1 7 j. A l s s e n . S igjv
uljE s ó£Zee-aljfe» met Bladeren van Lavendel, be-
I m' minnen een goede gemeene aarde, met weynig vettig-
B : I maar met tamelijk veel Zee-zand doormengd :
I . ee„ Warme, lu ch tige , wel ter Zon geleegene plaats ,
en matigeivóchtigheyd. Blijven eenige jaren lang in ‘t
leeven ; ' doch worden , :’s: Winters buyten ftaande,
dikmaal doof een felle Vbrft daar van beroofd.'., Is der-
halven niet ondienftjg , datmen eene van ieder fo o r t,
oedurende Ac wintertijd., een weynig binnens huys zette
'en met lauw-gemaakt, doch garitfeh niet veel ,
R.ee"en-water onderhoude; op dat men, indien men
de buyten-ftaande door de Vorft eens plotflijk quame
te verliezen , zich. niet van al te zamen ontbloot mogt
vinden. .
Het AB.SINTHIUM ÜMBELLIFERUM LATIFOLIUM
jlpin.um' , o £ breed-gebladerde Berg-alften met een ge-
■ ' kroonde Bloem, geeft met goede en drooge tijden volkomen
Z a a d -..het welk met een wallende Maan van
ril, niet diep , in een Potgezayd moet worden. Hier
door word deeze foort zoo wel aangewonnen , als door
hare bij de Wortel aiigegrqey4e jongen: die men op de
zelv.e tijd, en met de zelve Maan van de owdeafneemt,
en in-éen P ot, o f andere plaats, verplant.
■ lf. Het Absinthium umbelliferum angustifo-
E r ,: t ' muM, o f Jmal-gebladerde Berg-alften, zeer fchoon ge-
W11' Bll_. fneedenjn veele teedere deelen, een weynig ruyg van aart,
f c j “ meteen gekroonde witte vijf-bladerige Bloem, van binnen
Km van beflaande uyt veele kleyne Knopjens, .haren oörfprong
■ clKic1, neejnende uyt een gelijk als gefchubde Knop, gemeenelijk
v ijf o f zes in 't rond digt bij malkander gefteld,
; opeen ronde Steel, nauwlijksitot de hoogte van een
voet opfchietënde; defgelijks bet A bsinthium ma-
rlnÜm folio Lavendu lie o f Zee-alften met Bladeren
van Lavendel, geeven in onze Geweften noyt
Bnvin- eenig rijp Zaad. Worden echter genoegzaam aange-
■ wonnen door harebij.de Wortel tamttSievide Scheutjens,
ee'meeXtyddeTakjens, die, zonder eenigeongeleegent- ■ heyd, aan de pf de AA>«d«r,vaft blijvende, IfSr- ■
■ telen \atten. .Met een wallende Maan in Lipril worden
ze afgénomen, en in een Pot verplant, gelijk van de
vorige foort gezegt is.
Bdvr- Het A bsinthium ssriphium Belgicum , o f
Hdfdi Needcrlandfch Zee-alften, en A bsinthium santo-
NicuM, o f Ziften van Sainiïongc, zijn hard van aart.
HlTen van Geeven in onze Landen zelden eenig Zaad. Konnen
Hotooge. ftrenge Vbrft., en alle andere ongeleegentheeden van de
Wintertijd uytftaan. Worden ook overvloedig aangewonnen
door hare voortlopende wortelen.
Hjeflijk . Eyndelijk moeten wij den Leez,er van onze gemeene
B “ 1’ Ziften, of-Absinthium vulgare, noch dit zeggen;
als aanmerkens-waardig , en voor haar dienftig te wee-
ten, tot voorkoming van fchade.
iojulls ■ Neemvan de gemeldde Elften een hand v o l, o f een
weynig meer, het zij groen o f gedroogd; eeven zoo
M p “ veel Tftijtrapt, en vier o f v ijf Bladeren opregte Virgi-
■ niaanfthe Tabak. Snij dit alles tot groote ftukken onder
een; en doe . het in een Pot met Reegen-water.
Laat het daar in kooken een kleyn halfuurtje. Giet
dan -allés door een. doek , zoo zullen de Kruyden
daar op blijven leggen, en gij bekomt een klaar z,np-
Ver Water,
Izcif ? Begiet hier mee al uwe Boomen, o f welke gij w ilt ,
HeBoo- a^s2e in haren bloey (laan, twee o f drie malen, t ’elkens
Hen af te om den derden dag, zoo zullen terftond daar van wech
vlieden al de zwarte Vliegen, $elke in "de Bloemen
kruypen ; Rupz,en voortbrengen , en de jonge Vruchten
zeer befchadigen. N o y t zullen ze ook weer op de
zelve komen ; en dus cje Boomen hare Vruchten onverhinderd
konnen voortbrengen. Zulk een groote
kracht heeft de bitterheyd van deeze Plant niet alleen
°P de Vliegen, maar ook op de Rupsen zelfs.
