[Aaft*
PP-M Herb.
M i m forn.l.*'
kf.18..
; D«/. /• 6.
I Namen.
[Grond.
[Zaad.
i Aanwinning.
M . U.
»•Hi.
r'ffchey-
1^ namen.
[Veelever,
H'rlijke
[«oortcn.
6 8 9 D am a stb lo em . L ampsana. P a t ic h .
K R A C H T E N .
DAmaftbloem, of Viola. Matronalis t is fcharp en
hitz ich, echter niet zonder eenige vochtig-
heyd} ook afvagende, doorfnijdende, en ver-
teerende van aart.
De Bloemen VerÉjuikkeh en verheugen door haren
aangenamen reuk de treurige, zwaarmoedige menfchen.
In Wijn gekookt, met Honig , o f een weynig Zuy-
kcr, en, daar van 's morgens een ‘Roemertje gedronken
, Verdrijft de Winden: is goed teegens de Kramp
en Jpanning der Zeenuwen } ook gêbrokéne Leeden;
Hoeft , en Engborftigheyd. Doed zwe'eten , en zeer
gemakje l i j \ Wateren. Verwekt der Vrouwen Maand-
jlonden j en, daar mee gegorgeld, verdrijft de gezwellen
der Keel.
De Wortelen der Damaftbloemen in Wijn gezoden,
en de zelve geb ruykt, verbeeteren de gebreeken der
Moeder•
C C X C I I I H O O F D S T U K .
L A M P S A N A .
Ü s van een ieder geheeteii ; , en to t
noch to e > mijns w e eten s , in geene
taal met een andere naam bekend} b e-
halven dat de Franfche het o o k noemen
San u e s B l a n c h e s , en& t Italianen
D i L a s a n a , o f D i L a n d r i v
Bemind, uyt eygener aart, een gemeene, zoo wel
Zandige als geen zandige, zoo wel ongemefhe als ge-
meftte grond: meer een donkere o f fchaduwachtige als
een luchtige plaats, en veel vochtigheyd.
Bloeyd meer als de halve Zomer lang. Blijft niet
meer dan een jaar in ’t leeven. Geeft teegens de Winter
volkomen Z a a d , en word dan door een kleyne
Rijp ter neer gelegt: derhalven ook in ieder Voorjaar,
met een^waflende Maan van M a er t, op nieuws weer
gezayd, niet diep onder de aarde. Doch komt ook
van zelfs genoeg voort door het uytgevallene Zaad.
Hier [ door konnen ze overvloedig vermeerderd worden.
K R A C H TEN.
LAmpfana is verkoelende en verdrogende van
aart. In Wijn gekookt, en daar van/gedronken,
o f ’t uytgeparftte Zap met Wijn ingenomen
, is gezond voor de Leever en Maag: ook voor
de geene, welke van Engborftigheyd worden gequeld.
Verdrijft de koude PU: doed het braken ophouden :
is dienftig teegens de Geelzucht $ en vermeerderd de
Melkjvh der Vrouwen Borften.
C C X C IV H O O F D S T U K .
P A T I C H .
E E R S T E A F D E E L î N G.
« Ord in *t FTeederlandfch niet alleen
d u s , maar ook van zommige R o o
R id d e r geheeten j ook wel P e r d ik 3
in het Latijn L a p a t h u m , en Ru *
m e x : in het Hoogduytfch, M e n g e l -
------------w u R T Z , S t r e y f w u r t z , en-R o t
P-ïtter ; in ’t Franfch Pa r e il l e , o f L a p a is : en
m t hakaanfch L a p a t io , ofR.AMBicE.
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden
veele veranderlijke foorten j namen dijk :
I. L apathum maximum rotundïfö liüm flo*
Ribus ALBis, o f L apathum sativum rotund i-
folium amplis simuM flore albo } dat i s , alder-
grootfte tamme Patich met ronde Bladeren en witte Bloemen
; o f ook R haponticum prosperi a l p in i , Aid«*-'
Rhaponticum van Projper Alpinus j want dit is eeven grootfté -
’t zelve Gewas: waar van ik een waarachtige ondervin- pa^ c qê
djng heb bekomen uyt het overgezondene en wel op- a c ’ 0
gewaffene Z a a d ; zijnde de opregte Rhabarbar, o f
R habarbarum verum , volgens het getuygenis
.van A thanasius K ir ch e r u s , in zijn C hina I I * °Prcgte
l .ustrata fol. 1 8 5 ., die’er een kenbare Figuur heeft ^ abar"
bij gevoegd, ’t welk tot noch toe ieder onbekend, im- Brofp. Alpl
mers onzeeker is geweeft. Heeft ook eeven de zélve l-.-z.-c.j.
