[van deeze
[foorten*
l/antncrk-
pijkbcyd.
IWaar-
Ifchouwving*
BVerplanpg.
\Cmerar.
I.+.r.ói.
hoLlit. 8.
p f ii.
! Dumtis
fhifi. Plant,
hl. loo.
.Kamen.
[V ijf ver-,
[anderlijke
l&orten.
Grond.
£aad.
j B i ■ F l ü w è e l b l o e m . I Z o n n e b l o e m . K a r d i n a a l s b l o e m . " 5 8 1
Dit lcan zeer bequamelijk gefchieden in het F los
A fricanus major , o f de grooje Zfricaanfche Fln-
weelbloew. d aar het Flo sT un etanus, niet zoo regt
om hoog wallende, kan zoo gevoeglijk niet gecnlti-
1veert wörden.
Het is ook aanmerkens-waardig , <jat, o f fchoon de
Tmisbloem zoo wild, en in veel meer Takken als de
jifricaanfche Bloem voorfchiet, zij eevenwel zoo wey-
nig enkele Bloemen te voorfchij'n brengt. Het is wel
zoo, dat hare eerfte Bloemen op eene fpruyt haar dikmaal
geheel enkeld vertonen ; maar daar na twee-vou-
dig, ook eyndelijk zoo dubbeld en fchoon, dat men de
zelve niet zonder verwondering kan aanfehouwen.
Voorts j als de Bloemen van al deeze foorten, inzon-
derheyd van het F los A fr ican u s , o f de Zlfricaanfche
Fluweelbloem, volkomen opengegaan zijn, moet men
haar wel nauw voor veel Reegen vyagten : want vermitsze
de zelve niet konnen verdragen, zoo zou daar
door lichtelijk al haar Zaad verrotten, en verlooren
gaan. Het zou derhalven niet ongeraadzaam zijn ,
een, twee, o f drie van deeze foorten, ieder bijzonder,
in Potten te zetten, om haar, wanneer’er te veel
vochtigheyd v a lt, onder een dak, o f binnens huys te
konnen brengen.
Zij laten zich ook verplanten, zelfs als ze in volle
Bloem liaan; doch eerft moet men ze wel te deege met
water begieten, op dat de aarde dies te beeter aan hare
Wortel mogt blijven hangen , wanneer men ze verzet.
Dit gedaan zijnde , moeten ze weer begoten , en een
dag zes p f agt vppr der Zonnenhitte bewaard worden.
K R A C H T E N .
D E Fluweelbloem , o f Flos Africanus, is verwarmende,
verdrogende, doprfpijdende, afvagende,
openende, durimakende.van aart; daarenboven
zeer gtfttg , 200 wel in zijne Bladeren, als
Bloemen, Wortelen en Zaad. Want het'dood beyde
Menfchen en Bceften, welke daar van gegeeten, o f in
eenige fpijzen iets daar van in het li j f , gekreegen hebben,;;.
leder heeft zich derhalven voor dit Gewas wel
zorgvuldig tè wachten ; te meer n o ch , vermits aj-
leeplijk de uytwendige reuk de Harllènen bezwaard,
en Hoofdpijn veroorzaakt.
C C X X IV H O O F D S T U K .
ZONNEBLOEM.
^in het Neederlandfch genpemt: in
’2 w ^ g |||a^ h c t Latijn C rysanthemum peru-
jj vjanum, anders Flos So lis : in ’t
, Hoogduytfch SpNNENBLUM; in ’t Ita-
| liaan fch F io r del, sole.
, ..^ier. van zijn mij in haren aart bekend geworden vijj
bijzondere foorten te weeten:
I. Flos solis maximus., o f aldergrootfe Zonne-
Inoem. I I. O vaLi forma , o f met een langwerpige
i S f fl© Su r r e c t u s , o f regt om hoog flaande
onnebloem. I V . Prolifer semine' albo , o f
onnebloem met Kindertjens, en wit Zaad. V . Flos
boLis PROLIFER semine NIGRO , o f Zonnebloem
met jonge Kindertjens, anders kleyne Bloemen, en zjwart
ur A1 te zamen zijn ze van eenerley Bouwing en
n aarneeming. *
. rl beminnen een gemeene, goede, welgemeflte, op
nieuws,omgeworpene aarde:, een genoegzaam ter Zon
geieegene plaats, en veel Water. Schieten in eene Z o -
op ter hoogte van agt J tien , o f twaalf voeten :
ijyen ook niet langer in *t leeven. Geeven een be-
ziens-waardige Bloem| en in den Flerffi rijp. Z a a d ;
t welk, weegens de lieflijke Irnaak, van1 de Vogelen zeer
begeerd word. Men moet het ter dieroorzaakop de Stam
nier vergeeten, maar bij tijds winnen. Na de rijp-wor-
ding des Zaads vergaan ze. Moeten derhalven met Aanwin$
een volle Maan van Adaert o f Z pr il weer op nieuws
gezayd, en alleen hier door vermeenigvuldigd worden.
