breed diep, gezayd : en blijft wel.derdehalf, ja drie
volle jaren leggen, eer men 't gelijk als Gras ziet opkomen.
Derhalven worden ze hier door zeer traag im»-
gewonnen: doch veel gevoeglijker door de aangegroeyde
jonge Bolletjtm, opgenomen zijnde.
K R A C H T E N .
Aart. T p V E gedroogde Bolwortel der Kievitsbloem, o f Fri-
I E uilur ia flor o purpureo variegato, is warm in den
eerften , en dröog in den tweeden graad; daar-
beneevens fubtyl van deelen.
In Wijn gezoden, en daar van *s morgens een Roemertje
gedronken, o f een Drachma van het Poeder met
W ijn ingenomen, drijft het Graveel der Nieren af.
J . Lau- Met het gediftilleerde Water van de bonte Kieviti-
renb.lib.i. bloem, o f Fritillaria flore purpureo variegato, het
jippar. Pl. j i a„geZjicht en de Handen gewaffchen, maakt een klaar
ca^' * en zuyver ve l, met wechneeming van alle vlekken, Zo*
mef-Jprbetelen, en andere onzuyverheeden des Aange-
zichts o f anderer Leeden.
In dé Oogen gedaan , verdrijft ze ook de roodheyd en
brand der zelve.
Daarenboven word deeze Z>/om in de Hoven geplant,
om de zelve te verderen, en-’t gezicht daar door te ver-
luftigen; waar toe ze gantfch bequaam is.
Renealmus De Bloemen zijn koud in den eerften , en vocht
pl.spedm jn Jen tweeden graad. In Wijn , W e y , o f Bier ge-
fol. »49. jtookt, en daar van gedronken, ftild de dorfl, is goed
in kittige Koortsen, en verfterkt zoo het Hoofd als
de Harjfenen,
C C X X X I I I H O O F D S T U K . - 1N D I A A N S C H E
W E Y T .
Namen Tet alleen in het Neederldndfch dus,
maar 'ook van veele T u e c k s c He
W eyt , o f T urksch Koorn ge-
noemd : in het Latijn Frumentum
^ I ^ ^ ^ J M T urcicum , of Frumentum In-
dicüm : in het Hoogduytfch T ur-
kisch K orn : in het Franfch Ble de T urqjjïë:
in het Italiaanfch G rano dTndia , o f Formento
Indiano.
Vier ver- Hier van zijn mij in haren aart vier onderfcheydene
anderlijke foorten bekend; namentlijk:
foorten. I. Frumentum In d icum semine a l b o , o£ln-
diaanfche Weyt met een witte Vrucht, o f Zaad. I I.
Seminè r ubr o , o f met een roode Vrucht. III. Semine
cceRULEo, o f met een blauwe Vrucht. IV . F rumentum
I ndicum fructo v a r ie g a t o , o f Indiaan-
fcheWeyt met een bonte Vrucht. Alle zijn ze van eeven de
zelve Bouwing en Waarneemirig.
Grond. Zij beminnen een goede , gemeene, zandige, en
met twee-jarige Paerdemift genoegzaam voorziene grond:
een luchtige , warme , wel-geleegene plaats, en veel
Water. Blijven niet meer dan eene Zomer in het
Ieeven. Waffen drie, vier, en ook v ijf voeten hoog.
Vrucht. Brengen noyt eenige Bloemen v o o r t , maar geeven een
Vrucht ter zijden aan hare Steel uytfchietende, welke in
deeze Geweften niet anders als met goede warme jaren
tot volmaaktheyd geraakt; waar na z e , door een wey-
nig koude, haaft vergaan.
Aanwin- Konnen derhalven niet aangewonnen worden, als door
ning. haar gemeldde- Zaad; rt welk men met een volle Maan
van Apr il, niet diep geftoken, aan de aarde beveeld ,
na dat men het eerft, ter oorzaak van de hardheyd,
drie dagen in Water heeft geweykt. Zie hier bij
na het Hoofdfluk. van de A mericaanschb T arwe.
worden I
genocmdJ
C C X X X ÏV H O O F D S T U K .
