B e s c h r y v in g d e r K r u y d e n , B o l l e n e n B l o e m e n , I I I B o e k , 734
■ Hoe ze Zij waft uyt eygener aart gelijk onze Hop; zich win*
watt. dendc om een ftok o f boom, bij welke ze gezayd o f
geplant word; zou anders langs de aarde neer kruypen,
vermits ze zich van zelfs niet kan oprechten. Hoe ze
ouder word, hoe ze meerder Vruchten draagd.
Wortel. Geeft ieder jaar uyt hare bmyn-verwige, korte ,
niet diep in de aarde fchietende Wortel nieuwe Stielen;
zijnde rond, Gras-groen; gemeenelijk wat Knobbelig,
o f oneffen ; van binnen gevuld, met een wit Marg .*
waar uyt ter zijden verfcheydene Zijde-takjens voortkomen
; en aan de zelve fchoone Bladeren, doorgaans
Gedaante drie en drie bij malkander gevoegd. In gedaante zijn ze
en Helling die van onze gemeene Peereboomen niet zeer ongelijk ;
der.Bia.de- j rje en vjer vingerbreed lang; twee en derde halve vin-
rea’ gerbreed; in ’t midden alderbreedft, doch voor in een
kort punt eyndigende : aan de randen effen en f le g t ;
hard en ftijf van aart; boven donker-groen-Verwig en
blinkende, onder bleeker: in ’t midden voorzien met
een fegt-doorgaande groote A d e r ’, u y t welke veel andere
vloeyen , door ’t geheele Blad lopende. Ruften
op .kofte Steden. In de Mond geknauwd wordende,
vallenze wat bijtende van aart; doch geeven een aange*
name geur van zich* . .
Vruchten. U y t de vqorfte punten, ook wel ter Zijden van de
voornaamfte Steden, ziet men voortfpruyten de Vruchten,
o f Peeper-trojfen, zonder Bloemen. Zijn een vinger
, wat meer o f minder lang ; neerwaarts-hangende;
niet zeer d ik; voor fpits toegaande. Beftaan uyt der*
tig; 9 veertig , ook wel vijftig ronde Korlen. Blijven
wroen, tot dat ze eyndelijk in haar zelven droogen; vervolgens
bruyn, -en daar na zwart worden.
Aanwin- Als men dit Zaad op zijnen tijd de aarde beyeeld,
ning. ziet men het binnen weynige dagen te voorfchijn komen.
Alleenlijk hier door kan deeze Plant aangewonnen
; vermeenigvuldigd , en eeuwigdurend gemaakt
worden.
K R A C H T E N .
Aart der L Peeper is verwarmende en verdrogende van
Pceper, 1 1 tot in ’ t laatfte van den derden graad; ook
^ doordringende, dunmakende, verdeelende, openende,
en een weynig tot zich trekkende,
en ge- Verdrijft de Winden; droogd op alle voehtigheeden :
bruyk tot verwarm£J en verfierkt de Maag : verwekt eetensluft ;
middelen. neemt wech deduyfierheyd van ’t Gezicht: «enige da-
’ gen achter malkander *s morgens nuchteren drie geheele
Korlen ingenomen, is goed voor de Waterzuchtige
; teegens vergif', en neemt wech de Tandpijn, als
men ze in Water ko okt, en ’ t z e lv e , noch warm, in
de Mond houd.
C C C X IX H O O F D S T U K . J E N E T T E.
Namen het Neederlandfch niet alleen d us ,
maar ook C hristus O oge genoemd:
enkele Bloem* II. F l o r e r u b r o s im p l i c i , meteen
roode enkele Bloem. III. F lo r e v a r i e g a t o s im p
j S jS S l i B l s S in het ilatijn L ych n is , O culus
C hris-tï , o f CoeLi R osa : in het
Hooaduytfch F raUWEN R.OSELEIN ,
H tmmp.ts R o se le in , o f ook W i -
derstosz : in het Franfch O e il le t e s, o f O e il l e -
tes de D i e u : in *t Italiaanfch L ich nide .
Verander-, Hier van zijn mij in haren aart veele fchoone, veran-
lijke foor-'derlijke foorten bekend geworden ; van welke wij hier
ten. (wijl ze niet alle van de zelve Bouwtng en Waarneming
zijn) een weynig in rt bijzonder zullen fpreeken.
Eerfte I . L ychnis c o r o n a r ia , o ïJ en e tte , is voortijds
foort, van gebruykt geworden, om daar mee Kranjfen en Kroonen
▼ ijfderley te vercieren. Hier van zijn mij v i j f bijzondere foorten
- s ‘ bekend, namentlijk: I. L ychnis coronaria flore
albo s im p l ic i , o f Kr o on-Jenette met een witte
l i c i , met een bonte enkele Bloent. IV ; F l o r e ' r u -
b ro p l e n o , met een roode dubbele Bloem. V . F lo*
r e a l b o p l e n o , o f met een witte dubbele Bloem.
