
 
        
         
		705  B e SCHRYVING  DER  K r U YD EN  j 
 K R A C H T E N . 
 Bollen en Bloemen, IIIBoek,  706 
 Gcbruyk.  'V   T A n   de  krachten  en  deugden  der-Patich-fbor-  
 \ / ' ten  in  ’t  gemeèn,  eri  haar  gebriiyk  in  de  Ge-  
 ^   neeskonfh,  is  hier-boven  in  het  C C X C IV .  
 H o o f d s t u k   gehandeld. 
 C C X C IX   H O O F D S T U K . 
 G E M E E N   K L E Y N 
 R H O R I D D E R , 
 o f 
 P A T I C H . 
 Namen.  Ynde  van  naturen  een  kleyn  en  teeder 
 Gewas,  groeyd  in  drooge  en  fteenplaatzen. 
   Bemind echter,  en kan  ook  
 verdragen  veel  Water ,  inzonderheyd  
 in  de Zomertijd.  Word dus genoemd  
 in  ’t Neederlandfch:  in  ’t Latijn Lapathüm  vülga- 
 RE  M IN U S ,  o f   O xY L A PA T H U M . 
 Wortel.  .  Krijgt  uyt  een  dunne ,  met  eenige teedere Vèez.el-  
 worteltjens omvangene,  een  hand breed lange,  uyt-en-  
 inwendig  bleek-geele  Wortel,  verfcheydene  ‘Bladeren,  
 al  te  zamen  onder  als  uyt  eene plaats digt aan malkander  
 voortkomende.  Zijn  kleyn  ,  en maar ontrent een  
 vinger  lang;  achter aan  de  Steel  een duym  o f  daar ontrent  
 breed,  doch aUenxen fmaller  wordende,  en voor  
 Bcfchrij-  in  een  fpits  punt  eyndigende.  De  verwe  is  donker-  
 ▼ ing der  groen,  doch onder  bleeker.  Leggen  plat  op  de aarde  
 Bladeren.  neer ?  Qf   verheffen  zich ook wel een weynig boven  de  
 zelve.  .Slegt  en  effen zijn z e ;  aan  de randen een wey-,  
 nig  roo d ;  en  aldaar  teeder  ingefneeden:, in  *t midden  
 voorzien  met  een  regt-doorlopende  A d e r ,  waar  uyt  
 veele zeer kleyne,  tér zijden uytgaande,  voortfchieten.;  
 Geknauwd wordende,  hebben ze weynig o f  geen zonderlinge  
 fmaak. 
 Uyt  de  U y t   haar  middenfte  Hert  fchiet  gemeenelijk  maar  
 zelve  een, ëenjge  Steel  op,  zeer  dun  en  teeder van  aart;  een  
 fchiet en-  y oer>  ook  .anderhalve,  wat  meer  o f  minder,  h o og ;  
 de Steel,  van  binnen  h o l;  ontrent  rond;  met eenige Ribbe tjens  
 geftreept;;  bruynachtig van  verwe;  na  boven  toe,  niet  
 ;  ....  hoog  yan  de  aarde,  verdeeld  in  v i j f ,   zes  o f   zeeven  
 Zijde-takjens,  uyt  beyde  de  zijden  boven malkander  
 voortkomende:  waar  aan  eenige  kleyne  Bladert jens  
 hangen  ;  groeyende  nu  uyt  de  eene,  dan uyt de andere  
 zijde;  ook  hol  en  luchtig  boven  malkander ge-.,  
 field;  en 'aan  hare  randjens niet zoo  zeer  als  de  onder-  
 fte,  maar.alleenlijk. weynig,  o f  niet getand. 
