Vier ver- H ierv an zijn mij in haren aart v ie r b ijzondere foorten'
anderlijke bekend gewo rden ; namentlijk:
foorten. j . S m il a x aspera v u l g a r i s , o f gemeene fteeken- .
de Winde. I I . Sm il a x a s p e r a f o l io m a c u l o s o ,
o f fteekende Winde met een langwerpig w it geftippeld -
Loof. I I I . Sm i l a x m a jo r l ^e v is , o f groot* fteekende
M inde met gladde Bladeren. I V . ' Sa l s a p a -
r i l l a v e r a , o t :Sm i l a x P e r u v ia n a l e g i t im a ;
opregte Salftt Parille.' M é è ft al te zamen z ijn z e van de
z elv e Bouwing en Waarneeming.
Grond. Zij beminnen een g o e d e , g emeene, zandige aarde,'
met een w e yn ig twee-jarige Paerdemift en ’ t M o l van
v errotte Boombladeren d o o rm en gd : een, opene, lu ch t
ig e , v r ije , warme , w e l ter Z o n geleegene plaats, en'
matige v o ch tig h e y d . T . ._ v ' ‘
Z ijn teeder van aa rt, en konnen de fterkc Vorft dee-
zer Landen niet verdragen. M o e ten d e rh a lv en, in
P o tten g eze t z ijn d e , in Oftober binnens'huys g eb rag t:;*
op een matig-warme plaats g e z e t, g edurende.de gehe.ele
Winter met een w e yn ig laliwgemaakt Re eg en water onderhouden
, en niet v o o r A p r il met een, zachte Reegen
weer b u yten , en de Zonneftralen v o o rg e fle ld ; dan
r n o c h yo o r koude nagten,. ftchrale, hayrige Winden we l
g ew a g t w orden.
Opregte D e Sa l s a Pa r i l l a v e r a , o f opregte S a lf a P a r il-
Salfa Pa- /f ) js wel z o o teeder van N a tu u r . M o e t derhalven
ter W in te rtijd in een gedurig-wa rme p la a ts, met een
w e yn ig lauwg emaaktReegenwa ter van onder in een Pan
v e r z o rg d , en niet v o o r h a lf A p r il, o f w at.la ter, weer
>. bu y ten .g e ze t worden. ,
Aanwia- Z ij.g e e v e n we l in deeze onze Gew eften veele b ij
ning- malkander g e v o e gd e , k le y n e , Stars-wij ze g efie ld e , w it achtige
Bloemtjens, maar n o y t eenig Z a a d . W o rd e q
e chter bequamelijk aangewonnen d oor hare bij de Worte
l u y t fpm y ten d e jonge* Scheut jens * w e lke men met
een wafleride Maan van A p r i l van de oude afn eemt, eens
vingers lengte b oven de aarde afgefneeden, en in Potten
verplant. W an t dan vatten ze dies te fpoediger nieuwe
Wortelen ; en gro ey en te eerder v o o r t ; f w e lk anders
langzaam tpegaat.
Is de befte D e ez e opregte Sa l s a P a r i l l a ( v an welke in A t
foort van merica vier. b ijzondere foorten w o rden g evon den, v e r -
en’ mits ze in de gedaante der Bladeren de eené van de andere
verfchillen) w o rd gehouden v o o r de befte enk ra g -
t ig fte van alle. W aa rom ze dan o o k alleen, o f de Wortelen
daar van , na alle Landen en Steeden van Europa
w o rd v e rv o e rd , weegehs hare g roote zeer zonderlinge
d eu gd en, bij alle Geneeskundige b ek en d , gepreeZen,
en g eb ru yk t .
