K ruyden, B ollen en B loemen, III B oek, «80
De Bloemen geftoten; metWafch en Oly gemengd;
dan Phaftèrs-wijze gebruykt, verbeeteren de Kloven
"Irafioiil. des Fondament!. Met Honig gemengd, zijn goed voor
de simp. (]e sprouw der jonge Kinderen ; en aUerley Zeeren van
de Mand. In een Bad gebruykt, verwekken deMaand-
j}ouden: geneezen de Ontjleekingen en Apojlematien van
de Moeder. In Wijn gezoden , drijven ’t water der 'Blaas u y t:
geneezen de gebreeken van de Nieren en Lecver : ver-
herken , en brengen weer te regt de ontftelde en vermoedde
Leeden. Zuyveren het Bloed, en verquikken
het Gemoed. Twee Drachmen van het Zaad geftoten , en met
\Vijn ingenomen., jaagd af de doode Kracht, en dé
Nageboorte. Doet ook der Vrouwen Maandflonden
voortkomen.
CCLXXXVI H O O F D S T U K.
S T O K V I O L I E R .
eene der bevallijkfte Gewaffen , die
men ergens zou mogen vinden > niet
alleen weegens haren lieflijken reuk.„5
maar ook om hare beziens-waardige en
het oog verluftigende verwe; zoo dat
men ze met regt ma r houden voor het
provincieraad eens Thuyns. Werd dus in het Needer-
landfch genoemd: In ’t Latijn geheeten Leucojum i '
en V iola alba arborescens, niet zoo zeer'om
harer Bloemen, als Bladeren wil; welke, met een ruy-
ge of grijze wolachtigheyd bedekt , wit fchijnen te
zijn. In ’t Hoogduysfch Garten V eiel , of Leu-
coje : in *t Franjch V iolieRS , of Gyrofflees
Blanches : in ’t Italiaanjch V iola Bianca.
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden
eenige fchoone veranderlijke foorten, namentlijk:
I. L e u c o ju m in c a n u m a r b o r e s c e n s f l o r e
p l e n o r u b r o , of roode dubbele Boomdchtige Stok?
violier. II. F l o r e p l e n o a l b o , of met een witte
dubbele Bloem. III. P l e n o p u r p u r e o , of meteen
dubbelepurpure Bloem. IV. P l e n o r u b r o e t a l b
fVceheoloe ne, vliejkraen fdoeorr
ten ,
o v a R IE G A TO , of met een dubbele rood- en wit-
bonte Bloem. V. P l e n o a l b o e t p u r p u r e o v a -
r i e g a t o , of met een dubbele wit- en purpur-bonte
Bloem. VI. F l o r e a l b o p l e n o f o l io f a r i n a -
C e o , of met een witte dubbele Bloem en grijs meelachtig
Blad. VII. F l o r e p l e n o c a r n e o , of met
nge- een dubbele Lijf-vèrwige Bloem. VIII.. F l o r e r u tal
hier b r o S iM P L lC I , of met een roode enkele Bloem. IX.
fteW?' Albo simplici , of met etn witte enkele Bloem. X.
Purpureo simplici , of met een Pnrpnrc enkelt
Bloem. XI. RUBRO ET ALBO VARIEGATO SIMPLI- c i , of met een rood- en wit-bontc. enkele Bloem. XII.
A lbo et purpureo variegato simplici , of
met een wit- en purpur-bonte enkele Bloem. XIII. Flore
albo simplici folio fariNaceo, of met een
witte enkele Bloem, en orijs meelachtig Blad. Al te Za-
men zijn ze van dezelve Bouwing en Waameeming.
Wat voor Zij beminnen uyt eygenér aart eeii goede, gemeene,
•ten grond zandige grond, beftaande uyt een deel Mol van verrot-
zij bemin- te Room-bladeren, een deel twee- of drie-jarige geheel
nc: kleyn tot aarde geworderie Paerdemift; twee deelen ge-
•meene zwarte grond, en twee deelen grof zand , wel
door malkander gemengd : een warme plaats 5 opene-,
vrije lucht, en matige vochtigheyd. Konnen niet wel
verdragen veelvoudige Herfft-reegenen ( waar door ze
aan hare Stam , eeven beneeden de aarde , ligtelijk in
de Winter tot verrotting geraken ) defgelijks koude
of vriezende dagen. Hoedanig Moeten derhalven, in Potten of houte Vaatjens geplant,
en boven droog zijnde, in ’t begin , of ten hal- men haar
ven van OSlober ( na geleegentheyd van< de bequaam- 'n de
heyd of onbequaamheyd des tijds) binnens huys ge-Wintot!
bragt werden, op een lang de lucht genietende, wel
geen warme plaats, maar ook zonder eenige tochten of
zuyging , en onderhouden met weynig -water. ' In .
