
 
        
         
		343 Beschryving der K rotden , B ollen en Bloemen , III Boek ,  344 
 Durantes  
 Hfi.rl.  
 fil. ft. 
 In Wijn gedronken,  is ze  dienftig,  om  de  fpijs in  
 de M m   te  doen. « « « '• « .   Verwekt  ectcus-luft.  Geneed  
 de gebreeken van  d t  Zeever :  verheugd  en  ver-  
 vmcir.  ^erkt  j]Ct  H c r t .  bewaard  de  Menfch  voor  een quadc  ■  
 ' 2'  en  zelfs  pcjlilcxtialc  Lucht.  Is  goed teegens de  Geelzu 
 ch t,  als men'er bij  doed een weynig Rhaharher, A -   
 duuetum,  en  Centaurium.  Neemt  ook  wech  de  ver-  
 ftoptheyd van  de M ilt.  .  - 
 Tab,mem.  Het  gediftilleerde  Water  van  JS’Ameefier  heeft  eeven  
 de  zleve  werking.  Daarenboven  zuyverd  het ,  
 en  heeld  ook  de  wonden.  Neemt  wech  de  hittig-  
 heyd  van  dé  Leever  ;  en  helpt de geene,  die van een  
 Lruypert  worden  gequeld. 
 L Y I I   H O O F D S T U K . 
 PEETERZE L I E . 
 *En  aangenaam  en  welbekend  Gewas,  
 word  in  .het  JVeederlandfch  niet  alleen  
 dus /   maar  ook  van  zommige  
 E ppe  genoemd.  In  het  Latijn P e-  
 Kif  tro se l inum   ,  o f   A p ium   :  in  het  
 Hoogduytfch  P etersilgen  :  in  het  
 Franfch  du  Persil  ;  en  in  het  Italiaanfch  A p io   , 
 P eTROSEMOLO  ,  o f  PlTROSELLO. 
 vcele ver-  Hier van  zijn mij  in haren aart bekend geworden vee-  
 fchcydene  le veranderlijkefoorten j  namentlijk:-_  ;  ~  t  - 
 foorten,  I.  A p ium   hortense,  o f  gemeene Hof-peeterzelie. 
 I I .  A ngust ifo lium  ,  o f   gemeene  Peeterzelie  met  
 Jmal/e  Bladeren.  III.  C r ispum ,  o f  met kroez,e, gekrulde  
 Bladeren.  IV .  Syl v e str e ,  o f  wilde Peeterzelie. 
   V . A qt/a t ic u m ,  o f  Water-peeterzdie.  V I . H ortense  
 la tifo l ium   ,  o f   Hof-peeterzelie  met  breede  
 grooteBladeren', ook genoemd Se l e r i ,  en J uffrouw-  
 mark.  V IL   P e tReum  album  ,  ‘ o£wittc  Steenr  
 peeterzelie.  V I I I .  Petreum  nigrum   ,  o f   zwarte  
 Steen-peeterz,die.  IX.  P etreum  c r is p u m ,  o f   ger  
 . .   z  krulde Steen-peeterzadiè.  X . 'Pe tro se l inum  M a c &-  
 noemd'tot DONicuM  verum ,  o f   opregtePeeterzelie  uyt  Mace-  
 veertien  .donien.  X I.  Pe troselinum  M acedonicum  maxi-  
 in het  ge-.MUM *j  0f  groote  Peeterzelie  uyt Macedonien,  die ook  
 u *  O lusatrum  word  genoemd.  X I I .  A p ium   M aced 
 o n icum   lu s it a n ic um ,  o f   Portugalfche Peeterze-  
 lie  ,  de  AFacedonifche  gelijkende.  X III.. L ü s itAn i-  
 cum  m ax im um ,  o f  grootfe  Portugalfche Peeterzelie.  
