
 
        
         
		B e s c h r y v ïn g   d e r   K r u y d e n ,  B o l l e n   e n   B l o e m e n ', III B o e k   , 
 blijft  lange  jaren--in  ' t   lee- 
 Voortijds  
 in groote  
 waarde,  
 gehouden 
 Bladeren 
 gekroond. 
 559 
 Herfft  rijpe  Vrucht 
 ven.  '  J  , 
 Werd aangewonnen ,  niet -alleen door haar Zaad,  t  
 welk met  een  waflende  Maan  van September o f  Maert  
 dc aarde werd  aanbevolen  ;  maar  ook  door  hare jonge  
 Loten ,•  ^welkg  de  grond  zeer  doorlopen.  Op de  genoemde  
 tijd  fteekt men ze van de oude af,  en men verplant  
 ze.  -  ,  - 
 i  Hare purpure Vrucht pleeg voortijds bij  de oude Heidenen  
 in een zeer groote waarde te  zijn  ;  vermits ze  niet  
 alleen  hare  Aangezigten  daar  mee  verwden  en beftree-  
 ken,  wanneer ze in den Tempel harer Afgoden gingen,  
 om  te offeren,, volgens het verhaal van M a r c e l l u s   :  
 maar  ook  vloekten  ze  Kranjfen  van de Bladeren ;  met  
 welke ze kroonden al de geene  ,  die voor de eerfte maal  
 van  ’t  Podagra  wiefden  geplaagd  ;  gelijk  L u c ia n u s   
 fch rijft;  op  dat  de  waardigheyd  deezer..  krankheyd  
 (welkegemeenelijk meer bij  de Groote  als:bij  de Kley-  
 ne een Herberg  zoekt),  bij  de Nakomelingen  niet  ver-  
 geeten  zou  blijven.  : 
 K R A C H T E N . 
 rond Blad.'  I Ï I .  E l a t in a   Mi No f t ,  o f  ktyne Elati-  
 ne.  A l te  zamen  zijn ze van «even, dezelve  bouwing.eu  
 waarneeming. 
 Zij  beminnen  een gemeene,  ?andige.,  op nieuws om- Grond,  
 gefmeetene,  zoo, wel  gemefttq' als  ongemeftte grond  :  
 een  opene,  luchtige,  warme,  wel-geleegene plaats, en  
 weynig  water,  jBlijven  niet  langer dan  eene Zomer in  
 ’t  leeven.  Geeven  teegens de Winter volkomen Zaad, 
 .en  verderven  daar mee. 
 Moeten  derhalven  ,  met  een, waflende  Maan  van Aanwin.  
 Maert,  weer op  nieuwsi,  niet diep  ,  ook hol  en lucK'- ^ing.  
 t ig , gezayd  zijn.  O p geen  andere wijze konnen ze aangewonnen  
 werden.  Dikmaal flaan ze ,  door haar neergevallene  
 Zaad,  van  zelfs weer op.  - 
 K R A C H T E N . 
 1 Latine is matig verkoelende,  verdrogende,  en te G„ien ^  
 zamen-trekkende van aart.  .  *  •='.  g :.simp,6,‘ 
 Gefloten,  en dan op  ’t Voorhoofd gelegt, ver-; 
 E 
 Zacht  de  brand van ft Hoofd;  defgèlijks de hitzigheyd  
 der O ogen,  en drijft  te rugge. de daar op  vallende Z/»- 
 W ilde  Vlier ,  o f  Ebulus ,  is warm en droog, in  
 den  derden graad: -daar beneevensverdeelende,  
 verteerende,  en purgeerende, yan  aart.  -Vermag  
 ook alles wat van  de Sambucus,  o f Vlier,  gè^egt  is.  
 jipul. lib.  De Bladeren,  o f  Wortelen ,. in  Bier  p f  Wijn  gézo- 
 RerbaC'91.  d en,  en daar  van  een Roemer gedronken,   drijft uyt  
 alle  waterachtige .en /lijmerige vochtigheyd.  Is  derhalven  
 goed  voor alle Waterzuchtige;  voor ft Graveel,  de  
 Hoeft,  ft zwellen van de Lel in de Keel ;'  de fteeken  en  
 beeten  van  giftige Dieren. 