Het F los So lis su rr e c tus, o f de regt op na den Regt bp
Heemel Jiaande Zonnebloem , geeft elk jaar geen rijp na @ea
Zaad, maar, warm gefield zijnde, alleen bij heete Zo'-
mers. Is llerker van Gewas, en grooter van Bladeren, Zonne-, •
als de andere lborten. Het Zaad is Ook niet gelijk dat bloem,
van de andere , maar langer; niet zoo breed; I g r ijs ,
o f wit-grauw van verwe ; niet onaangenaam vcrcierd
met drie regt-doorlopende uyt den zwarten blauwachtige
Streepen.
K R A C H T E N .
DE Bladeren van Zonnebloem , . o f Flos Folie , Lohél l. \'.
nbch mals en teeder zijnde, afgeplukt met ha- f ‘ l- 6w-,
re Steeltjens ; gezuyverd van hare hayrigheyd
en wolligheyd , g ek oo kt; daar na met langzaam vuur Monari.
geftoofd; voorts met Zout-, O ly , Nagelen en Foely.-'68-
beftroyd, dan gegeeten; oordeeld meö zeergöed voor Dod'
de Maag.' Geeven ook-goed voed zei, en verwekken ° 11"
Bijjlapens-lujl.
Het onderlle van de Bloemen genuttigd gelijk -Arti-
ciokjten, is zeer gezond.
De \geele Bladeren der Bloemen in een Salade gegeeten,
verquikken het H e r t, en verdrijven de klopping
van ’t zelve.
De Gom , wélke vloeyd uyt de gebrokene Steel, is
goed. tot geneezing van Wónden, en voor de gebreeken
der Nieren.
Het gedillilleerde Water der Bloemen in de O ogen ge- Camerar.
daan , neemt daar van wech de donkerheyd, de vleiden, ï Ê ^-49*
en maakt een hélder Gedicht.
Een Drachma van het Zaad, ’t welk zeer lieflijk van
fmaak is, met Wijn gebruykt, is goed teegens ’t Graveel,
verjaagt de pijn der Nieren en der Blaas-, dóedöök
gemakkelijk Water lojfen.
C C X X V H O O F D S T U K .
KARDINAALSBLOEM.
■ E t dien n aam in 'tNeeder land fch ge- Namen.'
waardige hoogs fchöone verwej die
van de kleedirtg der- Kardinalen niet
alleen verre overtreffende, maar ook
de oogen der aanfehouwers doör hare
wonderbaarlijke weerfchijnende glantfeh krachtig verblindende,
o f verdovende ; inzonderheyd wanneer de
Zon helder licht van zich geeft. Word in het Latijn
geheeten F los C ar d in a l is , o f T r achelium A -
mericanum : in \ Italiaan fch T rachelio AniERi-
,cano , o f ook Fio r d i C ardinale .
Zij valt. teeder van aart. Bemind een goedé, gantfeh Grond,
zandige aarde , met een weynig twee-jarigs kleyn-ge-
wreeVene Paardemift, ea het Mol van verrotte. Boombladeren
doormengt: een op.eae, . warme^ welgeleege-
ne, zoo lie f als een fchaduwachtige plaats, en matige ,
niet te veel vochtigheyd. Geeft ieder Zomer Bloemen,
maar in deeze Gewellenmoyt eenig volkomen
rijp Zaad.
U y t een dunne witte Veè^elwortel fchiet ze in dee- Wortel.' r
ze Landen twee, zomtijds ook wel drie voeten hoog
op.. Krijgt aangenaam-groen-blinkendeBladeren, leggende
in ’t ronde plat op de aarde, de eene boven de
andere. De buytenfte zijn gemeenelijk een vinger lang;
ruym een vinger breed; doch doorgaans de een langer *
p o 2 en