
 
        
         
		bevolen moet zijn  :  zoo komt het in 't  volgende Foor*  
 ja a r  te voorfchijn. 
 pluynv'  G rammen  Plu m e um ,  o f   Plttymgras^  is .van  een  
 gras> w°  aangename aanfchouwing.  Krijgt u yt een veelvoudige,  
 cenaea^ ;  harde,  zeer  dunne,  bleek-bruyne  Veezadwortel  veele  
 Sm-33  ' U1?a  bii malkander  gevoegde  Bladertjens;  rond  ,. niet  
 wing-  dikker als  een Spelle,  regt-opftaande, anderhalve Maatvoet  
 hoog  opfchietende ;  en  teroorzaak  van  hare tee-  
 derheyd zich bovenvoor-Qvér-buygende als  een Pluym.  
 Tuffchen welke eenfge teedere,  ronde  Steelt jent voort-  
 fpruyten  ,  met andere noch dunner,  doch boven u yt-  
 Bladercn ;  ftcekende ,  ook wel langer blijvende Bladertjeas.-.  waar  
 aan inwendig in  ’t -Hert der Steden het Zaad als  verbor-  
 gen vaft  houd, 
 welke  D it  Zaad  rijp  geworden  zijnde^ blijven de Blade-  
 men af-  ren niet donker-groen,  gelijk de  andere,  maar worden  
 wvoór'n wit I   bankende  als  Zilv er,  bekleed  met  een  Pluymig  
 eenPluy-  Don s ,  van  een  zeer bevallijke aanfehouwing.  Dan mommie  
 ge- gen ze  afgèfneeden,  in  plaat? van  een Reyger o f  Veeder-  
 bruykeu^  bofch  gebruykt |   en  een  lange  tijd  bewaard  worden. 
 T e  gelijk  kan men winnen  o f  vergaderen  het  gemcldde  
 ^ d .  Z a a d ;  zijnde lang;  d un ,  voorfcharp,  bleek-bruyn-  
 w   verwig;  van  zelfs dikmaal m et zijn  Veederbladotywz&xxs  
 uytkruypende ;  ook  zich  niét  voor  dat het rijp  word  
 -vertonende. 
 Grond, ^  .  Dit-  Gewas  bemind  de  boven-gemeldde  grond  :  
 een warme, welgeleegene plaats;  niet  te  veel  oude Paer-  
 demift;  en matige,  doch ook veel vochtigheyd.  Geeft  
 gemeenelijk  ieder  jaar  volkomen  rijp  Z a a d .  Vertraagd  
 alle  ongeleegentheeden  des  tijds  zonder  fcha-  
 Aanwin-  de.  Word  niet.  alleen  aangewonnen en  vermeenigval-  
 nmg‘  digd door het  gemeldde Z a a d ,  in  A f  r il een  ftroobreed  
 diep in  de aarde gelegt,  maar ook door de aangewaffene  
 Worteltjens. 
 Geftreept  - - G r am e n   St r ia t u m   H i s p a n i c u m ,  o f   gejlreept  
 SpMnfch^  Spaanfch  Gras,  bemind allerley  flag van  grond:  ’t  zij  
 as'  gemèft  o f  ongemeft  :  zoo  wel  een  opene,  vrije,  als  
 fchaduwachtige  plaats:  veel W ate r,  en  ook  matige  
 vochtigheyd.  Verdraagd  fterke  koude  in  de  Winter.  