 X IV .  A p ium   L us itanicum   si i   folio,  o f  Peeter-  
 z.elie  uyt  Portugal,  - met  Bladeren  van groote  Water-  
 eppey  zijnde van een  zeer fchoone aanfchouwing,  don-  
 ker-groen  van  v erwe ,  een  groote  hand,  wat  min  o f   
 meer lang, twee, o f  ook meer vingeren breed, gefchey--  
 -den in veele korte,  voor Ipits toegaande ,  ook digt Op  
 malkander  zittende deelen  ,  op  zommige plaatzen hare  
 doorgaande Steel gantfch bedekkende;  aan hare randen  
 zeer  net  en  teeder  ingefneeden,  op  de wijze  van  het  
 Cerefolium  Hifpanicum ,  o f   Spaanfche  Karvel.  Dan  
 noch  meer  andere,  te  veel  om  hier te noemen.  Niet  
 alle zijnze  van de zelve Bouwingen Waarneeming,  gelijk  
 u y t het vervolg zal blijken. 
 Wat vóór  Eevenwel  beminnen ze-  al  te  zamen  een  zandige  ,  
 een aarde  goede  grond  ,  voorzien  met  twee-jarige  Ko e y e -,  en  
 Z1J  bf‘   een  weynig  Paerdemift  :  een  goede,  v r ije ,  warme,  
 £cer  *  '  luchtige, wel  ter Zon  geleegene plaats,  en  tamelijk veel  
 Water.  Konnen de koude  en  andere  ongeleegenthee-  
 den  der Winter  uytftaan.  Geeven  meeft alle in deeze  
 Geweften  om de tweede Zomer rijp Zaad,  en  verfter-  
 ven  daar mee  ,  behalven  het  Petroselinum  sylvestre  
 ,  o f   de wilde  Peeterzelie ,  welke niet meer dan  
 -eene  Zomer  duurd  ;  doch  van  zelfs  genoeg  weer  
 voortkomt. 
 Het  P etroselinum  h o r ten se ,  o f   de  gemeene  
 Hof-peeterzelie,  word  gezayd met een waflende Maan  
 van  Fcbruariusy  o f  AFaert  (niet  al  te  d ik ) ,  vermits 
 Gemeene 
 Hof-peeterzelie. 
 het Zaad wel zês weeken blijft leggen,  eer men het ziet  
 opkomen  :  ook  moet  het bij  droog Weer dikmaal be-  
 gpten  worden.  W i l   iemand  hier van  fchoone  dikke Hoe men  
 Peet erzelic-wort den winnen  ,  teegens o f  in  de Winter  dikkepce.  
 die moet het  Zaad  gantfch  hol  en  luchtig  in  de  aar-tcrzelic-  
 de werpen;  niet,  gelijk ftrak^s gezegt  is ,  met een waf- kaÏÏekJ.  
 fende, maar met een afgaande Maan; want dan groeven men.  
 ^Wortelen meeft,  en worden dik:  maar met  een wallende  
 Maan blijven ze dun ;  doch  daar teegens vermeerderen  
 ze  zeer in Loof en  Bladeren. 
 -  HetSELERi,  o f A p iu m   hortense  la tifolium,  Selcri. 0?  
 o f Hof-peeterzelie met groote breede Bladeren,  is onder- Hof-pec.  
 fcheyden  in twee foorten,  te weeten,  in Seleri  cau- terzelic  
 le  rub ente   ,  o f  Seleri  met  een  roode Steel;  en Se-  te^reedc'  
 LERi  Cau le   albescente  ,  of  Seleri  met  een  witte Bladeren.  
 o f  bleekgroene  Steel i   van  welke  de  witte  de  befte is. 
 Zij  worden  gezayd  met  een  waflende  Maan  van  Fe-  
 bruarius  o f  Maert.  Als ze  te  voorfchijn  gekomen,  
 en  een  weynig  opgewaffen  zijn  ,  worden ze  met  een  
 volle  Maan  in lange lage Groeven,  onder  met Koeye-  
 mift  wel  voorzien  ,  verplant:  daar n a ,  groot  geworden  
 ,  in  den Herfft  tot  boven  aan den  top met  gantfch  
 zandige aarde aangevuld.  Dus word  de  geheele Plant  
 geel,  en  bequaam om  te  eeten  :  dan  met  hare  Wortel  
 opgenomen,  o f  tot op  de  zelve afgefneeden.  Zij worden  
 ook in September gezayd,  om haar in het volgende  
 jaar vroeg te konnen  hebben. 
