
 
        
         
		S B 
 maatvoet.  Geeft  ,  uyt  een  regt-doorgaand  ,  ron d ,  
 dun ',  'bleek-venvig  Worteltje,  zeer  teedere  ,  beziens-  
 waardige  EUiertjens,  ruftende aan  lange dunne  Steeltje 
 »! ,  van  {telling  en  gedaante bijzonder-zeer gelijk die  
 van het. Anisomarathrum van de hoog-geleerde,Heer  
 Fabius  C olumn a  ,  behalven dat ze wat weyniger  in  
 getal g  o f   hollet gefield  ,  ook  met ter zijden uytfchié-  
 tende punt jens,  als  hoornachtige Takjens,  voorzien zijn.  
 De verwe is donker-groen;  eenweynig blinkende.  Zijn  
 verciérd met zeer fubtyle  Adert jens ,  alleen  van  onder  
 zichtbaar.  U y t   het  Hert  fchiet  cfp  een  rond  en  dun  
 Steeltje,  in meer * ijde-takjens verdeeld  :  aan welke  de  
 Bladertjens>  uyt beyde de zijden van  de  Steeltjens  boven  
 malkander voortkomende,  veel teederder,  ja weynig  
 dikker  als  een  hayr,  gezien worden ,   en op wiens  
 bovenfte  puntjens  in  het  ronde,  gelijk als e,en Kroon,  
 óp  tamehjk-lange,  doch boven maten dunne Steelt jens,  
 Bloemen,  de Bloemt jens  voortfpruyten.  Deeze  zijn w it,  en be-  
 Zaad.  flaan  uyt  vier  Bladertjens,  op/welke  alle  een  kleyn  
 bruyn-rood flipje zit.  A%evallen  en  vergaan  zijnde  
 laten ze  achter  een kleyn bruyn-achtig Zaadje,  op  de  
 wijze  van Pieterz,ely. 
 K R A C H T E N . 
 'Et  Zaad  van  Am m i,  in  de  Apotheeken  zeer  
 dienflig en  gebruykelijk, is verdrogende en verwarmende  
 in  den derden  graad. 
 T o t  Poeder gefloten,  en met Wijn ingenomen,verdrijft  
 de  pijn  en  krimping  des  Bttyks:  doet wel Water  
 1<1'  lojfen  :  helpt  de  geene  die  van  de  koude  Pis  worden  
 gequeld  :  verwekt  de  Maandflonden  ;  en  reynigd  de  
 Moeder,  waar  door  de  Vrouwen  tot  vruchtbaarheyd  
 geraken,  als ze  het  zomtijds  gebruyken.  Opend  de  
 verfloptheyd  der  Leever,  M i l t ,  en  andere  inwendige  
 deelen. 
 Een  Drachma  daar  van  met  Myrrhe  in  Wijn  gemengd, 
   geneefl gelukkig  de  beeten Atv Slangen  en Scpr-  
 pioenen.  Het  zelve vermengd met Honig,  en op blauw-  
 geflagéne  plaatzen  des  Ligchaams  geftreeken  ,  neemt  
 die misfland w e ch,  door het  geronnene Bloed te doen  
 fcheyden. 
 Galen.  lib.  
 Simp. 6. 
 Dioje.  l i 
 Rudi. /. 3 
 t .4(. 
 ÏHchf.  
 Hifi. n . 
 worden  ,  niet  diep  in  de  aarde.  Maar  ook  ziet men  
 haar dikmaal van  zelfs opkomen,  door Het op de aarde  
 neergevallene  Zaad. 
 K R A C H T E N . 
 Nagallis,  o f  Guychelheyl,  is van  een verdrogen- Gal. Ub  
 d e,  verwarmende,  en  zonder eenige fcharpheyd  
 zuyverende  aart. 
 In Wijn gezoden,  o f  het uytgeparflte Zap met Wijn H/». /. i;.‘  
 gedronken,  is goed teegens de beeten  der Slangen  ,  en  c' }3-  
 -Adderen  :  doed  het  Water  der  Blaas  lojfen  :  is  zeer Ci  l‘  
 dienflig  voor  de  Leever,  Nieren  ,  teegens  de  Pefl,  
 daar  op  zweetende;  teegens de befchadiging  der  dolle  
 Honden,  en  anderer  giftige  Dieren.  Drijfd  ook  het  
 Graveel  af. 