 Geeft-nóyt in deeze Landen  eenig  rijp  Zaad.  W órd   
 echter overvloedig  genoeg  vermeenigvuldfgd door  hare  
 t?  aarde zeer doorlopende jonge Scheutjens,  welke men  
 dikmaal mag verplanten.•’  ‘  J 
 v S "   ;  ■  ^ 6t  ^ RAMEN  t-EUc a n t h e m  üM  ,  Oogen-trp'ofi- 
 ’ g°°s  ‘ o f'  Gras-,  o f  Gramen  f l o r id t jm ,  • Bloemdragend'.Grd's$ 
 I Bloem-  waar van  tweederléy  foorten worden  gevonden  ,  M a-   
 dragend  ju s   e t   M i m u s , - ó f   Groot  en  Rleyh ,  zijnde  van  ee^  
 Gras*  ne«  aart,  blijven-- ook Veele jaren in  Y   leevèn.- Bemint  
 nen  een  góedey  luchtige,  gemeene-,  zandige  grond-:  
 zoo  lief een  donkere  als  een  opene plaats,  én  tamelijk  
 veel  Water.  Verdragen  ajle  • ongeiéègentheeden'der  
 Winter.  Bloeyen zéer: aardig.  Geeven  gemeenelijk iéder  
 Zomer rijp Zaady  ’t welk met  een V a  (Ten de-Maan  in Y   
 Zborjaar  de  aarde,  niet  diep  daaPin  gelegt;  moètaan-  
 Aa  .  bevolen  zijn.  Hier  door  worden  ze  aangewonnen  in  
 ningWm'  verr#eemgyuldigd.y  Maar den ook  noch door hareaan-  
 gegroeyde  jongen \  welke  men  op-de .genoemde  tijd  
 en  met  de  gemeldde  Maan  kan  afneemen  en  verplanten. 
 e gras.  Gramen  Marinum ,  Zee-gras  ;  Ook  genoemd  
 Caryophyllus  Marïnus*  of Zee-angelier,  en  Ca-  
 Ryophyllus  Montanus, o f  Berg-angelier,  om  dat  
 hét  zoo  wel  aan  de  Zeekant v !  als  op  Bergachtige  
 plaatzen  wórd  gevonden,  is  onderfcheydenin  bijz'órti  
 dere  foorten;  welker  vier mij  in  harén  aart  bekend  
 ,  Zljn ;  als:" 
 ïnffooj.TT I \ yp 'RAMENjV1ARïNUM  m aj ü s , ó f  groot Zee-gras. 
 ■ ten.  .  M e d ium ;- o f  middelbaar Zee-grasi  III.  M inüs  
 Athp- jg g te klejn  Zee-grds met een witte  Bloem. 
 ■  V. M inus  plore  pur pur eo ,  o f   klein  Zee-gras mét  
 een ptirpure Bloem. •  Alie zijn ze  van  eeven dc zelve Bou-  
 .Crond  Waarnecming. 
 -r-F1  beminneh  de ’vbor-heenen gemeldde grond  :  een  
 7 ene'   tochtige,  wèlgeleegené  plaats,  en  veel Water. 
 .Worden van  naturen  oud.  Können fterlte koude,  en  
 andere  ongeleegentheeden  des.tijds  geduldig  uytfhun. 
 -Geeven  wel  rijp  Z a ad ,  doch  niet  als met goede Zo- Zud.  
 rners.  Het  zelve  moet  gezayd  zijn met een  waffende  
 .Maan van Apr il: want  alleen  hier door kan men ze aan- Aanwln‘   
 winnen en  vermeenigvuldigen.  .  n*ng* 
 G rahién  tremulum  majus,  medium,  ET  MI-Groot,  
 ■ N.us,  oi groot,  middelbaar  en  kleyn  beevend  Gras  ™ddd-  
 dus genoemt,  om dat, hare Zaadaynn  zelden  r .ii„, -|?ar- W  
 het zij  ftaande o f  neerwaarts hangende *  blijven niet^^lan-  
 .ger dan. twee.Zomers m  ’t leeyen.  -  Beminnen  een goe-  
 -de,  zandige,  welgemeftte grand;  matige .vochtigheyd;  
 een  luchtige en warme plaats.  Geeven  bij'goede tijden  
 in  den Herfft volkomen  rijp Zaad; en vergaan  dan' door Aanwin-  
 de  ihlnfte .koude.  Moeten  derhalven  in  't  begin  van ning.  
 ■ Zpril,  met  een wadende Maan  óp nieuws weer gezayd  
 zijn.  Alleenlijk dobr dit, middel  können ze  aangewon-  nen en yermeenigvuldigd worden. 
 .  Het  G ramen  A to P s a suM ,  of A iopecuroi-Vore-  
 DES  ,  in het Neederlandfch, Votfefiaerten-Gras;  en A- ftaerten. 