Stee!en.‘ K r ijg t u y t een hard en d ik Hoofd,,. ro n d e , zeer lang
e , f le g t e , dunne , en ontrent b ru yn-v e rw ige Worte-r
• len: u y t wé lke voortfehieten verfcheydene teedere Stee-
len ; haar u y t eygener aart d o o r eenige hier en gintfeh
u y tw a flen d e . Bandjens. om windende , en alzoo, de bij
haar gefielde fto k o f iet an d er s , w a t het zijn m o g t ,
omvlegtende. Zijn rond g e v o rm d : aan de Zonne-zijde
roodachtig ; maar- aan-de andere gro en -ve rw ig ; b ek le ed !
m e t veele k o r te Doorntjens, onder dikker als boven.
Gedaante M en z ie t’er aan veele fe h o o n e , blinkende Bladeren,
der Blade- ruftende op. k o r te Steelt je n s , en u y t b eyde de zijden j
v p o rtk omend e , d o ch niet„regt teegens. .malkander over.
T w e e vingeren b reed te , o f daar ontren t, zijn ze lang
en b reed ; o o k we l veel g ro o te r : achter ro n d , en daar
b reed ft; v o o r in een punt eynd igend e ; zu lk e r wijzé ,
dat ze de gedaante van eens. menfehen H e r t , o f d ] e
van de Indiaanfche .Winde, niet qualijk vertonen. Aan
de randen vallen ze flegt* D e v erwe is donker-groen.
Inw en d ig zijn ze voorzien met een reg t doorlopende
A d e r , . waar u y t veele andere kleyne ter zijderi v o o r t-
fcheyden en uytlopeh . In onze k ou d e Needcrland-
Jche Geweften b ren gt deeze foort n o y t eenige. Bloemen,
veel min Vruchten te v o o r fch ijn , g elijk ze anders doed in
haar g eboorte-land.
K R A C H T E N .
DE Bladeren en Wortelen van fteekende5. W in d e , Galen. lik.
in ’ t La tijn Smilax A Jp c ra , z ijn warm .en d ro o g Sml ' 7-
.van aa rt, echter n ie t gantfehelijk zonder eenige
vochtigheyd, , e n fijn van deden,. . ; .
D e zelv e in W ijn g ezoden., .en daar. van .gedron- Diofc. 1.4.
k e n ; o f ’t Poeder der g ed ro o gd e Bladeren y of&zr. Wor- c- '44-
telen, met W ijn in g e n om e n f t r i jd - z e e r krachtig t e e - ^
gens allerléy ^ r ^ / ; o o k teegens de beeten err fteeken-dcr c amtrar.
giftige D ie ren ; zu lk e r w ij s , dat| iemand, w an néér. hij ^-4 c. \ 46.
’$ morgens iets.- hier van g e b ru y k t , dien d a g niet lichte - f / a j i ß
lijk van eenig v e rg ifzA befchadigd w o rden . D o e d daar- f o l .\n .
enboven five c ten,£x\ veel Water lojjfèn. V e r fte rk t o o k
de M a a g .* reynigd de Nieren en de Blaas j én neemt
w e ch de f in e r ten. van. a l de Leedèn' des menfëhelijken
„Ligchaams. D e Bladeren op ’t Hoofd gelegt,, v erdrijf
v en de Hoofdpijn. :
v D e Wortelen van Sm il a x P e r u v ia n a l e ó t T im a , Opregte
p f O p r e g t e S a l sa . P a r i l l e , z ijn warm , en w at Paril-
V o ch t ig van. aart.;
. In W a te r ., „ o f in W ijn g e k o o k t , en daar van ieder Recch. 1. 8.
dag tw eem a a l, te weeten , ’s morgens en -’s avond s , Rer.Mexio,
t ’eiken? zes o ne en, w a rm , veertig dagen achter een-gé- rj
dronk en; z ich daar.op we l tbe g ede k t ; en gezweetV o f hifi. Nov.
andersjtwee Drachmen van h et Poeder der g edroogde Orb.c.u .
