
 
        
         
		i i  j   B e sch ry v in g   d e r  l a g e   B o o m e n , e n 'H e e s t e r s , II B o e k ,  z i 6 
 k r a c h t e n . 
 Galen.  Ui.  " p \ E   Bladeren  en  Vruchten  van  Alcanna  zijn  
 Mtd.simp.  1   1  droog  in  den  eerften,  en warm  in  den  twee-- 7-  J L y  den  graaJ  •  ook  ’t  zamen-trekkende  van  aart.: 
 Gekookt in Weegebree-water,  en op gebrandheyd  
 Ie°t,  geneeft dezelve.  Heeld  ook  de  zweeringen  van  
 de  Mond. 
 Diofc. lib.  Het  Poeder  der  gedroogde  Bladeren  in Water  ge-  
 i .  cap-  xf. weykt ,  geeft  daar aan  een  fchoone  Goud-geele verwe..  
 Sub  Li-  jn   Citroen-  ,  o f   Ouee-zap  ,  o f   in  Aluyn-water  ge-,  
 kookt,  en  daar meê gewafichen  ,  maakt niet  alleen  de  
 Bellonius  Mannen  een  roode Baard,  maar ook  de Paerden  roods  
 Ifb.  3.  Manen  en  Staarten,  ’t Zelye Stof der gedroogde Bla-  
 Serap. lib.  ^eren met Meede gemengd ,  en  ook  daar mee gewaf-  
 x\o.  Ca^'  fchen,  verdrijft de  zweeringen,  en de  vwfle f ia n f  der  
 Voeten.  Geneeft de  zwellingen der K e e f   en maakt  een  
 zstyver  vel. Ë  '  '  1 
 .  .  De  Bladeren in Wijn gezoden, .  en daar van gedron^ 
 w  *  ken, bevorderd zeer de Waterloffing.  Doed deMaattd-  
 fionden  voortkomen;  dood  de kleyne  en groote  Wormen, 
   en  verdrijft het  Colijk.  >.  , 
 Alp  Je pl  De  Bloemen in Edik van Rozen geweykt, en op het;  
 jEg.c.13.  Hoofd gelegt,  geneezen  de Hoofd-fmerten. 
 Buell.de  Van deeze Bloemen,  in  oly  g ek oo kt,  en  uyt-ge-  
 Nat. fiirp.  drukt,  werd ook gemaakt het welriekende  Oleum Cy-\  
 1 .1. c.m .  prmlim.  dienftig tot verzachting,  verwarming en ver-.:  
 fterking der Zeenuwen. 
 X L I   H   O   O   f   D   S  T   U   K . 
 B O O M A C H T I G 
 JUPITERSBAARD. 
 Namen.  deezen,  en ,  mijns  wgetens,  met 
 geenen anderen naam werd dit fchoon  
 en  zeer  bévallijk  Boom-gewas. in  het  
 Tlin  Vb  3 3  S r K   Kfeederlandfih genoemd»  In het La-  
 i^cap.iS.  tijn  Barba  J o vis. frutex  ,   welke 
 naam  bij  Plin iu s   eerft, bekend is geworden  
 :  alhoewel men  ’t   ook  billijk  mag  toevoegen  
 dien  van  A r g e n t in a ,  o f   Z ilverboom  ,  Z ilver^   
 b l a d , weegens de zeer  fchoone, en blinkende Bladeren:.  
 In  ’t  Italiaanfch Barba  Dl  GlOVE  arb.OREA. 
