B e s c h r y v i n g d e r e a g e B o o m e n , e n H e e s t e r s , II B o e k , 1 1 4
Dolon. lib.
LobeUib.
Z11 ' dit Water, op de gemeldde. wijze gezoden, koud geworden
is, 200 begiet, o f befpreng met dit v o g t , ui
droog Weer uwe Boomt jent-, en ftro y, terwijlze noch
nat m 't ftofvan dezelve T a ^ o p de Bladeren, zoo
zullen al de Rap*,en fchielijk afvallen , haaftig fterven ;
immen niet weer aan den Boom komen; mzonderheyd
zoo men dit middel in den tijd van veertien dagen
twee o f driemaal in het werk field. Indien men
, verneemt dat dit gefpuys weer aan de Boomtjens
komt (het welk.echter zelden gebeurd , ten ware
lang daar na )400 kan men handelen op de voonge
w ijs .:
k r a c h t e n.
De jónge Bladeren der Kruys-bfz,icnboomen,
rauw ge'geeten , drijven de Waterlozing voort.
Zijn goed tccgcr.s het Graveel-, en werden, in
plaats van MoerbeHen-bladeren, de Zijdewormen ter
fp ^ g e g^ v e n .^ • w ^ | § g § | | den. W a d e n
graad, hebben een te zamen-trekkende kracht. Als
?e gantfeh rijp werden gegeeten , . verwekkenze pt}»
des Ltgcbaams, en maken een tjuaad , galachug
Bloed. ,
De onrijpe Bedien , o f der zelver Z a p , werden pp
hecte gezwellen, 't Wildvnur, en de Roos gókgt- Ver"
ftoppen ’t Ligchaam; de witte floeden der Vrouwen,
en allerley Bloedgang.\ , .... , ■
Haiitnl Met Zuyker gekookt, o f bij andere fpij zen gedaan,
*•*•£“ * zijn ze ieder aangenaam: verfterken de zwangere Vrou-
Tb 6cap wen-, verhinderen eén mifial: beletten alle inwendige
zo. Pan. verrotting-. verwekken eetens-lafi-, yerflaan de JDorfi 5
x.tem.i. verquikken en geeven kracht, aan t Hert en t geheele
ingewand : néemen wech de brand van het zelve . zijn
goed in bitsige Kootten, en pejhlentiale Z i e k t e n ïen
ftig ,' voor de geenedie geplaagd worden van deSpaan-
fehe pekken, de Gal en 'vBloetUfponwen.
Traiuslib. Men maakt ook ééa - Firjnis . v p M Doprnbeaaen-
i-eap-H- - af , eeven gelijk men doed van dat der onrijpe
Druyven. ’
X L V I H O O F R . S T U K.
JASMYN, of JESEMYN.
&Et deezén, en, mijns weetens, geenen
anderen naam, werd dit aangenaam ,
edel, en.wel-nekend Gewas in ]iNee-
derlandfch genoemt. In het Latijn
J asminum, J eseminum , o f G e l -
seminum : in ’tHoogdttytfch J asmin:
in ’ t L'ranfch ook J asmin , o f anders J o sem in ; en
in ’t Italiaanfch G elsimino.
Hier. van zijn. mij in haren aart bekend geworden
nvt zeer fchoone , bevallijke, verfcheydene foorten ,
namentlijk. ., . • ; • ....
.1 . J asminum vulg a r e flore a l b o , ofgemee-,
{ie witte Jajmijn ; welke ook werd geheeten J asminum
sy lv e s tr e , o f wilde Jafmijn. I I. J asminum
sempervir'ens flore luteo odorato , o f altijd
■ groen-blijvende 3 met een fchoon blinkend L o o f, en
■ geeie welriekende Bloemen vercierde Jafmijn. III. Jas--
' MINUM SEMPER VIRENS A mERICANUM FLORE LU-,
TEO. oüora,to majore 3, o f altijd groen-blijvende
’ Jafmijn üyt America, 'met een groote geeie welriekende
Bloem. IV . C atalon'icum flor.e albo ex-
- t r A rubel lo , o f Spaanfche welriekende Jafmijn ,
met een groote,‘ van binnen witte , en van buyten
roode Bloem. V . I nodorum flore luteo , o f
geeie Jafmijn, zonder eenige reuk. V I . L uteum
g enista f a c ie , o f geeie Jafmijn zonder reuk, dragende
de gedaante van Brem• V I L P er sicum t e n u iverfchey
denezeer
fchoone'
foorten,
folium CCCRULEÜM, live rpL iis disseótis , o f
Jafmijn van Beraden, met teedere, o f gefneedene
Bladeren, en een blauwe Bloem. V I I I . J asminum
PERSICUM PALLIDO C05RULEUM LyTIFOLIUM, five
EOLIIS INTEGRIS, o f welriekende Jafmijn van Per.
z,ien met ongekerfde breede Bladeren en eén bleekblauwe
Bloem. Niet alle zijn ze van de zelve Oneeking
en Waarneeming. Zullen derhdven, als haren aart onderzocht
hebbende, van ieder in. ’t bijzonder den Lee-
zer een kort en eygentlijk berigt geeven.
