
 
        
         
		XIJ B e s c h r y v i n g   v a n   d e   B o o m e n ,   I   B o e k , l i d 
 name  rhijnfche  fmaak  te  geeven;  gelijk  wij  in  onze  
 Landen  ter  zelven  eynde ’t Vérjuys gebruyken. 
 Idem ibii.  Dezelve Bladeren gefloten  ,  en  gelegt  op de  Roos , 
 ’t Wtldvuur,  Apoflematien,  en  heete Gezwellen,  drij—  
 ven’er  de  brand uyt.  In Wijn gekookt , doden de Wormen  
 der kinderen;  en maken  haar een open Ligchaam, 
 ?s morgens nuchteren  daar van gedronken.  
 chijl,  *  Vier oneen van  de  Pulpa,  o f  het  inwendig  Marg  
 Cdftalib.  men o o k ,  in plaats van E dik,  bij  de Spijzen 
 Ar om. cup.  ^o£t ^  met Zuyker gegeeten j  o f  in Endivie-of Berna-  
 gie-water zes  uren lang geweykt,  daar na uytgedrukt,  
 en  dus met watZuyker gebruykt, doet Purgeer en.  Met  
 Rhabarbar  en  Caflie ingenomen  ,  verdrijfd de  der den-  
 Recch.lib.j. daagfche  Koortsen  ;  lefcht de dorfi ,  en  bedwingd de  
 •  eap. j-o.  op werpende,  o f  kokende galachtige  hitzigheyd van  de  
 Maag.  Neemt wech  de braking;  verwekt ectcns-luft,  
 verjaagd de jeukerigheyd der huyd,  en  de  Franpoiz,en.  
 Eeven  ’t zelve werd uytgewerkt,  wanneer men  de gemelde  
 veelheyd des Margs een geheele nacht  lang  laat  
 weyken in W ey van Geyten-melk,  o f  Cicorey-water;  
 daai-  na wrijfd, warm maakt, door-zeygd,  en met Zuyker  
 indrinkt.  >  ■ 
 jtvmm  \  W ate r,  daar veele Tamarinden  in geweykt  zijn  ,  
 ■ lib. simp.  met Zuykef gedronken,  is verkoelende:  verdrijfd  alle  
 Cj>roft.~Alp fiharpe,galachtige en melancholijke zwartgallige voch-  
 tigbeeden.  Is  van  een  zeer  goed  gebruykin  allerley  
 Koortz.cn ,  en  heete  pefiilentiale  kiekten  ;  aangenaam  
 voor de dorftige;  verquikt het Hert,  geneeft de geene  
 die van  5t  Pleuris  en  de  Geelz,ucht gequeld  worden  :  
 maakt dun  alle grove en Jlijmerige  vochtigheeden  :  ftild  
 het  ontftokene bloed,  en  de Zinkingen.  Is  zeer  goed  
 voor  de  kinderen  ,  die  de  Pokjens  en Mazelen  nebben  
 : defgelijks teegens  de verftopping en verhitting van  
 de Liever en Nieren. 
 ’t Zaad gebrand,  en  kleyn gefloten,  dan met Melk  
 ingenomen,  flopt allerley  Buykloop. 
 Geconfijtte  De Vruchten w erden gezouten,  in peekei;  o f  gecon-  
 Vruchten,  jfcjy«  jn  Zuykerigelegt,  en dus na Europa vervoerd. 
 plaats,  met  glaze Venfleren overdekt,  tot aan de. boven  
 fle  rand in Paerdemifl,  gedurig tot in  ’t begin van  
 Junius ;  onaangezien het,  ondertuffehen opgekomen,  
 tot boven  de aarde ,gewaffen mogt zijn  :  dus  zal  ’t bewaard  
 blijven voor alle koude hackten  ,  fierke  winden,  
 en  reegenachtige dagen;  door  welke anders deeze noch  
 teedere  Gewajfen,  voornamentlijk  in  den He r ffi,  lig-  
 telijk  zouden  konnen  verderven,  en  gantfehelijk  te  
 niet  gaan. 
 Deezer  wijs.in  acht  genomen,  waffen  de gedachte Konnen 
 s uyt  haar Zaad in  eene Zomer gemeenlijk ter Ge.  
 noyt eene 
 de Pi.  
 Mgyp. 
 Zaad. 
 Naam,  m  
 alle Talen  
 dc zelve. 
 I V   H O O F D   S T U   K. 
 CAS S I EBOOM 
 uyt  BRAZILIEN. 
