B e s c h r y v i n g v a n 1>e . B o o m e n -, I B o e k !, 1 1 2
vcelerley vierentwintig uuren lang in ruym twee Kannen W a t«
Gebree- te weyken gelegt, en daar na in Dttphcc va fe, ot e .
k a i jH ' tot op de helft gekookt, en gezuyverd; dan op t
zelve gekookte Hout noch eens twee Kannen gedaan,
en tot op anderhalve verzoden, is zeer dienftig voor de
volgende gebreeken. , a ,
En hoe te R u y ra een half Pintje o f wat minder , na dat de
ecbruy- kranckheyd hitzig , o f de Lijder fterk i s , van het
eerft-gekookte water, een weynig, warm gemaakt,
’smorgens nuchteren.ingenomen, en daar op gezweet;
o f daar van over en na de maaltijd gedronken , zonder
daar op te zweeten; voorts geen andere als gezonde ,
drooge, voedzameSpijzen matig genuttigd, geneeft de
Spaanfche Pokken, 't Podagra, en allerley foorten van
j ig t . . .
chrijhfh. Het tweede W ate r, met een weynig Zuyker door
i c«:U. den dag gedronken, verdrijft alle KoortK.cn; ook Ziek:
■ fT“ ' - , ten, veroorzaakt door koud e , verftopping, quade
fpijzen, en andere ongeleegentheeden : verjaagt de
MiItziekte, en de Waterzucht, Steen en Graveel: ver-
fterkt en helpt een koude Maag, en ’t geheele Ingewand.
Is goed voor een quade Borfi; koude gcbrec-
ken der Lange, en allerley Catarrhen, o f Zinkingen,
als men voor a f een zachte purgatie heeft ingenomen:
ftild ook de fmerten der Nieren, en der Lendenen-.
drijft uyt de Winden-, bevorderd de waterlojfmg ; verwekt
de Maandjlonden , en zuyverd de Moeder der
Vrouwen, tot vruchtbaar-werding; belet het brul'jn,
en doed de fpijzen wel verteeren. Maakt een goeden
foh Bou- adem; vci'fterkt de verdrijft het Colijkj geeft
htn.lib.J,. een gezonde verwe; doed magere Lieden vet werden;
»«■ i. «y. bewaard ieder voor de Poft-, is goeefteegens vergif, en
51' maakt een open Ligchaam.
Hout, co Zes greinen van’t geftootene Hout te zamen met den
Bift. B a f , in Roozewater ingenomen , heeft dezelve werking.
teegens al de gemelde Gebreeken. Doed daarenboven
allerley ilach van Wormen fterven, . jn:
Zeldzaam- Als'de Vogelen van dcWruchten eeten , werden haar
heyd. de Haröènen zoodanig ontfteld, dat ze zich met dë
hand laten vangen : maar te veel daar van. genomen,
veroorzaakt haar de dood.
L I I I H O O F D S T U K .
STYRAXBOOM.
N deeze Landen een zeer geliefd en
later, na datJietWeer zich aanfteld, binnensThuys op
een luchtige plaats zijn gezét; daar men haar, door de
opene Venfteren , de Lucht en Zonneftralen zoo lang
laat genieten, als de aankomende koude zulks niet verbied
Verfchey- fchoon Gewas, yoerd deezen naam in ,
c namen. g p|jl| *t j\pe£derlandfch. Werd in ’t Lattjn
? S jg | | geheeten- Styrax ? o f Storax ARt
« I t e i ROR : in het Hoogduytfch Styraxbaum
; en in ’t Italiaanfcb Storage.
Qom> U y t deeze Boomen vloeyd een zeer welriekende Gom,
van dieii zelven naam , doch alleen in de warme Landen
; en bij alle Liefhebbers der Genees-konft genoeg
bekendr f
Waaroee- Zij ‘beminnen een goéde> zandige aarde, met een :
Buiig. weynig oude Paardemift van twee jaren, een-jarige
Hoenderdrek , en ’t Mol der vergane Boomen , o f in
plaats van het zelve Veeh-aarde , te zamen wel en genoegzaam.
onder malkander gemengd ; een warme ,
opene, - luchtige , vrye , en bequamelijk, ter Zon ge-
leegene plaats; neevens matige vochtigheyd. Geeven,
als ze oud genoeg zijn geworden, in onze Geweften ,
Bloemen nje^ a^een Bloemen, wit van verwe, welke in ’t begin
van Juritm, o f wat later, voortkomen, en tros-wijze
tuflehen de Bladeren aan de Steel zitten , maar ook bij
Zaad. goede en warme Zomers, volkomen-rijp Zaad.