krachten; doch niet zoo fterk in onze Neederlanden
vermits de koude der zelve: waarom men’er ,ook eens
zoo veel van moet gebruyken, gelijk ik dikmaal, niet 18/.
alleen aan andere} maar ook aan mij zelven, heb be*
proefd en ondervonden. II. -Lapathum r otundi-
folium hortense FiMBRiATUM, o f Patich der Ho*
ven met ronde aan hare randen gekrulde o f gevouwene
Bladeren ; in hare kracht de voorige foort niet wijkende
; en die met regt voor een R habarbarum fim~ dhabarlto
BRiATUM , o f Rhabarbar met gekrulde Bladeren mag met ë ë~
gehouden worden. I I I . L a p a t h u m l a n u g ïn o s um ^ uidde /-i__ r t 1 1 1 i • Bladeren.
C h in en se LONGIFOLIUM , of lang-geb lader de ruyge
Patich uyt China , welke word gezegt de opregte Rhabarbar
van A n d r . M at th io lu s ., o f R h a b a r b a - Opregte
r u m v e r u m M a t t h io l i . IV . L a p a t h u m h o r - Khabarbat
tense , five s a t iv u m l o n g i f o l iu m , o f tamme, van Mat~
anders Hof-Patich met lange Bladeren, gemeenelijk ge- t^l0^us%
noemd P a t ie n t i a . V . L o n g i f o l iu m n iGr u m p a l
u s t r e , ó f zwarte lang-geb lader de Wat er-Patich ,
welke is de B r i t a n n ï c a a n t iq u o r u m v e r a , o f Opregte
opregte Britannica der Oude ; waar van in ’t volgende Bntannica
Hoofdftuk^ breeder zal gehandeld worden. V I . "V ir- 0utie'
GiNiANUM, o f Patich uyt Virginien, welke ook B r i t
a n n i c a V i Rg in i a n a , o f Virginiaanfche Britannica,.
met regt mogt genoemd zijn, gelijk in ’t volgende zal
blijken. V I I . Sa n g u in é u m , o f Patich met fchoone virgini-
roode gelijk,^ als bloedige Aderen doqrlopene Bladeren : aanlche
ter dier oorzaak ook'van veele niet onbillijk^ genoemd Bntanni*
Sa n q u i s D ra c o n i s , • o f Drakenbloed, anders ook wel
L a p a t h u m nigrum , o f zwarte Patich. V I I I . A -
c u t ü m , o f Patich met. Jpitz^e Bladeren) ook O x y l a -
p a t h u m geheeten. IX. L o n g if o l iu m c r i s p u m , o f
lang-geb lader de Patich met gekrulde randen. X. Hor- spinagi^
t e n s e , o f Hof-P atich , van ieder genoemd Sp in A- van drie-
CHiA, o f Spinagie; waar van mij drie foorten zijn be- derley
kerid } als Sp in a c h ia m a jo r , o f groote Spinagie.
MINOR SEMI vé s p inó so , ö f bjeyne. met een fteekend
Z a a d } en Sp in a c h ia m in o r s em in e n o n s p in ö -
s o , -o f kleyne Spinagie z,onder doornen. XI. V u l g a -
RE fo l io m in u s a c u t o , o f gemeene Patich met ftom-
pe Bladeren; ook wel genoemd L a p a t h u m s y l v e -
s t r e a l b u m fo l io su b r o tu n d o , o f wilde witte Patich
met rondachtige Bladeren 3 en van andere H yd r o -
l a p a t h u m , o f Water--Patich. XII. S y l v e s t r e RU- Nockan*
b r um su b r o tu n d o fo l io , o f roode wilde Patich dere foor*
met rondachtige Bladeren. X III. U n c t u o sum , o f
fineer achtige Patich; die oök draagd de naam van Bonus
H e n r ic u s , o f goeden Henrif. X IV . F i brosu
m , o f Patich met dunne en teedere Wortelen, van
Plinius geheeten B u l a p a th um j X V . L a p a t h u m
Vu l g a r e m in u s , o ï kleyne gemeene Patich. X V l. O -
x y l a p a t h u m , five L a p a t h um m in u s d e n t a t u m ,
o f kleyne Patich met getandde Bladeren. X V I I . O -
XYLAPATHUM TUBEROSÜM A m ERICANUM , o f k[ej*
ne Patich met een Knobbelwortel uyt America. Meeft
al te zamen zijn ze van eeven de zelve Botewino en
Waarneeming.
Zij beminnen u yt eygener aart een zandige, goede, roa®*
luchtige, en wel-gemeftte grond: een warme,, opene,
Yrije, luchtige en bequaam ter Zon geleegene plaats;
X x ook