 ^En  ongeftieene en  rare Boom in  deeze  
 Geweften;  met geen  andere naam in  
 ’t  Neederlandfch.bekend  :  ook van  
 de  Latijnen,  Hoogduytfchers,  Fran-  
 /then  ,  en  Italianen  niet - anders  genoemd  
 als  C assia  fistula  B ra-  
 C assia,fistula  ausz  Brazil  :  Cas-  
 1A  de  Brasil ;  en  Ca$sja  di  B razi- 
 ZILIANA  : 
 SIA  FISTU  
 LIA. 
 Deeze  Boomen  zijn  zeer teeder van  aart.  Konnen in j  
 onze  Landen  niet  aangewonnen  werden ,  anders  dan  
 door  overgezonden Zaad :  ’t welk bequaamlijk  werd1  
 verrigt op de volgende wijs, 
 Neeiri dit Zaad,  *t welk varfch en  goed moet zijn:  
 door haar  leg  het  in  een  Glas ,  op  een weynig varffche  Paerde-  
 d ^  *Lan  en §^et er Reegen-water o p ,  daar in een weynig 
 Jcn  ’  Zalpeeter een etmaal o f  een half geweykt is. geworden:  
 ftel dan  ’t Glas in  de Zon  ,  tot  dat  het  Zaad dik  gezwollen  
 is:  leg het,  als gij  dit  ziet,  met  een waffende  
 Maan van May in  èenPot,  gevuld met  aarde, beflaan-  
 de uyt een  deel goede grond,  niet fchim melig,  o f  die  
 een muffe  reuk van  zich -geeft;  een deel Mol  uyt verz 
 e n g  ge- gane Boomen  ,  o f  in  plaats van dien Véen-aarde  ;  een  
 werden*  twee-jar‘ige Paerdemifl,  gantfeh kleyn gewreeven; 
 een  weynig  een-jarige  Hoenderdrek,  en  twee  deelen  
 gro f Zand ,  wel door- malkander gemengd  :  dan  zal ’t  
 fpoedig  opkomen  inzonderheyd  indien  men  de Pot  
 - field op een warme,  opene,  v rye , wel ter Zon geleegene 
 Aanwinning 
 Alleen 
 Waar op 
 Boomtj 
 hoogte van  een halve maat-voet,  zomtijds,  na dat  de  
 hitte  groot  is’,  nóch  wel  een  weynig  hoger:  willen Winter  
 echter  ’s Winters,,  alhoewel op de helft van September over  “ >i-  
 droog en wel  gefield binnens huys gebragt,  niet,  immers  
 zeer bezwaarlijk, overblijven;  fchoon wat moèy-  
 te  en  vlijt men  daar toe aanwend;  vermits ze de Herffi»  
 en  dikmaal  ongefladige  Zomer-lucht  déezer  Landen  
 zoo  weynig  konnen  verdragen,  als *s Winters de  niet  
 natuurlijke warmte des vuurs.  T er dier oorzaak is men  
 gedwongen, deeze fchoone Boomen t’elkens,  door bekomen  
 Z a a d ,  op  nieuws  weer  aan  te winnen,  om ,  
 alleen  voor eene Zomer ,’t aangenaam gezicht der zelve  
 te mogen genieten. 
 De  Bladeren  zitten  aan  hare Steel  twee en  twee tee- Gedaante,  
 gens over malkander,  gelijk  die van de A c a c ia ;  aller-  
 weegen eeven breed;  voor tondachtig-toegaande; zoo  Bladeren!  
 lang als een lid eener vinger ;  met  een  regt-doorgaande  
 Ader  in  ’t  midden;  waar  u yt  voortkomen  kleyne  
 Adertjens,  weynig in geta l,  vercierd  met  een bleeke  
 groenheyd.  Ieder  avond  ,  door  ’t  verlies  van  der  
 Zonnen  glantfeh  en warmte  (  waar  in  haar leeven  en  
 wafdom  beflaat)   buygen ze  zich,  als treurende,  neerwaarts  
 ;  doch  *s morgens ,  als  verblijd over de  weer-  
 komfl van dit groote Lichtyrigten ze  zich weer op. 
 K R A C H T E N . 
 D E  Pulpa,  o f  ’t Marg,  der Vruchten deezes Booms LonieerM,  
 is  vocht  en droog  in  den  éerflen Graad;  voor  
 oude en  jonge,  zieke  en  gezonde,  een treflijke  £Xam.  
 Artzerty.  Door den dag daar van gegeeten,  geneeft de simpl.  
 gebreeken der Zijde en Borfix  verflaat den  dor/l;  verzacht  
 de Blaas;  zuyverd het Bloed;  neemt wech de hit-  
 zigheyd van  ’t  zelve  ,  en  verdrijft de Roos. 
