7 i9 V l a s k r u y d . W i
,h j . L*e &P Zaad geparft , Verzacht allerley
! hardigheid, en verbeetérd allfe gekromptne Z e cm,wen ,
ook aer zelver trekking en Jpanning. Eeven deeze O ly
met Rhijnfche Wijn geb ruykt, is goed teegens het
Graveel. Met Roozewatcr vermengt, verzacht de pijn
der Takken aad 't Fondament.
#c c c r x H O O F D s ï u t
WILD VLASKRUYD*
ncn» genoemd in het JSfeederlandfbh ,
S Ê jf f | ^ INUM SYLVESTRE * in p Hoogflachs,
en wilder Flachs : in ’t
Franfcb L in sauvageï in het Ita-
liaanfch L inariA.
:1e aar- Hier van zijn mij in haren aart bekend veel aardige
s foor- en bezienswaardige foorten; namentlijk;
’ I. L in a r ia repens cccrulea i o f kruypend wild
Vlaskruyd met kleyne bleekblauwe Bloemen. I I. Pan-
nonica flore pal l id o j o f wild Flaskruyd uyt Pan-
nonien met een bleeke Bloem. II I . Pan non iCA flore
cceruleo, o f uyt Pannonien met een blauwe Bloem.
I V . F l o r e p u r p u r e o , o f met een purpure Bloemt
V . Pannonica flore variegato , o f Pannonifch
wild Flaskruyd met een bonte twee-verwige Bloem. V I .
A ngustifolia flóre cceiiULEO amplo, o f fmal-
gebladerd wild F laskruyd met een fchoone| groote, Heeveer,
mels-blauwe Bloem. VIT. Sedifolia, o f met Bladeren
[getal : Van ^ eyn ^ uyslo°kz V I I I . Flore luteo, o f met
ïer voor- eengeele Bloem. IX. A ustriaca flore albo odo-
cJleld. rato , o f Oofienrijks wild Flaskruyd met een witte
welriekende Bloem. X . V alentina trifolia , o f
met een drie-bladerig loof van Falencien. XI. L u s i-
TAN1CA , o f uyt Portugal. X I I . C retica semïne
ODOR^TO , of uyt Candien , met welriekend Zaad.
X I IL Linaria scoparia , o f Beez,em wild Flas-
kguyd, 'jwijl men in Italien Beez,emen daar. Van maakt:
anders qpk genoemd O syris o f Belvedere Ita-
toRUM ; om dat het met een vermakelijke groen-
heyd vercierd zijnde, zeer.fchoon, Pyramidens-wijz*e,
opwaft ; geevende den aanfehouwers. een aangename
oogenlulL X IV . ' L inaria baccifera , o f wild
F laskruyd met Bez,ièn; . behalven noch meer. andere.
Niet alle zijn ze van eeven de zelve Bouwing en Waar-
neeming.
; Grond. Echter beminnen ze al te zamen'een goede, gemee-
n e , zandige, zoo wel een ongemeftte als gemeftte.
grond : een opene L u c h t , een warme, welgeleegene
plaats, en tamelijk veel Water. Geeven teegens de
Winter rijp Z a a d , en dan vergaan zommige der genoemde
foorten• door een weynig koude; te weeten:
Welke het L in a r i a r e p e n s GceRULEA, kruypend wild Flas-
K e a M S met een H e) ne bleekblauwe Bloem: S e d i f o l I a,
jiar, met Bladeren van klcyn Huyslookj V a l e n t in a t r i p
o l i a , drie-gebladerd wild Flaskruyd van Falencien ,
en L in a r i a sCo p a r ia , o f wild Flaskruyd, bequaam
om Beez-emen van te maken; ’t welk in ónze Landen
Zelden, als met drooge warme Zomers, rijp Zaadbe-
komt. Derhalven moeten de gemeldcje foorten ieder
Voorjaar, met een waflende Maan van April, op nieuws,
nfêt diep, weer gezayd wordén.
lanje'r ^ andere, namentlijk L in a r ia L a n n o n ió a
leuren, FLo r e p a l l i d o , Pannonifch wild Flaskruyd meteen
bleeke Bloem: F l o r e c c c r u lé o , met een blauwe
Bloem : F lo r e p ü Rp u r ê o , met een purpure Bloem:
F l ó r e v a r ie g a t o , r o f twee-verwige Bloem : A n-
Gu s t i f o l ia f lo r e c c c r ü le o a m p l o , fmal-gebla-
derde, met een gyoote Heemels-blauwe B l o e m F lo r e
l u t e o , met een geele Bloem : A u s t r i a c a f l o r e
a l b o oDpRATo, Ooftenrjykfcbe met een welriekende
iD V l a s k r u y d . . *iö
witte Bloem; en L i n a r i a L u Si Va n ICA ) ö f Portu»
galfih wild ziaskruyd, vergaan niet zoo haaft ( maat
blijven meerder jaren in ’t leeven. Konnen reedelijk wel Aamvltt.
de koude en andere ongeleegentheden der Winter uyt- nlng.