A l te zamen beminnen ze een goede, gemeene, zan* Wat voor
dige aarde, voorzien met een weynige twee-jarige een,aardo
Paerdemift ; en matige vochtigheyd , inzonderheyd
in de Herffi en Wintertijd: eèn opene, welgeleegene
plaats. Verdragen tamelijk wel de koude en andere
ongeleegentheeden der Winter. Geeven in *t tweede
jaar volkomen Zaad ; en blijven zelden langer dan drie
o f vier jaren in ’t leeven.
Het L y c h n i s c o r o n a r i a f l o Be ,p l e n o A.i*Kroon-
BO , et r u b r o , o f Kroon-Jenctte met een witte en Jenette
roode dubbele Bloem, geeven noyt eenig rijp 2 W ,m?teca
Konnen echter aangewonnen worden door jonge Sch eu tmet CgQcn
jens, Wortelen gekreegen hebbende, *t zij van zelfs j roode
o f ’ t zij een weynig ingefneeden , gelijk men de Ange- dubbele :
lieren doéd. Met een waffende Maan van April neemt ocm‘
- men ze voorzichtig, van de oude af* en men verplant ze*
o f in de aarde , o f in Potten t om ’s Winters binnens
huys te konnen bewaren, op een luchtige plaats, on*
derhouden met weynig vochtigheyd.
Is iemand begeerig, om u yt enkele Bloemen dubbele Roemen I
te winnen, die neeme 'een een-jarigePA*»/-, en fnijde bij
tijds daar van a f alle uytgefprotene Scheuten , zpó Bloemen I
dat’er maar eene, uyt het midden van *t Hert voortko- kan win. I
mende, blijve , en daar.<aan niet meer dan een eenigeueu* I
boven uytfteekende Bloem gelaten worde. Hier van
Zaad gewonnen hebbende, zaay hij het zelve niet diep
in een P o t , met een volle Maan van April. Als het
ruym een vingerlid hoog ópgefchoten is , verplantte hij
Jt opgekomene met een volle Maan in de aarde; en neeme
daarvan, op de vorige wijze, al deZijdetak^en wech;
zoo zal hij ten langften op ’ t vierde jaar zeer fchoone
dubbele 'Bloemen zien.
I I. L y c h n i s b y z a n t i n a , anders ook in *t Latijn Tweede I
F los C o n s t a n t in o p o l i t a n u s , o f H ier o so l y - Jj°rrJecr“e 1
m i t a n u s , ‘word in ’t ’TVtf^r/^d/c^ geheeten B loem flagt I
van C o n s t a n t in o p o l e n ; én ift *t Hoogduytfch , j e-
r u s a l e m s -b l U^i . Hier van zijn mij bekend vier
onderfcheydene foorten ; teweeten: I . L y c h n is b yz
a n t in a f lo r e m i n i a t o p l e n o , o f dubbele Menie-
roode Bloem van Confiantinopden. I I. F l o r e M i n
i a to s im p l ic i > met eenf enkele Menie-r'oode Bloem.
I I I . F lo r e a l b o s im p l ic i , met een, enkele witte
Bloem. IV . V a r ie g a t o s i m p l i c i ; o f met een bonte
enkele Bloem* ' • v V- v' ; “ I
Zij beminnen dl te zamen een. goede, luchtige, zan-Gron ’
dige grond, met twee-jarige Paerdemift genoegzaam
voorzien : een*warme, v rije,“ en wel ter Zón geleegene
plaats. Verdragen veel Reegen, fterke koude, en meer
andere ongeleegentheeden des tijds. Geeven, bij,goede
drooge Zomers, volkomen rijp Z a a d , behalyen Zaa * !
die met dubbele Bloemen. Blijven lange jaren in ’t lee-
i v en ; en worden bequaamlijk aangewonnen, niet alleen Aanwin-
.door het gedachte Z a a d , , ’t welk met een waffende
Maan van April o f May , ter diépte van een ftroo-
breed, in de aarde gelegt moet zijn ; maar ook door
aangegroeyde jonge Scheutjens , . die men met een
tocneemende Aprilfche Maan. van de oude afneemt en
verplant. . 7 • j - ’l. ^
I I I . L y c h n i s s,y l v e s t r is is van zesderley f001’- neîccvim
ten. I . f l o r e s i m p l i c i r u b r o , o f Wilde Jenette zefdcrlcy
met een enkele roode Bloem. I I . F lo r e s i m p l i c i a lbo, foorten.
met een enkele witte Bloem. H l . F lo r e s t m p l i c i Gron
p a l l i d o , met een enkele bleeks Bloem. IV . F lo r e
a l b o P l e n o , met een witje dubbele Bloem. V . F lor
e r u b r o p l e n o , met een roode dubbele Bloem’, genoemd
L y c h n i s o d o n t i t i s , o f O c im a s t r u m .
V I . Sy LVESTRIS FLORE ALBO L uSITANICA, of!W//-
de Portugalfche Jenette met een witte Bloem.
Deeze beminnen de boven gemelde grond; de zelve
plaats*