 Een  once, wat meer o f  min, na- tijds geleegentheyd, 
 j   j  twee uren  na de avond-m_ a  ault"ij dj  m•  genomö en,  helptJ  jd cm   s,mt' 
 geene  ,  welke  met  Zinkingen  op  de Borjl wórden  gequeld'. 
   Drie uren  voor ’t middagmaal gebruykt,  zuyverd  
 de Nieren, de Blaas, en maakt  ’t ligchaam  ruym. 
 Een  half u u r ,  o f   eeven voor den  éeten  ,  genuttigd  ,  
 doet  zeer zacht Purgeer en. 
 D e  Vruchten,  o f  Peulen ,  terwijl ze  nodhr jong  en  
 groen  zijn,  defgelijks  óok  de  Bloemen,  werden  veel Jyom,  
 geconfijt:  drie  oneen  daar  van  te  gelijk  ingenomen, f t j  ‘mJ  
 heeft  dezelve  lcracht.  Kinderen  ,  Vrouwen.,  flappe  
 Mannen,  en elk  in ’t algemeen , bevinden  zich hier zeer  
 wel bij  ;  inzonderheyd  als  men  ’t  ieder  Maand,  o f   
 om  de  zes  week en,  eens gebruykt,  tot  opening van  
 ’t  Ligchaam. 
 L V I   H O O F D S T U K . 
 V  I  B  U  R  N  E. 
 Eeft  'in  het  Neederlandfch  niet  alleen Yer*"cl1^  
 deezen  naam,  maar ook bij  zommige  
 dien van V ior ne ;  doch, mijns wee-  
 tens, geenen anderen.  Werd in ’t La»  
 tijn  geheeten V iburnum,  V iorna,  
 L iburnum ,  o f  L antana  :  in  het  
 Hoogduytfih  V iburnebaum  ,  o f  kleyner  Meel-  
 baum:  in ’t Fran/ch  V iorne#  Maussane »  R.iori 
 i 7 V ï   B  U   R   N   E .   R O 
 t e   ,  o f  ook  H arde a u   ;  en  in  het  Italiaanfch   Vi-* 
 BÜRNO. 
 Deeze Boomen  beminnen een  gemeene* magere,  en  
 gaarde  ook een goede gemeftte aarde:  verdragen defgelijks  een  
 ;  eij  bemin-kleyachtige g rond ,   met oude  twee-jarige  Paerdemifl:  
 »en-  en  een  deel zand wel  door  een  gearbeyd,  indien ze  ,  
 terwijl ze  noch jong. zijn,  daar in geplant werden:  een  
 warme,  opene,  v rye,  luchtige,  en  wel  ter  Zon  geleegene  
 plaats,  liever  ( in  onze Landen )  ' als een  donkere, 
   o f  fchaduwachtige lucht;  ook veel water,  doch  
 laten  zich  wel  met  een  matige  vochtigheyd  vergenoegen. 
 I h  ait.  ziin  en  lang-leevende van  aart.  Verdragen fier» 
 I  arcna  ke Winden,  Sneeuw,  Rijp, Hagel, en  felle Vorft,  buy-  
 ten ftaande.  Geeven ieder Zomer,  in de Maand May,  
 Bloemen,  van  een aangename aanfehouwing  :.  oök wel  
 zomtijds,  bij  drooge jaren,  in deeze koude Geweften  
 I  Konnen  volkomen-rijp Zaad,  zoo  ’t van buy.ten fchijnd,  doch  
 I  hier door  komt,  een  kleyne vinger-breedte diep gezayd met een  
 ■ haar Zaad  afneemencJe Maan V3.n April o f  May,  en  voorts na be-  
 |neifwe°n  hooren  waargenomen,  echter  zelden  te  voorfchijn  :  
 Tden,  doch  alhoewel  ik  nochtans in  ’t Jaar  \6yo.  in den H o f  van  
 Iseerzel-  Monf. Henrik G öeliks binnen Antwerpen eenen  van  
 I den.  Zaad yoortgekomen Boom heb gezien.  O ok ik  zelfs  
 heb in ’t .jaar  1 6 y z .  z,eeven Boomen  bèkomen  u yt  het  
 Z a a d ,  ’t welk in  ’t voorige jaar  zijne  volkomenheyd  
 had verkreegen. 
