
 
        
         
		B e s C H R Y V I N G   .  V A N 
 zaak!)  een  zeer krachtige  Camphar zelfs;  welke  regt  
 in  teegendeel  van  de  Baft  ,  tot  in  den  derden  Graad  
 droog en  koud is. 
 K R A C H T E N . 
 Galn.lii.  "1— \ E   Kaneel,  gelijk wij  alreeds hebben gezegt,  is  
 simp.  I  J  warm  en  dröpg  tot  in  den  derden  ,  o f ,   Yol-  
 AteJ.j.  A S  gens anderes  droog in den .tweeden s  enheetin  
 den  derden  Graad,  fijn  van  deelen,  en  een  weynig  
 floppende.  Verteerd,  fch,eyd,  verdeeld L   en v em g t :  
 verfterkt  het  geheele  Ingewand;  opend  de  veritopte  
 Leever,  d r ijfd u y t  alle  overvloedige  vcchtigheyd;  is  
 goed voor de waterzuchtige;  maakt  een goede Adem ,  
 en goed Bloed,  vermeerderd het Zaad ;  doed de ïpij-  
 nlnt.  zen wel verteeren;  veroorzaakt  goed Zog;  verjaagd de  
 simp. Hiß. Winden, weerftaat  allerléy  vertoningen,  en  iszeer dien-  
 “ f-N-  ftig tot verfterking van  ’t Hoofd;  matig  in  de  fpijzen  
 gedaan:  ’ t G e ile k  werd’er  door verklaard,  cndefchee-  
 Mmtb  lil  mering'der O ogen  wechgenomen.  Zij  ftild de Hoeft;  
 {o. Lp.;.  verdrijfd de  koude Pis;  geneeft de gebreeken der  
 u iofior.lil.  en  dcr  Is dienltig  teegens  allerlcy  vergif,  en 
 inwendige zwellingen.  In Wijn  g ew ey kt,  en  dezelve  
 gedronken  ,  drijfd  uyt de Nageboorte.  T o t   f to f gemaakt  
 ,  en met  wat  Myrrhe  vermengd,  verwekt  de  
 Maandftonden.  Kortclijk  ,  de  Kaneel is van een  Zeer  
 nuttig gebruyk voorleder, behalven voor &egalachtig  
 en  hitzig van Bloed zijn. 
 R.fi, ut.  U y t  Kaneel  kan men  een  zeer goed Water ddtillee-  
 s,m{.  ren  >  0p  de  volgende  wijze  :  neem  een  pond  van  de  
 **#• '7-  befte  Kaneel,  Ueyn  gefneeden;  v ijf  pintjens  Roofe-  
 water,  en drie pintjéns Spaanfche Wijn  :  laat dit  driemaal  
 vierentwintig uren  lang  te weyken  ftaan  ,  en di-  
 d e   B o o m e n ,  I  B o e k ,  114 
 gevuurd werd  ;  gedurende de Winter met een weynig  
 lauw-gemaakt' Reegen-water  van  boven  begoten,  en  
 niet  voor  half A p r il,  ö f   aan  weynig later,  met  een  
 aangename Lucht en  zoete  reegén,  weer buyten gezet. 
 Vo or Sneetewige vochtigheyd  en  kpude nagten  willenze  
 behoorlijkgedekt zijn. 
 ftilleeit het  dan  in B. M .  o f  duplici vafe.  Dit is  zeer  
 aangenaam van  reuk en fmaak:  fcheyd  alle taeye voch-  
 tigheeden ;  verdrijfd de Winden ;  verfterkt de Maag ,  
 Leever,  M ilt ,  Hert,  Longe,   Harffenen,  en  alle Zee-  
 nttwen  als  men’er twee o f  drie oneen  van met  Wijn  
 inneemd: ’ t zelve gebruykt met wat Citroen-zap, helpt  
 de ongeleegentheeden  van  de  Moeder  :  is  goed  voor  
 'de  Kramp,  Lamheyd,  Engborftigheyd,  en de Wallende  
 Zaiehte.  ■  , 
 Kaneel-  De  Olye  van  Kaneel  verbeeterd  ook  de  genoemde 
 Oly.  gebreeken.  . 
 Camphar.  Van  de  Campbar u y t  de Wortel  des  Kaneelrooms  is  
 op  *t  eynd deezes Hoofdflaks gefproken. 
 L   I   X   H O   O F D S T U K . 
 SINT JANS  BROOD. 
 a is 
 wÈï ë l B l g  Neederlandfch  dus genoemd:  m  het  
 ®  g m m  Latijn  Carobe,  Ceratia  siliqua,  
 C e r a to n ia>  o f  Panis  Sancti  Jo-  
 HANNis:  in ’tHoogduytftth S. Johaxs  
 B rodt  :  in het Franfth  Carougier,  en in het Ita-  
 liaanfch  C arobe,  of  C arobole.  , 
 Wat voor  Deeze Boomen. beminnen een  zandige,  goede,  ge-  
 een aarde  ^ eerie grond,  met een weynig oude twee-jarige Paer-  
 zij  bemin- g/nijp m  Veen-aarde,  wel door malkander gemengd:  
 een warme,  opene,  y r y e ,   luchtige,  en  genoegzaam  
 ter Zon geleègehe'plaats;  ook matige,  maar niet al te  
 veel voentigheyd.  j 
 Geeven  In onze Landen geeven ze noch Bloemen noch Kruchhier  
 noch  u „   .  ponnen' ook geen  koude  Herfft-reegen  ,  Storm-  
 Bloem  winden,  Rijp,  miftige  Lucht,  o f  eenige Korft verdra-  
 Vrueht.  gen: werden  daarom, met een willende Maan van April  
 in  een P o t ,  o f  Houte Bak  ,  na datze groot zijn,  geplant  
 , in ’t laatfte van  September,  o f  ’t begin van Oido-  
 ber, na dat de jaarstijd noch goed is ,  binnenshuys gc-  
 bragt op  een luchtige plaats,'  daar bij  v r ie z e n d e eêrin 
 Zij  werden.,  vermits ze in  onze Landen,  gelijk al- Aanwin.'  
