<585 B e s c h r y v in g der K ruyden , Bollen en Bloemen , III Boek , Ó84
Knop-fa- Zaad hol en luchtig op een zeer warme plaats in een af-
lade kan gaande Maan van Anguftus of September; en yerplan-
bekomen. te <jaar van de geene, welke in de Winter zijn over- >
gebleeven , in de gemtldde warme plaats; en welge-
meftte grond, tufïchen volle Maan en ’t laatfte Quar-
tier der Maand M a en t zoo zal hij zijne begeerte kon-
nen genieten. O f wil iemand deeze Hvrfaplanten,
luchtig en niet digt bij malkander gefield zijnde, in ’t
Voorjaar onVerplant laten flaan , hij zal ook niet qua-
lijk doen; vermits deeze dikmaal beeter worden als de
geene die verplant zijn. Ondertuffehen eevenwel blijven
ze harder , en zijn niet zoo mals als de geene,
welke men in de Zomer wint.
Kxul-fala- De Krul-falade maakt noyt eenigeKnoppen; doch
de. laat zich tot drie of i^er malen toe affnijden :, en gebruyken
; t’elkens weer nieuwe Bladeren fchietende; eer ze
hare Steel zet om te bloeden. Slaap ver- De L a c t u c a s o p o r if e r a o d o r e O p i i , offlaap-
wekkende verwekkende Salade, riekende als Opium , is van na-
kende^ir' *uren geen fluitende of Krop-falade, meer. een: foort j
Opium!en van Endivie; hebbende niet alleen Bladeren, dezelve ;
hebbende gelijkvormig; maar moet ook df& de zelve wijze behan- :
de gedaan- del(i e£|toegebonden' worden. Mag derhalven ook , !
dlvle? 0 en mijns oordeels met regt, genoemd worden E n d i - '
Via Ö p io id e s s o p o r if e r a , of jlaap-makende Endivie’
, riekende als Opium , te weèten, zeer zwaar en on- j
lieflijk. De Bladeren zijn een hand lang; drie vingeren,
wat meer of minder breed; donker-groen vanver-
we; voor alderbreedft, rondachtig toegaande; aan hare
randen onordentlijk gekerfr; en met veele fpitze punten,
als Doorntjens, voorzien. Deeze foort bloeyd in- -t <
WildeSa- tweOedoek jadaer , en vergaat dan. LACTUCA SYLVESTRIS COSTA SPINOSA, j
eendoof ^lMe Salade, met. een doornige rugge in -1 midden
nigerug- der Bladeren onder verderd, niet meer dan een jaar in t .
gc in de leeven blijvende , word., gelijk de voorgaande foort,
Bladeren, vermits hare onaangename geur, reuk, en aart, niet ter \
fpijie gebruykté
Zij geeven al te zamen in deeze Geweflen volkoor
^ men riiP Z a a d , bequaam om weer gezayd te konnen
worden; behalven dat van deLactuca capita-
ta, of Krop-falade, waar van ’t Zaad alderbeft in Bra-
band word gewonnen. Zie hier bij na ’t Hoofdftukjan
H asen-salade.
K R A C H T E N .
Aart. C JA la d e , of Lattuca, is koud en Vochtig van aart ,
Tuc 'hf. \ tot in ’t begin van den tweeden graad. Matig met
Het-b. hifi. oly , Edik en Zout gebruykt, is ze voor ieder
C zeer gezónd gegeeten te worden, inzonderheyd voor
de geene , die een warme en gezonde natuur hebben.
Doch veel gezonder is ze , als men ze gekookt, of onder
Spinaat, of iet anders vermengt, nuttigt.
Van al de foorten der Salade is, mijns oordeels, de
Krop-falade, of Lattuca Capitata, de befte. Eevenwel
teedere-, weekelijke Lieden moeten de zelve maar
| zoberlijk gebruyken.
JEgin. 1. 7. Zij verwekt gemeenelijk ftaap , en ook eetensluft,
c- 3- Stild de dor ft.: maakt een zachte Stoelgang : verfrifcht
^ib^Epigr het Hert; neemf wech de walging van de Maag, en is
ii, , góed voor de.opbreekehde Gal. Maar -fculke perfonen , die met de Longexatcht ge-
queld, of Engborftig zijn, of zomtijds Bloedjpouwen;
oök die begeerig zijn om Kinderen te winnen, moeten
zich daar van onthouden; immers ten minflen niet veel
daar van eetén.
Galen.lib. De Bladeren groen gefloten, en gelegt op Puyften ,
Simp. 6. ’t Jprenkt Vuur, en andere foorten van verhittingen ,
drijven’ersle brand van wech.