 Twee  P ie r van  zijn mij in haren  aart bekend geworden O n bijzondere  
 fborteij* 
 bijzondere  I.  BARBA  J ovis  ANTIQUORUM .,  ,o£  A r GBNTI-  
 foorten,  •  na  D o r y c n i i  D io sco rid is  e f f ig ie , dat is ,  Boom-  
 achtig f f  upiters-baard  der  oude,  o£- Zilverboom met .  
 witte  blinkende  Ti lader en,  en  een gedaante  als het Do-.  
 ryenium  van  Diofeorides ;  doch  een  weynig kleyner  : •  
 voor  wat  r o n d e r e n   niet  zoo  lang. vgn  fteèl,  op de  
 wijze als ’t Balfamum ,  o f   Ledum Alpinum.  I I.  En |  
 B arba  J ovis  frutex  t r ib u l i   terrestris  fo-   
 l i i s ., o f  A r gent ina  coluteas  facie;,  zoo véél als,  
 en ieder  Boomachtig  Jupiters-baard  met  Bladeren,  van  Aard-  
 van ver-  angel,  o f   Zilverboom  met  Bladeren  op  de  wijze  der  
 fcheydene  £ 0j#baardJche  Linzen  met.  Zaad-peultjehs,  doch  -de  
 namen,  [fördnwigch beeter  gelijkende,  behalven dat ze voorin 
 een  Bla,d  komen  te eyndigen  ,  ’t welk de Aard-angel  
 gantfehelijk niet doed:  o f  ook  B arba  J ovis  recen-  
 T l o r um , o f  Jupiters-baard der nieuwe Kruyd-bejihrij-  
 veren ,  genoemd.  Deeze  Bladertjens zijn kleyn ,  Ó--  
 vaals-wijze rond  ,  onder  gantfeh wit-blinkende,  maar  
 boven groen en ru y g :  in ’t midden alleen voorzien met  
 een  Ruggetje,  en  geen  Aderen  :  altijd , twee  entwee  
 regt teegens malkander óver  aan  haar  Steeltje  gefteld,  
 gehjk de Alcanna-,  neegeh,  e l f , .  o f  .dertien  in getal;  
 yan welke  ft voorftè, daar ze in eyndigen ,  ’t  grootfteis.  
 A l  te zamen  zijn ze  voor  aan  vercierd met  een  kleyn  
 puntje,  als een Doorntje,  .. 
 Zij  groeyen gemeenelijk op tot de hoogte van drie o f Hoogte  
 vier voeten in onze Landen  ,  en  niet verder opwaarts ;  jCezf  
 echter.haar,v.erdeelende  in.  veele  zijde-Takjens,  wel-  en‘  
 ke  hare  Bladeren  noyt  laten  vallen ,   dan  door  ouderdom. 
 c  Beminnen een  goede,  zandige aarde,  met  een wey-Wat voor  
 nig  twee-jarige  Paerdemift,  en  het  Mol  van  vergane  ee.naarde  
 Boombladeren  doormengd:  een  openen vrye, warme, nen einil1*  
 luchtige ,  en wel ter Zon geleegene  plaats,  met matig  
 Reegen-Watef.  Geeven  jaarlijks  ,  niet  alleen  in  de  
 Maand Junius witte Bloemen,  zittende in een  klomp  ,  
 van-gedaante gelijk de Kla&er,  een  alleen  ,  o f  gémee-  
 nelijk tw e e ,  drié,  en werméer, bij malkander;  maar  
 ook in  de Herjft en  TVirtter volkomen  rijp Zaad* 
 De Bloemèn  komen  boven,  en  ook  ter  zijden  van Bloemen,  
 hare Takjens- te voorfchijn uyt veele digt op malkander z,aad-  
 gevoegd t   Bladeren,  ruftende  op  kleyne Steelt jens  opwaarts. 
   *t Zaad moet tot in den Herffl o f  aan  de ?P7»-  
 ter  aan  zijne  Siru yf blijven  ftaan,  tót dat het  gantfeh  
 bmyn ge worden is , want eerder heeft het zijne rijpheyd  
 niet ten  vollen bekomen.  *t. Is kleyn ,  Ovaals-wijze  
 rond,  groen- van  vérwe ,  eh met een  dun Velletje  bekleed; 
   ’t  welk mèt’er  tijd'brayri,  en  lang daar na eerft  
 afgenomen werd.  Alhoewel’er óok Bloemen aan  ’t  Bar- Beichrij-  
 ba J ovis  an tiquo rum ,  ó f  yupitersbaard der oude> ^Ing van  
 niet regt w it, maar geelachtig,'werden gezien; zoo heb ik  
 echter tot noch toe geen volkomen rijp Zaad dzzr aan ver- Oudej m«t  
 nomen, maar wel zeer fchoone Bladeren,  voor ’t gezigt Bloemtn  
 gantfeh aangenaam ^  van ónder bekleed met een witte wol-  Bladc‘  
 ligheyd;  maar blinkende van boven  zeer cierlijk  als Zilver. 