Maert , met goede donkere dagen , zonder Zonne-
fchijn (doch niet bij nagt) moet men ze weer buyten
ftcllen ; vermits hare voornaamfte leevens-behöuding. j
in de Winter- Herft- en Lente-tijd beftaat in een -lange ,
of dikmalige lucht-genieting, zonder k o u d e of fterke,-
zuure Winden. Kan iemand haar, gedurende de Winter, - bewaren moet
in een drooge verwelfde Kelder, op een luchtige plaats,waarnec«
daar ze niet konnen bevriezen , zonder warmte van
Oven of Vuur, ’t welk haar haaft flap maakt, en eyn- .
delijk doet fterven, die zal bevinden, ziüks beft te zijn:
maar ook zoo haaft de vorft over is, moet hij haar
weer van daar neemen , en een weynig lucht geeven ,
6p dat ze niet mogten verfchimmelen. Zij bloeyen (van
Zaad, opgekomen zijnde) na ’t .tweede jaar door het
grootfte gedeelte van de Zomer. Geeven in den Herfft
volkomen rijp Z a a d ; en blijven zelden langer dan vier
jaren in ’t leeven.
De geene , welke dubbele Bloemen dragen , geeven Hoe men
noyt eenig Zaad. Werden echter door ’t Zaad der
enkele konftig aangewonnen', op de volgende wijze.
Zay het Z a ad , daar wel eer dubbele Bloemen uyt uytenké.' voortgekomen zijn geweeft (waar aan men kan bemer- Ie-uyt-J
ken dat het van een goeden aart is) in de Maand ^ m 7, 2 ^*
een weynig voor of met volle Maan in een magere, ge- Bloemen meene, zandige grond. Begietze zomtijds', ;alsze zijn kan aanopgekomen
, en zulks nodig is, met Reegen-Water-, ^lnr2 ‘
daar een weynig Tabaks, en een hand vol Alffem in gef- teegens
kookt is geworden. Stroy’er dan over, terwijl ze noch Aard-
nat zijn, Stof van Tabak ,' zoo zullen ze onbefchadigd
blijven van Aard-vloyen, Sle tten, en andere Onge-
dierten. Wanneer gij ze nu de hoogte van een vingerlid
opgewaflen ziet, zoo verplant ze in de aarde, met
een volle Maan , mym een halve voet van malkander;
of anders een. of twee in een Pot, niet alleen om de zelve
dies te bequamer *s Winters te mogen overhouden,
maar ook , om daar van dies.vte beeter Z ^ ^ te konnen
winnen. Neem voorts met een Mes al de zijde-
fcheuten daar van wech , dat’er niet meer als de mid-
denfte Hertloot koome aan te blijven. Als deeze in’t
volgend e Zoor jaar Bloemen krijgt, ontbloot menie defgelijks
van al hare 'Bladeren, behalven van de alder-
bovenfte twee of drie: op dat al ’t voedzel en de kracht
dergeheele Wortel alleenlijk van \Z a a d genoten werde.
Hier door zal ’t veeL dikker werden als anders. Wanneer
*t rijp genoeg is, werd het met een volle Maan af-
gefneeden , eri een tijd lang in zijne Peulen gelaten.
Eyndelijk in het volgende Voorpaar, op de genoemde
tijd, weer in de aarde gelegt, niet diep. Hier door zal
men veele zeer uytfteekende en dubbele Bloemen konnenD
eaeanze w innen. ^ , -1 L e u c o j a , of Stokyiolieren , zijn van zulk ^ aUV?te
een aart, dat ze ligtelijk eeven boven de aarde of de en kracf,. 1
Wortel komen te; verkankeren. Zonder groote moeyte tclooshew
'kan men dit helpen; want men behoeft’er maaralleen- van2j^ J
lijk ftof van Tabak in te wrijven. Ook werden deeze ™re p^'
-Planten dikmaal, door een andere ongeleegentheyd der ten,
.Natuur, flauw en flap ; het welk men ook aan andere
Planten bevind. Terftond kan men dit quaad wecli-
lïeemen , door haar alleenlijk te begieten met half Rte-
gen-water en half zoet? Melk^i in een Pot wel ondereen
gemengd. Dit verquikt op een verwonderlijke wijze
niet alleen deeze , maar ook alle andere Gewajfen des
AarBdebhoadlvemens .a l, de hier boven genoemde f, oo. rten van No• ci * \»
Stokyiolieren werden noch meer andere gevonden > * ,e ec
met enkele Bloemen, cn niet langer als eene Zomer durende;
te weeten: I . L e u -
S t o k v io l ïé r . Z o m e r zo t [e. S a l ad e .