In Water gezoden, en dan gegeeten met een weynig
Boomoly en Edik, is goed voor de geene, die zich van
de GeelzMcht a'angetaft vinden.
In Wijn, of Garfle-water gekookt, en daar van nu
en dan door den dag gedronken, doed de Melk^in der
Vrouwen Borften vermeerderen..
Het Zaad gedroogt, v gepulverifeert, en met Wijn Dioft.h te drinken gegeeven, is dienftig voor de beeten der Scor- e. ióö.
pioenen, en anderer giftige Dieren.
HAAZEPOOT CCLXXXIX H O O F D S T U K . S . P het Neederlandfch dus genoemd ; Namen;
H a s en fu sz , en K a t z e n k l e e : in ’t
, • Hier van zijn. mij in haren aart bekend geworden v ijf Vijf onfoorte_
n ; namentlijk: cL1 i f -■'>'■ 6 1 1 1foo1r« I. L a g o p u s m in o r v u l g a r i s , or kleynegemeene tcn<
Haax,epoot. II. L a t if o l iu s H i s Pa n ic u s f lo r e
r u b r o , of Spaanjche breed-bladerige Haaz>cpoot met
een roode Bloem, H l.. A n g u s t i f o l iu s H i s p a n i -
' c u s , of Spaanfchc fmal-gebladerde Haaz>epooi. IV.
S ü p in u s CAPiTE p l a n o , omleggende Haax.epoot met
(legte Hoofden. V. L a g o p u s m a jo r p k r En n i s f l ö -
r e RüBELLo, ofgroote altijd-durende Haasjepoot met
een roodachtige Bloem. Niet alle zijn ze van de zelve
-Bouwing en iVaarneeming. ...
Echter beminnen ze al te zamen een goede, gemee- Wat voor
me, zandige aarde, met twee-jarige Paerdemifleenwey- cerM5ron|l
nig voorzien: eeö warme, wel ter Zon geleegeneplaats, z'laemiQ* ]
en niet te veel vochtigheyd. Blijven ( uytgezonderd
de vólgende), niet meer dan eene Zomer in ’t leeven.
Worden derhalven gemeenelijk in ieder Voorjaar>. met
een waffende Maan van -April, op nieuws, niet diep,
in Pottefi gezayd;‘Zonder verzet te worden; behalven
de kleyne gemeène, die in de aarde blijft, eri dikmaal
wan zelfs genoeg opflaat. Geevên in goede' drooge
Zomers teegens dit Winter volkomen Zaad, en ver-Zaad; ca
fier ven daar mee., Konnen ook niet anders als dóór a?"wm' 1
dit haar Zaad aangewonnen en vermeenigvuidigd wor-mn^'
den.
Het Lagopus major perennis flore rubel- Groote*!.
LO , of groote altijd-durende Haaz,epoot, vergaat niet
' zoo haaft, maar blijft veele jaren in ’t leeven. Geeft zep00t-
in deeze Geweflen zelden, ten zij met zeer heete jaren,
_eenig volkomen Zaad. Is tamelijk hard van aart. Blijft
ook wel, bij flappe Winters, buyten flaande, over;
doch vergaat door fterke Vorft. Moet derhalven, altijd
dn een Pot geplant, ’s Winters op een luchtige Hoe in ddj plaats binnens huys gezet; met flegts een weynig lauw ^ ctre
, Reegenwater (want door wat te veel zou ze lichtelijk neemea*
verrotten) onderhouden ; in ’t begin van Zpril weer
buyten gebragt, en voor te veel vochtigheyd voorzich-
tig gewagt worden.
De aanwinning en vermeenigvuldiging gefchied,niet Aanwin* !
alleenlijk door haar Z a a d , maar ook door hare aan- mn2'
gewaffene jonge Wortelen; welke men met een waf-
-fende Maan in April of May van de oude afneemt, en
verzet.
K R A C H T E N .
H Aaziepoot, of Lagopus, is verdrogende en te za- Aart.
mentrekkende van aart. 7 ■ Vr -nioCd-f
In de LiefTchen gebonden, houd in en be- M ^
dwingd de Breuken, of Gefcheurdheyd; doed ook de
gezwellen van die plaats Verdwijnen. t ' Mn
De Bloemen, of ruyge Pootjens, in roode Wijn §e'" j. kookt, en daar van door den dag-een weynig t’efrens
gedronken, flopt de natuurlijke en onnatuurlijke Stoe Hgjp?.:
gang; doch de geene , die met Koortz,en zijn beladen, c. ,•
moeten *t met warm Water gebruyken.