Itaan : geeven ook, bij goeden tijden ■, jaarlijks genoegzaam
rijp Z a a d ; ’t welk met de voorgemelde^ Maan
van uipril m de aarde word gelegt. Hier door konnen
ze genoeg vermecnigvuldiod worden; en dan noch door
rare de grond doorlopende jonge Scheut jens, welke men
op de zelve genoemde tijd, van de oude neemt. -
Het L i n a r i a a n g u s t if o l ia f l o r e c c c r ü l e o fimal-gel
a m p l o , o f Jmal-gebladerd ivild Vlaskruyd met een bl?derd
groote Heemels-blauwe Bloem, heeft een Zeer teedere a w / ™ «
korte,. bleeA-bruyne, Wartel. Geeft uyt de zelve, en eengrootu
óok wel eeven boven de aarde, verfcheydeneScheut-iiccm^ ‘
jent, een voe t, wat meer o f minder hoog, geheel dun,^!3“” '
doch gantfeh taay en buygzaam, rond , en uyt den °
blauwen-groeH-ferwig: aan welke, groeyen veele zeer
fmalle, digt boven malkander geftelde Bladeren, nu uyt Bladeren,
de eene, dan uyt de andere zijde in het ronde voortkomende;
een vinger-breed lang, achter digt aan de *ee/
gehegt, voor fpits toegaande, uyt den blauwen-groeni'
doch aan zommige Bloemdragende Scheuten wat groo- ,
ter, gelijk in de bijgaande F ig u u r te zien is. Van
naturen flaanze meer.om hoog als neerwaarts gekeerd;
in t.midden met geen zichtbare Hdertjens, maaralleen
met een kleyn Ruggetje voorzien<
U y t de bovenfte Hert-punten komen te voorfchijn Gedaante
verfcheydene bezienswaardige Bloemen , ruftende op ^1°®-
korte zeer dunne Steelt jens-, de een na de ander open- mcn‘
gaande. Zijnraym-éen halveDucaton ’tin ronde groot;
zich vlak open-doende: zonder eenige reuk. Beftaari
uyt v i j f zeer fchoone Heemels-blauw-verwige Bladeren
^ onder fmalft, boven breedft, en daar rond toegaande.
Na verloop van. vierentwintig uuren Vallenze
ter aaiden neer; doch ieder dag komen ’s morgens weet
nieuwe te voorfchijn. Deeze laten.na ronde, doch als
met eetnge Bïbbetjens:, en boven op met een fcharp
Puntje vercietdë Huppensy gevuld met een langwerpig- 2aad-
rond, bruyn, blinkend-Zaadje, dat van het gemeent huysicns
Vlaskruyd zeer.-gelijk. Als dit Zaad zijne volkomehé Zaad‘ ,
rijpheyd heeft bekomen, openen de Hujsjens zich bo-
ven, en fcheyden .haar in v ijf deelen.
- Het L in a r ia V a l e n t in a t r i f o l i a , of-drie-get- Drie-gé-«
bladerd wild Flaskruyd, groeyd uyt een teedere, wit* bladerd
verwige Wortel, (niet onaangenaam van fmaak/doch ^ ild.VIa^
op ’t laatfte wat fcharp in dè Keel) , een Maatvoet, vdcncicnl
wat meer o f minder s hoog. Krijgt uyt de zelve zom*
tijds veele i zomtijds maar twee o f drie Steden; dun;
rond, bleek-groen, doch ouder.bij dc aarde een wey*
nig purpurachfigA Waar aan de Bladeren vöortkomerl BIadcred<
in. ‘ t ronde bij. drieën, hol en luchtig boven 'malkander*
alhoewel men ook aan zommige weynige Steden zom*
tijds niet meer dan twee en twee teegens den anderen
over ziet zitten. Dikachtig zijn z e , en zacht van aart*
gemeenelijk inwendig een weynig hol gefield: een virf-
gèr, wat min ,o£meerder,- breed; eèn lid van eèn vin*
ger, o f wat meer lang; voor in een flomp punt eyndi*
gende; aan de randen effen en' lie gt; niet glad; bleek*
o f wit-groen van verwe ; alleenlijk, voordien met drié
■ Aderen, niet wel zichtbaar, maar als in de Huyd n*
wendig blijvende,- op de wijze van Plantago o f Weeg->
bree.; In de Mond geknauwt wordende, zijn zé niet on-»
aangenaam van fmaak, alhoewel’er een bittérheyd, o f
viezigheyd bij.gaat.
U y t de bovenfte Toppen fchieteri ayrswijze bóven Aardigö
malkander.de Bloemen voo rt, welke zich van ondet
de een na de ander openen^ Zijn.vari een wonderlij*
ke gedaante, Zeer aardig zittende in *t midden vaü v ijf
langwerpige groene Bladert jens; matig van grootte, na
de gedaante van een Leeuwen^muyl, Helms-wijt-e gé*
field; wit-verwig, in ’t midden geel i boven welkë
twee witte langwerpige Bladert je n s , als twee' Ez-ets*
ooren, haar teegens malkander opfteeken. Hebben
Z z ófidef