 Het zelve Zap op voort-eetende, o f  andere gezwellen,  JEtiushi  
 ook  op Wonden g elegt,'zuy verd  en geneefl  de  zelve.  Sem.\, 
 Het  A nagalI is  flore  cosruleo  ,  o f   Guychél- üodon.  
 heyl met  blauwe  Bloemen,  in  Wijn  gezoden  met  een  
 weynig  Z o u t ,  en  dikmaal  de  Handen  -daar  mee  ge-  
 waffehen,  neemt  al  de  zeerigheyd  en  ruydigheyd van  
 de zelve wech. 
 Het  A nagalus  flore  rubro,  o f   Guychelheyl Lonictr.  
 met roode Bloemen ,  gefloten  ,  en op de O ogen gelegt, H.c.im:  
 o f  het Zap  daar van  in de O ogen gedaan,  “neemt de vu-  
 righeyd wech;  defgelijks  de  zwelling,  enduyflerheyd.  
 Stempt  ook het bloeden uyt de Neus. 
 XX X IX   H O O F D S T U K . 
 GUYCHELHEYL. 
 £ö^MK)Us  word  deeze  Plant  in  het  Nee-  
 ’ derlandfch  genoemd.  In  het  Latijn  
 •A nagallis  :  in  het  Ho'ogduytfch 
 *G auchheil:  in het  Franfch  Mor-  
 | geline, Moron:  in het Italiaanfih  
 J» A nagallo, A nagallide, ofMoR-  
 SO, Dl  G allina.  
 vijf on-  Hier  van  zijn mij  in  haren  aart  bekend  geworden  
 derfchey-  onderfcheydene,  aardige fóorten ;  namentlijk:  
 ten.°0r"  D  Anagallis  mas  flore  purpureo ;  o f Guychelheyl  
 mannetje ,  met een purpure Bloem.  I I. Flore  
 rubro  ;  of  met  een  roode  Bloejn.  III.  Flore  lu-  
 teo ,  o f met een geele  Bloem.  IV .  A nagallis Fce-  
 mina  flore  cceRULEO ,  o f   Guychelheyl  wijfje  met  
 een fchoone  blauwe  Bloem.  V .   A nagallis fccmina  
 flore  cceRULEO MAjoRE,  of Guychelheyl w ijfje,  met  
 een groote overfchoone blauwe Bloem.  Al te zamen zijn  
 ze  van  eeven  de zelve Queeking en Waarneeming. 
 Wat voor  Zij  beminnen een gemeene ,  goede zandige,  en welden  
 aarde  gemeflte grond  :  een opene,  luchtige  ,  vrije ,  en  wel  
 z^bemin- ter  £ on  geleCgene  plaats.  Konnen  veel  vochtigheyd  
 verdragen,  en  zijn  ook  met  een  matige1  te  vreeden.  
 Geeveh aangename Bloemen, en  teegens de Winter volkomen  
 Z aad:  waar mee  zij  dan verflerven. 
 Aanwin-  Moeten  derhalven  in  ieder  voorjaar,  met een waf-  
 ning-  fende  Maan  van  M a e r t ,  weer  op  nieuws  gezayd 
 X L   H   O   O   F   D   S  T   U   K. 
 B E E K BU NG E . 
 Iet  alleen  in  het Neederlandfch  dus, Verfcbcr-  
 maar  ook  van zommige  WATERBUN-deMmen‘  
 ge  genoemd,  word  in het Latijn ge-  
 heeten  Becabunga  ,  o f  ook  Anagallis  
 aquatica  :  in  het  Hoogduytfch  
 Bachbungen :  in  het Franjch  
 en  in  het  Italiaanfih  A nagallide  aqjja- 
 Hier  van  zijn  mij  in haren  bekend  geworden  twee Tweder-  
 bijzondere foorten;  teweeten:  I. Anagallis  aqija- ^ 001*  
 t i ca  major ,  o f   groote  Beekbunge.  I I .  A nagallis  
 aquatica  minor  ,  o f   kleyne  Beekbunge.  Beyde  
 zijn ze  van . eeven  de  zelve  Queeking  en  Wdarnee- 
 Zij  beminnen  een  goede v ette ;  en  ook een  gemee-  
 ne  vochtige  grond :  zoo  wel  een  opene,  luchtige, zij  
 v rije ,  als  een  donkere  o f  fchaduwachtige  plaats;  en nen.  
