
 
        
         
		599  Beschryving der K ruydfn,  Bollen  ek  Bloemen , III Boek,  <Joo 
 Met  Populier-Zalf vermengt-,  verdrijft de pijn  der  
 /.4.C.4.  Anbeyen,  o f  Takken. 
 Tiichf/hifi.  Met Myrrhe en  Peeper in Wijn gekookt,  en  ’s mor-»  
 JPi.r- 31-  gens  een  Roemertje,  daar  van  gedronken  ,  doed  de  
 Urne.  l.i .  voortkomen  :  drijft  uyt  de  Nagtboor- 
 ^  t e ,  en  alle onzuyverbeyd der  Aioeder,  Is  -pok  goed  
 voor  de  K?amp  ,  'vallende  Ziekte  ,  Zijdenpijn,  en  
 het  fteeken  van  de  A ü l t ,  alleenlijk  in W ijn  gezoden  
 zijnde-  :1  -  . 
 Een  Dracbma  van  het  Poeder  deezer  gedroogde  
 Wortelen  met  Wijn  ingenomen  ,  v.erwekt  een  week  
 Ligchaam,.  en,drijft  daar  uyt  alle  flijmerigc  wchtig-  
 hefd.  Do od  de  Wormen,  O p  o f  ajn  den  Huyg  geleg 
 t,  brengt de zelve; weer te  regt.  Geneed de beeten  
 der Slangen;  alle Gevwfllén  en Wonden, daar op gedaan.  
 Is daarenboven  goed voor de  Geelzucht,  Vergif,  Pefl,  
 tcrflond  daar  op  zweetende;  doed . ook  gemakkelijk  
 en  veel  Water  lojfen. 
 Theophr.  
 l.(). c. IJ. 
 e. 78. 
 Drie on-  
 derfchey-  
 dene foor- 
 C C X X X V I   H O O F D S T U K . 
 G A L E G A - 
 jsVlÓo  wel  in, het  TLeederlandfch,   als'in  
 het Latijn,  Franfch  en  Italiaanjch dus  
 genoemd}  o f   ook wel R u t a   ca pr a -  
 r ia ,  zoo veel als G e y t e n r u y t .  In  ’t  
 ^   Hoogduytfch  eeven  alzoo  Z iegen-  o f   
 G byszraute. 
 Hier  van  zijn mij  in  haren  aart bekend geworden drie  
 iderfcheydene  foorten ,.  al$: 
 I.  G al eg a   flore  albo  ,  o f   Galega  met  een witte  
 Bloem.  I I.  F lore  pu r p u r e o ,  o f   met  een  purpure  
 -  Bloem.  III. M ajor  L u s it a n ic a ,  o fgroote Portugalfche  
 Galega.  Alle  zijn  ze  van  de  zelve  Bouwing  en  
 Waarneeming* 
 Grond.  Zij  beminnen  een  goede  ,  gemeene,  zandige  ,  o f  
 andere wel-gemeftte grond :  een  opene,  luchtige plaats,  
 en  veel  Water.  Worden  van  naturen  oud.  Konnen  
 felle  Korft,  en  'andere  ongeleegentheeden  der  Winter  
 Bloemen,  uytflaan.  Geeven  ieder  Zomer  aardige  Bloemen,  en  
 Zaad,  ai  te  zamen  rijp  Z a ad :  ’ t welk met  een waffende Maan  
 van  Maert  o f   ad pril,  een  ftroobreedte  diep,  de  aarde  
 word  aanbevolen.  De  hier van opgekomene jongen geeven  
 niet  voor  in  ’t  derde  jaar hjer  na haar eerfte Bloe-  
 /anmer-  men.  Door  dit  Zaad konnen ze  veel bequamer aange-  
 king.  qfteekt worden,  als door hare taye aangewaflene Wortelen: 
   we.lke  men  op de  genoeiti.de-tijd  van  de  oude  afneemt,, 
  en  verplant. 
 K R A C H T E N . 
 Lonie.  Lx,  T \ E   Plant  Galega  in  Wijn  o f  Edik gezoden,  en  
 c*3f4*  1  morgens  nuchteren  een  Roemertje  vol  daar 
 van gedronken ;  o f  een deel van  het uytgeparft-  
 te  Zap  met  Wijn  ingenomen,  is  zeer  goed  voor  de  
 Beft,  en  alle befmettelijke Ziekten,  als men’.erop zweet;  
 .defgelijks  teegens  ’t. •vergif.  Dood  de Wormen.  Ge-  
 neeft  de  beeten en fteeken der giftige Dieren;  niet alleen  
 Her  van  gedronken,  maar  ook  het  geftotene  Kruyd  
 daar  op gelegt. 