 Tuchf.  De Bladeren gezoden,  o f  gefloten,  en  gelegt op  al-  
 Hift. Pl.  lerley zwellingen, gebrandheyd ,  en- beeten der dolle Hon-  
 cap. 20.  den,  o o k ,  met OlTe-vetvermengd,-  op  'zFlereftjn ,  I  
 fcheyden,  verzachten, verdrijven  en geneezen al de genoemde  
 qualen. 
 Tragm 11  De  Bladeren  als  een Moesje  geb ruykt,  dienen  om  
 eap.Só.  te purgeer en,  en  drijven  a f alle galachtige  en-waterige 
 Vochten,  zonder eenige moeyelijkheyd o f gevaar.  Op  
 de Wonden gelegt,  doen’er  ’t yleefch  in groeien. 
 ’t Uytgeparftte Zap  in-, de Moeder gedaan  ,  verwekt  
 de  Maandftonden.  Met  èen  weynig  Zuyker  gedronken  
 ,  is goed voor de Koorts. 
 Lufoan.  Het Zap  ,  u yt de Wortel  geparft ,„  en een  tijd  lang  
 lib. 4.  met Wijn gedronken,  is «en goed  hulpmiddel voor  ’t  
 «Mrr.864' p 0dagra}  en  teegens de Waterzugt.  Geneeft de Pok? 
 ken,  en doet  Braken.  De binnènfte Baft deezer Wortel  
 met  Wijn  gebruykt  ,  maakt  Stoelgang.  De  W ijn ,  
 daar  de zelve  vierentwintig  uren  lang  in  te,weyk heeft  
 geleegen,  opend het Ligchaam  van onderen boven. • _;  
 Dïofc. 1.4.  Het Zaad gefloten  ,  en  een Drachma  daar  van met  
 sap. 17ĥ  Wijn  ingenomen  ,  doet  gemakkelijk  wateren  ,  en  is  
 goed voor al de nu genoemde-gebreeken.:  ^  ; 
 Doi. I. i i .  Het Zap  der Beezièh maakt het Hayr zwart.  Het  
 f.z4-  Kruyd zelfs  in  de Bedfteede  g elegt,'  verjaagd  en dood  
 de Wandluyzen.  Gebrand werdende,  verdrijfd het alle  
 giftige  Dieren. 
 C C I I I   H O O F D S   T U   K. 
 E  L  A  T  I  N  E. 
 Naam. 
 Drie  on-  
 derfchey-  
 dene foor- 
 E t deezen  ,  en ,  mijns weetens,  geenen  
 anderen naam  in ft Neederlandfth,  
 Franfch  ,  Latijn  en  Italiaanfch  genoemd.. 
 Hier van  zijn mij  in  haren  aart  drie  
 onderfcheydene foorten bekend;  als:  
 I .   E l a t i n e   m a j o r   s a g i t t j e   f o l i o ,  o f  groote  
 Elatine  met  Bladeren  van  ’ t  voorfte gedeelte  eens  Pijls.  
 I I.  R o t u n d i f o l i a   l a Nu g in o s a   ,  of met een ruw 
 •  Met Lijnzaad  in  roode  Wijn gezoden  ,  en daar  van shfe. 1,4;  
 gedronken,  geneeft de Bloedgang,  o£roode Loop.  Tot “H°-  
 dezelve  uytwerking  gebruykt men  ft in de Clifteerien.  
 Defgelijks werd het  gedaan  in Dranken, bereyd'teegens  1  
 Peftilentiale Koörtzen.  Is ook. dienftig  teegens  de ge-.  
 breeken  der Leever,  Longe,  en Milt. 
 Het uytgeparftte- Zap,  o f  ft gediftilleerde Water van nol k  
 Elatine,  geneeft allerley Wonden ,  Ouetzuren,  Zwee- Adit, M,  
 ringen,  en voortlopende Zeeren :  alle  heete:Gezwellen;  1,cahil\-  
 .’t wild Vuur ;  dé Schurftheyd en Melaatsheyd;  beyde  
 inwendig gebruykt,  en ook dikmaal daar mee uytwen*  
 dig  beftreeken. 
