Wil in
geen Hoven
Waffen
«
Durant,
hifi» Plant,
fol. 4Ó3*
Diofc. 1. 3.
* »*3*
H«eÄ. /. 3.
lufit. 1 .4.
Matth, l.^.
Trag. I. i.
*. 178.
Dsi. I. Ip. IBB
Diofc. 1.4 .
Lobei. I. Z.
fol. 40.
Namen.
Grond.
Bloemen.
Zaad, '
^winning.
v
771 Drieelad.Br.uyn-r.ood V ierblad. Aardeezxen.Mosch, op Mos! 772,
vallende, weer voortkomt, en zich alzoo vermee.
nigvuldigd. Kan ook aangewonnen worden door hare
aangegroeyde jonge voortfehietende Wortelen.
In de Hoven gezayd o f geplant zijnde, wil het niet
voortwafïen. Doch gefteld in een gegravene Water-
ku y l, beklijft het zomtijds wél, doch blijft zeldén langer
dan twee jaren in ’ t leeven.
k r a c h t e n .
H E t zwaar-riekend Drieblad, o f Trifolium Bitu-
minofum, is warm en droog tot in den derden
graad.
In Wijn gezoden, en daar van gedronken; o f een
lood der gedroogde Bladeren, Bloemen, o f drie drachmen
van het Zaad gepulverizeert, en met Wijn ingenomen
, verwekt der Vrouwen Maandftonden; doed
wel Water lojfen ; de Vrucht, en de Nageboorte voortkomen.
Is goed teegens de Zijdepijn, deKoudepis ;
een beginnende Waterzucht; de opftijging der Moeder ;
de Kramp; en vóór de geene, dié van'giftige Dieren
gefloken o f gebeeten zijn*
Het zuure Drieblad, o f Trifolium ^Açetofum , is
koud en droogd van aart, ook duri van deéien. In ee-
nig Nat gekookt, o f ook rauw gegeeten, flild de Dor ft,
verkoeld en verfterkt eén hiizige Maag , de Leen er én
het Hert : verwekt eetenslufi ; weerhoud het braken
is goed teegens de Koortzen; voor die gebrooken o f
gefcheurd zijn : ook voor de zweeringen des Aïonds.
De Bladeren gefloten; en op de Roos; ook andere
verhittingen gelegt, doen. veel goed.
Water-Drieblad, o f Trifolium Hquaticum, is warm
en droog van aart.
In Wijn gezoden, en daar van *s morgens nuchte-
ren een Roemertje gedronken, is goed teegens de Scheur*
vuykj anders genoemd de Blaauwfchuyt.
■ Het Zaad (zijnde afvagende, dooffhijdende, ver-
deelende, en ook een weynig te zamentrekkende van
gefloten, en met Honig-water gedronken, geneed
de Hoejly de pijn van de Borft, de geene die Bloed
opgeeven, en gebrek aan de Leever hebben.
De jonge Bladeren van dit Kruyd de Schapen te eeten
gegeeven, doed haar haaflig vet worden.
C C C X L V H O O F D S T U K .
B R Ü Y N - R O O D V I E R B L A D .
O o genoemd in het Needcrlandfib,
om dat deeze kruypende Plant meeft
vier, minft drie en v ijf Bladeren, ver-
cierd met een aangename- brttyn-rocde
couleur, te vqorfchijn brengt. Word
. in 't Z.^r<y* geheeten Q uadrifo lium
phceum, o f T rieolium fuscum 7 in üet Franfih
Q uATR E . F.UEILLERRUN.-
Zij bemind een goede-, geméene, zandige,- luchtige
aarde.,.met een weynig tw.ee-jarige Paerdenuft voorzien:
een welgeleegenc, en gantfeh niet belommerde plaats;
ook .veel Water. ■ 1
Geeft in de Maanden van Junius en Julius Bloemen,
oök Voor de Winter volkomen rijp Zaad. Verdraaad
flerke koude, en alle andere ongeleegentheeden des tijds,
zonder fchade. Word vermeenigvuldigd en aangewonnen,
niet alleen door het gemeldde haar Zaad, ’t welk
met een waflende Maan. van Maert o fH p r if niet diep,
m de aarde moet gelègt zijn ; maar ook door hare bij
de grond voortkruypende * en zonder eenige moeyelijkv
heyd van zelfs wortelvattende jon^e Scheutjens ; welke
genoemde tijd, ,o f in 3e zelve Zomer, van
de oude afneem t a en verplant.
k r a c h t e n .