 Het  Petroselinum  c r is p u m ,  o f   de  gekrulde Gekrulde  
 Peeterzelie ,  word  op  de  alreeds  genoemde tijd ,  met J!eotcrze"   
 een. waflende  Maan  ,  de  aarde  aanbevolen.  Ligtelijk  c*  
 vèrahderd ze.,  en  verheft  in  deeze Geweften  haar  aangename  
 gekroldheyd.  Men moet derhalven van de al-  
 dergekruldfte  ieder  jaar  Zaad winnen  ;  zoo  kan  men  
 dit  Gewas  lang  houden  in  de  ftaat,  waar  in  de  Natuur  
 het  gefteld  he eft;  zonder  ook  de  zelve  te  veranderen  
 ,  als  alleen  dodr  de  verandering  van  Lucht  
 en  Aarde. 
 -  Het"  A p ium   P etreum ',   o f   Stccn-pceterzclie, steen-  .  
 moet  gefteld  zijn  op  een  warme  plaats,  bevrijd voor Peeterze^  
 alle .koude  Oofte-  en- Noorde-winden  ;  eerft  op  de ge-lic’  
 noemde  tijd in  een Pot gezayd zijnde.  Indien dit Gewas  
 voor de koude te bloot  ftaat,  zoo  geraakt het ligtelijk  
 door een fterke Vbrfl om het leeven. 
 Het  A p ium   M ac ed onicum   v er um ,  o£  opregtepepe^ #  
 Peeterzelie uyt Macedonien;  het  A p ium   M acedoni^  Uyt  
 cum  L u s ita n icum .  o f  Portugalfohe  Peeterzelie,  de Macedo-  
 Afacedonifdoc gelijkende, • doch een weynig minder ge-  
 k e r fd j'h e t   A p iu m -L u s it a n icum   m ax im um ,  offtJePec.  
 groote  Portugalfche  Peeterzelie■ ,  en  het  A pium  Si i   terzelic,  
 folio  L us itanicum   ,  o f   Portugalfche  Peeterzelie de Mace-  
 met  Bladeren  ,  zeer  gelijk^ zijnde  de groote  W ater-  eQ  
 eppe  van  D odoNjEUs ,  worden  al te zamen niet voor nochan-  
 A p r il,  met  een  waflende  Maan ,  in  Potten  gezayd; dere foor«  
 niet  diep  in  de  aarde.  Moeten  o o k ,  gedurende  deten*  
 Winter,  daar in blijven:  vermits ze op geenerley wijze  
 konnen  verdragen  veele  Reegenen in de Zomer,   inzon-  
 derheyd in  de Herfft,  noch ook fterkeFbrjiin de Winter  
 ,  zonder  daar  door  te verderven.  Moeten derhal- Waamee*  
 ven zorgvuldig voor deeze ongeleegentheeden bewaard,m  
 en zoo  lang de gedagte Winter duurd binnens huys ge-  #  
 zet  worden  ,  op  een  luchtige  plaats,  'doch  zonder  
 eenige tochten.  Zoo weynig als mogelijk is moet men  
 haar  de  warmte  des  vuurs  laten  gevoelen  ;  ook  zoo  
 weynig  Water  als  eenigzins  zijn  kan  laten  genieten.  
 Anders  zouden ze  in  deeze onze Geweften  niet leeven-  
 dig konnen blijven,  o f  o y t  bloeyende worden gezien. 
 A l  de  nu  genoemde  bloeyen  in  het tweede jaar,  en ® ^   
 geeven volkomen  rijp Zaady behalven het A pium Ma-  
 c ed o nicum   verum  ,  o f   opregte  AFacedonifche  Peeterzelie  
 y  en  het M a c ed onicum   maximum , (o fgroote  
 AFacedonifche  Peeterzelie,  ook  O lusatrum  genoemd  
 ,  welke  in  deeze  Landen niet wel  tot hare vol-  
 komentheyd  geraken  ,  als  alleen  met zeer goede heete 
 De