Het J asminum semper virens flore . euteo Wtltic.
ODORATO, o£welriekende, geeie,- altijdgrocn-ilijven-kcaic,
de en van naturen aardig blinkende J a sm y n heeft zom-, ’ lI‘
tijds v ijf , doch gemeenelijk drie. bladerenbï)^ malkan, buj™** I
der eefteld, ook dikmaal wat hol o f geuts wijze gebo-« aardig I
gén y van Welke ’t middelfte ’t gróotfte , hoogfte', j ^ ic
breedfte , - ook Ofaals-wijne rond zich vertoond : d e mlJ°'
andere twee zijn weynig kórter; in ’t midden voorzien
met een' regt-doorgaande groote Ader, waar u y t eenige
andere kleyndér,' doorgaans wat'krom gebogen, en
altijd opwaarts gekeerd, voortkomen. Aan de inwendige
zijde lopen ze onder éen weynig korter to e , als
aan de uytwéndigc doch zijn al te zamen aan hare Gedaante
randen effen , o f lie g t ; eyndigende voor in een ftomp Blafc
p u n t; wat dikachtig ,, en zacht in 't aanraken : -bovenr“ '
donker-groen.glinfterende van verwe, doch van onder
bleeker, ruftende op korte Steeltjens. Komen aan hare
ronde, teedère, en bleek-groen-verwige Steden in de
rondte v o o r t, " een duym breedte , wat mm o f meer,
boven malkander.; dan uyt de: e en, dan u yt de an-
dere zijde, .u f . :: ■
Zij beminnen een goede , zandige aarde, beftaande Watra»
uyt-twee deelén gemeene, bequame en gantfeh u ie t^ "^
fchimmèlig-riekende grond; twee .deelen g ro f zand, nen< 1
<kar geeft zou^igheyd bij is; tweededen M o l der. yerdörveny
Bomen, o f in plaats,van dien ’t Mol der verrotte
Boom bladeren ; een deel twee-jarige Paardemift;, en
een deekeen-jarige Hoenderdrek, wèl door. malkander
gemengd :"è]en warpie, vrye;, opene, luchtige , .genoegzaam
të fZ ö n geleegene plaats, en matig'. Reegen-
water. Geeven , de geheele Zomer door, fchoone, Elotma
geeie, kleyne , vijf-gebladcrde Bloemen, maar noyt
volkomen rijp Zaad. ■ Zijn teeder van aart. Konnen
nietveel koudeHerfft-reegenen, Storm-winden,Sneeuw,
Hagel, Rijp,tqfpeióge Zbrji verdragen. - .,
Worden derhalven , met een wallende Maan vanH?“ ‘“S
Apr iliaxenPof geplant-zijnde, mftlaatftevan*pïe»>foi-^Mm011
o f begin van OSober, na gelcegcntheyd van de jaars- g H
t ijd , droogbinnenshuysgebragtj en gefield op
luchtige,, goede, bequajnq plaats, waar in,. o f gedu-
rende.de geheeïe rl'inrerdoot ccn kagchcl-oven, o f al- j
leen bij vriezend Weêr g evuurd-werd.Mpeljeii oók;
in de?ze gantfche fijd niet meer als twee, o f ten-hopg-
{len driemaal, met,een weynig lauw-gemaakt Reegen-
water van. boven begoten,zijn ; yermitsze yeele vócji-
tigheyd garitfchelik niet, maar wel droogte yerdragen .
konnen., . Zouden anders, hier door, zóó zeer-;alsdóór - - f
dè Herfjl-reegenen, kómen -te yerderven. Hierop moet;
men wel nauwkeurig acht neemen, O o k mag men haar
niet voor half April., met een aangename Lucht en
zachtp Reegen -, - weer. buyten in de Zonne-ftralen ,
(lellen; doch voorzichtig zijn , in haar te bewaren
en te dekken voor koude nagten , hayrige, M
fchrale winden. t . J k x f i 1
Het J asminum semper virens A mericanuM.^m •
FLORE LUTEO ODORATO - MAJORE , o f altijd groetP jijfl*
blijvende Jafmijn U]t America , met een groote, geeie,, J «
welriekende Bloem, móet met de zelve, aarde
en op dezelve wijze behandeldworden. Deeze J a fw f grootiq
heeft geen blinkende , maar droevige Bladeren. I
pok niet geuts-wijze, maar gantfeh vlak, o f platj gc J]oCtnCfll|
fteld. Daarenboven niet zoo groot als de vooigaan
maar veel kleyiiderj bleek-groen van verwe; vee 1(V Bla^erc|l'|
der geplaatft, en zachter in het aanraken ; doch op^ ^