DUYVEKERVEL.
Ehalven deezen naam dien van E erd-
o f A ardrook bij veele in het Nee-,
derlandfch voerende, om dat ’t Zap
deezcr Plant, op de Oogen geftree-
ken, de tranen daar uyt doed vloeyen,
eeven als o f ze van een fterke Rook_pe-
beeten wierden. In het Latijn geheeten F umaria,
C apn o s , en F umus t e r r ^ïe: in ’t Hoogduytfch E rd-
r a u c h , T aubénkropff, o f R atzenkervel : in ’t
Franfch Fum it e r r e ; en in ’t Italiaanfch Fumoster-
no , o f F um a ria.
Hier van zijn mij in haren aart eenige veranderlijke
beziens-waardige foorten bekend geworden ; namentlijk
:
I. F um a ria vuLGARis, o£ gemeene Duyvenkervtl.
I I. A ltera , o f Sp l ith , dat is , tweede foort van
Duyvekervel, van zommige Splith genoemd. III. Flore
albo , o f met een witte Bloem. IV . T enuifo|
l i a , o f met teedere Bladeren. V . A mericana .flore
purpureo siLiQUOSA , o f Americaanfche Duyvekervel
met een purpure Bloem en Zaadpeultjens.
V I . A m ericana flore luteo perennis , o f al-
tijd-durende Americaanfche Duyvekervel met een geele
Bloem; en dan noch meer andere. Niet alle zij n ze van
de zelve Bouwing en Waarneemtng.
. Eeven wel beminnen ze al te zamen een goede, gemeene,
zandige, nieuwlijks omgefmeetene, "en matig
gemeftte grond; zoo wel een fchaduwachtige als een
opene plaats; en niét al te veel Reegen. Konnen tamelijk
wel vriezend Weer en andere ongelèegenthee-
den der Winter uytftaan. Bloeyen ook zeer aangenaam
, en geeven in den Herffl volkomen rijp
Het F uma ria vu lg a r is , o f gemeene Duyveker- Gemand
v e l; A l t e r a , o£ tweede foort van Duyvekervel; TE-^v'|.j
NUIFOLIA, o f Duyvekervel met dunne, teedere Blade- twee(je I
ren , en F umaria flore a l b o , o f met een witte [o ort.J
Bloem, blijven niet meer dan eene Zomer in *t Ieeven: fflert ™
geeven in den Herffl volkomen Z a a d , en verfterven «
daar mee. Moeten derhalven, met een waffende Maan 0
van April o f Maert, na tijds geleegentheyd, weer op v
nieuws, niet d iep, in de aarde gezayd'worden. Komen
anders ook van zelfs genoegzaam voort door het
uytgevallene Z a a d , ter plaats daar ze geftaan hebben.
Alleen hier -door kan men haar aanwinnen en vermenigvuldigen.
De F umaria A m eric ana flore purpureo si-
LiQjjosA, o f Americaanfche Duyvekervel met een put- ^,^.1
purachtige Bloem en Zaadpeultjens , geeft in het eerfte
jaar uyt een bleek-bruyn-verwige Wortel geen groóte,
maar veele, eeven boven de grond in 't ronde digt op
malkander zittende Bladeren. Deeze zijn gemeenelijk g|oCm,|
met hare boven bleeke, onder een weynig paars-verwi- enjjj
ge Steeltjens, daar ze op ruften , de breedte van zcs P
vingeren.
Vingeren, wat meer o f min, lang; twee vingeren, en
meer-, - breed ; onder alderbreedft; gemeenelijk ge-
fcheyden in v ijf voornaamfte deelen, van welke de on-
derftezijndé langfte, twee en twee regtteegens malkan-
bladeren. der over zittende; voor echter eyndigende in een, ge-
p deeld in drieën'; alle nochtans niet hol gefteld , maar
digt bij malkander gevoegd, in meer andere deelen ge-
fneeden , altijd voor rond eyndigende ; ook vercierd
met zeer teedere , 'en kleyne, onder alleen zichtbare ,
en regt-oplopende Adert jens. In de Mond geknauwd,
vallen ze bitter van fmaak. De verwe is uyt den groenen
blauwachtig; doch onder veel bleeker.