Niet wel konnen ze verdragen veel koude Herft-
opquee^*0 reegenen, miftige lucht, zware Stftrm-winden, Rijp ,
kiogi feilef'órft, o f andere ongeleegentheeden van de Winter',
moeten derhalven, met een wallende Maan van -April,
in een Pot geplant zijnde, h a lf September, o f een weynig
; voor welke men haar voorzichtig wagten , en
dan op een warmer plaats brengen m o et, waar in echter
niet als bij vriezjend Weer werd gevuurd. Gedu-
rende de geheele Winter mogen zè niet meer als twee,
o f ten hoogften driemaal, met een weynig lauw-gemaakt enwaar
Reegen-water van boven begoten, o f befprengd wer-
den: want hier in beftaat haar leeven en welvaart: dat
menze in deeze tijd droog houde; voor een koude doordringende
Worfl zorgvuldig bewaare, en niet voor in 't
b e g in v a n e n / , o f wat later, na.geleegenthëyd des
tijds , met een zachte warme Reegen weer buyten in
de Zonneftralen Helle; doch dan ook haar nauwkeurig
waameeme en behoorlijk dekke voor de koude nachten,
fneeuwige Reegenen, en fterke Winden,to t iji May toe,
Eën weynig voor dat men haar buytens huys brengd,
moet men haar, d o o r ’t open-ftellen der Venfteren, de
lucht weer wat gewoon doen worden.
Uyt eygener aart zijn ze, lang leevende. Hare Blo- Bladeren.
deren, welke die van de Oucehoom zeer gelijk zijn,
zoo in gedaante, als in wit-groene verwe, en door-
I lopende Aderen, doch ronder,. en wat korter van Helling,
verliezen ze noyt; maar blijven altijd, eeveajeug- , .
dig, en van een zeer bevallige aanfehouwing.
In deeze Geweften konnen ze aangewonnen werden, Aanwin-
niet alleen door haar Z a a d , u y t warme Landen her-” ing'
waarts gezonden ; *t welk met een walfende Maan van ^oorhaar
April o f M a f , zomtijds wel eerder , hol en luchtig, Zaad,
ontrent twee ihroff-breedte diep ,:.in een Pot,gezayd o f . .
eeftoken werd ik®331 ° ° k door hare onder p f hoven
de aarde uytgefo»renc jonge Loten, welke men , om enLotcia
i hare teederheyd? w i l , voorzichtig en fubtylmet'èên
; Pennemes ten ïialven infnijd, gelijk de Angelicren, en
met aarde aanvuld. Als ze dan Wortelen gefcSoten heb-
: ben, ‘twelk langzaam en zoberlijk gefchrëd, (nijdlmen
j z e ’ a f met'eert waffende Maan in f^ r / / , en men verplant
ze in Potten,
K R A C H T E N .
DE Hars , o f Gom, van deeze Boomen , welke Tweeder-
zeer veel gebruykt werd, • is tweederley, alhoe-
wel ze van eeven dezelve Boom werd vergaderd, ° and°eezj
JDe eene werd' genoemd St yr a x Sic c a , o f c a lAm i- Boomen.
t a , om dat ze zoo wel in Rietën , als droog in kley- -
ne ft uk j en s , u y t Pamphilieny. Syrien 9 en andere ver-
.afgeleegene Geweften overgëbragt werd. De andere
.St yra x lioj/id a , o f dunne Styrax 3 welke, wat erachtig
zijnde, eerft.vloeyd; daar n a , door zijne eygene
-vettigheyd en de lucht dikker , ook in Rieten ge- cal. ïM
.daan ,[ en eyndelijk gantfeh droog geworden, | de ge- ^ntidot.
dagte naam van Sic c a , ;of G al am ita , bekomt.
Deeze werd voor de befte gehouden is welriekend ,
y e t , zuyver ', en Vóórzien met witachtige fchilferen ,
o f brokjens, .. .
Deeze Gom is verwarmende, verzachtende, en ver-liiofcoril-
teerende van aart zeer dienftig tèegens den -Hoeft ;
verdrijft de Zinkingen , zvi'&z Heefchheyd van de.Keel.
.Is zeer goed voor een koud vergif’.ook. teegens de verftopping
en hardheyd van de Adoeder der Vrouwen: ver-
•W.ekt de Maandjlonden. Een Pilletje van deeze Gom
met oprechte Terpentijn ingenomen, maakt een zachte
Stoelgang. Uytsyendig heeft ze ook haar gebruyk.
D e Grint en fchurftigheyd daar mee gewreeven , vergaat
daar door. Werd dehalven met groot voordeel ge- Matter
daan in Zalven , aangelegt om te fcheyden en te ver- l‘c*
fterken: delgelijks in de Theriac.
Eevep ’t zelve vermag de Oly , welke in Syrien ge-
maakt, en allerweegen vervoerd werd. c'
De Styrax liquida, o f dunne Styrax, heeft ook styrax />*
een verwarmende kracht. Werd geoordeeld goed te cy»Uazijn,
JfMl