■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
ai?p ÖPREGTE JELAPPE , OF W ONBER.BLÖEM VAN P e UU. A v e RÜYT. 1*0
Water! bok wel een halveDrachma, nageleëgentheyd
van de fterkte'des Inneem^rs.
\ ica« O ok word het Poeder deezer Wortel wel gedaan bij
L s ) andere Mengzelen en purgeerende Hulpmiddelen, om
dies te gevoeglijker en zachter al de genoemde quaad*
aardigheeden uyt te jagen.
Vin een kleyne vinger lengte; ten tninfien Zes Of agt
weeken achter een ftellen in een fchaduwachtige óf“
donkere plaats, daar ze van de Zon niet befcheénen
konnen worden, en met tamelijk veel vochtigheyd
voorzien. Dus vatten ze eyndelijk Wortelen; en dan
een weynig de Zon genietende, fchieten ze u y t , en
groeyen voort.
I I I H O O F D S T U K .
A V E R U Y T.
L ^ E)rd in het Neederlandfch niet alleen
benamen- dus , maar ook -van zommige A ve-
-roon en C yprës-kruyd genoemd:
in het Latijn A brqtanum : in het
Hoogduytfch Stabw u rt z , o f C y-
* pressen-kr aut : in het Franfch A u -
ronne, en in het Jtaliaanfch A brotano, B rojano,
en Herba C an for ata.
L s Hier van zijn mij in haren aart veele veranderlijke
] foorten bekend geworden; als
[verfchey- I. ABROTANUM MAS LATIFOLIUM , o f Averuyt
idc foor- mannetje met breede Bladeren. I I. A brotanum mas
l-tcn' A ngustifolium H ispanicum , o f Averoon mannetje
met fmalle Bladeren uyt Spaanje. II I . A brotanum
FceMiNA , anders C ham^-cy pa ris sus , o f
A u er o on wijfje , anders Cypres-kruyd. IV . A brotanum
■ FceMiNA M ontanum L u s itanicum , o f
Berg-averoon wijfje uyt Portugal. V . A rbotanuml
fcemina M ontanum R osmarini fo lio » o f Berg-
averoon wijfje met F lader en van Rofmarijn. • V I . A -
BROTANUM CRETICUM FCEMINA VERMICULATO
crispo folio , o f Averoon wijfje uyt Candien met
kroez,e Bladeren, als kleyne Wormen, behalven noch
meer andere. Niet alle zijn ze van dezelve Oueeking en
paarnee-
Eevenwel beminnen ze al te zamen een goede, zan- [
dige, met twee-jarigePaerdemift matig voorziene grond:,
een opene, warme, vrije, luchtige, wel ter Zon ge-
leegene plaats, en niet te veel vochtigheyd.
Het A brotanum mas , o f Averoon mannetje,,
beyde de foorten, zijn hard van aart, en blijven veele,
jaren lang in het leeven. Konnen , buyten ftaande,
verdragen Sneeuw , Hagel, fterke Vbrft „ en allerley,
andere ongeleegentheeden des tij d s .. Geeven bij goede
warme Zomers kleyne Bloemen, maar in deeze Landen
noyt eenig volkomen rijp Zaad. Worden eevenwel genoegzaam
aangewonnen door hare bij o f boven de wortel
uytlopende jonge Takjens ; welke o f van zelfs wortel
fchieten , o f diemen , om dezelve te bekomen ,
in de aarde buygd. Als ze nu geworteld zijn, moet
men ze met een walfende Maan in April van de oude\{-
neemen, en verplanten.
Het A brotanum fcemina, o f Averoon w ijfje ,
en al hare genoemde meede-foorten, zijn veel teederder
van aart. Blijven zelden langer dan zes o f acht jaren
in t leeven. Geeven bij warme ^Irooge Zomers gemeenelijk
volkomen Zaad. Konnen op geenerley wijs
fterke Winden , Sneeuwachtige vochtigheyd , koude
Herfjl-rèegenen, o f eenige harde Vbrfi verdragen. Wor-
den derhalven,met een waflende Maan van April ineen
Pot zoo gezayd als geplant zijnde., in het begin var
Oüober, wat eerder o f later, na dat' de jaarstijd zich
aanfteld, binnens huys gebragt; op een luchtige i
matig-warme plaats gezet j gedurende' de Winter met
een weynig lauw-gemaakt Reegen-water onderhöu-
den, en niet voor in het begin van April, met een
aangename Reegen, weer buyten in:de Lucht en Zonne-
ftralen gefteld.
