1 1 ®
75 ï M a n d r a g o r a . B e r g -s l a n g e n k r u y d .
vcnde etl flaap-verWekkende van aart. De Vrucht eet
ter is met zoo zeer verkoelend. Il(n. /•»ƒ• Eevenwel is ongeraadzaam, 't een o f ’t ander inwen-
'■ '3' f e l ! fa d o o ïk h e ^ d . ° 0rZaak ™ hare qUaad3ard« “
t /'4' ~ S f groene BUieren > o f Wortelen, met Meel van m f ^ m o u t vermengt,gefloten, en dan gelegt op al-
lerley heete G e z e lle n , ontfteekingen , o f L hm in -
. ’ doen de ze*ve ncn. fcheyden i en de brand verdwi•j-
Der Zelve Seftoten > dan met Honig en Oly ver-
M m - s eneezcn defteeken en beeten der giftige Die-
Marüm.
fitAH
Öluf. Itb, m u s .
De Wortelen,'of de Boft der zelve, in Wijn geweykt,
o in Wijn gekookt, en dan.een weynig daar van gedveronn.
ken verwekt (laap, en doed alle fmerren verdo
Word derhalven te drinken gegeeven de geene
welke men eemg lid wil afzetten, o f branden.' 8
I Z fJ e grond ton > ja gelijk als daar op ruften, l „ Z|W
j • en Z1in ze elk als rond; doch ten halven gefnee* waard ig
gge ukjj K dQlctjtaralïcne yvnaen BeeUnd STta'r, Vt°oe0gra ga3nndtef.c h ^Het- geetnal.
waar uytze te zamen beftaan , is vierentwintig /ieder
orde van agt. Zi n vercierd Jnetrvênfte"
Wf nigrWi^ “ d h o o g - rö o d / '^ o T v ed X 'b o !
venfte agt betreft, welke dij kleynfte en fmalfte van al-
» ™° ° k een verheevene rondheyd in " t midden
Ier n” I k nDe raiddelfte agt vallen wat goud-gee-
. De onderfte agt, vermits ze niet zoo veel lucht
konnen genieten, ziet men niet verder als ten halven
T ,01? c Punten rch°ón donker-rood : welker
def WDft>e regt aUffctleft * twee laagfte i S l S d a Plant, onder aan de punt is vercierd met een ron- doch in
digheyd, hangende als een kleyn Knopje, van de zelve °,nzt
couleur, zeer bevallijk.. Deeze zonderlinge en wel be- ac"z3 ‘
r i e n s w a a jd i g e ^ blijft eenige weynlfe dagen ge.
heel open ftaan. Verdort dan metier tijd in zfch
zelven, en vergaat, zonder in deeze Geweften eenig
^ t e t h e r f t . 16 g en ’ êeli' k dC " 5
gemind uyt eygener aart Hoedanig
■ een. gantfeh luchtige en zandige grond, met twee-jari- ™ndecl.
; ge een wey nl§ een-jarige Hoenderdrek, ï f d,Se
en het Mol der van binnen verdörvene Boomen ge- F ant
noegzaam doormengt: eenopene, warme, vrije, wel
ter Zon gdeegene plaats, gantfchelijk-befchut voor alle
koude Qo/e- en Noofdc-windcn-, ook een matige voch-
tigheyd. Verdraagt Opgeerne fterke Wind, felle Vorfi
m de Winter, Sneeuw o f Hagel. Moet derhalven ,
met een waffende Maan van Apftl in een Pot gefteld
zijnde, in t laatfte van September, eerde nagt-rijp aankomt,
binncs huys gebragt-worden op een goede plaats, '
daar ze de Ducht mag genieten door de Venfteren, tot
dat het begint te vriezen.
Gedurende deeze rijd moet men dtPlant, met flegts flaat maat
een weymglauwgemaakt Reegenwater van boven bé- te nee-
gieten; ook , zoo ’t mogelijk is , haar bewaren zon- mea‘
der haar veel of langdurige warmte des vuurs te doen
gevoelen. Ontrent half Apr,I, o f wat later,.na dat
het Weer zich aanfteld, moet menze buyten de Zon-
ne-ftraalen wederom voorftellen, met een zachte Lucht
en aangename Reegen ; doch ook dan noch haar voorzichtig
wachten , en 's avonds dekken voor d»«»«,.
achtige vochtigheyd, koude nagten, bajrige en fehrale
O ofte- en Ho orde-winden.
