
 
        
         
		4 J7   C a r i o p h y l l a t e . 
 C X X IX   H O O F D S T U K . 
 CARIOPHYLLATE. 
 S p RIN GK RU Y D .  E sULA.  458 
 en  verfterft daar mee.  Moet  derhalven mét een wallen- Aan winde  
 Maan. van  Maert  o f  A f  ril  weer op nieuws gezayd n“ ’£*  
 worden.  Doch  flaat ook door het neergevallene Zaad  
 ■ genoeg van  zich zelfs op. 
 ïondere 
 ■ oorten. 
 fferond. 
 ■ laats. 
 Holel.liè,  mrb.fol.  
 1 ) .   1 
 zeer  Medicinaal  Gen/as voerd dee-  
 Izen  naam  in  het  Neederlandfch.  In  
 | het Latijn  geheeten  C a r y o p h y l l a -  
 Pt a   ,  o f   H e r b a   B e n e d i c t a ,  betee-  
 t kenende  in  onze  Taal  G e z e e g e n d   
 | K r ü y d  ;  weegens de zonderling groo-  
 te  deugden  en  krachten deezer Plant:  
 in  het  Hoogduitfch  B e n e d ic t   W u r t z   ;  en  in  het  
 Jtaliaanfch  H e r b a   B e n e d e t t o   ,  o f   C a r io p h y l -   
 l a t a .  , 
 -  Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend  geworden  
 twee yerfcheydene  fborten >  als: 
 I.  C a r y o p h y l l a t a   v u l g a r i s   ,  p f  gemeene  Ca-  
 riophyllata,  en  I I.  C a r y o p h y l l a t a   m o n t a n a  3  o f   
 Berg-cariophyllate.  Beyde zijn ze  van de  zelve  Bouwing  
 en Waarneemtng. 
 Zij  beminnen  u yt  eygener  aart  een  goede,  zandige, 
   wel-gemeftte  grond  :  liever  een  donkere  o f   fcha-  
 duwachtige,  als een vrije, luchtige plaats;  en veel Water. 
   Konnen  fterke  Vorfi,  en  meer  andere  ongelee-  
 gentheeden  der  Winter verdragen.  Brengen  niet alleen  
 Bloemen  v o o r t,  maar  ook  gemeenelijk in  ieder  Herffi  
 volkomen  rijp  Zaad.  *t Welk met  een walfende Maan  
 van Maert-3  niet meer als een  ftroobreedte  diep,  wórd  
 gezayd ,  en  hier  door  worden ze  aangewonnen;  maar  
 dan  ook vermecnigvuldigd door hare aangegroeyde jonge  
 Wortelen  :  welke  men  met  de  toeneemende  Maan  
 in  April  van  de  oude  afneemt,  en  verplant.  Dikmaal  
 komen ze  van  zelfs  genoeg  o p ,  door het uytge-  
 vallene Zaad. 
 K R A C H T E N . 
 4. T \ E   Cariophillate,  o f  Caryophyllata,  dus genoemd  
 I  lom   den  aangenamen  reuk der Wortelen,  is ver-,  
 warmende en verdrogende  in den tweeden graad:  
 daarenboven  zuyverende  van  aart;  en  zeer dienftig tot  
 Artzenyen. 
 De  Bladeren en Wortelen in W ijn gezoden,  én  daar  
 r' van  gedronken,   verquikt  en  vervrolijkt  het  Gemoed. 
 Strijd  teegens  allerley  Vergif:  verdrijft het  Colijk.;  alle  
 .  Imerten  en krimping  van het  Gedarmte.  Verfterkt de  
 Maag  :  verteerd de rauwe  vochten in  de  zelv e:  opend  
 de verftoptheyd van de Leever: reynigd de Borjl van  alle  
 tape Fluymen  :  fch eyd h e t geronnen  Bloed  van binnen  
 :  is  goed  teegens  het Pleuris;  en  voor  de  geenö,  
 inwendig  verkeerd  hebben.  Zuyverd  en  ge-  
 neeft ook allerley Wonden,  daar  mee  gewaflchen  zijnde  
 ;  o f anders het Poeder der gedroogde Wortelen  daar  
 in-geftroyd. 
 Vamen. 
 ■ rond. 
 Vaad. 
 CX X X   H O O F D S T U K . 
 SPRINGKRUYD 
 E t  deezcn  naam  in  het  Neederlandfc  
 bekend  ,  word in  het  Latijn  geheete  
 C a t a p u t ia   m in o r ,  o f  L a t h y r u s   
 in  het  Hoogduytfch  S p r in g k r a u t   
 in  het  Franfch  E s p u r g e   ;  en  in  h<  
 Jtaliaanfch  L a t h i r i ,  o f C a t a p u t i 
 Min o r e . 
 Deeze  Plant  bemind  een  goede,  zandige,  luchti  
 §e >  gemeftte,  en ook  ongemeftte  aarde  :  een  opene  
 J 1Je ï  luchtige,  wel-geleegene  plaats,  en  veel  Water  
 an matige koude verdragen;  maar ongeerne  felle Vorfi  
 BI ^  <?eeZe  Eanden  twee  Zomers  in  het  leeven  
 oeJd  in het  tweede jaar;  geeft volkomen  rijp  Zaad 
 K  R  A  C H  T  E  N. 
