ip 3 M a l v e v a n C h i
mijden met opene Venfteren binnens huys gefield zijnde. Want
moet. als hare met een bevallijke groente vercierde Bladeren ,
zelfs binnens huys door.de Venfteren, maar een half,
ja 5t vierdedeel van een uur lang, de M iß o f Neevel
hebben gevoeld, zoo verflappen ze; hangen zoo ver-
flenft en flauw, als o f ze gantfeh kragteloos en zonder
gevoelen waren ( indien ze een geheele dag, nagt, o f
wat langer, daar in bleeven ftaan , zoo zouden ze in
een korte tijd gantfeh geel worden, en ter aarden neervallen)
: welke echter, daar na weer binnens huys gez
e t , o f de Venfteren gefloten wordende , allenxken
op nieuws hare kragt weer hervatten, en na verloop
vart eenige uuren zich in hare voorige ftaat, en fris
vertöonem
I Bclchrij- M blijven niet altijd groen ; maar als hare Bloemen
■ ving harer zijn afgevallen , werdenze ook met’er tijd van hare
■ Bladeren. Bladeren beroofd. Deeze zijn zeer fchoon van gedaante
; bleek-groen van v erwe , een weynig blinkende ;
aan länge ronde Steelen , met een korte wolachtigheyd
bekleed, neerwaarts hangende; ' ontrent de lengte van
een hand, wat meer o f min , breed, en ook zoo lang ;
vercierd met v i j f punten, waar van’tmiddelfte in lengte
en fpitsheyd de andere overtreft. De naaft-langfte zijn
de twee andere; en de twee , digtft aan. de Steel, de
kleynfte; rondom met rond-gevormde Tanden, en van
binnen voorzien met zee ven groote Aderen, Stars-wijze
gefield, van een aardige aanfehou wing. U y f deezegroo-
te komen veele kleyne voort. Teeder zijn ze van aart:
Werden door de Wind ligtelijk flap, en aan hare Steel
gebroken. Teegens de May-maand, ö f in den aanvang
der zelve, vernieiiwen ze zich weer. '
»Gedaante Het Zaad deezer Malve van China is.kleyn, lang-
■ van het werpig o£Ovaals-wijze rond, boven als onder een wey-
‘ nig dikker; in gedaante bijna een Nier gelijk ; bleekgeel
van verwe, met meer als twintigwitachtige hayren,
midden uyt den rugge in ’t ronde voortkomende, doch
i niet eeven-yerre van malkander, en ftijfuytftaande, gelijk
de Baerd van een K a t , Luypaerd, en diergelijke
Dieren, op een kluchtige wijze vercierd. 'Zeer meenig-
vuldig is dit Zaad befloten in een langwerpig-ronde knop,
Hg uyt den groenen geelachtig Van verwe.
■ Aanwin- ■ Doch vermits in deeze koude Geweftcn dit Heefie-
M i ng‘ rig Boom-gewas gantfeh geen Zaad te voorfchijn brengd,
zoo moet het aangewonnen worden dóór de bij de
Wortel, o f eeven boven de aarde uyt-gelopene jonge
B , ' Scheuten4 welke men ten halven infnijd, op de wijze
der -Angelieren, dan met aarde aanvuld, daar na als ze
Wortelen bekomen hebben, van de oude afheemd, en met
een volle Maan van -April verplant. Doch dit mag niet
gefchieden, voor dat de Wortel twee o f drie jaren oud,
en alzoo bequamer is om verzet te werden.
K R A C H T E N .
BvaïTdrt611 T “\ E Bloemen en Bladeren van dit Gewas in Wijn
■ Gewas. I J g ek oo kt, en een weynig Zuyker daar bij gedaan,'
geneezen de varjfche Wonden, en vermorwen
alle harde Gezwellen. In Melk gezoden, verdrijven ze
den Hoef ; helpen de geene, die van binnen gequetft
zijn, en verzachten alle inwendige deelen. ^
x x x h o o f d s t u k .
a e l b e z i e n .
Bdenam^" a^een een welbekende, maar van
I Cn* veele geliefde V ru ch t , werd in het
Neederlandfch d u s , en dan ook Jo-
hans-b e z ie n , J ohans-druyfjens ,
B esekens overzee genoemd : in ’t
Latijn R ib e s , R ib e s ium , o f G ros-
SULA TRANSMARINA : in ’t -Hoogduytfch. S. J oHANS
"E brlein .* in het Franfch G roiseletz transman
a ; A e l b e z i e n . 7 9 4
RIN ; en in het Italiaanfch R ib e s , o f U va 0’o.rso.
Hier van zijn mij in haren aart bekend zeeven ver- Zeeven.
fcheydene foorten, als: .