Wortelen m e t W ijn in g en om en , is zeer g o e d .to t 1 ge-
neezing van. de Spaanfche-pokken , verouderde■ kr'ank^. ...
hoeden ; Koortsen , en trekking der Zeenuwen. i Daarenboven
zeer' dienflig v o o r , allerley vuyle « weeringen
,en gezwellen ; zinkingen en fchadelijke vochten : \ een
cjuade Maag; winden in ’t Ligcbaam : de koude g e-
breeken van der V ro uw en Moeder, dtx Harjfenen^ én
v eel meer andere quälen. N e em t o o k w e ch de hardig-
heyd der M ilt i eri d oed we l Uweeten.
Z C C E C C X X E X V I I W I H O I O F N D S T D U K . E.
Bi e t alleen dus in b e t Ne ederlandfch, Namen,’
maar p o k van vêelë Soda'n ê l l e g e noemd
, w o rd in het L a t i jn geheet én ‘
So l d a n e l l a , B r a s s i c a M ar>in A,
'VÖl u b i lts' Marina, en -Convol-
v u l u s MAR-iNUS;:in het Hoogduytfch '
M eerwinde: in ’t Franfch C h o u de Mer : in ■ t
Italiaanfch eeven als in ’t L a tijn .
Hier van zijn mij in haren aart drie onderfcheydene Drie on-
fborten bekend geworden; .te weetèn: j derfcliey-
I . S o l d a n e l l a v u l g a r i s f o l io ROTUNbo,^“e ^00r”
p f gemeene t Zeewinde met een r.ond B lad. I I . O b lo n -
g a f l o r e ■ a l b o Sy r i a c a , of:Syrifche Zeewinde met
een langwerpig Blad en witte Bloem : welke föort j ', niët
zonder goede reedenen , zou mogen genoemd Worden
V p Lu Bi n s M a r in a Sy r i a c a FOLro: c o r d a t o ’,' -óf
Zeewinde uyt Syrien met een H e r t gelijk^ li jn d e B la d ,
. weegens de gelijk -vo rmigh eyd der Bladeren met- dê g e -
ftalte van eens menfehen H e r t. I I I . S o l d a n e l l A/ a l -
p in a , o f Berg-Zeewinde. N ie t alle zijn ze van de zelve
Bouwing en Waarneeming.: ,
H e t V P l u b i l i s M a r in a f r u t ic e s c e n s Sy r i a - Struvellige
. c a f o l io CORDATO , o f ftruvelUge Zeewinde uyt Sy- Zeéwimte
-rien (in w e lk Landfchap deeze fo o r t natuurlijk g ro e y d , u^tS^ ieQ
niet verre van de Z e e ) met Bladeren 9 eetis menfch'en
H e r t gelijk, l i jn d e ; anders o ok; genoemd Solda'n e l -
LA FRUTICESCENS OBLONGA FDORE ALBO Sy RIA-
c a , o f langwerpig gebladerde; ftruvellige Zeewinde uyt
Syrien met een witte Bloem, wafi: nier gelijk de andere
foorten, maar ftruvels-wijz>e,' begaaft met veele hóut-
achtige Tak jens; van naturen rond, en Voorzien iriet
een aangename blcek-roode-verwe. Aan de 2élvè ziet
pien
Gtdaatite men de Bladeren onordentlijk gefield, doch gemee-
der made-neJijk hangende zoo wel aan korte als lange #*?/?-
r * Jens' . Zijn een vingerlid* o f daar ontrent, lang; een
kleyne vinger* wat meer o f minder* breed; langwerpig
; aan dé Stèel pp *t breedfte; voor alderfmalft, niet
fpits * maar flomp toegaande; en aldaar in ‘t midden
met efen kleynë Ke rf Vercierd. Bevallijk-gróen van
coiileur Zijn zé ; ook voorzien met een regtdoorgaande
groo te , bleeke rider , en eenige daar uyt voortfchi’e-
- tende dwars-Adert jens.