 SPringkruyd, o f   Cataputia minor, is heet  en  droog  t/edon. m  
 in  den-  derden  graad  ;  daar  beneevens zeer fcharp  Addit. Ub.  
 van  aart:  waarom  het  ook  inwendig  niet  moet  14,<vit5,  
 gebruykt  worden.  Want het  is van deeze eygenfchap,  
 dat et  het  Ingewand  zeer  fterk  ontroerd  ;  ook  zoo  
 gantfch  krachtig  purgeert,  dat  men  het  iemand  niet  
 kan  ingeêven,  zonder  hem  in  groot  gevaar  te  Hellen. 
   -   ,  > 
 De  Bladeren  gedaan  in  een  Salade,  o f  in  een  groen  niofc.  /.*.  
 Moesje,  o f  ook  bij  een  Hoen gekookt,   maken  een  ,ó7*  
 open Ligchaam,  en doen  Braken. 
 •  Het  Zap  ,  o f  de  Melk, der  Bladeren en  Steelèn,  is Galen. lib.  
 zeer  hitzich  ,  en  verdrogende  in  den  vierden  graad. Med.simp.  
 Daarenboven‘gantfch  fcharp-bijtende,  en  het Ligchaam 7-  
 zeer  geweldig  bèweegende.  js   ter  dier  porzaakt  tot  
 geenerley  gebruyk bequaam,.  als  alleen  om  de Wratten  
 te  verdrijven  ;  daar  op gelegt zijnde,  na dat men  eerft  
 de zelve met een  Spelde een weynig. geopend  heeft. 
 Zes ,  zeeven  ,  o f  agt  Zaadkprnen  van  dit  Spring- Setapio lib.  
 kruyd,  gantfchlijk  in  haar  geheel  g e la t e n 'm e t   een jp TemP-  '  
 Rofijn,  V ijg ,  in  een gebraden Appel,  o f  met  eenige  ca^  
 andere  dingen  ingenomen,  en  daar  op  terftond  een  Fucb. lib.  
 dronk  koud  Water  gedaan  ,  jagen  door  de  Stoelgang  f .  l 7b 
 uyt  alle  Fluymen,  Melancholijke,  Galachtige  vochten,  
 en allerley Waterachtigheyd.  Als men  de zelve knauwd,  
 werken ze veel  fterk er. 
 Staan  derhalven  niet  te  gebruyken  van  teedere  ,  
 zachtehjk  opgevoedde  Lieden,  maar  alleen  van  groo-  
 ve Menfchen,  en  zu lk e,  die  gewoon  zijn  zwaren  ar-  
 beyd  te  doen. 
 CX X X I  H O O F D S T U K . 
 E S U L A . 
 Iet alleen in'tJVeederlandfih} maar ook Namen,  
 in  het  Jtahaanfóh  en  Latijn  dus  genoemd  
 ;  doch  in  de- laatft-gemeldde  
 Taal ook  P i t y u s a . 
 Hier van  zijn  mij  in  harén  aart  be- Veele ver.  
 kend  veele  aardige  veranderlijke  fbor- anderlijkc  
 foortea. 
 9   I.  E s u l a   m a j o r ,  o f  groote E s u l a ;  in  \  Franfch  
 T u r b i t h   n o ir .  II.  E s u l a   m in o r ,  o f  kleyne Efula. 
 I I I .  R a r a   p u Rp u r e a ,  o f   rare  Efula,  met een  pur-  
 purachtige  Bloem.  IV . M a r in a ,  o f  Efula,  groeyen-  
 de  aan  de  Zeekant.  V .  R o t u n d i   f o l ia   ,  o f  Efula  
 met  ronde  Bladeren.  V I .  M in im a  s  o f   alderkleynjle  
 E fula:  en dan  noch meer  andere.  Niet  alle zijn ze  van  
 eeven de zelve Bouwing en Waarneeming. 
 Eeven wel beminnen ze al te  zamen  een  goede,  zan- Wat voor  
 dige,  gemeene,  en wel-gemeftte aardé:  een  opene,  be-  
 quaam  ter Zon geleegene plaats,  en  veel Water.  Ver- nen.em Q"  
 dragen 'de Vorfi, en allerley andere ongeleegentheeden der  
 Winter.  Bloeyen niet alleen in  de  Zomer,  maar geeven  
 ook  meeft  alle rijp Zaad. 
 Het  E su l a   r a r a   p u r p u r e a ,  o f   ongemeene Efu- Ongemee-  
 la  met  een purpurachtige Bloem,  blijft veele jaren lang nc Efula  
 in  het  leeven.  Geeft  noyt  in  deeze  Geweften  eenig ^ Crpurc  
 rijp.  Zaad.  Kan  echter  genoegzaam  aangewonnen  en Bloem.  
 vermeenigvuldigd worden  door  hare aangewallénejWjre  
 Wortelen;  welke men meteen  walfende  Maan in April  
 van  de oude afneemt,  en verplant. 
 Het  E s u l a   m a r in a ,   o f   Zee-Efula ,  groeyende Zee- Efula.  
 aan  de  Zeekant,  vergaat ook zoo haaft niet.  Bemind  
 een  zeer zandige aarde,  eo weynig Water.  Geeft,  bij  
 F f   j   'een