andere rubrum annuum , of een-jarige foorten roode Stokyiolier. II. Marinum Lusitanicum
vanStok- FLoRE purpureo , of Portugalfche Zee^Stokyiolier polieren. met een^urpHre Bloem. III. Marinum Creticum,
n Pijl.
of Zee-Stokyiolier uyt Candien. IV. Leucojum mon-
TANUM flore luteo, o f Berg-Stokyiolier meteen
oeele Bloem; welke ik, op de voor-verhaalde wijze be-
handcld zijnde, dikmaal, met dubbele Bloemen heb ver-
krengen.
Aanwin- A w d e n .pok in de zelve aarde , : op de zelve
Ding. ^jd > in Potten gezayd; doch als ze teegens de Winter rijp Zaad hebben gègeëven, vergaan ze. Moeten derhalven
ieder- Voorjaar weer op nieuws de aarde aanbevolen
, en konnen deezer wijs eeuwig-durend gemaakt
werden.
Stok- - Het L e u c o ju m . s a g i t t a l e C r e t i c u m , of Stok?
Violier violier uyt Candien, met een Zaadpeul, welke een P ijl
is teeder van aart. Buyten ftaan-
Écn Zaad- 5 geenzins de koude en andere ongeleegentheepeuUls
den des tijds verdragen; Werd derhalven , in een Pot
gezet- zijnde , *s Winters binnens huys bewaard op de
hier boven befchreevene wijze. Geeft in ’t tweede jaar
-rijp Zaad, en verfterft dan van zelfs.
. Het L eucojum marinum flore lutèo , of
Violier met een geele Bloem, groeyende aan de Zee-
■ kant\ en Marinum album , öf Zee-violier met een
in witte Bloem, waflen niet, gelijk de voorige, StruVel-
achtig^om hoog , maar gelijk andere Planten , in een
goede, gemeene, zandige,-met een weynig Paerdemift
door-mengde grond. Zijn hard van aart. Konnen,
buyten.ftaande, de felle koude en andere ongeleegent-
.heeden der Winter zonder eenige fchade verdragen.
Geeven in de tweede Zomer volkomen Zaad. Ver-
.lgeaeavne nni.e.t haaft, maar blijven eenige-jaren lang in het
K R A C H T E N .
S Tokyiolier, of Leucojum , is matig verwarmende,
verdrogende, en afvagende van aart.
De Bloemen in Wijn gezoden, en daar van zom-
tijds door den.dag gedronken, is goed-voor de eng-
borfligheyd, en voor de geene die bezwaarlijk„ haren
adem konnen halen. Verwekken dé' Maandflonden ,
doen gemakkelijk Wateren , en ook Zweeten; als men
terftond daar op te Bed gaat, en zich wel toedekt.
. Deeze Bloemen op Edik gezet, en daar van gebruykt ;
m tijd van pefi, ’t zij in Spijzen gedaan , of op een andere
wijze : bewaard de Menfch voor deeze befmettel
i j k Ziekte.
Voorts hebben deeze Bloemen de zelve kracht en
)l,uytwtrkingï welke wij hier boven van de Muurbloem,
of Flos Keiri, hebben aangeweezen.
CCLXXXVII H O Q FD S T U K.
Z O M E R Z O T J E .
[Kamctt. ‘IWÈiÜMyiüiil&Eeze Fol-fhmt werd in het Needer-
hrndfch niet alleen dus, maar ook van
veele w i t t e T y d e l o o s , of T e y l -
Rpos genoemd: in ’t Latijn L e u c o -
j u m .B u l b o su m , of V i o l a B u l -
-------- -------- b o s a T R iFO L iA ï vcs’t JFoogduytJih
H o r n u n g s b l u m e n , ofook Sc h n e e t r o p f f f .n .
d«CL.n' 2’Jn m‘) haren aart bekend geworden vierkoefoor
feyftorfén; namentlijk:
t!j, L L e u c o jum b u l b o s u m TR iPH Y L LUM , o (Z o -
merzotje met drie Bladeren. I I . B u l b o su m h e x a -
p h y l l u m of Zomer zetje met zes Bladeren. III.
