2,aad. komen rijp Zaad * ’ c welk niet t’effens, maar met er
t ijd , 't een vroeger 't ander later, zijne rijpheyd bekomt
; beginnende ten halven van de Maand J un iu s ,
en ontrent den aan vang van OÜober eyndigende. Men
vind het niet alleen onder zijne Bladeren, maar ook
h a lf, ja zelfs dommige Knoppen bijna geheel onder de
Hoe te aarde en fleelen verborgen leggen. Niet voor dat het
winnen, tot 2ijne volkomene rijpheyd is geraakt, mag men ’t
afplukken; te weeten, als de Knoppen, waar in het be-
floten is, zich blauw-verwig , en ’t daar binnen zijnde
Zaad zelfs, *t welk te vooren wit word gezien, zich
na 't geel trekkende vertoond. Zoo men dan langer
wagt, barft de Knop fchielijk van malkander,en ’t Zaad
valt ter aarden neer. Indien men ’t kan afplukken met
een volle Maan , zoo blijft het langer goed als anders;
en heeft dan zijne hoogfte volmaaktheyd. Echter blijft'
het, om gebrüykt te kpnnen worden, .niet langer als
een jaar o f anderhalf bequaam.
en te Be- Het zelve nieuwelijks gewonnen zijnde, moet men
waren. >t Hrie o f vier weeken lang binnens huys leggen op een
hou te Bord > o f T afe l, luchtig en hol, om te drogen.
Daar na zuyverd men het van de Huysjetis , en bewaard
het op een drooge plaats, op dat het geen fchim-
melige reuk mogt krijgen.
Aanwin- Zij verdragen fterke Vbrft, en alle. andere ongelee-
«ing. gentheeden des tijds, buyten flaande. Blijven gedu-
rig groen; en worden aangewonnen, niet alleen door *t
gedachte haar Zaad-, ’t welk met een wafTende Maan van
Maert, niet diep gelegt, de aarde word aanbevolen;
maar ook overvloedig door *t neergevallene, ’ t welk
van zelfs opflaat, zonder dat men de moeyte van zaying
- behoefd te doen : en dan noch door de aangewaffene
jonge Loot en; welke men, van zelfs Wortelen gekree-
gen hebbende; op de gemelde tijd van de oude afneemt
en verplant.
Dubbele De V i o l a M a r t i a flore p l e n o cceRULEO, e t
blauwe en c in e r e o p l e n o , o f dubbele blauwe , en grauwe
Maertfchc ^aertfifjtt, Viole, krijgen noyt eenig Zaad. Worden
Violen, echter genoegzaam aangequeekt en vermeenigvuldigd
door hard jonge aangegroeyde Scheutjens; welke van
zelfs Wortelen fchieten ; en die men met een wallende
Maan van Maert, o f ook van Augufius , o f September
, om ’t tweede jaar opneemt, en verplant. Anders
zouden ze enkel van Bloem worden, o f geheel vergaan.
K R A C H T E N .
Aart. ] | ”vV E 'Bladeren en Bloemen deezer Maertfche Vio-
I Wie, in het Latijn Viola Martia, zijn verkoelende
in den eerften; en vochtmakende van aart in
den tweeden graad.
Diofc. l. 4. De Bladeren alleen gekookt, en van dit N at gedron-
c. 112. k e n ; o f de zelve bij andere Moeskruy den gedaan, en
gegeeten, verzacht en verkoeld beyde de Maag en ’t
Ligchaam: maakt ook een lichte Stoelgang.
Trag.l. 1. Eeven ’ t zelve vermogen ook de Stolen o f varjfche
c. 190. Bloemen zelfs. Neemen daarenboven wech de brand
* ^er K°°rtzicn: de onnatuurlijke hitte der Leever, Lon-
Med. g ei Nieren, Blaas , en anderer inwendige deden. Verzachten
de rauwigheyd van de Borfi en Keel. Zijn
goed gebrüykt in ’t Pleuris, o f Zijdewee. Bedwingen
de bijtende fcharpheyd der Galachtige vochten, en
verflaan de Dorfi.