HJLtbruynrood Rietblad, o fQuadrifolium Phceum, Gebruyk
is koud-en droog van aart. - Acczei
. . . In Wijn gezoden , en daar van ’s morgens
nüchteren gedronken , ftild de onnatuurlijke witte en
roode Vloeden der Vrouwen. Is go’ed teegens ’t Coliib,
en de krimping der Darmen; de zweeringen van déLon-
ge; de Waterzucht.* de Roode loop: en word met voor-
, deel gedaan bij de dingen, welke men gebruykt teegens
de gebreeken der Oógèn.
AARDiBEZIE,
C C C X L V I H O O F D S f U t a g ^ E d e r genoeg bekend; zoo wel weegens f j ame#
j r aangenanre fmaak, als om hare
l | | g deugdzame en verkoelende kracht, ook
van elk begeerd. Voerd doezen naam
het Nccdcrlandfih. Word in het
H 5 Latijn geheeten Fr a g a ; de Plant zelfs
c r a g a r ia : in. het Hoogduytfih E r d b è e r e n , en
L r d b e e r e n k r a u t : in het Franfih F raises : en in
liet Italtaanfib F r a g ó l a r i a , i e F r a g h e , en F r a -
GOLE*.
Hier van zijn mij in haren aait bekend geworden ee- Vitte**: •
mge kluchtige veranderlijke foorten ; namentlijk: denever-
- I . PRAGARIA FRUCTU FRUBRO MAJOR, Of oroot r " ^ 1“
Mrdbezaenkruyd, met een roode Vrucht. II. -Minor. f°°rtcn'
FRUCTU RUBRO-, o( kleyn Vtardbea.ienkruyd , .met een
roode Vrucht. III. Fructti a l b o , o f met een witte
Fruchf. IV. 'FrucTu hirs&t ö , o f tntt eèn oant Cch
ruyge Frjfcht. r V.. Fragakia- f lo r e . p l e n o , of
aiardbez.tenkruyd met een dubbele bezicnswaardioc
Bloem. A l te Zamen zijn ze van eeyen de zelve Bouwing
en Waarneeming:' . ■
1 ; beminnen een gemeehe, goede, luchtige, en Grond,
welgemeftte grond : immers zoo zeer een opene, vrije,
bequaam ter Zon geleegene, als een donkere o f fcha-
duwachtige plaats; en veel Water. Geeven een fma-
kehjke Vrucht welke Aoorgiftige Dieren niet lichtelijk
elmet o f befchadigd Word. Verdragen felle koude,
en alle andere ongeleegentheeden der Winter, zonder
'groot nadeel. Worden ook gemeenelijk aangewonnen Aanwm*
en vermeenigvuldigd door harë aangewafïène, o f van ninS-
zelfs voortgekomen e jongen.
Wil iemand hier van jaarlijks zeer goede, groöte, om ero - j
zonderhng-wclfmakende Vruchten genieten , die moet te. S°
al de jonge Scheutjens gedurig wechneemen, haar van ^malcende
het onkruyd genoegzaam zuyver houden; in droogè .Vl? chten
dagen met Reegenwater begieten; eh om ’t derde, o f rlJgen*
tén langflen om ’t vierde jaar met een waffende Maan
yan Auguftus;, o f in Maeri, verplanten , in de hier
boven.befchreevene grond, niet diep, en ontrent een
voet wijdte van malkander. Hierdoor konnenze over- verplan- •
vlóedig vermeerderd worden. De bequaamfle tijd dee- ting.
Zér'vérplanting..is de Maand Huguftus, want als ’t dan
gefchied, zullen zè in ’t volgende jaar Vruchten dragen*
en de oude hebben in dit jaar hare Vrucht gegeevën.
k r a c h t e n .
DE .Bladeren en Wortelen van -AelbezïënkrUyd) Dod. /. xj.
.o£ Fragdria, ook de onrijpe Vruchten zelfs, «o.
- . zijn verkoelende in den eerflen, en verdröo-
gende in den tweeden graad ; ook te zamentrekkende
van aart. Doch de rijpe Hardbeziën zijn verkoelende
cn yochtig van natuur.
- De Bladeren gefloten, en op varjfche Wonden gelegt,
verkoelen en geneezen cle zelve*
De Wortelep en Bladeren in Wijn g ek oo kt, en da.zvMatJ h' 1'*'
C c c z van 3