 BBeeter  Bij  gebrek van Zaad kan men haar  aanwinnen  door  
 ■ doorhare)  hare bij  de Wortel,  ( ’t welk gemeenelijk géfehied)  o f   
 lte a feL0*  -even hoven de aarde  uytlopende  meenigvuldige  jonge  
 Scheuten;  die men met een volle Maan  van April met  
 een Mes  ten  hal ven  ,  en ten minfteri een  halve  vinger  
 lang,  infnijd,  op de wijze  der Angelieren,  en  dan met  
 aarde pverdekt.  Want gemeenelijk vatten ze in  ’t eer-  
 fte ,  o f  wel in  ’t tweede jaar Wortel:  zomtijds Wortelen  
 z e  ook wel van  zelfs,  als ze drie,  vier o f  v ijf jaren aan  
 de oude hébben geftaan.  Wanneer  nu deeze Wortelen  
 twee jaren o u d ,  en fterk genoeg geworden  z ijn ,  om  
 te  konnen  verplanten  ,  mag  men ze  van  de  Moeder  
 affnijden  ,  ten  halven  koppen,  en met een  waffende  
 Maan  in  Maert  aan  een  andere  geleegene  plaats  verzetten. 
   H l   ■  I 
 'Sm   m m 
 K  R  A  C  H  T  E  N. 
 mpodon. lib.  r \ E   Bladeren  en  Vruchten  van  Viburne  zijn  ver-,  
 ■ 17.wj1.11.  - Iv J T o e le n d e ,  tè  zamen-trekkende,.  en  verdrogende  
 van aart.  Met de W ijn ,  daar ze in gezoden  
 z ijn,,d e  Mond.gewaffehen,  verdrijft dé  z>eerigheyd tn>  
 hitzigheyd van dezelve; ook  van  de Keel, van de Amandelen, 
  en helpt de Huyg: maakt riaarenboven het Tand-  
 vleefch  vaft.  In  L o og   gek o o k t,   verwen ze  ’t  Hayr  
 zwart* 
 ^ÊMatthiol.-  De Korlen deezer  Vruchten  gedroogd,  en  tot Sto f  
 1124!*^*  § eiïlaah t ,  floppen  dé overvloedige Maandfionden der  
 Vrouwen,  de  Bloedgang ,  en de  Buykloop.  1 
 *t Zap  der Bladeren en  jonge Tak/en gediftilleért,  is  
 dienftig om iets te zamen  te trekken; |  In de^O ogengedaan  
 ,  drijft de vuurigheyd daar van weg. 
 De Bafi,  dié  een  tijd lang  onder de  aarde heeft ge-  
 j  u- i'c‘ 77'  leegen,  gefloten  en in Water  gek oo kt,  bereyd  men  
 tot  een  Vogel-lijm. 
 L  V I I   H   O   O F   D S T U K . 
 ROODE  JUJUBEN. 
 pcMtóen*  ^   ZCer  ^ch °on  cn  hevallijk  Gew as , 
 mCtl*  r S i  werd  dus  op  het  Neederlandfch  ge- j 
 V  n°emd.  In  ’t Latijn Zizyphus  ru-  
 I f TiLA,  Jujube  officinarum,  Z i-  
 ZYPHA  G RiËCORUM  ,  o f  Paliurus  
 ^TTHeNiEi:  in ’t Hoogduytfch  Brust- 
 O DE. Ju JU BEN.  ltS 
 beerbaum  o f   Brustbeerlein  t  in *t  Franfch Ju-  
 jubier  ,  o f G.uindoulier ;  en  in  het  ïtaliaanfch  
 G iuggiöle. 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend, geworden Tweeder*  
 twee bijzondere Soorten ,   namentlijk  Zizypus  ruti- lcy  foor-  
 la ,  o f  roode J ujuben ,  waar  van  wij  hier zullen  tcn’  
 handelen;  en Z izyphus alba,  o f  witte J ujuben,  
 welke ook  genoemd  word  olea Bohemica ,  o f  de  
 Bqheemsche  O lyfboom ;  waarom  ik  ook  deeze  
 Soort heb  gefchikt  bij  de andere der Olyfboomen;  en  
 mij.hier te vreeden  houde,  'met alleen de eerfie,,  als  de  
 voomaamfle en befte,  ter deezer plaats pp mijn  Boom-  
 Tooneei te ftellen-, 
 Deeze  bemind uyt  eygener aart  eèn  goede  zandige Roode Ju*  
 aarde,  meteen  weynig  oude  tweer-jarigePaerdemifl,Jubcn*  
 en  ’t Mol der verdorvene  Boomen  genoegzaam  door-  
 mengd:  een warme, wel ter Zon geleegene plaats:  een  
 opene  vrye  lucht  ,  en  matige  vochtigheyd.  Kan  
 gantfehelijk niet verdragen  veel  koude Herffi-ragenen,  
 fierke Winden ,  mifiigWeêr ,  Sneeuw o f  eenige Vorfi. 