 Durantes  Word  zeer  gepreezen‘teegens  de  vallende  Ziekte der  
 lift. plant, jonge Kinderen;  defgelijks teegens Verkrompeneen trekz  
 Lobel*i. i.  kende Leeden;  ook teegens de Kramp.  ;  - 
 Met Edik gefloten  ,  en  op de Kanker gedaan,  belet  
 het  voortkruypen  der zelve. 
 Galega  gefloten;  vierentwintig uuren  lang  in  Edik  
 geweykt, en  daar van gedronken,  is ook zeer goed teegens  
 de Beft,  en  alle hitsige Koortsen,  ’t Zelve vermogen  
 die Bladeren,  dagelijks  in  een  Salade  rauw  ,  o f   in  
 andere  fpijzen  gekookt gegeeten. 
 De zelve  Bladeren in  een  Pan  gebraden,  en zoo warm  
 op  ’t  L i jf gelegt,  verdrijven  ’t Colijkj 
 i s 
 fpl- §4*  
 Dodon•  
 uiddit. 
 Het  Kruyd,  van de Hoenderen gegeeten  wordende,  
 doed  haar veel Eyercn leggen. 
 De  Wortel  gefloten,  en het  daar  uytgeparftte  Zap  
 met  Wijn  ingenomen  ,  ter  zwaarte  -van  drie  oneen,  
 drijft verwonderlijk het geelt Water. uyt. 
 Het  Zaad  geftoten,  en  een Srachma  daar van met T«ij„  
 \Vijn,  Honig o f  Syroop ’s morgens nuchteren drie da- Iet.  
 gen  achter malkander .gebruykt  -  dood de Wormen.  .  Se^- -l  
 De  OÏy  ,  en  de  Syroop  ,  u yt  deeze  Plant  bereyd;  
 pok  het gedi/hBfer4e. Water'van  d e z e lv e ,  mogen  geT  
 bruykt worden  in  alle  voorkomende.gebreeken. 
 C C X X X V I I   H   O   O   F  D   S  T   U   K. 
 G E N T I A E N . 
 En  fchoon  en  'bezienswaardig Gewas, Namen:  
 word  in  het  Neederlandjch . dus  genoemd  
 :  in  *t  Latijn en  Italiaans ook  
 G e'n t ian a   ,  na  G e n t ïu s ,  Köning  
 P   van  I l l y r ie n ,  o f   S.la von ien,.  die  
 men  zegt  de  eerfle  Vinder  hier-  van  
 te  zijn  geweeft.  ïn   het .Hoogduytfch  geheeten  E nt-  
 z ian  ,  o f  ook B it te rw ur t z e l  :  in  ’t Franfch meede 
 G entiane. 
 Hier  van >zijn  mij  in  haren  aart eenige veranderlijke Veelevn 
 foorten  bekend; > namentli' jk. :  .  i*onodretreln'M.'  I 
 I. G ent iana  major  flore  pur pu r eo ,  or groo-  ■< 
 te  Gentiaan met  een purpure  Bloem.  I I.  M ajor  flore  
 luteo  ,  ' o f groote  Gentiaan met  een  geele  Bloem. 
 II I .  M inor  cru c ia t a   ;  of'kftyne  Gentiaan,  met  
 kruys-wijz,e gejlelde  Bladeren.  IV .  Fo lio  asclepia-  
 dis  ,  o f  met  Bladeren van Zwaluwe-wortel.  V . G en.- 
 TIANELLA  VERNA  FLORE  CCCRULEO  AMPLO,  o f  kjeyne  
 Gentiaan,  bloeyende  in  ’ t Voorjaar,  met  een groote  
 wonderlijkzfehoone. blauwe  Bloem.  V I .  G entianel- Elf ing*  
 la   verna  minor-,  .of kleyne Gentiaan,  in  't Koer jaar t-1  
 bloeyende  met  een  kjeyne Bloem.  V I I .  G entianella  
 .c r u c ia t a   HiRSUTA  ,  o f   kleyne.  Gentiaan  met  ruyge  
 bleeks  kruys-wijs  gefielde  Bladeren.'  V I I I .  G entiana  
 minor  flore  cceRU LEo,  o f  kleyne Gentiaan met  
 een blauwe  Bloem.  IX .  F lore  p a l l id o   coeruleo,  
 o f  met  een  bleekblauwe  Bloem.  X.  F lore  alro ,  
 o f   met  een  witte  Bloem.  ■ Ki.  G ent iana  minor  
 flore  luteo  ,  o f   kjeyne  Gentiaan  met  een  geele  
 Bloem.  Niet  alle  zijn  ze  van  de  zelve  Bouwing  en  
 Waarneeming. 
 '  Echter  beminnen ze  alle een  goede,  gemeene,  zan-Grond'  
 dige aarde,  vóórzien met eenweynig twee-jarige kleyn-  
 gewreevene Paerdemifl:  een  opene ,  luchtige,  vrije ,  
 welgeleegene plaats,  en  tamelijk Veel voehtigheyd. 