 veel Water.  Konnen  flerke kgude3  en  allerley andere  
 ongemakken  der  Winter  geduldig  uytflaan.  Bloeyen  
 door  het  meefle  van  de  geheele  Zomer;  en  geeven  
 volkomen  rijp  Zaadr,  he tw e lk ;  neer-gevallen  zijnde,  
 dikmaal  genoeg  van  zelfs  opflaat.  O f  anders  in  hét Bloemen*  
 Voorjaar,  met een waffende Maan  van Maert o f  April  
 niet  diep  in  de  aarde'word  gelegt.  Boven  ditkon-njDg.  
 nën  ze  noch  aangewonnen  worden  door  hare  gedurig  
 voortkruyperide  jonge  Scheuten,  welke  van  zelfs  
 wortel  vatten. 
 K R A C H T E N . 
 uJL  -Ä t 
 'E t   Anagillis aquatica,  o f  Beek^y  anders Water- Dol- L*'  
 bunge,  is  verwarmende  en  verdrogende  in denc> ‘F  
 ‘ tweeden graad;  eeven wel eenige vochtigheyd in  
 zich  behoudende.  .  f 
 De  Bladeren rauw op  Salade  gedaan,  o f  met andere  '  
 fpijzen  gegeeten  ,  doen’  der  Vrouwen  Maandflondenc-  
 voortkomen:  drijven  de  doode  Vrucht  a f ,  en  dienen  
 om gemakkelijk Water  te  loffen. 
 In Boter en Azijn gebraden,  dan op allerley g e ^ e  -  
 Jen 9 
 I  lo6el.  I. Jol- SSU 
 S iuebf. maft. pl- 
 Ban win,  
 ■ ing. 
 len,  ook op het koude  Vuur gelegt,  is zeer dienflig tot  
 geneezing deezer gebreeken. 
 *  In  Wijn  gezoden y  en  daar  van gedronken  ,  is  een  
 dienflig^middel  voor  dt  Scorbuth,  gemeenelijk gezégt  
 Scheurbuyk-  Defgelijks  teegens de verflopping van  Leever  
 en  M i lt , sde fihurftheyd  der Blaas,  de  koude-  o f   
 druppelrpis,  en  het Graveel.  Daarenboven verzachten  
 en  verteeren deeze  Bladeren de  gezwellen  ,  de -fihurftheyd  
 . en  andere  . onreynigheeden  van  de  huyd  der  
 Paerden. 
 In  Water  gekookt,  én  het  zelve  in  Clifleeren  ge-  
 bruykt,  is  zeer  dienflig  teegens  de  Bloedgang  ,  o f   
 roode  Loop. 
 Het  Zap  uyt  de  Bladeren  geparfl  ,  ’ s  avonds  het  
 aangezicht  daar  mee  beflreeken  ;  ’s  mórgens  weer  af-  
 gewaffen  ,.  neemt  van  h.et  Vel  wech  alle Zomer-fproe-  
 telen,  plekken  en  vlekken  ;  makende  een  zuy vere  en  
 klare  Huyd. 
 X L I   H   O   O   F  D   S  T   U   K. ^ 
 K L E Y N E 
 O S S EN TON G. 
 P  het  Neederlandfch  dus  genoemd ,  
 word; -in  het  Latijn  geheeten  A n-  
 chusa  :  in  het  Hoogduytfch  O ch -  
 SENZ.UNG  :  in  hetrFranfch  O rca-  
 nette  ,  :en. in - hét  Italiaanfih  A n-  
 chusa.  (Van  dé groote O ssentong/  
 oIBu g l o s s a zal  fiiyr na worden gehandeld) ,  ) 
 Van  deéze  kjeyne  Ojfentong  z ijn.  mij  in  haren  a^rt  
 - bekend  geworden  . vier.  onderfcheydene  foorten;  na.  