   Zijn  ontrent  ’t  lid  van een vinger  lang ;  onder  
 aan de S te e f géritfeh fmal,  van waar ze  allenskens  bree-  
 der worden: boven,  o f  voo r,  zoo breed als  een groot  
 Stroo  ,  en  daar  op  ’t  breedfte  :  voor  aan  niet fpits,  
 maar rond toegaande *  op  eeven  dezelve wijze  als  het  
 Ledum  Secundum  ,  o f  tweede  Ledum  van  C arolus  
 C lusius.  Aan  beyde  de  zijden,  en  ook  rondom,  
 omhelzen ze  de  Steel.  Zitten  veelvoudig  en  digt  op  
 malkander,  in  Zulk  een  geftalté  en w ijz e ,  als  men  in  
 het  Dorycnium  van  JDioJcorides  z ie t , ,  welker Bladeren  
 zij  geheel géhjkzijfi in blinkende ver we,  en  alleen in ’t  
 midden  voorzien  met  een  eenige doorlopende  Ader,  
 enkelijk van onder zigtbaaf. 
 -  Men  bevind  deeze  Boom-gewajfen teeder  van  aart, Hoedanig'  
 zoo wel van de een als de  andere foort.  Konnen in  deeze  
 koude Geweften gantfeh geen Herfft-reegenen,  Storm- gewaflèa ’  
 winden ,  mifiige Lucht,  Hagel,  Sneeuw o f  Vbrfi  verdragen. 
   Moeten derhalven ,   met  een  wafTende Maan  
 van April m  een Pot geplant zijnde ,   in  het laatfte  van  
 September o f  begin van OÊober , mdat<ie jaarstijd goed  
 o f  oobequaam  i s ,  binnens  hüys gebragt,  en  op  een  
 luchtige  plaats  gefteld worden,  daar z e ,  Zonder eènigé  
 to ch t,  o f  koude Lucht-zuyging,  door  de  Venfteren  
 zoo lang Lucht  en  Zon  mogen  genieten,  als de  uyt-  
 wendige koude  zijlks wil toelaten.  Als nu dezelve vermeerderd, 
   werden ze gefteld  ,  daar  men  haar kan  bewaren  
 zónder te  bevriezen,  en zonder vuur  ,  zoó het moeten  
 gefchieden  kan  ,  vermits ze deeze voor  haar onnatuur-  
 lijke warmte niet lange,  zonder fchade te lijden,  kón- den,  
 nen  verdragen, -*  O f  anders moeten ze ftaan  ,  daar alleen  
 bij  fterke  Vorfi  door  een  yzeren Oven werd  gevuurd.-  
 Als deeze koude voorbij  i s ,  moeten ze  weer  de Lucht  
 genieten;  en  gedurende de  gantfche  Winter mógen  ze  
 maar  een-  o f  tweemaal van boven bevochtigd zijn met  
 een weynig lauw-gemaakt Reegeh-water; ook niet voor  
 in  *t  begin:  o f  ten  halven  van April ,  na dat  zich  het  
 Weer  fch ik t,  met  een  zachte  Lucht  en  aangename  
 Re egen,  wederom  buyten  gefteld;  Voor  Sneeuwwater, 
   koude  nagten,  fchrale  en  hayrige; Winden  Wél 
 verzorgd  en  gedskt Wordéü..............  /   ”   ' 
 Deeze  fchoone Boomt jens  kan  men  in onze Gewe- njng(  
 ften  alleenlijk  aanwinnen  door  haar  Z a a d ;  het  welk iecndoor  
 men met een volle Maan  van  Februarius binnens huys haar Zn ■  
 (vermits het  zpmtjjds vrij. lang in de aarde blijft-leggen