IStcel, en U y t haar middenfte Hert fchict in het volgende, o f
Bladeren tweede jaar een Steel op , anderhalve o f twee hout-
Lndezel- voeten hoog; rond, teeder, niet d ik ; buyten bleek-
verwig; van binnen hol; en zich boven , als oök ter
zijden , in eenige Zjjde-fcheutjens verdeelende ; aan
welke de Bladeren voortkomen, nu uyt de eene,
dan uyt de andere zijde der Steel, ruftende op veel
korter Steeltjens; doch langwerpiger en fmaller van
Tulfchen welke , gelijk ook uyt de woorfte punten
der Steeltjens, de Bloemen groéyen, veel in getal, en
digt bij malkander in een Troupje, op de wijze van het
F umaria v u l g a r is , .o f de gemeene Duyvekervel;
doch zijn wekeend zoo groot .; van couleur purpur-
achtig; vermengt met eenige bleekheyd. Als ze eenige
weyhige dagen geduurt hebberi, vallenze neer, nalatende
zömmige dunne, ronde, regt-opftaande Peult-
jens, een vingerlid' lang, en gevuld met een kleyn ,
rond, en Caftanie-bruyn blinkend Zaad. Waar mee
dan deeze Plant vergaat. Word derhalven met
wallende Maan van ‘April o f Maert, na dat de jaarstijd
zich aanfteld, weer op nieuws gezayd , en alzoo z
meerderd. Het uytgevallene Zaad flaat ook wel dikmaal
van zelfs op. * 1 I.VI.
De F um a ria A mericana flore luteo , o f
Americaanfche Duyvekervel met eén geele Bloem, heeft
dè grootfte en breedfte Bladeren van al de andere; van
welke de meefte zeer aardig zijn gefneeden in drie rondtoegaande
deelen , gelijk men ziet in de Vijgebooms
Bladeren, zittende altijd twee en twee aan haar Steeltje
regt teegens malkander over, doch voor aan de punt in
een eyndigende. Zijn ook zeer teeder, en dun van aart.
Deeze blijft lange jaren in ’t Ieeven ; én geeft bij
goede Zomers rijp Zaad ; waar door deeze foort kan
'aangewonnen en vermeenigvuldigd worden. O o k noch
door hare teedere Wortelt jens; welke men met een waf-
fehde Maan in April van de oude afneemt, en verplant.
Hare geele Bloem is langachtig-fmal. Veele der zelve
zitten bij malkander gevoegd, als in een Ay r , van de
lengte eener vinger.
Het Zaad van al de gemeldde foorten heeft deezen
aart, dat het niet al te zamen op eenen tijd voortkomt;
maar ook in ’t tweede, derde ja vierde jaar daarna,
indien maar de aarde, daar het eens gezayd, o f van
Zelfs neer-gevallen i s , bij geleegentheyd weer gerept
word.
V«« u.
K R A C H T E N .
Duyvekervel, o f Fumaria, is matig verkoelende,
en een weynig verdrogende; nochtans openende
van aart.
In Wijn, o f Wey, gezoden , en daar van gedron-
*"en. > of twee Drachmen van het uytgeparftte Zap met
Wijn vermengt, en zoo gebruykt, zuyverd het Bloed;
°pend de verftoptheyd van de Leever en M i lt : is goed
Voor de geene, die van de vuyle Pokken worden geplaagd.
Defgelijks teegens de Schurftheyd, Waterzucht
f l^ B u y k f r im p in g , en de Peft. Drijft uyt alle
alachtige vochtigheeden: maakt èen week Ligchaam :
verfterkt de Maag, en ’t geheele Ingewand.
Het Zap, o f ’t gediftilleerde Water deezer Plant, in
de Oogen.gedaan, doed de Zelve tranen , eeven als ofsimpMid.
ze van een fcharp'en rook wierden gebeeten, en maakt turi - c-“ t-
een klaar, helder Gedicht.