dtr^Bloè- buflehen welke in het bovenfte gedeelte der nieu-
raenj fen V c^i^Sr;Se^c^ootene ^akjens de Bloemt jens voortkomen;
Z aad - zijnde een weynig langwerpig ; niet zoo groot als die
knoppens van onze gemeene Zeewinde ; doch op de zelve wijze
onze Lan-voor v^ > ên geheel rond, openflaande; wit van cöu-
den zon- ^euG van binnen h ó l, en aan de randen een weynig
der Z aad. gekarteld. Alsze afgevallen zijn, komen te voorfchijn
fehoone, tamelijk groote, Peers-wijz,e gevormde, boven
dikke, onder dunne, doch ronde Knoppen> boven
in *t midden vercierd met een draadachtig Knopje; eerft
groen, daar na dófikef-rood wordende; doch in onze
koude Landen geen rijp Zaad bekomende.
Grond. De nu gemelde foort, en dan de Sö l d a n ê l l a a l - j
p i n a , o f Berg-Zeewinde^ zijn teeder van aart. Beminnen
een goede., Zeer zandige aarde* doormengd
met twee-jarige Paerdemift, een weynig Veengrond,
eri het Mol vän verröte BPombladeren : een warme
, wei ter Zon gelêegêne plaats; en niet te veel
vochtigheyd*
Winter dc ^ eeven deeze ofiZe Landen dikmaal Bloemen,
waar te maar noyt eenig volkomen Zaad. Verdragen ongeer-
neemen s ne veel koudv Herfftrèeginên, én eenige Vorft. Wor-
gelijk ook den derhalven , met een wallende Maan van April in
Zccwm- Pottcn >l: , ’t s i j geplant zijnde, in ’t bégin !
de. vaö Oft oker, als men de aarde bóven droog ziet, bin-
iiens huys^ gebragt, op één luchtige plaats, waar in
niet als bij vriezend W e e f Wórd gevuurd: gedurende
de geheêle Wintet met flegts een weynig lauw Reegfen-
water van boven .begoten; eft niét voör ten halven van
April, met een aangename Reegèn, weer buyten gezet:
dan noch eevenwel Voorzichtig gewagt, zoo Voor koude
nagten, als haytige winden.
Aanwiö- Deeze beyde föprt'en worden alleenlijk aangewon-
n,ng* nen eh vermeènigvuldigd in öfizé Landen ( bij gebrek
van. Z a a d , .téh ware dan dat mén ’t Zëlve uyt andere
Gëweftên becjUaam) door hare adngegfoèydé jónge Wortelen;
welke men met een wadende Maan in April van
de oude afneèftït, éft Verplant*
Gemeene De SolDan ë lIA v ü lÖARIS io t t ó ROtUNDO *
Zeewin- o f gemeene Zeewinde fnét ronde Bladeren, is Veel harder
van natuur. Blijft wel (geplant Zijnde Pp een warme
plaats, genoegzaam befchut voor koude O ofte- en
Noordewinden, en gezet in Zeëzand, dóormengd met
twee-jarige Paerdemift, en gemeene aarde ) de Winter
over; maar word ook daar téegèns in önzè Landen door
de Zélve zomtijds Wel Wechgenomen, o f van ’t leeven
Waamee- beroofd. T$ derhalven geraadzaam * dat men van dee-
Zé foort altijd, of immers teegens de Winter, bijtijds,
iets in een Pot ftelle, om, als de Vorft komt, de zelve
binnens huys te können bewaren', en met weynige
vochtigheyd te onderhouden; op dat men’er zich niet
eens gantfeh ónverwagt, door een felle Vorft, t’eenë-
maal van beroofd mögt vinden.
Aanwin- Zij geeft wel ieder jäar Bloemen, maar Zelden volko-
mnS‘ men rijp Zaad. Word echter aangewonnen en vermee-
nigvuldigd door hare aängegroeyde Wortelen, op de gemelde
tijd verplant zijnde. KRACHTEN.
Dod.l, 13. ^ r Envinde, in het Latijn SoUanclta, is verwar-
f mende én verdroogende tot in den derden
1 graad.
