
 
        
         
		33  Q_tr EEEooM.   A ma n d e l b o om.  34 
 Kogeluyt  W il  men  een  Kogel,  die  iemant  in  't   Ligchaam 
 u i r X o .   W ÊÈ  uyt *  wonde trekken 1  die S i  daar 
 in  een W ie k ,  gemaakt  van  een  Ouee-peer,  o f  bij  gebrek  
 der zelve,  van Quee-vleefch?Seftreeken met O ly   
 van Eyeren.  . 
 Quce-  Men heeft  zich  derhalven niet te verwonderen  *  dat  
 I I I   zop  veel  dienftige:  dingen  ,  «rekkende  tot  der Men-  
 Simf.c.ïo .iche“   gezondheyd,  allerweegen  van  deeze  Vruchten  
 ai.lu/u. I. Werden bereyd  :  onder welke  ’t  Ouee-vleefeh geenzins  
 ‘ 46-  eene der minfte werd gereekend.  Want voor de maaltijd  
 daar van gegeeten ,  flopt het de  Buikloop  ;' . doch  
 na  den  eeten geb ru y k   ,  opend het de B u y k ,  en  ver-  
 oorzaakt  Stoelgang. 
 Hooflpijn,  De Oneen neemen w.ech  de Hoofdpijn,  welke voort-  
 &c.  komt u yt de dampen van de Maag,  na boven  trekketf-  
 de, vermits ze de krop  van de Maag.fluyten:  zijn goed  
 voojr zwangereKromvat.,  zomtijds  daar van  gegeeten;  
 doch moeten  zich  daar van  onthouden  teegens den  tijd  
 der Verloffing.  ■  \ 
 curt.ty.  ■  Met  't Water,  waar in gezoden  zijn volkomen-rijpe  '  
 hm. 13. C.  Oue'en,  (want deeze  zijn altijd de befte)  > brengt men  
 M .  Unie.  te  reckt  de  uytgefchotene  Moeder,  en  Aars-  
 l. i.c.11.  darm-,  daar  meê  geftooft.  ’s Avonds  daar  van  gedronken, 
  maakt  een  luftiggcmoed-,  verwekt  eetens-lufl,  
 en  verdrijft de  dronkenfehap. . 
 Carbonke-  De wolligheid,  welke men op  deeze Vruchten  ziet, MSB “ W ij"   gez°den ,  en  op  Carbonkelen  ,  of.pefiilentiale  
 Hayr.  hardigheid g ele gt,  verdrijft  en geneeft dezel ve  :  doed  
 f f 4'  H l  ° 0k  £ »^gevallene Hapr weer groeyta  ter plaats  daar 't  
 ffaw. m   uytgevallen  i s ;  volgens  ’t  getuygenis  van  L eonhar-  
 -  X  '  dus  Fuchsiu.s. 
 Groote  Korlen  deezer  Vruchten  in  Rozen-water  genuttigheyd  
 Weykt,  geeven  van  zich  een vette en  taye  flijmerig-  
 lorto1“ '   w y d ’   genoemd Mucilago  ,  o f  Mucago Cidoniorum.  
 Deeze met  een  doekje op  't Fondament gelegt,  is  zeer  
 goed voor de Takken  (anders gezegt Speenen,  o f  Am -  
 vepen) .  In Water gew éykt,  en  daar meê gegorgeld,  
 neemt wech  de  hitte en  brand  in  de Keel,  en  van  de  
 Maag.  In de Mond gehouden,. verflaat'ze de dorfl,  
 en  geneeft  een  géwondde  Tong. I  Werd ook  gelukkig  
 -  geftreeken  op  de  verbrandheyd;  en  gedaan  in  Clifie-  
 rten ,  welke.men  gebruykt  teegenssde  roode Loop  en  
 diergelijke  Qualen  ;  want  hier door werd  't  gedarmte  
 verzacht,  de  fmerte,  en  de fcharpheyd  der  ontftee-  
 kende vochtigheyd wechgenomen. 