Renealhijl. Een o f twee Drachmen van ’t Poeder der gedroogde
rlant’ Bloemen met Wijn ingenomen , opend de verfioptheyd
' " van Leever ; is goed teegens de Geelzucht; doed
Matth. ƒ.4. de hitte der inwendige Gezwellen icheyden : geneeft de
c.117. Squinantie o f ’t Keel-gezwel, en andere gebreeken der
Keel. Purgeert ook zachtelijk het Ligchaam.
1huil 1. 3. De purpure Bladeren der Bloemen voor haar zelven
r. 127. alleen gedroogd , gepulverifeert, en met het gediftil-
leerde Water van Pceonie Bloemen ingenomen, is zeer
goed teegens de vallende Ziekje der kinderen.
De Syroop, gemaakt van Violen, Verkoeld de brand Mefuts /. 1.
der Koortz,en\ verquikt het Hert; verzacht de pijn der c‘ 1 **
Zijden •: fcheyd de inwendige zweeringen, en maakt
een week,* Ligchaam, als men drie ö f vier oneen daar
van inneemt.
Een Conjcrve van deeze Bloemen gemaakt, en daar
van gebrüykt, heeft een diergelijke uytwerking.
De Oly van Violen verzacht en verkoeld ook zeer. Durantn
In de flapen des Hoofds geftreeken, verwekt flaap. De
zelve vermengt met de Dooyer van een E y , en geftree- * 7
ken op den Aarsdarm, o f de Speinen aan ’t Fondament,
verzacht de fmerten der zelve.
Het Zaad van Violen met een houte Stamper in eêh l ï *
fteene Mortier gefloten; met het Water, daar Peterzelie c‘R
in gekookt is geweeft, in o f door een Ze ef uytgedrukt,
en zoo gedronken, is een zeer goed hulpmiddel voor
het Graveel; ook teegens de Steen der Nieren en der
Blaas: defgelijks teegens deJleeken derScorpioenen. Verwekt
Stoelgang, en doed wel Water doffen.
Gedroogde Violetten zijn zeer dienftig, om gemengt I 6.
te worden Bij de Dranken en andere middelen, welke c‘ lr
men gebrüykt om ’t Hert te verflerken, en *t zelve ver-
quikking toe te brengen.
De Bladeren worden ook met goed nut gelegt op Idem ibii.
een verhitte Maag, en quade ontflookene O ogen; defgelijks
op een uytgezonkene Aarsdarm; doen in het
e erfl; niet om weer in te drijven , o f te doen optrekken
, maar om te verzachten, en te verkoelen, indien ze
zeer verhit i s : ’t welk dikmaal voor al noodwendig
moet gefchiéden, eer men ze weer kan doen inkeeren.
Bij gebrek van de Bloemen, mag men zeer wél *C
Kruyd van Violen gebruyken; bijzonderlijk in heeto
Koortsen, en verhitting van de zelve.
CCCCLXV H O O F D S T U K . GULDENROEDE.
S U s in het- Neederlandfch genoemd, Namen,
weegens de zeer fchoone couleur der
Bloemen, en, mijns weetens, in deeze
Taal met geenen anderen naam bekend:
REA : in het Hoogduytfch W und- o f
bok F e d d e r k r a u t : in het Franfch V e r g e d ’ o r :
in ’t Italiaanfch als in *t Latijn.
Hier van zijn mij in haren aart vier bijzondere foor- Vier bij*
ten bekend geworden; namentlijk; zondere
I . V lR G A AUREA OFFICINARUM LATIFOLIA MA- foortCQ‘
j o r , o f groote breed-bladerige Guldenroede, in de winkelen
der Apotheekeren gebrtykelijk. I I . Q f f ic in a -
r u m LATIFOLIA m in o r , o f kfeyne breed-bladerige
Guldenroede, ook^gebruykglijkjn der Apotheekeren winkels.
I I I . L a t if o l ia p e r e g r in a , o f vreemde breed-
bladerige Guldenroede. IV . V i r g a a u r e a a n g u s t i -
f o l ia p e r e g r in a , o f vreemde Guldenroede met (malle
Bladeren. Alle zijn ze van eeven de zelve Bouwing en
Waarneeming.
Zij beminnen een gemeene, zandige, welgemeflte Grond.'
grond; een vrije, warme, luchtige, bequaam ter Zon
geleegene plaats; en veel Water. Blijven lange jaren
in ’t leeven. Bloeyen ieder Zomer zeer fch oon; en
geeven dikmaal bij goede jaren volkomen rijp Zaad. Zaad.
