Teranderlijke
foor-
Salomons
Ecegel mc
een dubbc
le Bloem.
«egel.
C C C X C I I I H O O P D S T U K , SALOMON S2EEGEL.
,An een ieder dus in 't Neederlandfcb,
en, mijns weetens, met geenen anderen
naam in deeze Taal genoemd.
Word in ’t Latijn geheeten Polygo-
NATUM , o f ook S lG IL tgM SALA-
. . -----MONIS, ter oorzaak van de teekenen,
Zeegels-.wijz m hare Wortelen gedrukt. In het Hoor.
'dnytfih W e iszw u r t z : in het Franfch Sean de Sa do
mon , Sig n e t de Sa l om o n , en G in u l ie r e ,
o f G eniculiere : in het Italiaanfib Po ligo nato ,
F r a s s in e l l a , G ino c ch ie t to , en R ad ic e cosi
NOMATA.
Hier van zijn mij in haren aart fes veranderlijke foor-
ten bekend.geworden, als:
I . Po l yg ona tum v u eg a r e , o f gemeenc Salomons.
ooeegeU I I. E lleborI a l b i fo liis ,. o f Salomons.
ooeegel met Bladeren van snif Niesbruyd. III. R amo-
i i Salomonszegel met Takken. IV . Flore p le-
no , ot Salomonszegel met een dubbele Bloem; van bin-
nen gantfchehjk met groenachtige Bladenjens gevuld,
eenzijdig teegens, over de Bladeren aan hare rent dm
.. hoog ftaande, rondachtige, ook een weynig hbêkach-
tlge met veelvoudig bij malkanderj maar een
alleen afzonderlijk boven den anderen gefteld,, voortkomende
; van welke de" onderfte de grootfte, de bo-
venfte de kleynfte zijn. De Bladeren, gelijk ook de
Wortelen, zijn in grootte die van degemeene, o f der
andere foorten niet ongelijk, behalven datzt wat knaller
vallen; voor wel zoo fpits zijn, bn geheel eenzijdig
twee en twee teegens maikanderffijf opwaarts flaan,ge-
lijk m de bijgaande Fig u u r klaar genoeg vertoond
| K | V - VlRGINIANUN FLORE ALBO SPICATO
o t Vtrgmtaanfche Salomonszegel met cen-witre geayfde
■ Bloem , ruym een lid van een vinger lang s ook uyt
veele digt bi, malkander geftelde Bloemtjcnstï zaam-
gevoegd; belhande u yt zes fmalle, geheel witte, vöör
ttomp-rond toegaande Bladenjens. Eenige dagen lang
duren ze. Komen voort règt uyt de bovenfte punten
der ronde Stoelen ; de Bladeren aan beyde de zijden der
feelve gefteld, doch met fegt teegens over malkander.
Zijn twee vingeren , oók wel een duym , breed, en
zes vingeren lang; voor met breedachtige fpits ze pun-
ten , en met regte Aderen, loopende door 't geheele
Blad gelijk als geftreept. V I . Po lygonatum a n -
dusTiFopiUM , o f Salomonszegel met fmalle Sla .
deren. Alle zijn ze van de zelve Bouwing en Waark
r a c h t e n .
Salomonszegel, o f Polygonatum, is warm en droog Aart.
den eerften graad, ook afvagende, en te zamen-
trekkende van aart.
r e n ^ ï 1! geZ° de,.n' *° 1 morgens daarvan nuchte-Sura„,„
ren gedronken; o f een Brachma van het Poeder d er'V
gedroogde Bladeren met Wijn ingenomen ■ . reynigt het %
Ligchaam vah alle taye Fluymen\n /lijmerige J e b t i r - Ï T +
men<W’ d d a . frro,men Maandftonden voortkomen
! drijft het Water van de Blaas, defgelijks het
raveel uyt. Stild daarenboven , en jaagt wech het
fh aTm T °ed Vm de “ ^ “ dige d e e l^ I e s L ?
v 'I h h M en een djd lang dagelijks daar F i.fi.1■ tfi
gegeeten, doen ophouden de witte Woeden d e t c‘ 6- ,
VrouwY-perfoonen. De zelve gefloten, en dan gelegt M * ’ "
z n ^ r l ’ Uauw-geftoteneotgeflagene plaat- Galen. Ui.
s e/gelijks op de Sproeteleh des Aangedicht i < eenee- simL 8*
zen de zelve,, en neemenze wech. S
Zeftien Zaad-bezen ingenomen, openen ‘ t Ligchaam
van onder en boven. s
De H'ortelenm Wijn gediftilleert, én daar meê gewaf- Matth. l a chen,
verftrekt de Vrouwen vobr een goed Blankhta'-f-
t-eh want het maakt een klaar, z y v e r v e l.