In onze koude Geweften konnen ze aangewonnen
worden, niet alleen door 't gemeldde haar Zaad, maar
ook door hare Takjens; celkernen met een volle Maan
van April moet affoijden, in Potten fte e k e n te r diepte
Het A brotanum fcemina montanum L u s ita- Berg-ave-
nicüm , o f Berg-averoon Wijfje uyt Portugal, fchiet r°on w‘j f
van naturen in deeze Landen niet hoger op als tot an -^ ^ j or”
derhalve, twee, o f ten hoogften met zijn Bloem derdehalve
voet. Bekomt uyt een. bruyne, zoo wel dikke
en houtachtige, als teedere. en veezelige Wortel een Wortelen.'
korte grauwachtigë Stam *. ontrent een vinger dik :
welke zich een voet boven de aarde verdeeld in veele
digt bij malkander geftelde, teedere, broftche, wit^
grauw-verwige Takjens ; aan welke rondom de Blade- Bladeren«
ren, hol en luchtig boven een j ook zommige kort
en digt bij malkander gevoegd zitten; zoo wel opwaarts
gekeerd, als halve-maans wijze neerwaarts hellende, en
op geen Steeltjens ruftende. Zij zijn een, anderhalve*
ook wel twee vinger-leeden lang ; een weynig riekende
; uyt den groenen grijs, o f wit-grauw; zeerteeder
en dun; platachtig rond', en' van onder tot boven aardig
vercierdmet zeer kleyne Tandjens, fchubs-wijze,
op zulk een manier als men in de ftaerten van het Coro-
nopus, Hartshoorn ziet. U y t de middenfte en bovén-
fte punten, ontfent een voet lang, komen voort dunne
, ronde , . u yt den groenen-grauwe Steelt jens , met Bloemen,
eenige weynige, zeer hol van malkander geftelde, nu
uyt dé eene dan uyt de andere zijde groeyende Bladert-
jens omvangem O p de bovenfte Toppen der Zelve
komt voor den dag een eenige Bloem , van geen onaangename
reuk; die van het Bellis Sptnofa Cretica, o f
ALadelieven met Doornen uyt Candia, m grootte en gedaante
zeer gelijk. De grootte is als die van een ronde
dubbele ftuyver; de verwe goud-geel. Beftaat u yt zeer
veele korte Knojjjens ; welke haar open doende, tonen
yeele zeer kleyne Stars-wij ze geftelde en fpits toelopende
Bladert jens; elk v ijf in getal. Als ze tien , twaalf Zaad.
ofveertien dagen open geftaan hebben, verliezen ze eyn-*
ddijk hare geele verwe; worden bruyn, o f zwart, en
bewaren in zich inwendig een kleyn, tèeder, en zwart-*
bruyn Zaad.
• Het A brotanum m on tan um -fcemina R osMA-Bcrg-ave-
RiNi folio , o f Berg-averoon wijfje , met. Bladeren f°oa wijf-
van Rofmarijn, in gedaante ,- hoogte, reuk en verwe^Bladerea
de nu Sefchreevene niet ongelijk, krijgt kórter Blade- van Rot»
ren, in lengte en fchilfterige kroeze noppigheyd met d iemaryn’.
van de Roßnarijn niet qualijk overeenkomende. O ok
zijn ze ronder en fmaller als de andere. Hebben kleyne
Bloemen. ’t Zaad is dat der vorige gelijk. Tuflchen
de Wortel is weynig verfchil.
Het A brotanitm c r e t ic um fcemina vérmIcö- Averoon
lato crispo folio , ö f Averoon wijfje uyt Candia,
met gekrolde Bladeren, als kleyne Wormen, gróeyd uyt met
eygener aart niet boven eèn o f anderhalve voet hóóg. krolde
Krijgt , op de vootheènen geffieldde wijze , u yt een Bladeren,
teederder en veezeiachtiger wortel veele groener Tak-
jen s , ook groenachtige teedere Bladertjens , dragende
de gedaante van kleyne Wormtjens. Zijn wat platter *
en niet zoo rónd van naturen ; ontrent een lid van een
vinger, wat meei; o f minder, lang ; onder wat fmaller
als boven o f in het midden , een weynig rieken-*
de : rondom zeer n e t, tèeder en aardig voorzien met
kleyne Punt jens, ö f tandjens. N o y t (gelijk ook niet Bloemen,
de vorige) vallenze af, dan door ouderdom. E v e n wel
zijn de Steelt jens vän deeze korter, o.ok teederder;
doch tot boven aan de Knop met hol geftelde Bladert
jens bekleed. De Bloem-knoppen zijn defgelijks
kleynder , en de Bloemt jens begaafd met: een helderder
en fchoonder geel.
KRACH