Het' Zelve Zap van buyten op de Oogen gele gt, tIm. I. i r .
neemt’er de roodighejd van wech. Vermengt met het ® '3-
nat, geparft uyt PatientickrHjd, dan noch met een
weynig Edik en H o n ig , en dit mengzel geftreeken
op de Schurtpiejd o f andere onreynigheeden der huyd,
geheell: de Zelve. D e Mond daar meê gewaffchen , o f * ’ c' 117‘
gefpoeld, verdrijft des zelven vuyle Zeeren, en verzacht
de Tandpijn.
Het Zaad gefloten, en met roode Wijn ingenomen, Durapm
flild de Buyktoop. - hift. klant.
De W?r«/gedroogt, gepulverizeert, en daar van een '?‘t‘
Drdchma met Wijn geb ruykt, ftrijd teegens allerley
■ vergif-, is góed voor de Pefi, de Geelzucht, en doed
zjwecten; ook gemakkelijk wateren.
Het zelve Poeder gedaa'n' op lopende gaten en tjua.
de z,eeren, zuyverd de zelve , en doed ze verdroo-
gen.
C C X X X V H O O F D S T U K .
HOLWO RT E L .
Raagt deezen naam in ’t Neederlandfch, Namen.’
om ^atze van binnen hol is. Word
in ’t Latijn geheeten Fumaria b u l -
jËtÉ bosa, en R ad ix c a v a : in het Hoogduytfch
H olwurtz : in het Franfch
R ac ine : creuse : in het Italiaanfch
R a d ic e cava.
Hier van zijn mij in haren aart bekend vier onderfchey- vier oh-
dene foorten; namentlijk; derfchey-
I. F uma ria bulbosa flore albo , of H o lw o r - ^ OOTz
tel met een witte Bloem. II. F lore pur pur eo , o f
met een purpure Bloem. II I . F lore cinereo , o f
met een afchgrauwe Bloem. IV . F lore var iegato
, o f met een bonte Bloem. Alle zijn ze van de zelve
Bouwing en Waarneeming.
Zij beminnen een gemeene, zoo wel flegte als goe- Wat voor
de ; zandige o f andere, vette o f magere grond ; zoó efn^gro?*^
wel een fchaduwachtige als een opene , luchtige ofnen,cmiU'
bequaam geleegene plaats, en veel Water. Zijn lang-
leevende van aart. Verdragen allerley ongeleegenthee-
den der Winter. Geeven vroeg in *t voorjaar Bloemen,
en in de Zomer rijp Z a a d ; waar na zij hare Bladeren
verliezen; en niet voor in Maert des volgenden jaars
weer opkomen. |
Zij worden vermeenigvuldigd, niet alleen door het Vermee*
gemeldde haar Zaad, *t welk men o f in September o f nigvuldi-
in Ma er t, met èen wanende Maan, niet diep moet ging-
zayen , ; ( alhoewel ’t o o k , door *t uytgevallene van ning. '
zelfs genoeg opflaaO maar defgelijks zeer overvloedig
door hare aangewaffene jonge Bolletjens. J a , indien
iemand eene Bol wou breeken o f fhijden in tien,
twaalf, o f meer ftukfen, zoo zullen de zelve niet vergaan,
maar ieder in Woorjaar weer nieuw Zoo/“maken;
in weynig tijds tot volkomentheyd gedijen, en Bloemen
voortbrengen. Zie hier bij na het Hoofdfluk^ van
L eeuwenblad.
K R A C H T E N .
D E Wortel deezer Plant, o f Fumaria bulbofa, Dod.l. sip
is warm in den tweeden, en droog in het be- Ct **
gin van derden graad: daarenboven afvagende,
verteerende te zamentrekkende van aart, en bitter van
fmaak.
In W ijn , Water, o f Edik gezoden, dan Mond en Lobel. 1.1.'
Keel daar meê gegorgeld, is goed voor de Squinantie, fö-
o f het Keef-gezwel, en allerley andere gezwellen der
Mond en Amandelen•
Pp i JVlct