B e sc h r y v in g d e r la g e B o o m e n , e n H e e s t e r s , ï I B o e k , \ y i
k r a c h t e n .
ir fterke Zonne-fchijn wach-
zullenze dies te beeter be-
I 9 I
een Maand o f langer vc
ten ; want dus doende
klijven.
K R A C H T E N.
DE ’Bladeren, Bloemen, 't Zaad, eti de B a f l ie t
Hertelen van deeze Boom-Malv‘ zijn yeraactw
rende en afvagende van aart. In Wijn gj®?*
den, zijn ze goed voor Btijk, en Lënden-pijn, er^
zachten ook de fmerten van ’t Podagra , van de Nieren,
Blaes, Borjl, en verdrijven den Hoeft, met /.uy-
ker gedronken: fcheyden alle koude Gezwellen en maken
ze rijp. Geneezen de Takken aan t Fondament, en
verdrijven de koude Pis.
X X V I I I
DE Bladeren, Bloemen en ’t Zaad deezer Mal- Knchtta
•OT hebben dezelve kracht en werking, als van Ü E g
die der voorgaande verhaald is. Mogen ook
onbefchroomd tot' dezelve Gebrceken werden ge-
bruykt.
Hoe ze
waarge-
nomen
moeten
worden.
Aanwin-
H O O F D S T Ü X ,
B O O MM AL VE
van PROVENCE.
g U s in ’t Neederlandjch genoemd: in
I het Latijn A lthéa arborea mon-
\ T 1S OLBIyE G,ALLO pROVlNCliE: 1H t JR Italiaanfch A lthéa albero di mon-
i te olbia. Peeze Gewajfenzijn, wee-
gens hareteederheyd, veel verfchillen-
de van de voprige. _. j-
Zij beminnen een gemeen e , goede, zandige aarde
, met een weynig twee-jarige Paerdemift én t Mo
r van verrotte Boombladeren doormengd; een opene,
v r y e , warme, luchtige, wel ter Zon geleegene plaats,
én niet Veel Water. Geeven ieder Zomer, in t laatite
van rfiïnius zn het begin yan Juliu s , niet alleen Bloemen
> maar .ook volkomen.rijp Laad.
Z ijn , gelijk alreeds gezegt is, teeder van aart.. Konnen
geen koude Herfft-reegenen, Sneeuw> R ijf> Storm-
winden , o f eenige Torft verdragen. Moeten derhal-
v en, met een volle Maan van Afaert o ï April geplant
zijndé in een P o t ;. o f Houte B a k , na geleegentheyd
harer grootte , i n ’t begin van Ottober, o f , indien t
éen bequame jaarstijd is , een weynig later, bin-
nens huys werden gebragt; niet verdrukt ftaande, maar
daar Ze de Lucht en Zon , zoo lang de koude van
buyten zulks niet verbied, konnen genieten. Gedurende
de Wintertijd moet men haar van onder voorzien
met een weynig lauw-gemaakt Reegen-water; en
haaf niet weer buyten ftellen voor in het begin o f
ten hal ven van Apr il, met een zoete Lucht en aangename
reegen. . * *
In deeze Geweflen kan men haar door geen ander
middel aanwinnen, als alleen door haar Zaad; t welk
2aad°0r met een volle Maan van April hol en niet diep in een
Pot gezayd moet worden. Deeze jongedBoomtjens
mag' men in *t tweede ó f derde jaar verplanten., o f
. ook laten - ftaan ;. maar dezelve * gelijk ook de oude ,
in dé Winter wel bewaren voor tochten en z,uygingen
der winden, defgelijks haar voorzichtig wagten voor
een langdurige, en deeze GewafTen onnatuurlijke, warmte
dés vuurs.
Deeze Boom-Malve van Provence waft in onze Ge-
weften op tot drie -voeten hoogte; - Is bekleed met
éen wit-grauwe Boft. De Bladeren hangen aan lange
ruyge Steeled :• zijn een kleyne vinger , wat meer o f
min, lang; twee vingeren .breed", voor niet Ipits, maar
ftomp toegaande; van vorm vijf-hoekig , van verwe
aangenaam gfócn ; doch onder bleeker, en doorlopen
met eenige weynige Aderen. • Noch jong zijnde, ziet
men haar omvangen van een geheele wit-grauwe'
ruygheyd.
