775 Müscari. Camelike. Kraeckeeezien. Penningskruyd. y76
H , H' er i j l mii in haren aart bekend v i j f bijzon*
tondcrc dere foorten, namentlijk: Wi 1
foorten. t Ti * 1. M y a g r u m v u l g a r e , o f gemeene Cameline,
anders Myagrum. I I. M o n o s p e r m u m , o f Myagrum
met een uiteen in haar huysje zittend Zaad.. III. M on
o s p e r m u m fo l io VARiEGATo , o f Myagrum met
geel- en groen bonte 'Bladeren, en alleen een Zaad in
haar huysje. IV . T h l a s p io s f a c ie , o f Cameline
met een gedaante van Thlajjti. V . M y a g r u m r o t iw -
DUM> o f rond Myagrum. A l te zamen zijn ze van
eenerley Bouiving en Waameewing.
Grond. Zij ^beminnen een gemeene , goede, zandige, welgenjeftte
grond: een vrije, bequaam ter Zon geleegene
plaats, en tamelijk veel Water. Blijven niet langer dan
eene Zomer m ‘t leeven; geeven in den Hcrfll volkomen
njp Zaad, en vergaan dan van zelfs.
Aanwin. Moeten derhalven in ieder Voorjaar, met een waffen-
g' de Maan van S y iM o f Moert, weer op nieuws, niet
5 dleP> g^ayd worden. Komen ook dikmaal u y t 't neergevallene
Zaad van haar zelven voort; en konnen hier.
door genoegzaam vermeenigvuldigen.
k r a c h t e n .
DE Vruchtek van KraebbexJen, o f M & M i tA ü a DeJ.Ltj,
verkoelende totin'tlaatft van den tweeden graad; W
. ook te zamentrekkende, verfterkende, m een
weymg drogende van aart.
W ‘)n ,en. Zuyhct gegfeten, ftillen de D o r jl: Durant,,
de W W ee" ftoPPen de Bteykloop; ook W
t Braken ophouden , en noemen
ween de brand der Koortz.cn.
«ytgeparftte Zap deezer Vruchten met Zuyker UMMil
tot een SVroop o f Rob gekookt, doed eeven ’t zelve f°L fe
I s T S u gCn° emdJe Sebreeken’ doch veel bequamer. f Z ' U ''
ïo o r lf,bOVen'S° voor alle onnatuuervlyMke0 0hyidtteeg deeern Lee edvieer -, e n ’teeheelê '
Ingewand. Neemt wech de Dorfi in hitsige Koortzen
M l ln do mond-houd, o f inneemt. Verkoeld
°o k de brand van de Gal.
C C CL I- H O O F D S T U K . k r a c h t e n .
Aart. O Ameline, o f Myagrum vulgäre, is verwarmende
- j , V J en .tc zamentrekkende van aart; weegens de bit-
’ 7' i n yd onaang enaam te gebmyken in de Ge-
neeskonft, en voor de Maag. Want het geeft wey-
nig voedzel; verwekt Do rfi; en mag niet inwendig
ingenomen worden zonder grootevoorzichtigheyd.
'S M 1 *■ dytgeparftte Zap der Bladeren op de teerendes
Uittil. l. 3. eD j°P de 'tchurfthrjd des Ligchaams gele gt,
De Oly , uyt het Zaad geparft, word van veeletot
branding m de lampen gebruykt.
C C C L H O O F D S T U K .
KRAECKEBEZIEN.
Namen: A S J É ^ M f i f e l e t alleen dus in het. Neederlandfch, .
tÊÈR^^BêÈfiÊ maar ook van veele Postelbezien
gobbemtl. De oorlpróng des naams is,
° m d a tz e ’ wordende , een
« B | l kraeckend geluyd van zich geeven. In
'T’ '” ï ï a het Latijn M y r t il lu S; en V a c c i -
NIA : in het Hoogdnytfih H eydeLe ebren : in het
Franfch A irelle , o f A vr e llé ': in het Italiaanfih
M y r t Il l o , C a l a v e z z a , en V ig na d ’O r so ', o f
U va O rsa.
