7*7 B e s c h r y v i n g d e r K r u y d e n , B o l l e n e n B l o e m e n , III B o e k , 718
urona Zij groeyen, uyt eygener aart, in allerley flag van
grond, doch. lieffi in een zandige, zoo wel ongemeft
als gemeft. Beminnen'een donkere o f fchaduwachtige
plaats, en veel Water. Verdragen de fellek°»d' der
Winter. Geeven wel zomtijds volkomen rijp Z a n d ,
doch worden zelden daar door vermcerngvuldigd', maar
A.nwin- veel meer aangewonnen door hare aangewaflene jongen:
ning. w e lk e, als ze v ijf jaren hebben ftil geftaan , opgenomen,
en met een waffende Maan van Macrt o f A f ril,
van de oude afgefcheyden zijnde, verplantt moeten worden.
Zouden, indien dit niet gefchiedde, lichtelijk iri
hare Bloemen komen te verminderen, wijlze te zeer door
malkander gröeyen.
K R A C H T E N .
E Bladeren deezer welriekende Vod. 1. 7. Maybloem, o f
D Lilium Convallium, zijn, zoo wel als de Bloemen
zelfs, warm en droog van aart; daar nee-
vens zeer verteerende, dun makende, en fijn van ftof.
Durantes Dé Bloemen in Wijn alleen , o f met Bloemen van
Uh. simp. Lavendel en Rofinarijn gezoden, o f gediftilleert, en
■ S B daar van een weynig gedronken, is krachtig teegens de
nov.TraSt. Beroerdheid, Lammigheyd, Flerejijn , Hoofdzwijme-
Ae Herb. /;w s vallende Ziekte, beeten van giftige Dieren, en al-
Cj)orfiln' M M Oog-gebreeken, daar in gedaan. Verfterkt het
lib.Herb. H e r t , de Harjfenen, Gehettgcnis, en Leever. Doed
fol. 171. dg verlorene Jpraak^’Wtvc komen; ontdoed en geneert
Lontc.l. 2. aue Zweeringen: neemt wech d e Hert klopping; helpt
C 1^1* de Vrouwen, in barens-nood, tot een gemakjelijks ver~
lojfing. Verfterkt de Maag; verjaagd alle gebreeken,
u y t vochtige Harjfenen voortgekomen; en is dienftig
voor de geene, welke vergif in het Ligchaam hebben
gekreegen.
De Oly, gemaakt van deeze Bloemen, verzacht wonderlijk
de Jigt der Voeten, en de fmerten van alle pijnlijke
Leeden; daar op geftreeken zijnde.
Camerar. De Wortelen gedroogd, gepulverifeert, en daar van
/.3.c.81. Jets jn de Neus opgehaald, doed Niez.cn, zonder eerii-
ge de mipfte ongeleegentheyd, en ontlaft de Harjfenen
van alle flijmerige vochtigheeden.
C C C V I I I H O O F D S T U K .
V L A S KRUYD.
Namen. En wel bekend en zeer gelieft Ge-
1 was, weegens de bequaamheyd en
hoognoodigheyd des gebruyks voor
de Menfchen door de gantfche tijd
haars leevens. Is ook het eerße ,
’t welk haar, ftraks na hare geboorte,
ën *t laatfte, ’t welk haar na hare dood word gegeeven.
Voerd, mijns weetens, in ’ t Neederlandfch geeneh anderen
naam. Word in ’t Latijn geheeten L inum :
in ’t Hoogduytßh Flasch : in ’t Franfch p u ï L in :
in ’t Italiaanfch L ino.
Ztpon- Hier van zijn mij in haren aart z.es onderfcheydene
derfchejr- foortën bekend; namentlijk:
ten6 *°0r" !• Linum sativum, o f gemeen Vlaskruyd. I I. L i num
catharticüm minimum, o f zeer kjeyn purgeer
end Vlaskruyd. II I . Flore lutèo, o f Vlaskruyd
met een geele Bloem. IV . A rborescens, o f Boomachtig
Vlaskruyd. V . Linum O rientale, o f Oofi-
Indiaanfch Vlaskruyd. V I . Linum umbilicatum ,
o f zeer kjeyn Vlaskruyd met een witte Bloem, en een
Navelgelijk^vormig Zaad. Niet alle zijn ze van de zelve
Bouwing en Waarnéeming.
Grond. Echter beminnen ze al te zamen, behalyen eehe foort,
meer eep zandige als kley ige , en welgemeftte grónd :
een opene, v r ije , bequaam ter Zon geleegene plaats.