X X IX H O O F D S T U K .
MALVE v a n CHINA.
S een raar, ongemeen , en fchoon hee- Verfcticy.
^ fterig Boomgewas , .w erd dus in het
Neederlandjch genoemd *. in *x Latijn
Malva C hinensis rosea arbo-
rescéns ; en van zommige R osa
___________ C hinensis, o f C hineesche R oos;
doch, mijns óórdeels, qualijk , vermits ze in al hare
deelen niets heeft , -*t welk met dezelve over-een komt,
dan alleen dé bloöte gedaante en bleeke verwe der
Bloem, zonder eenige reuk: in 't Italiaanfch Malve
arböRëa. di C hina, o f R osa di C hina.
Hier van zijn mij in haren-aart bekend geworden Tweed«.
twee bijzondere foorten ; namentlijk , Malva C hi.- j ^ oor’
nensis R osea arborescens flöre pleno , of Malve
van 'C hina met een dubbelde Bloem , en Malva
-Chinensis R osea arborescens fiore sim-
pl ic i , o f MaLve van China met een enkele
Bloem. Beyde zijn ze van eeven dezelve Bouwing en
‘Waarneeming. .
Zij beminnen zeer een zandige, luchtige grond-, Wat voor
met een weynig Veen-aardé, twee-jarige Paerdemift, ySgdj
en een-jarige Hoenderdrék genoegzaam doormengd,;; nen,
een ópéne , warme , vrye , wél ter Zon. geleegene
plaats , bevrijd voor koude O ofte- en Noordè-winden;
ook matig in de Zón kuw-gemaakt Reegen-water. Geeven
in onze Landen weynig , o f bijna gëene Bloemen| Bloemen; ;
welke uyt het bovenfteHert van hare Takjen opwaarts
fchieten; ten zij dan bij heeté en drboge Zomers, ylaat
in den Herfft. Zelden gaafc zé open voor ’t laatfte van
Ottober, blijven ook niet boven de drié dagen goed.
Zijn zeerfchöon, vercierd met een aangename bleeke
lijf-verwe. Zommige knoppen konnen z ich , wëegeüs
de koude, niet eens open doen , maar vergaan .bij haar
zelven^ en vallen eyndelijk ter aarden.
De teederheyd van haren aart veroorzaakt , dat ze Teeder*
gantfehelijk niet verdragen konnen eenige miftigeLucht, ü y '
Sneeuw, veelvoudige Herjft-reegenen, Rijp, Tor f t , o f
■ andere ongeleegentheeden der Winter. Moéten der-
•halven , in April met een waflende Maan. in een Pot
gezet zijnde , in ’t laatfte van September o f begin van
Ottober ( na geleegentheyd van de bequaamheyd o f .
onbequaamheyd der jaarstijd ) binnens huys werden
gebragt, op een goede behoorlijke plaats, waar in van
den aanvang der Maand November tot op den agtften
-of tienden Maert door een yzeren Oven werd gevuurd:
d och hier ia niet gefield zijn, voor dat hét
fterk begind te vriezen. Als ook de Worft weer.ypor- Hoemrt 1
bij i s , moet men haar van daar brengen , vermits ?e haar |
de voor haar onnatuurlijke warmte des vuiirs zeer on-
geeme verdragen. Zoo lang de koude Winter duurd,
moet men haar met weynig lauw-gemaakt' Reegen-wa-
xer van bovén‘ begieten; én niet weer buyten ftellen.,
om de Zonneftralen tè genieten, voor half April, een
weynig eerder o f later, met een lieflijke L u ch t, en aangename
zachte Reegen. Men moet haar ook wel dekken
voor Sneeuw- o f Hagelachtige nattigheid, kpttde
nagten,' en hayrige o f fchrale winden. ' ^
Inzonderheyd moet . men haar wagten voor don- ^ _
ker-miftige , o f fchielijk opkomende neevelige Lacht, zon
zoo wel in ’t Zoor jaar en de Herjfttijd buyten, a s hcydf
----- - met
-TT*/.*