 Gedaante  Tuffchen  welke  in  ’t  ronde ,  en  bij  artikelen,  de 
 der Bloe-  %\oemen ^  aan  kleyne  en  zeer fubrile Steelt jens gehegt,  
 neerwaarts  hangende  worden  voortgebragt.  Gantfch  
 kleyh  zijp  z e ,  bleek-groen  van  verwe ;.  van  binnen  
 vóórzien  met  eenige geele Afhangzeltjens.,  en  beftaan-  
 de  uyt  drie  Bladert jens.  Als ze  drie,  v ie r,  o f  ook  
 wel  vijf-dagen  na. dat de Lucht  heet  o f   gematigd is, 
 . hebben geppend ge weefty vergaan ze niet in  haar zelven  
 nóchfvallen. op, de  aarde neer  (gelijk ook  niet die van  
 al de voorgemeldde foorpen) , maar blij ven  liaan,  worden  
 hoe^ langer  hoe. grooter,  en,  hare  volmaaktheyd  
 Bekomen  hebbende,  verbergen  onder  haar  een  zeer,  
 Zaad.  . kleyn^  ^drie-hoekig,-  bruyn-yerwig ,  -blinkend Zaad:  
 ’ t  welk  jaarlijks  van  zelfs  neer  vallende,  genoeg  op-  
 flaat.  ; 
 Aanwin-  Anders  word  het  po k  niet  een  wallende Maan  van  
 ®in2*  September, Adaert o f  Alprijop een luchtiger,  varfch omgewórpene  
 plaats,  dè  aarde,  niet  diep  gelegt,  aanbevolen. 
   Dan komt het door de geheele Zomer genoegzaam 
 voort :  en  dus kan  deeze Plant overvloedig aangewonnen.  
 worden. 
 Het O x Y L A PA T H U M   M IN U S  D E N T A T U M ,  o f  kleyn Kleyn pai  
 Patich met getandde Bladertjens,  komt met  het nu ge- tich met  i  
 meldde  in hoogte,  ftelling,  verwe  der Bladeren,  Scc. j^andde  
 gantfchelijk  over  een  ,  behalven  alleen dat de gedach-  a  eren*  
 te  Bladeren met Hoekjcns,  o f   Tandjens,  aardig  voorzien  
 zijn. 
 K R A C H T E N . 
 DE   krachten deezer gemeene kleyne Rhoridder zijn Krachten  
 begreepen  onder de andere  foorten  van  Patich,  
 voorgefteld  onder  het  C C X C IV .  H o o f d - 
 s t  u K. 
 C C C   H O O F D S T U K . 
 L A P A T H Ü M 
 tuberofum  Americanum: 
 o f 
 P A T I C H 
 met  een  Knobbelwortel  uyt  
 America. 
 S & Eeze  zeldzame  Plant  groeyd  in  onze Opge-  
 |j Neederlandfche Geweften ontrent,doch queekt,  
 f   nauwelijks,  anderhalve  voethoog.-  Is  
 j|. in. mijnen  H o f   Anno.  1675  :-,,r door  
 ^ overgezönden  Zaad  uyt  de  Ameri-  
 k caanjche  Landen,   , gelukkig  yoortgekomen.' 
 Krijgd uyt  een korte,  dikke,  hoekige, -knobbelige, WortcL  
 langwerpig-ronde,  van binnen geheel witte,  yan buy-  
 téh  donker-gèeïe",  en met verfcheydene  Vêë&elwortelt-  
 jens  omvangen  zijnde Wortel  in  ’t . begin  .van  Aday,  
 p f  5t laatfte van.,April,  aardige  Bladeren ;  zes vingeren  
 breedte ,   wat  ipeer  o f  minder,  lang,,  en  in  ’t  midden  
 twee. breed;  ook ;aldaar rondachtig 4: alhoewel  voor  in  
 een Homp punt.eyndigende;  en- beneeden na de Wortel Bladeren,  
 ■ als op een  lange,  fmalle yoet ruftende;  boven donkergroen  
 ,  onder  een  weynig Bleeker;  als ze eerfl uyt  de  
 aarde voortkomen roodachtig van  aart;  zomtijds  met  
 eenige  weynige  roo.de  plekjens.yoxcierd ;  gemeenelijk  
 aan dè kanten elfen  en  liegt;  in ’t midden voorzien met  
 een  llerke Aderi  waar  u y t  veel  andere  kleyne  ter  zijr  
 den,  tot  aan  de  randen  uytvloey.ende,  voortfchieten. 