 Moet derhalvenmet  een. waffende Maan van April  in Wsumee-  
 een  Pot geplant,  en in  ’t laatfte van September,   o f ’t min^‘  
 begin van Ociober,  na geleegentheyd van de Jaars-tijd,  
 binnens  huys gezet werden,op  een  luchtige, bequame,  
 warme plaats; daar,  wanneer ’t vriefd,door  een Yzere  
 Oven in gevuurd werd ;  onderhouden met flechts een  
 weynig lauw-gemaakt Reegen-water ,  van boven  daar  
 op  gegoten ;  en niet voor in ’t begin  van Apr il,  o f  een  
 weynig later,  na tijds-geleegentheyd,   met  een  zoete  
 lucht,  en  (zoo  ’t gefchieden kan)  aangenameReegen, 
 ,  weer buyten in  de  Zonneftralen  zijn  gebragt:  voorts  
 |  moet  men  hém  wel  bewaren  en  dekken  voor  koude  
 nagten, fneeuwige o f  hagelige vochtigheyd,  en andere  
 ongeleegentheeden. 
 Hij  blijft niet altijd groen,  maar laat  ’s Winters zij- Aan win- p   
 ne Bladeren vallen: wil niet opwaarts  aangroeyen , maar "ingdoor  
 blijft  in  deeze  Geweften  ( daar ze  noch  Bloem  noch  -Lo*  •  
 :  Vrucht voortbrengd)  gemeenelijk laag van Stam.  Kan  
 derhalven  doof  geen  andere, -middelen  aangewonnen  
 werden, als alleen doof zijne lage bij  de aarde uytfchie-  
 tende Takkgnx  welke men voorzichtig,  met eenwel-  
 gefcharpt Pennemes,  ten halven  infnijd,  ter lengte van  
 een vinger-lid,  o f   een weynig meer,  na dat ze dik  en  
 fterk - zijn ,  gelijk  men  de  Angelieren  d oed ,  en  met  
 aarde  overdekt;  waar in ze dan  langzaam WortelIc\\ie-  
 ten. 
 Eevenwel  kan  men  haar  hier  ook  vêrmeenigvuldi-  En  door  
 gen door goed Z a a d ,  u yt de warme Lanclen  overge- Zaad'  uyt  
 zonden  :  met  een  waffende  Maan  van April  o f  May Landen ge*  
 holletjes gelegt  o f  gezayd in  een  P o t ,   gevuld met  de  zonden,  
 voorgedagte  aarde  ,  niét  dieper  als  twee  Stoo-breed ;  
 bij  droog weer met een weynig lauw-gemaakt Reegen-  
 water begoten,  en gedurig tot  aan den bovenften rand  
 ;  in warme Paerdëmift gezet,  zes weeken lang. 
 Staat ook wel  te letten ,   dat men de gemelde  jonge Waar-  
 Loten  niet  van  de  oude  mag  aflhijden,  voor  dat  de fchou-  
 nieuwe  daar  aan  gegroeyde  Wortel  twee jaren  oud  is 3 winS*  
 kónnen  anders de verplanting niet verdragen |  weegens  
 hare  teederheyd,  waar door ze zeer. ligtelijk  vergaan. 
 ’t Verplanten moet gefchieden in Potten, met een waf-  
 Tende Maan van April. 
 K R A C H T E N . 
 DE   Jujuben  zijn  warm  en  vocht  in  den  eer- Straf  lil.  
 ften  Graad;  zwaar  te  verteeren  ,  en  geeven  *  Temp.  
 weynig  voedzel  :  eevenwel  verkoelen  ze  hét  
 bloed,  en  werden dienftig  geoordeeld  teegens  ’t Gra- Galen,  lib*  
 veeh  .  x.deMim, 
 Men maakt ook  in  de Apotheeken  een  Slik^artzeny Faculten  
 Sjy rooip   van  dezelve  ,  o. m’er  de  ra| uwheJi d.   vra. n. ..d. e a.v ie.enna. 
 Borfi,  Longe  en Keel mee  te  verzachten;  delgelijks xrag.l. 3,  
 te verdrijven  de Hoeft ,  het  Bloedfpouwen ,  en andere caf. 36,  
 Gebreeken  ,  welke  haren  oorfprong  neemen  uyt  de  
 H i   neer