 Blijven  eenige jaren lang in  ’t  leeven.  Konnen fier-Blocmea  
 ke koude,  en  alle andere ongeleegentheeden  der Winter  
 uytftaan.  Bloeyen vermakelijk. Geeven bij  goede,  droge  
 Zomers rijp Zaad,  en  verliezen  dan  hare  Bladeren. 
 Het  Zaad  word gemeenelijk  in September,  Februa.-  ^ | |   
 rius,  o f  Maert,  met  een  waffende Maan,  ineen | | H   
 o f  Zeepvaatje  gelegt,  niet  boven  een  ftroo diep,  hol  
 en  luchtig;  Dan, komt  het  eerft  in  de  volgende Zomer  
 ,  o f   een  geheel  jaar  ja  zomtfjds  langer  daar na,  
 eerft  o p ,  wijl  ’t uyt eygener aart  zeer lang  in  de grond  
 wil  blij ven  leggen.  ^ 
 A l  deeze  foorten  willen om  ’t vierde jaar geerne °p-  j  
 genomen, en met nieuwe,  varlfche,  zandige aarde voor-  
 zien  zijn  ;  waar  na  zij  ook  veel  beeter  en  weelderiger  
 groeyen.  Worden niet alleen  door  ’t  gemeldde Zaad  
 aangewonnen  en vermeenigvuldigd,  maar ook door h?tp  
 aangewaffene  jonge  VI or telen,  welke men met een wal-  
 fepde Maan  in udpril van  de oude  voorzichtig  afneemt,  
 en  verplant.  .  .  1   ,  '  '  .  '  , 
 De  G entianella  verna  flore  cceROLEO  am-Kr .  J  
 p lo   ,  o f   kjeyne  Gentiaen ,  bloeyende  in  ’t  Koor aj ar, ^  ...„Jel  
 met een groote blauwe Bloem,  blijft altijd eeven groen, 
 t fo t   G - E N T I A E   N.   O   Y   E  V  A  A  R  S  B  E  K.   6 o z 
 ,  yoor. en  laat  noyt  hare  Bladeren  vallen.  Eenige  jaren  op  
 jïar.  de  zelve  plaats  geftaan  hebbende,  en  tamelijk  groot'  
 v a n g e wo r d e n   zijnde,  brengt  zelden,  o f  immers  
 weynige  Bloemen voort.  Moet derhalven dan  gefchey-  
 den,  in drie o f  vier deden verdeeld, endeezèr wijs weer  
 wddragende gemaakt worden* 
 j  e  De  G ent iane l la  c r u c ia t a   h ir s u t a ,  o f  kley-  
 | Gentiaen  ne Gentiaen met  ruyge en kruys-wijze gefielde  Bladeren,  
 fflietruyge y^elke ik heb aangequeekt door Zaad,  uyt Syrien over*  
 gezonden,  is  veel  teederder  van  aart.  Kan  de  koude  
 : Bladeren.  Lucht  deezer  Landen, in  de.  Wintertijd niet  verdragen.  
 Moet derhalven,  in  een  Pot gefield,  ’s Winters binnens  
 huys  gebragt;  met een w.eynig lauw-gemaakt  Reegen-  
 watèr 'onderhouden,  en  op een luchtighe plaats,  waar  
 in  niet  als  bij  vriezend  Weer  gevuurd  w o rd ,  gezet  
 zijn.  Geeft  in  deeze  Gcwcften  noy.t  volkomen  
 Zaad.  Laat  zich  echter,  alhoewel  zoberlijk  ,  ver-  
 meenigvuldigen  door hare langzaam-aangroeyende Wortelen* 
 K R A C H T E N . 
 werking  niet zoo krachtig.  Verdrijven echter zeer  gelukkig  
 t  Colijkj)  en andere Wtnden  des Buyks. 
 C C X X X V I I I   H   O   Os F   D   S  T   u   K. 
 O YEVA ARSBEK. 
 ■  Etdeezen naam in 'tNeederlandfch be- Namen.’ 
 ranium  ,  rostrum  c icoN iiE  .,  en  
 A c u s   pastoris ;  in  ’t  Hoogduytjch  
 Storkenschnabel  :  in  het  Franfch  
 B e<?  de  C ig o ig n e :  in  ’t Italiaanjch  
 G er anio ,  o f  R östro  d i   C ico g n a . 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren aart bekend  veele onder- Veej  on_  
 fcheydene aardige foorten;  namentlijk:  derfchey- 
 I.  G eranium  aconitifoliüm  flore  cceruleo,  deneaar-  
 o f   Oyevaarsbek^ met  Bladeren  van Wolfswortel,  en  een  ^oor~  
 blauwe  Bloem.  I I.  A conit ifoliüm  flore  varie-  a  
 GATO,  o f   Oyevaarsbek^ met  Bladeren van Wolfswortel  
 en  een bontefichoone Bloem.  II I .  V ir g in ian um   flore  
 pulchro STRiATO,  q f Oyevaarsbek^uyt Kir gin ten,  
 met  een  fchoone  geftreepte  Bloem.  IV .  T uberosum  
 flore  rubro,  o f  met  een  Bolwortel  en rqode Bloem. 