! ftfcrtCl^0en H i | ° °k iemand met dit Water befprengen zijne
Ven' Kvuysbezjien, Aalbezjiè'n , Hagedoorn , en meer andere
Boomen, welker Bladeren en Vruchten van de gemeldde
A A R T S K R U Y D . %f4
Rupsen worden opgegeeten , o f verdorven , zoo zullen
ze al te zamen daar van fterven, en afvallen.
K R A C H T E N .
ONder al de foorten van Aljfen word allermeeft
geacht en gebruykt, het A bsinthium meeftin
vuxgare LATIFOLIUM , o f'gemeene breed- gebruyk
gebladerde Aljfen , en het A bsinthium ponticum is*
TENUiFOLiuM, Jive R omanum , o f Roomfchc fmal-
gebladerde Aljfen.
De gemeene breed-gebladerde is droog in den eerften, -Mtius U».
en heet in’t begin van den derden graad. Heeft een ver- M,
Herkende, te zamen-trekkende, zuyverende, en afva- simp. fac,
gende,-. o f den buyk week-makende kragt. Is fcharp 6.
en bitter van ftnaak; derhalven ondienftig voor de
geene die van een hitsige Natuur , o f vol Bloed zijn ,
o f een Jlijmerige en met koude vochtigheeden beladene
Maag hebben. Maar in teegendeel zeer goed voor een
z/ivakje Maag , o f die met een Galachtige fiojfe ge- Biofcorid.
queld i s ; want dezelve w o rd , Aljfen gebruykende,
door de Stoelgang uytgedreeven. Hier door word ook ’
wechgenomen de verfioptheyd der Leever, en dezelve
verfterkt. Aljfen opend de Maandjlonden : is goed
teegens het Bloed-fpouwen , en een JHnkende Adem :
dood de Wormen; het welk ook doed .de Aljfen-
oly , van buyten op de Navel geftreeken. In de Kas
gele gt, doed ze dc Motten fterven. Weerftaat aller-
ley Verrotting, Winden, Buykspijn , ’ t Walgen van de
Maag. Met H o n ig , o f m W i jn , warm gelegt op
gekneufde, hard-gejlagene Leeden, en O ogen > neemt de e**' ^
blawwheyd der zelve wech.
In Wijn geweykt, o f met Azijn gezoden, en daar Lobel.
van gedronken,is goed teegens allerleyvergif-, verfterkt W Ê l 'j ,
het Gedicht, en verdrijft het Colijk. gi2.
Dit alles vermag ook de Aljfen-wijn ; doch moet
matig ’s morgens gedronken worden, ’t Aljfen-x^aad
ftopt de Bloed-gang.
’t Water, hier van gediftilleert, verdrijft de Wand-
luyzaen, en dood de Rupzen , als ze daar mee begoten
worden, ’t Ligchaam met AIJfen-oly beftreeken , verjaagd
de Vloyen.
*t Zout van Aljfen is ook zeer dienftig voor alle kport- C/tmer. in
z,ige Lieden: verfterkt de Maag, en is zeer goed te ge- Matt.lib.
bruyken in tijd van Pefi;
Het Zap van Aljfen is veel heeter van aart, dan P. JEgin.
het K ru y d ; als droog tot in \ laatfte van den derden ^ 7* caP*
graad. Het zelve met Edik ingenomen , is zeer dien- ub>
ftig voor de geene, welke door . het eeten van Padde-de Med.
floelen, o f Campernoelien, onpaflelijk o f vergiftigd zijn Herb. cap.
geworden.
Het A bsinthium ponticum tenuifolium, oÏMefuesUb;
Roomfche fmal-gebladerde Aljfen, is in krachten de vo- Simp.cap.
rige foort meeft gelijk; doch van een bequamer en bee-
ter gebruyk voor zagte menfehen en teedere naturen :
derhalven ook van veele geoordeeld te zijn de befte
onder alle foorten van Aljfen.
Y H O O F D S T U K .
SIGMAARTSKRUYÜ.
■P het Needcrlandfch dus genoemd, Verfchey-
word in het Latijn geheeten Alcea : namen*
in het Hoogduytfch Sigmarskraud :•
in het Franjch G uimauve sauvage;
en in het Italiaanfch Malvavisco
Hier van zijn! mij in haren aart bekend geworden z.es Zc«
verfcheydene foorten, namentlijk:
I . A lcea vulgaris flore carneo , o f gemeen verfchcy-
Sigmaartskrmd, met een lijfverwige Bloem. I I . Flo- ^ 00r--
RE a i .go, o f met een witte Bloem. I I I . C annabina,
S