In Wijn gezoden J cn daar van een halve once
met e en .w e ynig Z u y k e r eh Caneel gedronken; o f een Femikt.r.
Dra cbma van het F ufo er der g edroogde Bladeren met Mtth! '
w a t A n ij s , Rhabarbar enCu b eb en in W ijn ingenomen; Mc‘l-
o f het uytg ep ar fite Zap to t een R o b , o f d ik k e Syroop
met Zuyker gekookt, en daar van een halve once met
C o n ze r f van Rofmarijn g ijb ru y k t , jaagt do o r.de Steel,
gang u y t alle ovcrvUedige water achtige vochten: opend
de verfiopthéyd dér Leever , en is gó ed vo o r de PPaa
ter&üch'tige.
Indiêfl iemand déeZe Plant, o f ’ t Zap, o f 't Poe- Diefi. 1.1:
der daar^van , op z ich zelven alleen w o u g eb ru yk en , c‘ '48-
zond e r daar iet anders bij te d o e n , die zo u zijn M aa g te
zeer doen öntflellen; en krimping des Ligchaams ver*
oorzaakên, weegtns de Zoute, bitte re , efl fcharpte aart
van d it Gewas.
c c c c x x x i x h o o f d s t u k .
WONDKRUYD.
H E Y D E N S ■ Y veele genoeg bekend, enmet dee-Namen,
zen naam in het Neederlandfch genoemd,
word in het Latijn geheetén
C oNsPl id a S a RACÊNICA', ofSonDA-
Go Sa Ra c e n ic a : in het Hoogduytfch
H è id n i s c h W u n P t k r a u t ; e n ih 't
Franfth C o n so u l d e Sa r a c in n e .
Deeze Plant bemind een gemeene, goede* meer een Grond*
zandige als andere, doch daar bij vochtige , welge-
meftte grond : een luchtige, ook een fchaduwachtige
plaats $ en veel Water. Blijft eenige jaren lang in ’t
leeven. Verdraagt allerléy ongeleegenfheeden der Winter.
Bloeyd ieder Zomer-, doch geeft niet andere als
met zéér góede en drooge Najaren, volkomen rijp
Zaad. ’t W e lk met een wafleride Maan van Oftvber Zaad.
ó f Maêrt ( verfriits het lang in de aarde blijft léggen)
ifi een P o t , ruym een flroobreèdte diep, moet ge-
Zayd Zijn.
Niet alleenlijk door dit Zaad wórden ze verrneenig- Aanwin-
vuldigdi maar ook aangewonnen door hare aangégroey- ning.
de en de grond doorlopende jonge Wórftltn; welke
men met een wafleride Maan in April vart de oude
afneemt, en verplant.
K R A C H T E N .
HEydens Wondkrtiyd, in het L a t i j n o f Aart en
Conjblida Saraceniea , is verdrogende in den deugde!>'
tweeden graad; ook te zamentrekkénde van
Sart.
De Bladeren gefloten; o f het uytgeparfite Zap der L f-
Zelve, o f ook hét Poeder der gedroogde Bladeren , lo
gedaan op alléflejr Wonden , varjfche bloedige (jnetz.nren, rUm. clt,
ook verouderde zeeren en iweeren, geneeft de zelve. 279-
Defgelijks óók de lopende gaten, en alle qnade, ftinken-
de, verZiWorene Gezwellen.
In Wijn gezoden * en daar van gedronken * heeft L°b*l hifi.
niét alleenlijk de zelve uytwerking, maar opend ook
de verflopping vSn de Lecvcr, M ilt , en Galblaas. I's 3 ’
goed voor- een eerfl-beginnende Waterzuchti voor de
*,■ weeringen van het Ingewand, voor de lammighcjd
der Leeden', de Geelzucht; vuyle, fiinkende Wonden*
en de zwelling van het Tandvleejch; daar mee ge-
wafTchen,' en inzonderheyd een weynig Roozen-ho»
nig daar bij gedaan zijnde.
C C C C L X