§ « ; ’H r Vsn ziin ™ i in haren aart bekend twee bijzon-
fomten! - dere foorten, namentlijk:
, I. h lvR T iLm s FRucTir NiGRo, o f zwarte Kraab-
bex,ie. I I , M y r t i l l u s f r u c t u r u r r o , o f n o de
Kraebbezie, die niet zoo zeer als de.ahdere begeerd
word. Beyde zijn ze van de zelve Bouwing en Waar-
neeming. "
praai Zij beminnen van naturen een gemeene, zandige,
magere o f dorre, doch luchtige grond. In een goede
aarde geplant zijnde, geeven ze weynige o f gantfeh
geene Vruchten. Konnen echter veel Reegeit, fterke
Winter-koude, en andere ongeleegentheeden des tijds
uytftaan. Worden uyt eygener aart zeer oud. Verliezen
laat in den Ilerffl hare Bladeren; welke zich vroeg
, m t Voorjaar weer vernieuwen.
| si’”»” “1' K ,onnen door geen ander middel vermeenigvuldigd
worden, als door hare aangèwaffene jonge Scheutlens;
Welke men, Wortel gekreegen hebbende, in Othber ,
o f Moert, met een afgaande Maan , van de oude afneemt
, en verplant.
PENNINGSKRUYD.
Us in het Neederlandjch genoemd , Namen.
OT weegens de overeenkoming in gedaan-
M te : in het Latijn geheeten N ummu-
r n la r ia , en C ent Imorbia .• in het
[ Hoogduytfch E g e l k ra dt , en Pfen-
‘ ningkRa u t '; in het Franfch H erbe
M onnoyere : in het Italiaanfch D in e r a r ia , en
JNumwolaria.
„ „ Hl. f Tm Zt 1 1 “ haren aart hekend geworden drie Drie ver-
veranderlijke foorten, teweeten: anderlijkc
I. N ommularia flore lu t e o , o f Benninosbrurd ^,ortcn*
met een geele Bloem. I I. F lore pur pur eo, o f met
een purpure Bloem. III. N ummularia A m erica-
n a , o f Americaanfch Penningskruyd. Niet alle zijnze
van de zelve Bomving en IVkarneeming.
Zij beminnen u y t eygener aart een luchtige, goede, Grond. ,
gemeene, zandige , zoo welgemeftte als ongemeftte
grond: meer een donkere dan een openc, wel ter Zon
geleegene plaats, en veel Water, Verdragen felle boude,
en alle andere ongeleegentheeden der Winter, zonder
Ichade. ^Geeven gemeenelijk ieder jaar in den Herfft
rijp Zaad-, t welk met een waffende Maan van M o er t1 z „ a
niet diep, weer in de aarde gelegt Word. Komen öókl
door t neergevallene, dikmaal van zelfi genoeg voort.
Doch met alleen hier door worden ze aangewonnen en', i*1
vermeen,gvuldtgd; maar ook door hare bij de grond n b g™ '
kruypende jonge Scheutjens , welke gemeenelijk van
zelfs Wortel vatten. Door de geheele Zomer mae
; men ze met een wallende Maan affteeken en verplanten
; maar terftond moet nïenze met Water be
gieten.
De N ummularia A meric an *,- o f hetPenhings- Ameri
kruyd uyt America, is een zeer fthoon en aardig Ge- «aanfeh
•was. Geeft van naturen teedere, ronde, en zich om-:'’'""™®1-
windende, o f ook op de aarde neerleggehde Steelen^m 'l i '
anderhalve v o e t, o f daar ontrent lang; vercieitf met'
: ronde, doch voor een weynig puntige j en Ichoone
Kjeyne Bladeren , van een aangename groente , veel Bladeren.
Meyner als die van de gemeene Nummularia , o f
Penningsbrujd; inwendig voorzien met teedere Adert-
jens; en twee en twee teegens malkander over aan hare
; Steel voortkomende.
. Bem‘nd een goede, zandige aarde, met een wéy- Grond.'
mg twee-jarigé Paerdemift, een-jarige Hoenderdrek ,
en het Mol der van binnen verdorvene Boomen doorT
mengt; een opene, warme, wel ter Zon gelee°ene
plaats , en matige vochtigheyd. Blijft eenige jaren "
bng in t leeven. Kraypt me t, gelijk de andere, bij
der aarde; maar de Takjeni, aan een bij geftelde StobJ&jcc*.
Ccc 3 " ~ eerft