
 
        
         
		wordende,  een aangename  Citroen-geur  van  zich  gee-  j :  
 ven:  in het Hoogduytfch,  Franfch en  Italiaanfch  M elisse; 
   maar in  de laatft-gemelde taal opk  C edronel-  
 la  en  A ranciata.  g  , 
 Agt bij-  . Hier van  zijn mij  in  haren  aart bekend  bijzondere  
 zondere,  bezienswaardige  foorten;  te weeten: 
 I.  M elissa  vulgar is  ,  of  gemeene Melijfe.  II.  
 waardige  M aculosa  vulgaris  , Jive  folio  var iegato  ,  o f   
 foorten.  gemeene  Melijfe  met  fctyoone  geel-  en gr oen-,bonte  Bla-  
 dirm.  III.  M e lisso phyllum  verum  F u ch s i i   ,  
 oF  opregte  Conjilie ,  van  L eonardus  F uchsius  be-  
 fchreeven.  IV . M e lisso ph yllum   T ur c icum   flo-  
 r e   albo  ,  o f   Turkfche  Melijfe met  een witte Bloem. 
 V.  F lore  puRpureo ,  oF met  een purpure  Bloem. 
 V I .  Flore  cceRULEO,  o f   met  een  blauwe  Bloem.  
 V I L   Melissa  molucana  odoraTa  ,  anders-Moluca  
 L./evis, o fMoluckifche Melijfe;  oiMoluckemet  
 flegte  Bladeren,  van  geen  onaangename  reuk.  V I I I .  
 Melïssa  Molucana  spinosa. ,  oïM eltjfe  uyt  de  
 Moluckifche Ey landen met Doornen.  Niet alle zijn ze van  
 de zelve  Bomving  en  Wdameeming. 
 Grond.  z ij  beminnen  echter  al  te  zamen  een  goede,  zan-  
 dige,  gemeene grond,  met twee-jarige Paerdemift, .en  •  
 het Mol van  verrotte Boombladeren genoegzaam door-  
 mengt.  /  y   r ;  •_; 
 Gemeene  D e . Melissa  VULGARIS,  o £ gemeene  Confilie:  Fo7 
 Confilie.  $fj|  Maguloso,  óF  met  bonte Bladeren,  ën  Melissophyllum  
 verum  Fuchsii,  oF opregte Melijfe van  
 BladereQte L ' Fuchf tusi  zii n  van  namren lang-leevende.  Beminnen  
 zoo wél een  fchaduwachtige, als een  opene,  vrije plaats,  
 Opregte  en veel Water.  Verdragen  alle-ongeleegentheeden  des  
 Meliflc.  tijds.  Geeven  gemeenelijk  ieder  jaar  volkomen  rijp  
 Zaad\  ’t welk met een  wallende  Maan \ van  Maert  o f   
 April  de aarde,  niet  diep,  weer aanbevoolenypn  dikmaal  
 met Water begoten moet worden ;  zoo komt her,  
 na  een geheel jaar  tijds,  eerft  te voorfchijn.  Hier door  
 Aanwin-  worden ze aangewonnen  en vermeenigvuldigd.  Maar dan  
 ning*  ook noch door hare  aangegroeyde  Wortelen,  op de gemelde  
 tijd van de oude afgenomen  en  verplant. 
 Turkfche  Hét  M e lisso phyllum  T ur c icum   ,  o f   Turk?  