 -t;0PECUROIDES  SBRICEUM  LUSITANICUM ,  ' o f  Por- Graa  
 tngalftb  tijden  Votfcftaerten+Gras,  beminnen de laatft-  
 gemeldde  aarde,  plaats,  en  Water.  Bhjven  ook niet  
 langer  dan  eene  Zomer  in  ’t   leeven..  Geeven  goed  
 Zaad  in  droogè jareti,  en  vergaan  daar meé.  Waarom  
 ze  dan  ook  in  ieder  Voorjaarfweer  op  nieuws gezayd  
 moeten z ijn,  en deezer wijs kan men  haar eeuwigdurend  
 maken.  ■<  .  a 
 K R A C H T E N . 
 E t  Gras  van  Parnajfus ,   o f   Gramen  ParnaJJi, Aart;  ea  
 is  een  weynig  tE-zamentrekkende  van  aart.  gebruyk. 
 De Bladeren groen  'gefloten ,  em op  varjfche umtUoU  ' ’  
 Wonden gelegt, liillen het Bloeden der zelve,  engeneezen /'4' c' lS'  
 ze  te  gelijk.  De zelve Bladeren,  o f  ook  het Zaad,  in  
 Wijn  gezoden-,  en  daar  van  ’s morgens nüchteren  een  
 .Roemertje  gedronken,  drijft  uyt het Water  der  Blaas i  
 RéiSVce* der zplv.e,  en. het  fff«a«e/ derlNieren;''   ' 
 ,  Een Drachma van het  Z a a d ( 'i welk d roog’van  aart. Gal. Ui;  ï  
 en  fijn  van  deelen  i s ) ■ gefloten  ,  en  met  Wijn  inceno- s‘mp.-6.  .  
 m ea,  .verJbopt  iiet.Ligehaam;  en  doet  het'  braken D‘^e' 1 +;  
 ophouden.  P M M   ) M |   i UM .U . 
 ■  Van  het  nytgeparttie  Zap  deezer.' Plant  word  e e iM  71Ä.  
 CoUyrium,;  o f ’feen'zeer  goed: Geneesmiddel  voor  de  
 Gegen,  gemaakt,  op'deeze.manier;  men.mengd  eeven  
 ■ veel  Zap  en. Wijn  te  zamen  :  dan  doed. men’er  wat  
 Myrrhe  en  èen  wëynig Wierook  bij.  Dit  verklaard  -  
 de  Oagenlveer,  en  verfterkt  het  Geticht ,  daar  meê  
 gebet; wordende.. 
 Het  Zaad  van  het  Gramen.  êeoridum , . o f  OoaDojon.in  
 gentrooß-gras,  is  hitziclT.vah 'aart.  De-  zwaarte  van  aUitt.  .  
 e.en  met Wijn-'bf eenig ander Nat gèbruykt;  ' ’  / Ä 
 verfterkti.de-natuur ;  en  verwekt  luft  tot  -hêt  Echte e t / A '   
 werke  Is  daarenboven,  goed:  teegens  het; GtaveeU  ■  -  .  
 gtopt . de  Buykloop.  Geneeft  ook   de  beeten  der gifti-  
 ge  Dieren. 
 De  flo h e l  in Wijn.gekoekt,  en:daaf.vän-gedrön-  '  
 ken, - verjaagt,het Colijk.-.. 
 'C C X E V I t   H   Ö   Ó   E   D   S  T   U   K. 
 GODS  G E N A D E . 
 :U s   genoemd  in  het  Neederlandfch  '. VeJfcfiey-‘  
 ^   In  het  Latijn  G ratiola ,, G rati a  e namen’  
 j  D ei ,  en  Centaurus:  in  het Hoog*  
 duytfch  A urin  :  in-het  Italiaanfch 
 G ratiola  ;  en  Stanco  Caval- 
 Hier  van  zijn mij  in  harén  aart  drie foorten  bekend Drie  on-’  
 géworden';  ; namen dijk :  :  “  ' ' '   •  -  derfefie/- 
 I.  G ratiola  flore  albido  purpurascente  ^oor*  
 Q ü   3  majori,