 ’t Zelve Water  gedaan  in  de  lopende  en  tranende Oö- Dumtu  
 gen  ,  is zeer dienftig tot wechneeming  van dit  Gebrek, s f'f}   
 Dropgd  op allerley Fiftelen.  Is zeer  goed  teegens ‘den  
 Huyg  ;  ook teegens  de jSquinantie,   o f ’t Keelgezwel.  ‘  
 Met Wijn  gemengd ,  en daarmee  gegorgeld , '  neemt  
 wech de quade zweeringen  van de Mond ,  en de rauw-  
 heyd  van  de  Tong.. 
 D it Water een  tijd lang gedronken, o f  ook van buy-  
 ten opgelegt,  dood de Kanker  :  geneeft de gefcheurd- 3' ca‘ '  
 heyd;  helpt  de  neerfchieting  van de Moeder ;  ftild de  
 Bloedloop  ,   ook  de  overvloedige  tFHaandftonden  der  
 „Vrouwen.; 
 . Met het gediftilleerde water  gewaflehen,  maakt een  
 zuyver  en  klaar.  Vel. 
 C C IV   H   O   Ö   F  D   S T U K . 
 ELICHRYSON. 
 ■ Oerd in  het  Meederlandfch  geenen  ey- Namen-  
 gentlijker  naani.  Werd in  het  Latijn  
 geHeeten  H e l io ch r y so n   ,  beteeke-  
 nende  zoo  veel. als  G o u d e n b l o e m |  
 vermits  ze  zoodanig;;  een  verwe  ver- 
 BLjUM ,  o f  ook REiNBLUM  i  in  ’t Italiaanfch Heli- 
 CHRISO.  , ;  \  ^  É| 
 Zij' bemind  èen  goede,  gemeéne  ,  zandige  aarde, Gron •  
 met een weyriig.tweerjarige Paardemift,en het Mol van  
 verrotte Boom-bladeren doormengd  :  een warme vrije,  
 wel-geleegene plaats,  en weynig vochtigheyd.  Geert  ^  
 in den Herffl:  een  fchoone Bloem  ,  maar noyt in deeze  
 Landen  eenig  volkpiiien  Zaad.  Blijft  niet langer dan  
 .«ene Zomer in  ’t leeven,  vermits ze o f  van  zelfs vergaat,  
 o f ,  door een kleyné Rtjp verraft  zijnde,  fchielijk van  t  
 leeven werd beroofd. 
 Kan op geen andere wijze vernieuwd o f  aangewonnen Aanw  
 werden,  als door haar Zaad,  uyt warme Landen over 
 gezonden: 
 H e l io c h r y s o n . A l a n t w o r t e l . E p im e d iu m k r u y d .P a e r d e s t a e r t .  5 6 z 
 I ;>l. WK 
 tb nomine  
 Mmartm-  
 K a 
 KkelU'  
 m .  909-  
 UpiofcJiomerph. 
 l. 
 gezonden  ;  *t welk met  een waflende Maan  van A p r il,  
 niet hoven  een  ftroo-hreedte diep,  hol en  luchtig werd  
 gezayd in  een Pot; gefteld op een  heete plaats,  befchut  
 voor  alle  koude  winden.  Als  ’t Zaad  opgekomen  is  ,  
 poffen de jonge Planten niet  verzet werden  ;  want hier  
 door zouden ze zoodanig veragteren  ,  dat ze geen  Bloemen  
 zouden  konnen  voortbrengen.  Niet meer als een  
 o f  twee Planten ,  na geleegentheyd  van  hare  grootte ,  
 moet men in eene Pot laten blijven. 
 K  R  A  C  H  T  E  N. 
 DEeze  Plant  is  warm  en  droog;  ook door-fnij-  
 dende  ,  verdeelende  ,  en  dun  makende  van  
 aart. 
 In  Wijn  g ek o o k t,  en  daar  van  gedronken ,  doet  
 veel water lojfen.  Belet het neerfchieten  der overvloedige  
 Vochten.  . Drijft a f het Zaad der Nieren en  Blaas.  
 Is goed .teegens quade Zeeren;'tFlerejijn; deGefcheurd-  
 heyd o f  inwendige Breuken;  de  fteeken  en  beeten  der  
 Slangen, en  anderer giftige Dieren:  ook teegens de  koude  
 Pis.  Verwekt der Vrouwen Maandftonden,  en doet  
 fcheyden  ft inwendige geronnene  Bloed. 