 mentlijk 
 A nFhi^sa  m a jo r ,  o f  groote -Anchufa.  II. M ed 
 ia ,  o f middelbare.,foort .van  An.chufa,\  III. M inor  
 ANN  J  y  die  nietvlanger dan -eene 
 Zomer duurd.  IV . A nchusa  flore  lu t e o ,  ofgeelè  
 Anchuja.,.Wlee& alle zijn ze. van eeyen de-zelye.jSö«^//;^  
 én Waarneeming.  -   .  ..  ^  ■  ■■ 
 Al te  zamen beminnen ze  een goede,  gemeene,  zan-  
 _ digev  en-met  tw e ^ j a ^ 'K e a ë i i^ 'W - V ö b r a e n e   
 grond:  een opene-,  luchjige, iwafme,:vrije',  bequaam-  
 Rjlc ter Zo^geleegene  plaats,, en  w.eynig_\yater,  ver-  
 mit^ze,  zonder  te  verderv-en;,  ni|tfveel/v4chtigSeyd  
 Ve^i  mo8en-  Nonnen ook in  onze Geweftcn niet  
 w' olSpefmv-Mt uytftaSn-., ;‘'-Is derhalveii  
 geraadzaam, -dat  men  eenige  deèzer PUiiteh ih Potfeii 
 rerzet,  om baar .gedurende  de Winter binnens  huy-s  të  
 konnen  bewaren,  en  ,  zoo  de, Uuywn-fliande.uitgingen, 
  j  aan-deeze noch voörraad te hebbefi/ .'.  -:  ’  b.b-  
 Zij Moe/en  in het  tweede jaar-^ yan- Éarlen  voortêëi  
 kpmeR zijnde.  Geeven  bijl gpéde  Zomers ,   volkoj  
 meiy  Z m 4 -   en  blijven-dikmaal: eenige- jaren  lang  in  
 net  leeven.  Doch  he t,-Anchusa  a n n u a ,:;  in  het  
 oorjaar,  met  een  waffende  Maan  van  April  ( pq! 
 c iLan t an<!irj   1'00rten  ')  8ez*yd  zijndte.,  gee ft,  voor  
 ^ajnkomft der  Winterbloemen,, ook.Z aid;  en  ver-  
 iterit daar mee. 
 K R A CHT E  N. 
 Bochten  
 B iet ee.  
 Perlcy. 
 w f ° M 
 WtopMel 
 E   foorten  van. Anchusa , vof kleyn  
 zijn  niet  alle  van  eenerley  natuur 
 ' Offentong,  
 kgacht  en 
 De  Anchusa  major,  o f  groote  kleyne  Offentong,  
 yan  Dioscorides en Galenus  genoemd  Ö noclea,  
 is van  een  verkoelende  'j verdrogende,  en  een  foevnie  
 te zamen-trekkende aart. 
 ^^ er en  van  deeZe  in  Wijn  gek oo kt,  en  daar  
 r 1  §edronken,  floppen  de Buykloop.r.  -Gefloten,  dan  
 rniengd  met  Honig  en  fijn  Tarwenmcel;  en  dus 
 op  de  verfluykte  Leeden  gelegt  ,  helpen  de  zelve  
 zeer. 
 De  Wortel  in  Wijn  gezoden,  is  goed voor de pijn Mgimt  
 der  Lendenen ;  de gebreeken der M ilt ,  de  GeeUucht; h 7. c. j  
 ' en opend de Milt-verfloppihg.  Met O ly  en Wafch véf-  
 mengd,  beeld de Wonden 3  geneefl de gebrandhéyd3  en 
 verdrijft de  .KoojE;  -  - 
 De  Wortel  van  Anchusa  media,  o f  middelbare  
 fio rt  van  kjeyné  Oflentong,  van  D ioscorides  geliee-  
 ten  A lcibiadion;  en O nochilos van Galenus en  
 Paulus ^Egineta, is warm  in  ’t  begin  van  den  tweeden  
 graad,  en  voorzien met  een  kruydrge geur. 
 Zoo wel de  Bladeren,  als de Wbrtelèn,  gefloten,  o f  JEtius l  
 m Wijn  gezoden,en  daar van  gedronken,  worden  zeer Serm‘ *•  
 gepreezeri teegens  allerley vergif y ook teegens de beetep  
 van Slangen én Adderen. 
