
 
        
         
		Der Zaad-  
 huysjens, 
 Befchrij-.  
 vin:g der  
 eenjarige 
 fche Zu- 
 Geftalte  
 der  Bladeren. 
 dik ;  vol  van  Zap  ;  aangenaam-zuur  van  fmaak,  en  
 ongelijk  van  grootte;  doch  de  grootfte  gemeenelijk  
 twee  vingër-leeden  lang  en breed:  in *t midden  voorzien  
 met drie o f  v ijf  (na  geleegentheyd van  hare  groot*  
 h e yd )  regt  om  hoog .lopende  groote  .Aderen,  waar  
 u y t  andere  kleyner  voortvloeyen  ,  onder  z i c h t baarder  
 als  boven.  Déeze  'Bladeren  komen  te  voor-  
 fchijn hu uyt dë eene,  dan u yt de andere zijde  der  
 len ,  hol boven malkander;  op  lange,  dikke,  gemeenelijk  
 regt-opflaande Steelen ruftende.  Zomtijds zijn ze  
 hiér  en  gintfeh  geplekt met eenige kleyne roode vlek-  
 jens.'  De verwe  is aangenaam  bleek-groen;  dochzom-  
 mige zijn  donkerder. 
 U y t   haar Hert onder, vdefgelijks  ter  zijden,  fchie-  
 ten  yerfcHeydene Steeltjens u y t ,  tamelijk  dik ,  rond ,  
 bleek-gróeh.  van  verwe  ,  vol  vochtigheyd,  en benee-  
 den  zpmtijds een weynig rood.  Op  de bovenfte punten  
 fiyrs-wijze,  dopn  holachtig  gefield,  groeyen  
 veele  röódlverwige ,  hoekige  en  dikke Knopjens ,  aan  
 fchopnè, Bloed-roode,  korte,  ronde,  en  teedere Steelt-  
 jens.,  hangende altijd  neerwaarts  gekeerd.  Als  deeze  
 van  onder  op de een na  de ander open  gaan  ,  vertonen  
 Ze groen-gebladerde kleyne  Bloemtjens,  welke van  bin-  I  
 hén hebben veele langwerpige gedachtige,  en ook  roode  
 Knop jens, o f  A f  handelt jens.  Na dat ze  eenige dagen  j  
 hebben geópend geftaan,  vergaan ze  n iet,  noch  vallen  
 op  de  aarde  neer,  maar  blijven  ;  en  brengen  met’er  
 ‘tijd  voort  veele  beziens-waardigegroote,  langwerpige  
 Zaad-huysjens ;  met  agt  breede  ,  bleek-geverwde  en  
 fchoöne  roode Aderen yeel-voudig  doorlopen, ook met  
 halve  Maahs-wijze  gefielde  Vleugelen  versierd,  zoo  
 digt  aan  hare  hoeken  te zamen  fluytende,  dat ze  niet  
 anders als'voor  vier-hoekig  aangezien worden.  Inwendig  
 zijn  ze  voorzien  met  een  bleek-bruyn-verwig,  
 blinkend,  drie-hoekig,  achter  dik,  en  voor  fpits toegaande  
 ' Zaad , .   het  welk  in  Julins  en  Augufius  rijp  
 word.  Dit  Zaad word ieder Voorjaar,  met  een waf-  
 fende Maan  van  April  in  de aarde  g ele gt,  niet  boven  
 een  ftroó-breedte  diep  i  waar  door  dan  deeze  Me xicaan  
 fche Zuring  genoegzaam  aangewonnen,  vermeer-  
 derd  en  dus eeuwigdurend gemaakt word. 