   In de M ond geknauwd,  zijnze niet onaangenaam  
 van  fmaak;  doch,  een  weynig  zuurachtig,  en  wat:  te  
 zamêntrekkehde...  In  ’t laatfte van Anguftns verliezen ze  
 allénxen  hare kracht;  en in.’t.begin van^September  vergaan  
 ze  gantfchelijk. 
 TulTchen dezelvOi u y tdtWortel, komen voort,in’t Steeleo-  
 laatfte  van  Junius^  en  ’t begin  van Juliu s ,  een,  twee*  
 o f   ook  wel  drie  Steden  t’effens,  na  geleegentheyd  
 Van  de  oudheyd  en  dikheyd  des. gedachten  Wortels;  
 rüym een voet hoogte opfehietende. Zijn teeder en rond;  
 óók bekleed met een  aangename  groenheyd;  waar aan  
 zomtijds  een,  zomtijds  geen  öok  wel  twee  kleyne g y crti  
 Bladert jens groeyen.  Boven welke uyt  de top der Stee-  
 len drie, v ijf,  ja dikmaal zeeven langwérpig-ronde,  en  
 gelijk  als  een  weynig  gehoekte Knopjens voortkomen. Knopj^5,  
 Als  deeze,de  eene  na  de  andere  open,gaan,  vertoo-  
 nen  zich  de  Bloemt jens  bleekrood  vamverlve.  Hebben  
 ook  een  geheel ander gedaante ;en  ftelling,, als  die  
 der  /voorgemeldde  foorten  yan Lapathüm,  o f  Patich:  
 zijn o ok,  alhoewel anders voor  haar zelven  niet groot,  
 veel  erooter;  doch  haar  rond,  vlak,  o f  plat leggende, 
 D  e  en 
 7 0 7   p A t i ö r t   ü v t   A m e M c a ; 
 en als  te  zaam-gevoegd;  ruftende op korte  én zfcèröunA  
 meQ  .  ne  Steelt jens.  Beftaan  u y t  zes  teedere  Bladertjens  ;  
 welke  inwendig  zeer  fmal *  maar  na  buyten wat  bree*  
 d er,  en  aldaar  op  de wijze Van  Cyanus,  o f  dé  Room-  
 bloem s  met drie Punt jens ingefneeden;  ook van  binnen  
 met zommige weynige  zeer kleyne geele Knopjens voor-  
 ! eondcr  zien  zijn.  Als ze  eenige,  doch niet veele dagen  hébben  
 Zaad na te  opengeftaan,  vallenze  aft  Hebben  tot  noch  toe geen  
 1 toten*  volkomen  Zaad in deeze JVèederlandfche Geweften  na-5-  
 gelaten;  ’t welk;  weegens de zeer  groote deugden  deezer  
 Plant !i/ zeer te beklagen  isi  Want  zij  kan mét groot  
 voordeel gebruykt worden  in  bijna  allerley foorten  van  
 Ziekten,  en op  zulk een wijze als men wil. 
 ■ Aarde» en  Zij  bemind  van  naturen  een  zandige  vette  grond, 
 iwaarnce-  yeel Water  in  de  Zomertijd;  en  een  warme,  wel  ter  
 Zon  geleegene plaats.  Kan  gantfchelijk niet verdragen  
 de W interende  en Fbrjl deezer  Landen.  Word  der-  
 halven  , . in  een  Pot  geplant zijnde,  *s Winters binnens  
 huys bewaard,  en droog gehouden^ 
 K R A C H T E N . 
 Tonder-.'  f   \ E   Wortel  is  aangenaam  en  zoet  van  fmaak  t,  
 llinge  1 - 1  vochtig  en  koud  in  den  eerften  graad,  ’t Zap  
 Ideezern  r^s--cer § oe£^  aherley  hitsige  Koortsen  en  an- 
 [piant.  ° ere krankheeden  :  want het neemt niet  alleen  de brand  
 wecli,  maar pok het verquikt,  verfterkt het Hert,  en  
 al de inwendige deelen.  Maakt  een  graage Adaags  verdrijft  
 de  fcharpheyd  des  Waters,  en  verzacht de  Blaas.  