Verdragen felle koude, en alle andere ongeleegenthee-
den der Winter, zonder fchade. Worden aangewon- Aanwin-
nen en vermeenigvuldigd, niet alleen door ’t gedachte mn&:
haar Zaad, ’t welk met een waflfende Maan van April,
immers zoo gèerne in een Pot , als op een andere
plaats, wil in de aarde zijn g elegt, niet boven een
flroobreedte diep ; als door hare aangegroeyde jonge
Wortelen, welke men op de zelve tijd van de oude a fneemt
en verplant. krach-
De Bladeren gefloten, en op wonden gelegt, genee- t
zen de zelve. Trekken ook te gelijk uyt de Doornen,r
fchilfferên van Beenderen * en andere daar in zijnde 4
dingen.
Twee Drachmen van het Zaad gefloten , en met
Wijn ingenomen , ontlafl het Ligchaam van alle hette
galachtige onreynigheyd*
9 2 7
K R A C H T E N .
Dod.l. f. ZJldenroede , in ’t Latijn Virga aurea, is Verc'
z 4 f -w- warmende en verdrogende in den tweeden
graad; ook zuyverende, en een weynig
mentrekkende van aart.
Camerar. In Wijn gezoden, o f gediflilleert, en daar van eer
l ’ 4* c‘ 34* Roemer gedronken, geneeft alle uyt- en inwendige Won-
bijl. Plant. ^en » Fórzeeringen, Fijlelen, o f lopende Gaten , heete
fel. xi6. Zweeringen, Gefcheurdheyd ; de ’Buykloop , en de
kwelling van het Fandvleejch , daar mee gewaffehen
zijnde» Opend daarenboven de verfioptheyd van de
Nieren; breékt de Nieren-fieen; drijft uyt het Graveel,
het water van de Blaas; en de fiijmerige vochtigheyd
der zelve.
Een Drachma o f twee van het Poeder der gedroogde
Bladeren met roode Wijn ingenomen, doed op-
. houden allerley Zinkingen, en de Bloedgang, o f Roo-
deloop.
Lemc. U i. Het uytgeparftte Zap der Bladeren geneeft de hit-
e‘ 4° f ’ zige gezwellen van de Mond, daar op geftreeken; o f
anders met Wijn gemengt, en daar mee gewaffehen,
: o f gegorgeld.
Hoi. loc. Guldenroede word gereekend onder de Kruyden ,
e ,ll‘ welke men pleeg te doen onder de Wond-dranken, en
word zoo krachtig gehouden om allerley flag van Wonden
te geneezen, als het Heydenfch_ Wondk^uyd zelfs.
Mag derhalven gebrüykt worden tot alle dingen, waar
toe ’t gedachte Wondkruyd goed is.
Aanwinning.
Deugden
deezer
Plant,
CCCCLXVI HO O F D S T U K . VLI EGENET.
P het Neederlandfch dus van veele genoemd
; word in het Latijn geheeten
VISCARIA , ofLYCHNIS SYLVESTRlS
VISCOSA.
Hier van zijn mij in haren aart bekend
geworden twee veranderlijkefoori
V i s c a r ia FLORE RÜBRO , o f Vliegenet met
roode Bloemen. I I. V i s c a r i a f l o r e c a r n e o , o f
Vliegenet met een lijfverwige Bloem. Beyde zijn ze
van de zelve Bouwing en Waarneeming.
Zij beminnen een goed e, gemeene, zandige, zoo
wel ongemeftte als gemeftte grond i een vrije, genoegzaam
ter Zon geleegene plaats: veel W a te r , en ook
matige vochtigheyd. Blijven niet langer dan eene Zomer
in *t leeven. Geeven in den Herffi volkomen rijp
Z a a d ; en verfterven dan van zelfs, o f door een kley-
ne Rijp.
Worden derhalven ieder Voorjaar, met een waffende
Maan van Maert, op nieuws, niet diep gelegt, weer
gezayd: o f komen o o k , daar ze eens geplant zijn, door
*t uytgevallene Zaad van zelfs genoeg te voorfchijn.
Hier door konnen ze overvloedig vermeerderd, en als
eeuwigdurend gemaakt worden.