 Melifle.  Melijfe,  zoo met een witte,  purpure,  als  blauwe 
 Bloem;  Melissa  Mo lucana  L jevis,  o f  Molucki-  
 fthe  Con~fche  Confilie  ponder  Doornen;  en  M o luca  spinosa,  
 filie  met, Moluckifche  Melijfe  met  Doornen ,  blijven  niet  meer  
 én  zonder dan  eene Zomer in  ’t  leevén.  Beminnen  een  zeer war-  
 Doornen.  m e |  luchtige ,  en  wel  ter  Zon  geleegeneplaats.,  De  
 beyde  Moluckifche  Meltjfen  willen  o ó k ,  weegens ha-,  
 re  teederheyd,  geerne in Potten  gefield,  en  voor  alle  
 koude  iVöorde-winden  gewagt  zijn.  Konnen  matige  
 vochtigheyd  verdragen.  Geeven dikmaal bij  goede ja-  
 ren in deeze Geweften  volkomen rijp Zaad,  en vergaan  
 Waarnee-  van  zelfs,  o f  door een  kleyne Rijp.  Moeten  derhalven  
 ming.  ieder  Voorjaar,  met  een wafTende Maan  van Apr il,  op  
 nieuws  weer  in.  Potten  gezayd ;  voor  koude  nagten  ,  
 niet  minder voor veel Water,  wijl het Zaad daar door  
 lichtelijk en haaft verrot,  wel gedekt en  bewaard,  ook  
 een  wijl  tijds  in warme Paerdemift gefield zijn.  Hier  
 Aanwin-.  door  konnen deeze  fchöone,  bezienswaardigePlanten,  
 n‘nS*  alleenlijk vernieuwd en  vermeenigvuldigd worden.  
 Molucki-  De  M elissa  Molucana  LjEvis  odorata  ,  o f   
 fche  rie-  Moluckifche riekende Melijfe met flegte Bladeren,  krijgt  
 kende Me-Uy t .  een  vjng er  dikke,  niet  zeer  lange ,  hdutachtige ,  
 llirC’  grijs-witte ,  met  veele teedere Veezelingen  om vangene  
 Wortel  gemeenelijk  maar  alleen  een  eenige  Steel,  verdeeld  
 in  twee  o f   drie  Zijde-takjens,  opfehietende ter  
 hoogte  van  twee  o f   ook  drie voeten;  rond,  zoo dik  
 1  als *een  Schrijfpen,   wat  min  o f   méér  ;  van  binnen  
 h o l;  van  buyten  bekleed  met  een  aangename groen-  
 heyd. 
 Gedaante  Aan  de  zelve komen Bladeren voort,  zoo wel  neer-  
 der Blade- waarts hangende,  als  opwaarts gekeerd  ftaande ;  altijd  
 fwee en  twee  regt teegens malkander  o v e r ;  een  duym  
 breed  o f  wat  meer' boven  den  anderen  gefield.  Zijn  
 rond  van  aart,   doch  aan  de Steelen plat;  ingefneeden 
 met  verfcheydene ,  meefl  rond-toegaande  ,  onordent-  
 lijke Kerven.  De  onderfte  en  grootfte hebben de lengte  
 van  twee  vinger-leeden  ;  de  breedte  van  ruym  de  
 helft  der  lengte  :  doch  de  opperfle  zijn  veel kleyner  :  
 bovenyercierd met  een aangenaam  groen,  en  v ijf  groo-  
 te ,  donker-groèneAderen in  ’t midden,  waar uyt  vee-,  
 lè  kleyne  voortvloeyen;  doch  onder  bleeker.,.  en  de  
 Aderen zeer aardiggeheel wit.  Teeder  en  dun  zijn ze  
 van  fubflantie  ;  van  een  aangename  reuk  ;  een  wey-  
 nig  bitter  van  fmaak,  en  ruften  op  Steeltjens  ,  een  *  
 vingerlid  lang. 
 Tuffchen  de  zelve  ziet  men  in  ’t  rond van de regt Bloem*  
 opfehietende  Steel v ijf ,  zes,  zeeven  o f  agt  Huysjens, Kiiysjcus.  
 onder  om vangen  met  eenige  kleyne  ,  bleek-groene  
 Doomt jens.  Onder zijn ze eng  en  fpits,  maar voor zeer  
 breed open, gevende de gedaante van een  Zee-ton', hard  
 en  fleevig  van  aart;  aan  de randen met eenige kleyne  
 Doorntjens  vercierd;  van buyten  bleek ,  van  binnen  
 donker-groen-verwig;  en met ontelbare kleyne,  witte,  
 bezienswaardige Adert jens doorlopen. 
 In  ’t midden der zelye ziet. men fchoone,’groote, lijf- Bloemen,  
 verwige Bloemen',  inwendig  voorzien met  eenige  geel-  
 en  rood-verwige Nop jens,  en vertonende de gedaante van  
 dove  Neetelen.  Drie o f  vier dagen. lang.Haan ze open. 