Blijven niet meer dan eene Zomer in ’t leeven. Gee-
yen teegens den Herffi volkomea rijp Zaad> en verfterven
daar mee. Worden derhalven, in ieder Voor- Aanwi
jaar, in o f m e t een waffende Maan weer ning.
op nieuws gezayd; en daar door genoegzaam vermee-
nigvuldigd.
Het Linum sativum , o f gemeen Vlaskruyd, is Aanmcr.
van deeze eygenfehap, dat h e t , ter plaats daar ’t ge-Olijke c
2ayd w o rd , al ’t Voedsel uyt den aardbodem na zich
trekt, makende de zelve dor en onvruchtbaar. Ook is *
aanmerkenswaardig, dat het, hoe dichter gezayd, hoe
fijner,Vlas geeft: in teegendeel, hoe holler, o f ondichter,
hóe groover.
Het Linum arboresc ens, o f tot een Boomt je op- Vlaskruy
wajfende Vlas, is een aardige Plant, door Zaad, uyt
Portugal gezonden, bij mij Anno 1Ó54. gelukkig voort- opw'air'
gekomen. Bemind een goede, luchtige, warme,welde, gc. |
ter Zon geleegene plaats, en matige vochtigheyd. Blijft ukkiS
zeer lang in ’t leeven. Geeft gemeenelijk iéder jaar
geele , bezienswaardige Bloemen, fpruytende uyt de
bovenfte punten der Takjens, en beftaande uyt vijf
ronde Bladertjens ; maar zelden volkomen rijp Zaad
in deeze koude Landen, ten zij met zeer warme, droge
Zomers. Beyde’tZ^Wen de Knop is eeven als die van’t
gemeene Vlaskruyd.
In ons-koud Geweft fchiet het twee voeten , zom- Bladeren,
tijds lager, zomtijds ook hooger op. Verfpreyd zich,
als men ’t voorzichtig opfnoeyd, boven in vecle ronde
Takjens, bekleed met een zwarte B a ß ; waar aan de
Bladeren veelvoudig in *t ronde groeyen. Zijn een vingerbreed,
wat meer o f minder, lang; in breedte en
gedaante die van.de Myrtus media T arentina,
o f middelbare Tarentijnfche Myrtus, zeer gelijk.
Kan gantfehelijk geen koude Herffl-reegenen, Miß, Hoe men
fterke Winden, o f eenige Vorfi verdragen. Word der-1| | |
hal ven, met een waffende Maan van April in eeto Pot, \yjntcj
't zij gezayd, *t zij geplant zijnde, in ’t begin van Oiïo- moet
ber, wat eerder o f later , na geleegentheyd van ’ t Weer, waarfl“i
binnens huy s gebragt, op een plaats, daar het de Lucht cn‘ j
kan genieten, tot dat de koude van buyten zulks komt
te verbieden. Gedurende de geheele Winter moet men
deeze Plant met flegts een weynig lauw reegenwater
van boven begieten; en de zelve niet voor in het begin
o f ten halven Van Apr il, met een aangename Lucht en
zoete Reegen, weer buyten in de Zonne-ftralen Hellen.
Maar dan noch haar wel wachten, en voorzichtig
dekken voor koude nachten, hayrige, o f febra-
le winden.
K R A C H T E N .
H E t Zaad van Vlaskruyd, o f L inum, *t welk Galm.
van deeze Plant alleenlijk in de Geneeskonft5,WN'|
word - g eb ruykt,. is verwarmende in den eer-
ften graad : iu vochtigheyd en droogte matig tuffehen
beyden.
In Wijn gekookt, en daar meê de gezwellen gewaf- Rlte' 1
fchen, zuyverd de zelve. Met O ly en Anijs in Water
gezoden; .dan van buyten om den hals geflagen,
geneeft de Squinantie, o f ’t Keel-gezwel, ook andere
zw'elling der Keel. ^
Het zelve Zaad met Honig., O l y , en een' weynig
Wijn gekookt ; dan Paps-wijze gebruykt, doed fchey-
den, en vermorwd alle in- en uytwendige gezwellen.
Lijnzaad gefloten, en met Rozijnen gegeeten, verdrijft
de fmerten, en verftoptheyd der Leever. .
In Water gezoden, en dikmaal in de O ogen gedaan,
fcharpt het Gezicht. Warm zijnde, en in een doek^
laten trekken , dan op de gebrandheyd gelegt, geneeft
de zelve. Eeven dit Water döor een Clifierie in de
Moeder, én Darmen gedaan, verzacht de fmerten deezer
Ligchaams-deelen.
Lijnzaad gefloten, en d an , o f ook geheel, ge'
geeten , fiopt het L ijf. Met Honig vermengd, eii
dus geb ruykt, verzacht de H o e f , en zuyverd de
m m ; m ......... w m