K R A C H T E N .
V Licgenet, o f Vifcaria, met IVortelen en Bloemen
in Wijn; gekookt, en daar van een goede Roemer
Vol 'gedronken, is goed teegens allerley befmettelijke
ziekten; doed genoegzaam wateren: drijft u y t .
de Nierenfteen: en neemd wech de f ijn des Hoofds, daar
meê gëwaïïchen zijnde.
Een Drachma van het Poeder der gedroogde Bladeren
en Wortelen met Wijn ingenomen, ftrijd teegens de
Pefl, en allerley Wergif: ook teegens de beet en der dolle
Honden, de ftëeken der Scorpioenen, en anderer fcha-
delijke Dieren.
C C C C L X V l i H O O F D S T U K . GEYTENBAARD.
En welbekend en beziensivaardig Gé- verfchey-
was i word in het Neederlandfch niet de namen,
alleen dus, maar ook van veele R e y -
net te genöemd: in het Latijn ge-
-heeten I J l m a r i a , om dat hare Bladeren
die van den Olm o f Ipenboom een
weynig gelijk fchijnen; dan ook noch R e g in a P r a -
t i , en B a r b i C a p r a : in het Hoogduytfch W a l d -
G e i s z b a r t : in *t Franfch B a r b e d e G h e v r e : in ’ t
Italiaanfch B a r ba d i C a p r a * Word ook wel in ’ t
Latijn gezegt A r u n c u s .
Hier van zijn mij in haren aart bekend twee bijzon- Twee bij-
dere foorten; te weeten: zondere
I. U i .marïa , Jive R egina Pr a t i flore c ö l - foortcn*
l e c t o , o f Gey tenbaard met een digte te zaam-gefiotenc
Bloem. I I. U lmaria p e regrin a flore sparso,
o f vreemde Geytenbaard, mét ten holle, o f van malkander
ge fcheydene Bloem; die ook van de geleerde Heer
J acobus T heodorus TABERNj&MONTAtoüs word
geheeten D rym opo gon. Alle zijn ze v in de Zelve
Bouwing en Waarneeming.
Zij beminnen van naturen eeh göedè gemeene, Grond.
Vochtige, zandige, welgemeflte , ö f ook een vette ,
kleyige grond. Hebben immers zöb gë'emfe eeh luchtige
, wel ter Zon geleegene, als eert fchaduwachtige
plaats; en willen veel Watei*. Blijven lange jaren in ’t Zaad.
leeven. Konnen fterke Vorfi, en allerley andere ónge-
leegenthéeden der Winter uytftaan zonder fchade. Geeven
ook bij goede Zomers volkomen rijp Zaadb
Do ch het U lmaria peregrina flöre spArsö, Vreemde
o f vreemde Geytenbaard met een holle Bloem , geeft in Ge7rcn-
déeze koude Geweften zeer Zelden eenig goed Zaad. eenrhoÜeCt
Het zelve word met een wallende Maaii van September Bloem,
in een Pot (om dat het lang in de aarde blijft, eer het
o pk om t), o f in de Maand van Maert in de aarde,
een halve vingerbreedte diep, op een fchaduwachtige
plaats gezayd. Hier door konnen deeze foorten be- Aanwia-
quamelijk vermeenigvuldigd, en dan ook noch aange- ning.
wonnen worden door hare aangegroeyde jonge Wortelen;
welke men met de genoemde Maan in April van dg
oude affteekt, en verplant.
K R A C H T E N .
Eytenbaard, o f XHmaria, is droog en koud in Banket».
den eerften graad; ook «en Veynig te zamen- £,3°- fV 2.
trekkende van aart* ‘
r >i
De Wortelen, o f Bladeren en Bloemen , in rööde Hoi. I. j .
Wijn gezoden, en daar van gedronken; o f het Poeder c•1*
der gedroogde Bladeren en Wortelen met de zelve Wijn Tra&’ ^ *•
ingenömen, flopt de Buykz en allerley Roode loop. Ge- Lonic. I. 2,
neeft ook de Fifielen, en hopende Gaten. c. 77.
De Biaderen en Wortelen in Watèr gekookt, en het
zelve de Paerden te drinken gegeeven, is goed teegens
der zelver Wormen, en Buykpijn.
N na cc ccLx vm