 Is  zeer  bequaam  voor  de  gebreeken  der  Borfi  en  der  
 Keel.  Werkt  op  ’t  alderkrachtigfte  teegens ’t  vergif,  
 zij  inwendig ingenomen,  o f  uytwendig Plaafters-wijze  
 opgelegt. 
 •  — -   -  ~•  !  .  - 0 .   •.  ; :------------- 
 C C C I   H O O F D S T U K ; 
 L A V E N D E L . 
 Nanien.  ^ ^ S e S ü a ^ J j& U s   in  ’t Neederlandfch genoemd;  niet  
 alleen om hare zonderling-goede kragt,  
 naaar ook weegens hare bevallijke geur  
 K  ieder  aangenaam.  In  het Latijn  L a -  
 véndula  sPiCA,  o f   N ardus  It a -  
 LiCA  :  in  het  Hoogduytfch  L avend 
 e r :  in  het  Franfch  L a van de  ;  en  
 in het Italiaanfch L avanda. 
 [Vier on-  Hier van zijn mij  in haren aart en natuur bekend vier  
 ^rlchey.  onderfcheydene  foorten.,  als: 
 Neneioor*  t  t  .  ^  r ten.  E avendula  major  la tifo lia  ,  or  groote, 
 vreed-bladerige Lavendel.  I I.  M inor  tenuiore  folio  
 ,  ó f   kleyne  Lavendel  met fmaller  Bladeren.  III.  
 Flore  a l b o ,- o f met  een witte Bloemi  IV .  L avendu  
 la  folio  DissECTO ,  o f Lavendel met gefneedene  
 Bladeren ,  van C arolus  .Clusius  genoemd M u l t i -  
 Fida ,,  of M ul tif id o   fo lio   ,  dat i s ,  veelbladerig.  
 Niet  alle  zijn ze  van  de  zelve  Bouw mg  en  Waar nee- 
 LaVÈNÖEL,  T ONGEBLAD.  708 
 reegenen •>  Rijp;  ó f  éenige Worjh. ‘  Moét delhaivéfi,  iri  
 een  Pot  gezet  zijnde,  in Ottobtr binnèns huys worderi  
 gebragt,  op  een  luchtige plaats,  daar gantfch  niét,  o f   
 alleen  bij  llerke  Fbrjl  voor  een kleyne tijd,  door  een Hoé  in dó  
 yzfere  Oven  wórd  gevuurd y' én  gedurende  de Winter  
 onderhouden  met  zeer  weynig laauwgemaakt Reegen*  
 watèr,  dóór  eeb  Pan  van onder  :  Want dool maar wat  
 te  veel zbu deeze Plant fchielijk  verderven.  In Adaerl  
 flioetfcè  bij  goede dagen  zomtijds weer buyten  zijn  gefield, 
   om  diés té  eerder de lucht te genieten, totbehou-  
 ding haars  lefcvëns;  maar geenzihs moet men ze de hag£  
 over laten  ftaam 
 Geeft  in  deeze  Geweften  ,  w&rm  gêzët  zijnde,  in  Lavendel,  
 den Hërfft volkomeh  rijp Zaad-  *t welk in A p r il, met mec  
 éen wafTende Maan,  weer  in  Pottën gezayd moét zijn;  
 niët diep,  hól en  luchtig.  Alleenlijk  hier dóór konnen  
 zè  aangewonnen  worden.  Zelden  blijven Zè  in  deezë  
 Landen langer ddn  twee Zomers in  ’t leéven* 
 K R A C H T E N . 
 LAvendeli  o f  Lavendalai  is verwarmende cn  vCN  Aart.  
 droogeüde. tor  in  ’t begip van den  derden  graad; 
 :  daarbeenevtas  fijn  van  fto f,  en dun  van  deelen. 