 De  A cetosa  annua  o c im i -folia  lu s it an ic a ,  
 o f  een-jarige Portugalfche Zuring met  Bladeren van Ba-  
 Jilicum,  is een kleyn en  aardig Gewas ; ter nauwer nood  
 de  lengte  van.een  hand  opwaarts  fchietende.  Kfijgd  
 u y t  een  teedere,  bruyn-verwige  Veezel-wortel  kleyne  
 Bladeren ,-  ruftende  op  Steelt jens,  ontrent een  vingerbreedte  
 lang.  De vorm  is langwerpig.-rond,  o f  Ovaals-  
 wijze;  de  lengte van  ontrent  de  breedte  eensfvingers,  
 ö f  d uyms :  de  grootfte  zijn  ontrent een kleyne vinger  
 breed;  achter aan d zS te e lfm A ;  in  het midden  alder-  
 breedft  ,  en  voor aan in  een  ftomp puntje  eyndigendé;  
 dikachtig  van aart;  aan  de randen  effen  en  flegt;  don-  
 ker-groen  van verwe,  doch  onder  een weynig bleeker:  
 zuur van fmaak ;  en  in  het midden  voorzien  met  een  
 teeder  regt-doorgaande  Adertje  ;,  waar  u yt  voortvloeyen  
 eenige weynige  andere  kleyner  na  de kanten  ,  
 nauwlijks  zichtbaar. 
 U y t   haar  midden-pudt  fchieten  op  twee  o f   drie  
 dunne Steelt jens,  de  een  na de ander,  ontrent een hand  
 lang ;  rond,  en  geftreept  van  aart:  aan welke  voort-  
 kofnen  eenige  w,eynige~ andere  kleyner  Bladert jens  ,  
 fmaller en  fpitzer als d’eerfte  ,  ook hol  en  luchtig;  nu  
 u y t de eené,  dan u y t  de andere zijde, van de Steel,  een  
 vinger-breed boven den anderen; en hoehoger.hoe kleyn-,  
 der.  ’ Ó p  de bovenfte T op  ziet men  ,  in  Augufius en  
 September ,  Ayrs-wijze de Bloemtjens kort en digt aan  de  
 Speel bij  lidverdeelingen aan malkander groeyen.  De verwe  
 is uyt den  geelen groen.  Zij  beftaan u y t zes kleyne  
 Bladërtjens ^  en  zijn  van  binnen  voorzien  met  eenige  
 langwerpige  Afhangzeltjens,  gelijk die  van  de  andere  
 zporten.  ’ Als  de.  drie  bovenfte  kleynfte  Bladertjens  
 eenige  weytiige'dagen  hebben  open  geftaan,  krullen2e  
 zich  om ,  en  vergaan allenxkens;  nalatende  eerj  neerwaarts 
 hangend  en  half Maa'ris-wijze'  krom  gevormd  
 Zaad-hüysje;  onder  een weynig purperachtig  van  ver-  Z-aadhuys,  
 we ;  en beftaande  als uyt veele zachte Doorntjens;  ook  
 vaft gehegt aan een  dikachtig ,  hoekig,  en  langwerpig  
 gedeelte,  gelijk men  ziet aan het Zaad van  Calendula,  
 o f   Goudsbloemen,  Zelden  krijgt  het  in  deeze  koude  
 .Geweften  zijne volkomene rijpheyd,  ten zij  in een Pot  
 geplant,  en warm gefteld.  . 
 Als men  het dus bekomen heeft,  word het met een Aanwïq-  
 wallende  Maan  van  April  weer gelegt  in  een  goéde,  
 zandige  aarde,  niet  diep,  en  vlijtig  bewaard  voor  
 veel  Reegen.  Dan  komt  het  voort  ;  en  door  dit  
 middel  kan  deeze  foort van  Zuring  hier aangewonnen  
 worden. 
 De  A cetosa  an nua  A fr ican a  ,  o f   een-jarige Een-jarige'  
 kleyne Africaanfche Zuring,  is een' teeder Plantje ,  van  ^ ne  
 gedaante en aart  de  vorige foort gelijkvormig.  Blijft ook  
 niet langer in  ’t leeven Ss de Portugalfche,  dóch fchiet ring.  
 in  onze  Landen  wel  zoo  hoog  op.  Krijgt u yt  zijne  
 teedere  bruyn-vérwige  Veezel-wortel  eenige  Bladeren,  
 van  geftalte ,., natuur en  grootte die van  de  andere niet  
 ongelijk, dóch  veel ronder,  en  voor ftomp toegaande-: 
 .uyt  wiens  midden  zoo  wel  als ter  zijden  van dê  Steel  
 tuflehen de Bladeren  voortkomen  eenige- Tak jens,  de Bladeren:  
 een  na  de  andere  opfehietende;  boven  voorzien  mét  
 teven  gelijke Bloemt jens als de Portugalfche., Ayrs-wijzè Bloemen^  
 gefteld:  welke in  Augufius,  en  ook  later ,  opengaande, 
   eyndelijk al mee  een  doornachtig Zaad, op de wijze Zaad.  