Kan in deeze koude Neederlanden op geen andere Aanwin-
wijze, en dat noch zoberlijk, aangewonnen en vermot- »mg door
mgvuldtgdnnöxdea , als door haar uyt Stiermark o fu Md’ uyc
Hongaryen f daar deeze Plant in Bergachtige plaateen d e n ^
van naturen voortkomt) Varfch overgezonden 2 W -
het welk met een waffende Maan van Maert o f A
pril een rideyne vinger diep de aarde in een Pot
word aanbevolen, enzomtijds met niet te veel Reegenwater
, lauwgemaakf, van boven belprengt. °
Eevenwel kan de aanwinning, o f liever opvokhi™ , En bij den
noch op een andere wijs gefchieden, waar van ik z j f t aS Z ?
de ervarentheyd heb.
aJ ? m T Iff15-wierd de Hertel deezer Plant, zon-door een
der Bladeren, in Mos gewonden , mij over Keuren iemtoe-
berg toegezonden. Met een bijzondere yver levdê «clondcn=
Ik de zelve,- na den aanvang van September l i f t Wortd:
[ m een gemeene ongemeftte aarde; doch wou niet'
wel voort. In het volgende jaar, met een waffende
Maan m de zelve Maand, nam ik ze weer op , en
1 telde ze in de voorheenen gemeldde goede, welbe-
reydde Zand-grond. Doe fchootze vroeg in 't Hoord welke
jaar krachtig u y t , en kreeg de verhaalde Wonderlijke “ even ja-
Bloem; ook volmaakte, aanmerkenswaardige' Bladeren • ren ,an5
welkeze ieder jaar, tot zeeven. achter malkander r dus .
lang, en niet langer, is ze in mijnen Thuyn, met op- f « “ '
merking van een groot getal liefhebbers, gezien geworden)
weer liet vallen , in 'c midden van de Zo-
e b b
I Namen?
■ Wortel.
C C C X X X H O O F D S T U -K . B E RK GRS LUA YN GD.EN-
En aardig en ongemeen Gewas, in
gedaante uytwendig gefteld gelijk de
Mandragora, doch boven alle andere
Gewajfen van een verwonderenswaardige
aanfehouwing, word in ’t JVee-
c — landfeh dus genoemd : in het Latijn
Serpentaria mirabieis Montana o f ook wel
Sidereon , ter oprzaak yan de fchoone gedaante, der
Bloemen , zich .vergelijkende bij zeer bevallijke roode
Starre^ m het Hoogduytfch B ero-SchI angen-
Deeze Plant groeyd van naturen niet h o o g ; noch
■ hare Wortel diep in de aarde; welkevanbuy-
temuytdengnjzendonker-paarfch, van binnen w itjoh-
trenteen.duym, wat meer o f min, dik, rond, en ge-
meenehjkindrie deelen gefcheyden i s , waar uyt ver-
K S L fehey denf d™ ne riezalwortelcn voortkomen. 7
[derBUde- v • y t • 5e Vf ZWt men in ’c Iaatfte van Maert, o f
begin van April, alleenlijk vier Bladeren voortfehieten ;
een weynig, op de wijze van Mandragora, boven dé
aarde verheden. Hebben ook zeer kleyne opwelkeze
ruften. Staan niet regt om hoog, maai- leggen
vlak op de aarde neer. Zijn ontrent damiddenfte
vinger van eensmenfehen hand lang; een vingerlid, o f
, ook wel éen weynig meerder, breed; voor fpits toegaande;
omtrent de Wortel alderbreedft: niet zeer dik
, p J r ar h ken: ° ° k nif t maar aan de randen
U i S E f le g t : , , bo,ven uy t den groenen bleek-blauw-
dfc^ - r 2 ] S ; -iZeer k “ Chtlg; onder bleeker: i n ‘t midden
Mvan wonderlijk voorzien met een dikke Ader fu y t welke
m “ Z ? n d aa« K kleyDe ter,Ziid,en U^Cl00Pe^ > ^ndTeen
H s u ”g f- te r wel gehjk-vormig, wiens Mond
psiing 8 ‘Jk als open flaat, met een grijs, o f bleek-wit Hoofd,
H l m W ‘S donker-blauw. ’t Ho ofd, daar ze BW. ^derdikft is, flaat na de punt der Bladeren-, deStaart,
I " ^ W o r t e l gekeerd; regt anden als in alle
n lr n D l t ' P # des Aders ey ndigd ook
ëén l i punt des Blads’ maar bhjft’er noch
ëoch8^ J edeeJae Va" a f; “ de Mond fo°Pt
L ^ m a T p u r n T ’ Uy(tftrekkende tot “ t * *
P ‘" : ?-,egti n 'c midden * r vier genoemde Bladeren komt
B een e ™ ' » ? " ( 20mtli ds wel wat eerder o f later)
I I deëen w8<:^ fMVOO" ’ Merfchoon>e n ïan^ v«-'von-
U * " f waardige aanfchouwipg, gelijk een drie-dubbele Hfl d r" aard'g op malkander gefteld; en gelijk als zonven
Z n 8 ^ H m der °o k verheel
d een weynig boven de Bladeren, welke maar eeven
lil
fliiilvt