 Met  de  Bloemen  in  Wijn  gek o o k t;  en  daar  van  Tra  (  -  
 gedronken;  drijft uyt de Winden,  de  Nageboorte;  de  c.  il;  -  
 doode  Vracht,  en  ’t  water  van  de  Blaas.  Doed  der Manh.U:  
 Vrouwen  Maandfionden  voortkomen  :  helpt de kende  t[ j  
 Pis:  opend de  verftoptheyd  van de  Leever.  .  Verzacht Meth.ML.  
 de hardigheyd van  de Moeder  en M ilt.  Verbeeterd de  >°-  
 Maag.  Is  goed  voor  i e  . vallende  Ziekte ;  de  J ig t ,   f  ïT / '   
 Beeving,  ‘Bcroerdhcjd,  opfiijging van  de Moeder-.  VeN fji,  
 fterkt de verkonde  en  vermoeyde  Zeenawen;  verkonde  
 Harjfcncn,  verkrompene  Leeden-,  en  diergelijke  qrigej  
 leegentheeden.  Verlicht  daarenboven  den  arheyd  der  
 barende Vrouwen: ’twelk ook vermag een  halve Dracht  
 ma  van  liet Zaad deezer  Plant;  van  Endivie;  en  van  
 Weegbree elk twee Scrapelen,  en  een.  Scrupel  Peeper;  
 te  zamen  gefloten;  daar  na  ingenómen met  drie oneen  
 Water van  Endiviéj  en  drie onien  van Glaskriiyd.  o f  
 Parietaria. 
 Dè  Bloemen  alleen  in  Wijn  gediftilleerf  ,  èn  daar  Lenic.  I   ï.  
 van  een weynig gedronken,  verfterkt de Tong:  neemt  J'8*  
 wech  de  flauwte van |t- Hert-,  de Tand-  en  Hoofdpijn:  Fuchf-hifi-  
 verbeeterd de  lamme Leeden,  daar mee gewaflehen.  Is  camerlra  
 goed  voor  de  Hoofdz,wijmeling ,  Beroerdheyd,  Geel- U  \.c. 8.  
 »jucht,  en Hertklopping.  Het zelve verrichten  de Bloe- Dorflen-  
 men,  enkelijk gedroogd,  gefloten,  met  wat  Caneel,  
 Notemulcaat,  en  Nagelen  vermengd,  dan  met Wijn  Tabem.  
 i  ingenomen*  l.x .c .i^ 
 Een  Conferve  van  deeze Bloemen gemaakt,  en  daar  
 van  ’s morgens nuchteren  de grootte van  eeri Mufcaat-  
 n o o to p ’tpunt  van  een  Mes  genuttigd,  is  ook  zeer  
 goed teegens.de gemeldde Gebreeken. 
 De  Bloemen  bij  de  Kleederen  gelegt,  geeft  aati  dé  ■Do^  £  
 zelve  een  goede  reuk  :  bewaard ze  daarenboven , voor c. 6.  
 Afotten  en Wormen. 
 De  Oly  ,  welke  van  deeze  Plant,  en  de Bloemen,  
 gédiftilleert  zijnde,  word gewonnen,  gemeenelijk  genoemd  
 Speek:,  ° l   fy*jk:oly,  is zeer krachtig van  reuk;  
 daarbeneevens  verwarmende  en  verftèrkende  Van  aart* 
 Word dikmaal gebruykt om mee  te fmeeren. 
 Cccii  HOOFDSTUK* 
 T O N G E B L   AD- 
 ■ g. Eêft  deezen  naam  in || Neederlandfch" vcrtéicf-  
 K   bekomen,  weegens  de  gelijkheyd der denamcö* 
 m [Latijn  geheeten,  L a u r u s ’  A l e x a n ^  
 m  D R IN A  ,  o f   o o k   B i s l ïn g u a   i   in  ’t   
 Hoogduytfch  H a u c k b l a d t   ,   o f   o o k   
 f   y   2.  A uf fen-»