 Cbgen van  Deeze gezonde Kracht  is  voortijds  niet  minder  ge-  
 genoèmd  a c k tgeweeft,  als heedênfdaags.  D e  Oude hebbenze,,  
 de  Vrucht om  harer  fchoonheyd  w i l ,  genoemd  de Frucht  der  
 der Liefde. Liefde;  en de  Godin  Kermt  toegeëygend.  .  Waarom-  
 inïTuat.  R°k  Plu ta rchu s   verhaald,  dat  de  wijze  So i.on i   
 Conjugai, '  “ oor  een  bijzondere W et ii,alle  houwbare  Dochteren  ' 
 ;  gebood, ;  datze niet  bij  haren Bruydegom  zouden  fla-  
 pen,  voor datze eerft van deeze Vruchten hadden ge-  
 -geetenl  Hier door wierd beteekend,  dat de  eerfte Bij-  
 eenkoomft  van  Man  en  Vrouw  niet  anders  moet ge-  
 fchicden als met  een aangenaam gelaat,  heflijke T o n g ,  i  
 I  en wel vergenoegd Hert.  . 
 [bctuyeina  ~  Mcn ge*>ruyktezfe ook  voortijds  tot  een  bewijs  van  
 IVJO  g  Trouw  :  want  als een Dochter een Jongman  ,  o f  een  
 i  Trouw.  Jongman een Dochter, een  Ouee-vrucht in den  lchoot  
 ËJilm. lil. wierp  ,  zoo  was  't  zoo  veel  als  een  Trouw-penning. 
 ■   Wanneer  de  Jongeling  dit  deed  ,  g a f hij  daar door  te 
 kennen  zijne  geneegentheyd  om  haar  ten  Vrouw  te  
 hebben:  als ze die behield,  betuy gde ze daar  door hare  
 weer-liefde. 
 xi  h o o f d s t u k . 
 AMANDELBOOM. 
 Merfchcy,  Us op  *t JVeederlandfeh genoemd;  maar  in 
 H   | |   S  Latijn A mygdalus ;  in  ’t Hopgduytfch 
 P   n'  fju  M andel- baum ; in ’t Franfch A mandier, 
 en *n  *1 Ltaliaanfch M andolaro. 
 r Bllf Van Z1in B in  kareil? aart kekend  vier  onder- Vieron-  
 lcheydene  Soorten-;  namentlijk  A mygda lus  vu lg a - êerfchcy-  
 R t s ,   E R u c T u   amaro,  gemccnc A mandelboom,  met  
 een  bittere  Vrucht.  Fr u c tu   d u l c i   ,  met  een  z.oc!e ttU"  
 Vrucht.  Fr ü c t i   d u l c i   moli.iori  pu t am in e ,  met  
 een  reoete Vrucht  en wecke Schaal:  A mygdalus  pu -   
 MILA  ,  Of JJANA  ;  de KLEYNE  ,  o f  LAGE AMANDELBOOM. 
   Niet alle  zijn ze van eenerley aart. 
 A l  te zamen  echter lieven  ze  een  zandige,  gemeene Wat voor  
 drooge grond, met een weynig twee-jarig-oude Konen-  aardc ™.  
 miß,  en  geen-andere  ,  door-mengd  :  want  indien ie-  
 mand Paardem.fl,  oude o f  jo n g e ,  daar bij  quame  te  Ê  .  
 doen,  o ften  naaften  bij  daar ontrent wog leggen,  zoo  
 ■ zoudenze  daar  na  ligtelijk  onvruchtbaar  werden,  o f   
 ten  minften  eenigejaren  blijven  zonder  Vruchten  te  
 •dragen,  wijl men  heeft bevonden,  dat ze een merke-  
 dijken  a f keer  hier  van  hebben  :  inzonderheyd  al  de  
 groo te A mandelboomev  ;  welke  ook  veel Water  
 -minder  können verdragen  dan  de kleyne.  Voorts beminnen  
 ze een opene lu ch t,  en warme plaats.  Bloeien  
 zeer  fchoon  in  YVoorjaar i  en geeven  in  den Herfft  BIoclTem  
 volkomen-trijpe Vruchten; gérneenelijk iederJaar.  Kon-  ' nVruch».  