 Als ze  afgevallen  zijn,  laten ze in  elk Huysje een Knopje 
   n a ,  voor  breed  en  rond ,  onder  fpits  toegaande  :  
 eerft  groem,  .daar  na bleek wordende:  d,an zich  fchey-  
 dendè  kruys-wijZe  in  vier drie-hoekigë deelen,  in wen-Zaad.  
 dig -gevuld met een kleyn,  langwerpig,  bleek-blaauw,  
 blinkend Zaad.  Hiermeê  vergaat deezè Plant. 
 D e   M o lu c a   s pino sa ,  o f  Moluckifche Confilie met  
 '  Doornen,  groeyd op  de wijze der voorgaande,  en  is de ^  met‘  
 zelve  niet  zeer  ongelijk;  doch  de  Bladeren  zijn  niet Doornen,  
 zoo  ron d ,,  maar  wat  langer  ;  dieper  ingefneeden,  en  
 veel donkerder  groen.  Hebben  ook bruyner  Steelen;  
 ën  de  Bloem-huysjens  zijn  voorzien  met  veele  groote  
 én  zeer  fcharpe  Doornen  ;  w.aarom ook deeze  foort  de  
 naam van Spinoft,  o f  gedoomde,  heeft bekomen. 
 Béyde Waffenze  van  natufeh  in Syrien,  Verdien,  en ’1  
 de Moluckifche Eylanden,  geleegen  in  Oofi-Indièn,   v a n ^ ^   
 waar het Zaad eerft in JLuropa is gebragt. 
 K R A C H T E N . 
 Elijfe  'ïs  verwarmende  en  verdrogende  in  den Avicen.  
 tweeden  graad.  ,  ;  ^  , \ 
 In  Wijn  gediftilleert,  en  daar  van  gedron-Ser‘ap0iib. ;  
 ken,  verquikt  en  verfterkt  het  Hert,  het Hoofd,  £n simp.Tem.  
 de  Geheugenis:  verbeetefd een  koude Maag: bevorderd  ^ j  
 de  verteering  der  fpijzen  ;  ftrijd  teegens  ’t  vergif,  en c  
 dè beeten der dolle Honden:  verwekt de Maandftonden', Burantts  
 is goed voor de Kort-ademige;  voor  de  opftijging  der  
 Moeder,  en de Pefi.  Vermijft-^de  Hert-klopping;  
 aan de luft  tot  ’t echte werkje  neemt wech  de Hik»  en  
 doed  het  braken ophouden. 
 Het  uytgeparftte  Zap  in  Wonden gedaan,  o f  ande- tafis M-  
 re  Ouetz,uuren,  genèeft  de  zelve.  Defgelijks defiee-  
 ken der Byen. 
 Dit Kruyd bij  de  Bykorven gele gt,  o f  de  zelve daar Aanmer-  
 meê beftreeken  ,  doed de  Byen, wijl  haar *t  zelve  zeer king°P  c  
 aangenaam  is,  niet alleen bij  hare Korven blijven;  maar  l  
 ook worden de vreemde daar tóe gelókt.  In teegendeel,  
 deeze  Korven  met Mater  beftreeken,  doed al de  Byen  
 hare  woonplaats  verlaten. 
 Beyde de  foorten  der  Moluckifche  Melijfe  zijn  ver- Deugden  
 warmende,  openende,  en dunmakende van aart.  Weer-  cr  
 ftaan  ’t   vergif.'  Openen  de  vèrftoptheyd  der  inwendige  
 deelen',  verheugen *t Hert,  en  verfterken de  Harfi 
 -  De  Bladeren  gefloten  ,  en  op u ytwefldige Gezwel- Molud^'  
 len gelegt,  verteeren  de zelve,  ,  Het  daar  uytgeparftte j.c^   
 Zap  word  met  groote  baat  en voorfpoed  gebruykt in  
 veelerley Hoofd-wonden. 
 c c c x x x ix 
 MEIvISSA  VARIE GATA.