 ■  De  A nchusa  minor  annua ,  o f   niet. méér  als  
 èene  Zomer  durende  kleyne  Offentong  ,  is  fcharper  en  
 bitterder  van  aart;  ■ ook van  een  veel  krachtiger reuk  ,  
 als  de  voorgaande;  en  verwarmende  tot  in  het  laatfle  
 van den tweeden graad. 
 De  Bladeren  gefloten  ,  o f  het  Zaad met Wijn  in-  plin.  I.  
 wendig  gebruykt,  is  zeer'goed  teegens alle  vergif.  Ja C- ZI'  
 alleen het Poeder  daar  van-op  het  Hoofd  der  Slangen  
 geflroyd-,1  o f   haar in  denr Mond geworpen,  dood  de  
 zelve;  Doed  ook  de  Wormen  in  Viiienfchert  Lig-  
 ehaam flérven.  : 
 xLn  h o o f d s t u k . 
 e  m  o  N  E. 
 T e z e   zeer bevallijke en  fchoóne Bloem;. Verfchey-  
 vah elk hoogbemind, word, mijns wee-  namcn*  
 tens ,  door  geheel  Furopa met geenen  
 'anderen nèam genoemd,  na hét  Grieks  
 zwmn  woor.^ A h e t  welk  zoó Veel  
 als 'Ventus-^  ó£Wind} beteekend: waar-  
 om-zij  ook van  veele  Flos  V é n t i ,  ó f  W indbloem;'  
 in , het  Hóbgdüyrfih  W indróSl e in ; word  geheeten  ;-  
 vermits zé- door  de  Wind  iichfelijk  béfehadigd  word;:  
 en  de zelve  gantfeh qualijk kan-verdragen  :  maar niet,  
 gelijk  PLlNius  heeft gemeend,  om  dat Ze  niet,  dóór  
 drift  der  Natuur,  word  geopend,  dan  als  de  Wind  
 wayd ;  het welk de  dagelijkfché éivdréntheyd ons geheel  
 anders  leérd,  wijl ze  óok  open  gaat  met  gantfeh  
 flil  Weer.  • 
 -  Hier  van  zijn  mij  in  haren  aaft  bekend  twee  ver- Tweever-  
 fcheydene  foorten y  verfchillende  in  de  gedaante’  harer. ïclieyclcne  
 B lader en;  te w e e t e n ! 
 I.  A nèmone  latifolta,  o f   brecd-bladerige  Anemonen  
 en  I I. A nemone’ tenuifölia , f o f  Jlnemone met  
 fmalle  Bladeren. 
 Doch  zoo  iemand  ;4e  A nemóne  zou willen  oW^r- Mcenig-  
 fiheyden  na  de-zeer  bevallijke  en  verworiderens-waar-'  
 digc  verandering-harer  uytmüntëhd-fchoone Bloemen, ‘ ringda*"  
 die  zou  van  noden  hebben  zoo  yeèlé  bijzondere  na- Bloemen.  
 men-j  als?er dagen  in  een  jaar  komen.  Men  bevind,  
 dat ze  al  te  Zamen-. van  de  zélve  Bouwing eh Waètrhee-  
 ming  zijn.  Zij  willen  op  de  volgende  wijze  zijn’ behandeld  
 en in  afchtr genomen','-  het  zij  bu'yteh-ih  de  
 aarde gezet,  ó f  in Potten geplant, 'om ’s Winters binnens  
 huys  gebragt  te konnen worden.  -  , 
 Verkies  een Bed in uwen Hof,  'warm  en wel teegens HoedanigI  
 het Noorden gëleégen,-  op  dat  het;  bevrijd vöor koude men  
 en flerke Noorde-windén,  de meefle tijd van  de dag on- “   
 verhinderd - mag  béftraald worden  van dé  Zuy der Zon. 
 Leg daar onder in  een halvé vöéï hoög,  warme,  digt  
 in een  getreedenë’ Paerdemifl:  daar1 op wèer een' halve  
 voet  hoogte  van  de  zelve M ifl udóch  een  jaar  o u d ,  
 met  een  tamelijk  deeLMol  van  verrotte Boom-blade-  
 ren doormengd;  indien  de  grond  van  naturen vochtig  
 i s ;  maar  indien  droo g,  zoo neemt  men daartoe  hauF  
 X   i   oude