 V .  Batra chioides  flore  r u b r o ,  o f  met  Bladeren  
 van Hanevoet,  en  een  roode  Bloem.  V I .  Ba tra -  
 chioides folio  SANicuL^E,  o f  met  een gedaante  van  
 Hanevoet  en  Bladeren  van  Sanikel.  V I I .  Batra-  
 chioides  flore  viOLACEO  ,  o f  met  Bladeren  van  
 Hanevoet,  en  een violette  Bloem.  V I I I .  F u s cóm ,  o f  van welke  
 met een bruyne Bloem,  en geplekte Bladeren.  IX.  N o - ilier t.wee*  
 dos um , o f  geknobbelde Oyevaarsbek.  X . Sanguineum worden ^  
 MAXIMO  flore  ,  o f   met  een  Bloedroode groote  Bloem,  genoemd.  
 X I.  G eranium  I n d icum   nocte  odoratum  m a-  
 ju s   flore  VARiEGATO  ,  o f   Indiaanfchc groote  Oye—  
 vaarsbek^,  bij  nagt  riekende,  mét  een  uyt  den groenen  
 geelachtige  en  K-wart-geftreepte  Bloem.  XII. M e d ium ,  
 o f   middelbare foort.  X I II.  M in u s ,  of  kjeyne foort. 
 X IV . I ndicum  non  odoratum  foliis  dissectis*  
 o f  Indiaanfcloe  Oyevaarsbek  met  ingefneedene Bladeren. 
 XV*  G eranium  sa x a t ile , o f  Oyevaarsbek^,  groeyen-  
 de op  Steenkjippen.,  X V I .  M a l v a t ic um ,  o f  met  Bladeren  
 van Malve.  X V I I .  M alv a t icum   pdor atum   
 I ndicum ,  o f   Indiaanfche  Oyevaarsbek^  met  Bladeren  
 van  Ma lve,  z,eer  welriekende.  X V I I I .  G eranium  
 I ndicum   t en u ifo l ium ,  o f  Indiaanfche Oyevaarsbek^  
 met fmalle  Bladeren>  XIX.  C r e t ic u m , of  uyt Can-  
 dien.  XX.  Moschatuwi  ,  o f  riekende  als  Mufcus. 
 XXI. R obertianum ,  o fRóbbrechts-kruyd. XX II. G eranium  
 columbi.num,  o f  pes  co lum b in u s ,  Duy-  
 venvoet,  en meer andere.  Niet alle zijn ze  van  de  zelve  
 Bouwing en Waarneeming. 
 Eevenwel  beminnen ze  alle  een  goede  ,  gemeene  , Grond,  
 zandige,  en welgemeftte grond:  een  opene,  vrije,  be-  
 quaam  geleegene plaats,  en  veel Reegen.  Geeven  bezienswaardige  
 Bloemen. 
 De tien  eerft-genoemde  foorten zijn  van  natuur lang- He  eene  
 Ieevende.  Bloeyen  niet  alleenlijk  ieder jaar,  maar geeven  (eender”  
 ook rijp Zaad', ’t welk meteen wallende Maan  van Hpril ajs dc an-  
 .de  aarde  moet  aanbevolen  worden.  Niet  alleen  hier dere.  
 door  worden ze aangewonnen, maar ook  vermeenigvuldigd  
 door  hare  aangegroeyde Wortelen,  welke men  op  
 de  zelve  tijd  van  de oude  afneemt,  en  verplant.  De  
 laatftgenoemde  ( behalven  de  geert e ,  van  welke  wij  
 ftraks  zullen  fpreeken )  blijven  niet meer dan  eene Zomer  
 in  ’t, leeven.  Geeven  in  den  Herfft  volkomen  
 Zaad,  en  vergaan  dan  van  zelfs,  o f   door  een  kleyne  
 Rijp* 
 Moeten derhalven  in  ieder Koor jaar, met  een wallen-Aanwinde  
 Maan  van Maert o f  April,  na geleegentheyd van  de ninS’  
 tijd ,  op nieuws,  niet diep, gezayd  zijn.  Eenige komen  
 ook wel  van  zelfs  voort;  en  hier door worden ze altijddurend  
 gemaakt. 
 P p   s Het