 De  Bladeren gedroogd,  gepulverizeert,  met Honig  
 vermengd  ,  en op de gebrandheyd 'geftreeken  ,  geneeft  
 dezelve. 
 De  Bloemen  in Wijn  gezoden,  en daar van  een Roemertje  
 ’s morgens nuchteren gedronken;  o f  een Drachma  
 van  liet Poeder der  gedroogde Bloemen met Spaan-  
 fche Wijn  ingenomen  ,  -dood  de  Wormen  in  *s men-  
 fchen Ligchaam  zeer wonderlijk.  Een  halve Drachma  
 mèt  Franfche Wijn  gebruykt,  doed de  loop  der Zinkingen  
 ophouden. 
 HetKruyd zelfs bij  de Kleederen gelegt,  verdrijft en  
 dood de Motten. 
 werfchey- 
 [Bloemen. 
 Belden 
 Baad. 
 [Aanwin- 
 C C V   H O O F D S T U K . 
 ALANTWORTEL. 
 En Medicinaal Gewas,  werd ook in ft  
 Neederlandfth van veele genoemdjGA-  
 L ANTWORTEL  :  in  ft Latijn E nula  
 C am pan a, In u l a ,  en H elenium:  
 in  \  Hoogduytftch  A lantwurtz 1   in  
 ft Franfch E nu leC ampan e,  o f  ook  
 Herbê d’E leine :  in  ft Italiaanfch HELENio,maar  
 gewöonlijker Enol a ,  Enoo. 
 Deeze Plant bemind uyt eygener aart een goede, ge-  
 meehe, wel-gemeftte grond,immers zoo  zeer een vrije,  
 genoegzaam  ter Zon  geleegene,  als een  fchaduwachtige  
 plaats;  en  veel  water.  Blijft  lange  jaren  in  ft leeven.  
 Verdraagd allerley ongeleegentheeden der Winter. Geeft  
 elke  Zomer Bloemen  :  doch in  deeze  koude Geweften  
 zelden volkomen Z aad,  dan met  zeer warme en  droo-  
 ge jaren  ,  gelijk dat van  1669. is geweeft,  en  zommi-  
 ge andere diergelijke. 
 Werd  derhalven’ alleen  aangewonnen  en  vermeenig-  
 vuldigd  door  hare  aangewaflene Wortelen,  van  welke  
 men  affteekt  eenige ftukken,  boven  voorzien met een  
 of meer knoppen:  en dezelve verplant met een waflende  
 Maan van Maert,  A p r il,  o f  September.  Doch wee-  
 gens  hare  lange  Bladeren  moet  men ze  wel drie voeten  
 wijdte van malkander zetten,  en in ft  cerft dikmaal met  
 water  begieten. 
 Vermits ’ tZaad zeer lang in  de aarde wil blijven  leg-r  
 gen,  zoo dat het  eerft na verloop van  eenigè Maanden,  
 Ja Somtijds  van  een geheel jaar o f  noch  langer,  te voor-  
 fthijn  komt,  zoo  moet  men  f t ,  wanneer  men  deeze  
 Plant hier door wil aanteelen  ,  met  een waflende Maan  
 van  September  in  een  Zeep-vaatje  ,  o f   Pot  (  om  ’s.  
 Wmters  binnens  huys  bewaard  te konnen werden)  o f   
 m Maert op  een  zeer warme plaats,  een kleyne  vinger 
 diep  in  een  wel-bereydde aarde leggen,  en  dikmaal met  
 water  voorzien. 
 K R A C H T E N . 
 ALantwortel,  o f  Helenium,  is warm  en droog tot Doj t /# x  
 in den  derden Graad,  inzöndcrheyd droog zijn-  cap.10.  
 de  :  eevenwel niet  zonder  eenige vochtigheyd  :  
 daar beneevens  afvagende,  verteerende, en dun-maken-  
 de van aart. 