 van  het .voorgaande,  verkrijgen;. het welk ook bij  goede  
 Zomers  in  deeze  koude  Landen  genoegzame  rijp-  
 J ïe y d 'b e k om t ’ doch  n o y t ,  o f   immers  zeer  zelden,  
 in  een  natte  o f   koude  Herffi-tijd.  D it  gezayd  
 zijnde  in  het  laatfte  van  May,  o f  begin van Junius,  
 komt  te  voorfchijn ,  en dus word deeze  foort van  Zuring  
 ook vermeerderd, 
 De A cetosa annua  It a l ic a , o f  een-jarige Italiaan- Een-jarige  
 fche kleyne Zuring,  is in alles de  voorgemelde een-jarige  
 Portugalfche gelijk ;.behalven  alleen in het Zaad; ’twelk rjng  eu”  
 met de  fcharpe Doorntjens,  waar mee het voorzien  is, wonder-  
 zeer aardig verbeeld, op een wonderlijke wijze,’t Hoofdüj^Z.aad.'  
 van een Os,  ó f  Koe, met O oren en Hoornen. 
 K R A C H T E N . 
 AL   de  foorten  van  Zuring,  o f   Acetofa,  zijn Deugdea  
 verkoelende  en  verdroogende  in  den  tweeden 4erZ,u-  
 graad.  De grootfte der zelve worden gereékend  
 voor  de befte.  Zijn,  op  allerley wijzen inwendig ge-  
 b r iiyk t,  zeer  gezond  voor  een- ieder;  inzonderheyd  
 voor  zu lk e ,  die  van  binnen  verhit  zijn;  ó f   gequeld  
 worden  van-een  heete  Leever.  Zij  maken  u yt eyge-  
 ner  aart  een  week  Ligchaam;  openen  en  verteeren;  
 ■ yerfrifTen en verfterken de Maag;  verquikken hetüfrrr, Rafis lib>  
 ftillen  de  D.orfi-,  verwekken  eetens-lufi  ;  weerftaan  dé Simb cal‘  
 inwendige verrotting,  dooden de Wormen,  en beletten  1  
 it opbreeken: van de Gal. 
 Het Zap van Zuring o'ptnd; het verftopte^ Ingewand:  Tr*tusf *   
 is  goed  in  hitxüge Koortsen \  voor  de  Tandpijn;  tee- Q^èrM.  
 gens  de  Pefi  ,  alle  v ergif,  en  de  gebreeken  van  het  z.cap.fi  
 Hert.  Neemt wech ü y t de-Kleedercn en  ’t Linnen  al-  
 tefleyplekken,  van  buyten  daar opgeftieeken;  geneeft’t  
 kVildvuur,  én  de vlekken des Ligchaams. 
 Het  Zaad  is  koud  in  den  eerfien  ,  en  droog  in  serapioM-  
 den  tweeden  graad;  ’t  zelve gegeeten,  flopt den Buyk.  
 Ge floten,  in  RooZe-water gëweykt,  en  daar  mee op -jimautuè,  
 de O ogen geftreeken  ,  zuyverd  dezelve.  Verfterkt. en  
 fcharpt óok  ’t Gedicht.  •  ' _  eriawft- 
 De  Wortelen ,  defgelijks  de Bloemen,  in  Wijn  ge-  i 0wzoden, 
   en - daar -van gedronken,  drijfd het  Graveel af:. cér-M-li.„  
 is  goed  teegens  de  Geelzucht,’  en  verwekt  der V r o u -^ ff'  
 wen  Stonden.  Is  ook  een  bequaam  middel  ;teegens  
 de Blauwfchuyk,  o f  Scheurbuyk^  (zo o  men deeze quaal  
 gemeenelijk door verbaftering van  het Larijnfche woord  
 nóemd ) ,   de Miltzucht,  en  het zweer en der Darmen. 
 Het