B u lb o sum h e x a p h y l l u m s e r o t in u m m a j u s , o f:
, ' ‘“ “t groot Zomerzotje met zes Bladeren. I V . L e u -
C0JUM BULBQSyM MINIMUM AUTUMNA.LB j of al-
M z
derklejnfie Zomerzotje, bloejende in den Herfft. Al te
zamen zijn ze van de 2clve Bouwing en Waameeming.
Zij beminnen uyt eygener aart een goede, gemeene, Orond,
zaiidige,' en met twee-jarige Paerdemift matig voorziene
grond veel Reegen i meer éen fchaduwachtige
■ als een wel ter Zon geleegene plaats. Staan alle koude,
Z b r f i en andere ongeleegentheeden der. Winter uyt,
zonder eenige fchade.. 1
Mogen ieder jaar, of ook om 't tweede, of om ’t Opnee-
derde , in ’t midden van J u liu s , uyt de aarde geno- niing.
men, op een drooge plaats neergelegt, ea ia September,
ftraks .na volle Maan neergezet werden in een op
nieuws omgelmeetene en gemeftte grond.
' Zomtijds geeven ze volkomerv rijp Zaad ; 't welk Aaiwinf.
-men met een vólle Maan der. genoemde Maand, een “ “S-
halve vinger diep gelegt ., aan de aarde beveeld. Hier
door werden wel al de gemelde Soorten aangewonnen en
■ vermeenigrauldigd ; doch veel gereeder en: bequamer
■ door hare -aangewaffene jongetBolletjens, welke men
iwvaenrd'.deen . o.udeTan neemen , eer de zelve weer .ingezet
P
k r a c h t e n . DE Krachten en Werkingen van dit aardig Bol- Kractten
gewas zijn de Oude niet bekend geweeft; <en van tot noch
de Nieuwe tot noch to.e met onderzogt.gewor- to^ n'et
den ; , derhalven men geen berigt daar van geeven Aan.
ndertulichen werden deeze Bloemen van veele ,*zeer
•Vbeerndpeirnedn,* eIn in haren Fuyn gefteld, om de zelve te
CCLXXXVIII H O O F D S T U K .
S A L A D E .
Oo zeer van ieder bemind, als wel be- Namen,
keiid ; Werd ook in liet NcederUndfch
L a t t o u w , of L a t t u w geheeten^: - "
in t Latijn L a c t u c a : in hét Hoog.
duytjch L a t T i c h .: in ’t Franfeh L a ï -
c t u e :- en in t Ifaliadnjch L a t t u g a . looHrtieenrb veakne nzidjn g mewijo irnd ehnaj reanl s;a art eenige veranderlijke oEnedmeVr-e
I. T a c t u c a v u l g a r i s , ofgemeeneSteeklattomv. /'cheydea0
II. C r i s p a , of KruLSalade. III. C a p i t a t a , 0f foorteQ‘
Krop-falade. IV. K oMa n a , of Roomfche Salade.
V. L o n g i f o l i a , 1 of lang-gebladerde Salade. VI.
R u b r a , of roode Salade. Meeft alle zijn ze van eener-
ley Bouwing en Waameeming; en onder al deeze föor-
ten werd de Krop-falade voor de befte gehouden.
Gemeenelijk werden ze gezayd in Maer t, een dag Zayiue
of drie na volle Maan , ofook, om haar zeer vroeg te 7
mogen hebben , wel in Februarius, indien de tijd het
eenigzins wil toelaten; op een warme, wel ter Zon °e-
leegene plaats. De Steek lattouw Zayd -men dik&of
digt; de Krop-falade hol en luchtig, in een mulle , en Grond.’
met oude Paerdemift wel voorziene grond. Bij droog
weer mag. men ze wel dikmaal begieten, wijl ze daar
door dies te-beeter groeyen.
De gedagte Krop-falade werd veel malflTer en lieflij- Verplaitf -
ker van fmaak, wanneer men de zelve, in haar zefde tinS*
Blad zijnde, uyttrekt daar ze digft ftaat, en na de vol*-
le Maan verplant op een opene , vrije , en luchtige
plaats, ten minften ieder een halve voet van de ander*
Deeze wérden veel grpoter, en dan eerft bequaaftï ont
gegeetén te werden, als de andere ftaande gebleevené alreeds
op en wech zijn.
Wil men ze laat hebben , 200 werden ze met de ge* Hoe men.
noemde Maan en in de gemelde grond , doch een*ate»
Maandna de gedagte tijd, gezayd, daar na verplant. ’
Wil ook iemand geflotene Knoppen bekomen in ’t be* 00kiö <j-
gin, midden, of laatfte der May maand, die zayê 2ijn May ,
m i