 De Bladeren in Wijn gezoden  ,  en  daar van  gedronken, 
   o f  gelegt op  de beeten  en fteeken der giftige Dieren, 
   -geneezen dezelve.  •  ■ 
 De Wortel geconhjt;  o f  gedroogd en  rauw gegeeten;  bj>/Is lib.  :  
 ó f  ft Poeder  met Wijn  ingenomen  ,  o f  in Wijn  gézo-  simp.c-.iS.  
 den,  en  daar van gedronken  ,  o f  op eenige andere wij- Rue^,uf  
 ze gebruykt,  opend de verftopheyd der Leever,  en'van  /. 2^. Txf*  
 ft geheele  Ligchaam  :  maakt  eén  vrolij\ gemoed *  ge-  Averr lib.  
 neeft de gebrecken van  de M i l t :  komt  te hulp de  gee- s,mP-c-42*  
 ne die  Bloed fpouwen;  dood de Wormen :  verdrijft het  *' 
 Colijk^eh  alltwinden  dés Buyks.-  Is goed  voo rde  Peft;  
 ook voor  de . engborftigheyde,  want ze jnaakt rijp  en  los  
 alle taye ,groave,  en Jlijmerig£ vochtigheyd van de Bórft:  
 derhalven ook  zeer  dienftig vopr een verouderde Hoeft. 
 Verfterkt de Maag.  Maakt een  open Ligchaam  :  dopt  
 de Spijs wel verteer en:  wéerftaat het Vergif-,  drijft hêt  
 water  der  Blaas  voort  ,  en  verwekt  der  Vrouwen  
 Maandftonden. 
 '  Dezelve Wortel week gezoden  ,  wel gewreven  ,  met Fuchf.  
 Honig  vermengd  ,  dus  t o t : een  Zalfje  gemaakt,  dan  
 gelegt  op  opene Zweeringen  en  oude Zeeren ,  zuyverd fwÊidnL  
 en  geneeft  dezelve.  Met eenig  V et  vermengd  ,  ver- lib. Herb.  
 drijft  de  fthurftheyd.  Werd  zeer  gepreezeri  teegens f°h l lu   
 peftilentiale Gezwellen,  beeten van Slangen en  dolle Honden, 
   daar op  gedaan. 
 Het uytgeparftte Zap  der gezodene Wortelen met een  Tabern, L  
 weynig  Zuyker  gedronken  , " dood  Ook  de  Wormen ;  1 ‘ c'  
 verdrijft de Buyk/rimping;  is goed voor  ft Graveel,  en  
 1  teegens een  quade lucht. 
 Het gediftilleerde Water  deezer  Wortelen  heeft dezelve  
 werking.  Met het zelve zich dikmaal  gewaflehen ,  
 maakt  een fthoon Helder Aangezigt. 
 C C V I   H   O   O   F  D   S  T   U   K . 
 EPIMEDIUMKRUYD. 
 g ^Eeze  aardige Plant  werd  ,  mijns  wee- NamcnJ 
 H anderen  als  deezen  naam  b eteekend;  in  
 g  ft Hoogduytftch  B i s c h o f f s h u t  :  in  ft  
 £  Italiaanfch  E p im e d io   :  in  het  Latijn  
 F E p im e d iu m   H ER BA ,ten  onderfchèyd  
 van  een E p im e d iu m   F r u t e x   ,  o f  B o o m a c h t ig ' E -   
 p im e d i u m   ,   waar van w ij  de befchrijying  hebben  g e daan  
 in  ft voorgaande  tweede Boek^deezes W e rk s , 
 Zij bemind een  goede,  gemeene,  liever  zandige als Grond:  
 andere,  echter  wel-gemeftte  grond:  een  opene,  luchtige, 
   wel-geleegene plaats,  en  veel water.  Blijft  veel«  
 jaren  in  ft leeven.  Verdraagd  felle Vorft,  en  alle andere  
 ongeleegentheeden  des  tijas:  geeft ieder Zomer wonderlijke  
 en kluchtige  Bloemen ;  ook dikmaal volkomen  
 rijp Zaad:  ft welk  met een  waflende Maan  van Apr il, Aanwin-  
 ó f  May ,  niet  diep  gezayd moet zijn  in  een  P o t ,  ge-  ntnS*  
 fteld op een warme plaats,  en  zomtijds  met  een  w e ynig  
 water  begoten.  Hier  door  werden ze  aangewonnen  
 en  vermeenigvuldigd.  Dan  ook  noch  door  hare  
 aangegroeyde  jonge  Wortelen  ;  welke  men  op  de  genoemde  
 tijd van de oude afheemt en verplant. 
 Nr i K R A CH -