 nen  tamelijk  wel  de koude' der Winter uytftaah;  be-  tCQ*  
 -Halven  de  gcene,  welke  Vruchten  met  een  weeke  
 Schaal,  o f  Kraak-Amandelen-  vóórtbrengen.  Deeze  
 können  in  onze  Landen  door  een harde vórfi ligtelijk  
 verderven  :  worden ook door  dezelve,  voonimient-  
 hjk  door  veele  Neevelen,  die ze  niet  hjden  konnen  ,  
 dikmaal  aan hare Takken befehadigd.  Moven in dee-  ^anwin-  
 ze Geweften niet wel - vermeerderd  weiden-,  dan door  ” iag'  '  
 hare  ftraks  na  volle Maan  gezayde Vruchten.  Echter  
 kan  ook de-aanwinnmg-door Inoeulatie gefchieden. 
 Doch  d A mygdalus  n a n a ,-  o f  k-l e y n e   A m an-  AmygdK.  
 DELBOOM ,  die nauwlijks vier -voeten  hoogte opfebiet,  
 werd genoegzaam vermeerderd door zijne bij  de W o r i  Amandêu  
 tel  veelvoudig  uytlopende  jonge  Scheutjens;  welke  boom.  "  
 men,  van  zelß  geworteld  zijnde,  met  een  afgaande  
 Maan 'in Maert,  November ,   o f  Febrmrius,  van  de  
 oude  afneemd  en  verplant.  Deeze  zijn  van  naturen  Bloeflëm,  
 harder  dan  de  groote.  Geeven in  ’t begin  van  April™*1 aan’   
 zeer fchoone,  bleek-roode,  veelvoudige Bloemen,  be- f   ■  
 ftaande  uyt  v ijf langwerpige- teedere Bladertjens  ,  be-  zicht.  
 houdende^ inwendig-veele  eierlijke  bruyn-roode knop-  
 jens: welke ftaan  rondom de Takjen?; niet alleen om dé  
 hooge,maarookomde lage;  ja om deeevenuytdeaarde  
 voortkomende Scheutjens;  dé  êene boven dè  andere;  
 zeer  aangenaam  voor  't  gezicht.  Dan  noch-aardige  
 Bladertjens,  donker-groen  van vêrwe,  wat hardachng Blalereiï  
 van  aart,  gemeenelijk  opwaarts  gekeerd,  ruftende  op  tn Vruch.'  
 korte Steeltjensi,  én Voortkomende nu uyt  de  een,dan  
 uyt de andere  zijde van de  Steel,  digt boven  malkander  
 ;  inwendig met een regt-doórgaande groote'Ader  
 waar uyt-zeer veel teedere  en  fubtijl-kleyne  haren oor’   
 fprong neemen  ,  vercierd;  onder ftnalft,  in  ‘t midden  
 gemeenelijk breedft,en voor eyndigende in  een ftomp-  
 '  achtig punt;  drie vingeren  breedte lang,  eene vinger  
 breed,  en  rondom  als met teedere  ,  fchoone  en nette  
 tantjensgezaagd.  De Vrucht is bitter:  moeten,  gelijk  
 de andere,  óp  een warme plaats zijn geplant.  Konnen  
 echter meer vettigheyd verdragen. 
 De  bittere Vruchten  deezer  Boömen  werden  zoeter Bittere  '  
 gemaakt, wanneer men boven op de^Wortelen Varkens-  ',mancfe-' 
 miß legt-,  dezelve met aarde pvefftroyd,  en met k o u -„d o ra " 
 de  Kamerloog  ( o f  Menfchen-water )  begiet.  Hier worden,  
 door  werden  de  Amandelen  niet  alleen  zoeter  van  
 imaak,  maar óok zelfs de Boömen wel-dragénder;  inzonderheyd  
 ,  als men  dit eenigejaren  achter  malkander  
 doed. 
 KRACHTEN. 
 V -drjfche,  o f  groene zoete Amandelen ,,  zijn  van Groene  
 fmaalc  zeer  aangenaam ,  doch  geeven  weynig Amande-  
 voedzel;  echter zijn ze dienftig voor dezwan- lcQ-  
 ^   Ö  gerc