttigd  wordende:  en  geeft /.  3. en'arri  
 kracht tot de volbrenging van  ’t Echte-werkj.  verligt de S*  
 Vrouwen in  Barehs-hood:  is dienftig  teegens de vallen-  
 de  Ziekte ,  Koortzen ,  Waterzucht,  koude  Pis ,  en foi  
 Geelzucht.  Vermeerderd  het  Zaad :  neemt  wech de  
 verftopping van de Moeder, en de M i l t : ook de  inwendige  
 Zweeringen, en Pokkett. 
 . H et Poeder der gecftoogde Wortelen op de Wonden gedaan, 
   geneeft dé zelve : op de  kittige zweeringen gelegt,  
 verzacht z e;  en neemt’er de brand van w e ch .. 
 C X X V I I I   H O O F D S T U K . 
 H  O  F  C O  M  Y  N. 
 N   het  Neederlandfch  niet  alleen  bij Nimen.'  
 deezen  naam  bekend ,  maar  ook  van  
 g j SSjfl C p p l l  veele  Carwi,  o f  C arwe ,  genoemd. 
 | | | | | |   In  het  Latijn  C ar u i   ,  o f   Carum :  
 het H o ogduytfih  Kummel;  én in ’t 
 Dit  Gewas  bemind  een  goede,   gemeene,  zoo wel Grond.'  
 zandige als geen  zandige ,  doch wel-gemeftte aarde: een  
 luchtige,  bequaam-geleegene plaats,  en  veel  yochtig-  
 heyd.  Kan  fterke  Vbrjl  uytftaan.  Geeft  de  tweede  
 Zomer Bloemen, en  ook  volkomen Zaad: waar mee dan  
 deeze Plant  verfterft. 
 Moet  derhalven  op  nieuws,  en  niet  diep,  weer Aanwfn-  
 gezayd  worden  met  een  waflende  Maan  van  April, n‘Dg*  
 o f  M a er t,  want  op  geen  andere  wijs  kan  men  haar  
 aanwinnen. 
 Zie hier bij  na dé Hoofdftukfen,  handelende van het  
 Comyn,  en  C 0RIANDER. 
 K R A C H T E N . 
 DE   Bladeren  van Hofcomijn, o f  Carumi, gégee- Gebruyk.  
 ten  als,  o f   bij ,  Spinagie,  zijn  zeer  gezond;  
 daarenboven  ook  aangenaam  van  geur  en  
 fmaak.  ■  >  .  ,  ..  Msw b r   ■ -r  •  ■  n 1 m 
 Het  Zaad,  het  welk  van  veele Zeer  begeerd word, ^  ^   
 is  verwarmende  en  verdroogende  in den derden  graad;  7>  
 ook  doorfnijdende ,  openende ,  verteerende,  en  uyt- Diofc. I. ]•  
 drijvende van  aart.  • ■ ï   ^   m 
 O p  allerley  wijzen  ingenomen , - verfrifcht. het  de c ^  
 Maag  :  verwarmd  ook  de  zelve:'  drijft uyt alle Winden  
 ;  doed veel  Water  loïfen;  en  de Jpijs  verteeren. 
 Maakt een  goeden Adem,  en,  dikmaal  gegeeten,  een  '  
 helder  Gezicht.  Is  zeer  dienftig  yoor  alle  gebreeken  
 der Moeder,  en des  Buyks. 
 Het  Zfiad  gepulverizeert,.  word  met  groot  voordeel  
 gedaan  in  alle  plaafteren  ,  welke  men  bereyd  
 voor  allerley I Gezwellen  ,  en  blauw-gejlagene  Lee- 
 K  R  A  C H  T  E N. 
 Bod i   i   Bladeren  van Kruysdijlel-,  o f  Eryngium,  zijn 
 e \ z .  I  1  warm  en  droog  in  den  eerften  graad. 
 -— *   Het  Zap  ,  uyt de zelve  geparft,  met Wijn 
 gedronken,  geneeft een gedurige Druypaart. 
 Galen.  lib.  De  Wortel  van  het  Eryngium  M a r in u m o f   Zee-  
 simp.Med. kruysdijlel  (welke  van  al  de andere  de befte is)  word  
 6‘  gefteld verwarmende in  den eerften, verdrogende in den 
 den.  I   «  , ,   r  fuchpfi 
 De Wortel, terwijl de^Plant noch niet gebloeydheeif, ^   
 word,  gelijk een Paftinake,  gebruykt teegens al de nu  
 genoemde  gebreeken. 
 CXXIX