 reeds gezegt i s ,  noch  Bloem  noch  Kracht voortbren-  
 gen,  alleenlijk vermeerderd door  haar  Z a a d ,  Y  welk Uyt war. *  
 uyt warme Gewefteh,  hoevarlfcher  hoebeéter,  her-me La»,  
 waarts gezonden  zijnde,  ftraks na’t eerfte Ouarticrder ^ ar^r'  
 waffende Maan van April o f  May, werd gezayd ineen gebonden.  
 P o t ,  met de gedagte grond gevuld  ;  hol  en lu ch tig,  
 niet  dieper dan  twee Stroo-breed.  Warm gezet ,  voof  
 koude  O ofte-  en  Noorde-winden wëlbewaard  zijnde  ,  
 zal  ’t binnen  een  korte tijd te voorfchijn  komen  ;  in-  
 zonderheyd  indien  men  de  Pot  zes  o f  zeeven weekeit  
 lang gedurig in warme Paerdemift  fteld;  o f  anders het  
 Zaad in een glas op varffche Paerdemift  le g t ,  dikmaal  
 met Zalpeeter water overgoten  ,  tot  dat  Het  door der  
 Zonnen  warmte  gekijmd  i s ,  gélijk  hier  na  van  de  
 V lesscheboom,  o f  G uanabanus  ,  zal gezegt werden.'' 
   ’  -tvm- 
 Deeze jonge Boomtjens,  zijn uytneemendteeder van  
 aart,  en  zeer  bezwaarlijk kan men ze de eerfte Winter jongC  
 over in  ’t leevéri behouden  :  maar naderhand  veel  be- Boomt-  
 quamer,.  als ze Houtachtiger  en  fterker zijn geworden,  i«“ -  
 Moeten  derhalven  (  eens o f  tweemaal,  gedurende  de  
 Winter,  een  weynig  lauw-gemaakt Reegen-watér  van  
 boven genoten hebbende )   niet voor teegens May weer „ E   
 buyten  gebragt , en voor koude nagten wel gedekt wor- M  de  ra.  
 den  :  ook.drie j i e n   lang  ,  zonder  gerept  te  zijn  ,  inplantmfr  
 hare .Potten  blijven  :  daar  na  mag men  haar met  een  
 waffende  Maan  van  April  voorzichtig  uytneèmen  en  
 verplanten ;  zu lk e rw ijs ,  dat in ’t opneemen  zoo  veel  
 mogelijk is toegezien werde, dat de.aarde niet van hare  
 .  wortel  komt  te vallen. 
 k r a c h t e n . 
 DE   inwendige Pulpa,  o f  ’t  Marg deezes .Boomsi^oln.B.  
 zonder de Steenen, is warm endroog geen wcy-  
 nig  té  zamen-trekkende van  aart, en liefKjlc yari ut.  
 fmaqV.  Varfch:  gegeeten.,  werden  deeze'Vruchten^.8r.  
 voor de Maag ondienftig geoordeeld,  vermits dezelve  
 bezwaren,  en.quaad Voedzel geeven.  Eevenwel doen  
 ze  Purgeeren.  ^  fn v i 'i i 
 In  teegendeel de  drooge Vruchten  ,  gclijkze m o n z e ^  ^   
 Landen'gebragt werden,  zijn Voor de Maag goed; -in-  
 zonderheyd na de maaltijd  gebruykt  -.  maar  Vöor  de-  
 zelve,  floppen z e ’ t Ligchaam.  . . . 
 In Wijn gezoden;  zijnze goed voor den Hoéft,  be- M ,   
 nauwden A d em ,  de  Longe-zttcht’.  drijvende  Wr.ier-  .  
 making  v o o r t,  en neemen wech de brand der Nieren. 
 't  Zelve doed ook ’t Marg ongekookt.  : 
 L X   H O O F D S T U K . 
 ARBUTUSBOOM. 
 een  ongemeene  en  zeer  .  féhoone Namen,  
 g  B o om , werd,mijnsweetens , metgeen  
 andere  als  deeze  naam  in  *t  Needer*  
 jH  landfeh en Hoogduytfch genoemd :  in  ’t  
 W . Latijn ook al A rbutus , maardaar nee-  
 vens  U nedo  :  in  ’t  Franfch  A rbou-  
 Sier  >  en  in  Italiaanfch  A r bu to ,  A lbAtro  5  o f 
 C erase  M arine.  -  v   >  '  ^  f \ 
 Hij  waft  in  warme  Landen  tot  een  aanzienlijke Wa  
 hoogte op  ,  en  blijft ook zelfs in deeze Geweften nietop'  
 laag  van  ftam.  j  •  '  ia 
 Van deeze Boomen zijn mij  in haren  aart bekend ge- ^ ^ .Tc  
 i  worden twee bijzondere  foorten $  te weeten  :  de  ge-  foortcn, 
 Alt ENE