CCCXCIV H o o f d s t u k .
fonteynkruyd
Aanwinning.
Zij beminnen een goede, gemeene, zoo wel zandig
e , als andere, dóch bequamelijk gemeftte grond i een
luchtige, wel ter Zon geleegene; ook een fchaduwach-
tige plaats, en veel Water. Bloeyen vroeg in ’ t Voor
jaar - en Jtrügen iri \ laatfte van Jnlms volkomen rijp
Zaad-, behalven het Polyg ona tum V ir ginian um
ïdore ALBO SPICATO , o f Virginiaanfihe Salomons.
z eg e l met een wittegeayrde Bloem.- welke foort in-dee-
ze onze Geweften noyt zijne regte volkomenthevd
genieten, kan, J
Flard, van natuur zijn z e , zoo dat ze felle koude,
en alle andere ongeleegentheeden des tijds konnen uyt-
ltaan., zonder veel fcliade. De aanwinning en ver.
meenigvuldiging gefchied, niet alleenlijk door haar
Z a a d , 't welk met "een waflende Maan van Maert
met boven een ftroobreedte diep, in de aarde word
gelegt ; maar ook door hare aangegroeyde jonge
Wortelen -, die men op de zelve tijd van de oude a f
neemt en verplant. Teegens de Winter laten ze al hare
P lader en vallen.
E eftin het Weedcrlandfcb deetth > en, Namen.'
mijns weetens, gefenen anderen naam.
Word in het Latijn geheeten Pota-
MOGETUMi o f Ook FoNTlNALIS : ill
het Hoogduytfch Samkraut : in het
/ taliaanfeb Potamogeto.
. ? ler- va,D "i.n ■ in harf D ai« bekend gewerden Vijfvmu
m]f. veranderlijke foorten; als: • derlijk"
I. POTAMOGETUM MAJUS'LATIFOLIUM o ï groot k 01“ »-~
Fonteynkyuyd met breede Bladeren. II. M a t u s 'an-
gustifolium sp ic atum , o f groot geajrd Fonteyn-
kruyd met fmalle Bladeren. I I I M a jus7 vulgar7
of gemeen groot Fonteynkruyd. IV . M in u s , o f kleun
Fonteynkruyd. V . Po taMogbtum RotundIfolium,
Of Fonteynkruyd met rondi Bladeren. Al te zamenzijnze
van eeven de zelve Bouwing en Waarneeming.
U y t eygener aartgroeyenze in ftaande, ook in too-Groeven
pende Wateren-, maar noyt buyten de zelve. Konnen allee/in
aerfialven m de Hoven niet opgequcckt worden, ten zij w ater; en
men in de zelve een Gragt o f Vijver deed delven , en !‘„0|,,10ch
met een waffende Maan van Hpril deeze Planten daar tck r ik e l
in zetten. Dan groeyen ze niet alleenlijk voort, maar
Haan ook met’er tijd van zelfs op. Bloeyen genoegzaam
, doch geeven zelden' volkomen Zaad. Verliezen
ook '% Winters al hare plat op ’t Water neerleggende
Bladeren -, welke m de volgende Zomer weer
voortkomen.
KRACHTEN.
FOnteynkruyd, o f Potamogetum, is verkoelende en
te zamentrekkende van aart.
In Wijn gekookt, en daar van , eenige dagen
achter den anderen , een Roemertje gedronken , fljld
allerley Buykloop , ook zelfs de Bloedgang. Defge-
lijks het jeuken van de Huyd, de zelve daar meê ge-
wauchen zijnde. ö
De Bladeren gefloten: met Honig en Edik gemengt,
dan gelegt op heete, voorteetende zveeren, geneezen
de zelve.
E>e zelve Bladeren met O ly en Edik züchtjens
een Pan gebraden; zoete Melk daar op gegoten,
c sê zo,
I. ■
Slof. t.,
hifi. Hor.