I . R ibes fr uc tu rubro majori , o f A ei.be- vcrfchcy-
Zienboom met zeergroote roode Vruchten. II. Fr uc-v deloonca,
Tu rubro mino re , o f metyeen kjeyne roode Tracht.
I I I . Fr u c t u rubro m u l t ip l ic i , o f met een roode
veelvoudige Vrucht, wiens Steelen meer dan een
halve ftroo breed zijn, waar aan’er veeitig, vijftig, en
zomtijds feftig hangen. IV . F r u c tu n ig r o , o f met
een zwarteVrucht. V , Fr u c t u albescenTE, o f
met een witachtige Vrucht. ,V I . Fr u c t u cai{.N£o ,
o f met een fchoone Lijf-vendige Vrucht. V I I . R i bes
A n g l ic an a fructu rubro d u l c ï , óT E n-
ge lSche A ëlb ezie met zerr kleyne Bladeren, en een
kjeyne, roode, Zoete Vrucht. Alle zijn ze van dèzelve
■ Queeking en Waarneeming.
Zij beminnen niet alleen een goede, gemeene, wel- Wat voor
gemeftte, zandige, maar ook een fteenige, en kleyige,
wel-pmgefmeetene grond ; inzonderheyd die met nen.LmlQ"
zwarte Vrucht;- welke daar in grooter en beeter worden,
als in de andere aarde : een opene , luchtige, en
gantfeh vrye plaats, ook v ee l Water. G eeven -vroeg
in || Voorjaar Bloemen, en in ’ t midden van de,Zomer
overvloedige rijpe Vruchten. Verdragen fterke Vorfi
en alle andere ongeleegentheeden der Winter.
In deeze onze Landen kónnen ze aangewonnen wor- Aanwin-
den op diriederley- wijzen* . ' . ï V v “ nS
E er fi, door hare bij de Wortel van zelfs voortkor doorjon-
mende en Wörtel-fchietende jongen , welke rrién in Se Scheu-
Otlober, November, Februarius , o f Maert met een
afgaande o f volle Maan van de oude neemt; en verplant.
v Ten tweeden , door -hare jonge Takjens , met een D°or jonvolle
Maan afgefneeden, en in Februarius o f Maert ?e Taic"
„opeen donkere o f fchaduwachtige plaats ingeftoken;
welke, dikmaal met Water begoten zijnde, haaft M 'ortel
vatten. In het tweede jaar moeten ze van daar genomen,
en met een volle Maan der voorgedagte Maanden
op een luchtiger en beeter ter Zon ftaande plaats gezet
worden.
Ten derden, door hare Vrucht, o f het Zaad, geno- door haar
men u y t de grootfte en befte Beziën, rijpgehoeg Zijn- ’ ea
de met een volle Maan afgeplukt. D e Trojfen hangd
men op om te drogen. In November, Februarius o f
Maert, ftraks na volle Maan, zayd men ze in een goede
aarde, niet diep, hol en luchtig. D e hier van voortkomende
Jongen laat men twee jaren lang ongerept op
de zelve plaats ftaan: daar na opgenomen, en van hare
regt-neerfchietende Hert-wortel tot aan de boven fte
zijde-fcheuten ontbloot zijnde , zet men ze met een
Volle Maan van Maert/weer in. Waar op dan dezelve
zullen voortbrengen veele veranderlijke Vruchten, de
een de andere te boyen gaande in 'grootte, verwe
en fmaak.
Eyndelijk, indien iemand begeerig is, van al deeze Hoe men
foorten van Boomtjens meer als gemeene Vruchten„ te ongcmc-
plukken, die grave ieder jaar in Februarius aan hare Aelbezien
Wortel een'Groef, ruym een voet breed in het ronde : kan beko-
vulle dezelve met twee o f drie-jarige kleyn gewreevene men*
en gelijk als tot aarde gewordene Koeyemift: doe dan
weer een weynig aarde daar op ; zoo zal hij daar aan
krijgen boven maten groote Aelbezien, en dezelve mee
vermaak aanfehouwen.
K R A C H T E N . :
R Oode Aelbezien , welke meeft gebruykt , en Straf. -Hè,
voor de gezondfte*van allen gehouden worden, simb cah
zijn koud en verdrogende tot in ’t laatfte van ]^j-es iib
den tweeden graad; een weynig te zamentrekkende , simp. cap.
en dun van deelen.. Zij verfrifTchen de Mond , *t zij 2°-
varfch o f geconfijt gegeeten ; verkoelen het Bloed :
neemen wech de hitte der Koortzen; van de Gal, Maag,
FJ Leever,