68 j Haazepoot. L athyrus. Steen-leiverkruyd. Damastbloem. 686
lufit/uu De zelve 'Bloemen gedroogd, gepulverifeert, en daar
4. inerr. van een Drachmx met roode Wijn ingenomen, heeft
ip* de zelve w.erking. Geneeft daarenboven de Wonden,
de inwendige Gefcheunheyd: is goed voor de geene
die een hooge val gedaan hebben , en vérfterkt de
Maag,1
puften. Wil iemand, die zich te vet bevind, mager worden,
/Ü f•' f f '' ’s aeveotned s4 ^in b elaend eSraelna dde.eezer Plant tweemaal ter week
CCXC HOOFDSTUK.
l a t h y r u s . ït teeder Gewas is, mijns weetens,
met geenen anderen naam in ’t Neederlandfch
en Latijn bekend. Word
f) y in ’t Hoogduytfch P l a t t e r b s e n g e -
ïeeten.
ïcney- - J* Uier van zijn mij verfcheydene aar-
Lp faoro-r - wordenH ; te weedteinge : foorten in haren aart kundig ge-
I. L a t h y r u s a n n u u s A m e r ic a n u s f lo r r coe-
RULEO-, o f een-jarige Americaanfche Lathyrus met een
fchoone blauwe Bloem. II. F l o r é a l b o , o f met een
witte Bloem. III. F l o r e r u b r o , o f met een roode
Bloem. I V . H i s p a n ic u s f l o r e l u t e o , o f Spaan-
fche Lathyrus met een geele Bloem. V. M in o r L u -
s iTANi c u s , o f kleynePortugalfche Lathyrus. VI. C o r -
d a t u ^ L u s i t a n ic ü s , o f Portugalfihe Lathyrus met
Zaad na de gelijkenis van een Hert; o o k we l g enoemd
P is u m c o r d a t u m , o f Hert gelijkende Erwete. VII.
J a p o n e n s is f l o r e p u r p u r e o m a jo r e ,• o f Lathyrus
uyt Japan met een groote fchoone purpure Bloem.
VIII. H um 11.is su b t è r r a n e u s , o f kleyne en luge
Lathyrus, hebbende zijn Bloem en Zaad z.00 wel on- ’.Cs- der in de aarde, als daar boven', o o k van F a b iu s C o-
h'ctm LUMNA, genoemd A r a c h y d n a s u b t e r r a n e a . IX.
\fiirf.cap. P eren n i s l a t i f o l iu s , o f altijd-blijvendc Lathyrus
N31. met breede Bladeren. X . L a t h y r u s p e r e n n i s a n g
u s t i f o l iu s , o f altijd-blijvende Lathyrus met fmalle
Bladeren. Niet alle zijn ze van de z elv e Bouwing en
M'aarneeming.
I Grond." Echter beminnen ze al te zamen een goede, gemee-
ne, zandige aarde,, matig met twee-jarige Paerdemifl ■
voorzien : een wel ter Zon geleegene.plaats, en mati- j
ge vochtigheyd: geeven teègens de Winter volkomen
Ijanwm. Zaad, en vergaan dan van zelfs. Worden derhalven
s‘ in ieder Voorjaar , met een waffende Aprilfche Maan, !
weer op nieuws, een ftroobreedte diep , gezayd; en
dus eeuwigdurend gemaak.
M M Het L a t h y r u s p e r e n n i s l a t i f o l iu s , ofaltijd-
II tliyrusmet^uren<^e Lathyrus met breede Bladeren, veele beziens- I hcede en ^ ^ rdige bij malkander gevoegde Bloemen van een aan- Jl^maHegename verwe voortbrengende, en het P e r e n n is a n - «en. GUSTIFOLIUS, of altijd-blijvende Lathyrus met fmalle
Bladeren, vergaan uyt eygener aart niet haaft, maar
blijven dikmaal meer dan vijftien jaren lang in *tleeven.
Konnen veele vochtigheyd , en , buyten flaande, dé
ftrenge koude der Winter verdragen. Geeven, bij goede
Zomers, jaarlijks volkomen rijp Zaad: ’t welk met
-èen \y'affende Maan van April in de aarde gelegt zijnde,
eerft in ’t vierde jaar daar na de eerfte Bloemen te voor-
fchijn brengt. Alleen door dit middel kan men ze aan-
ivinnen en yermeenigvuldigen. .
K R A C H T E N .
I \ E Vruchten van Lathyrus in Water gezoden,
en met Melk gegeeten, maken wel grof Bloed-,
d<jch voeden echter het Ligchaam meer als Boonen, -
Vermogen voorts alles, ’t geen van de E rw e t e n en
B oon en is gezegt.
STEKE CCXCI RN H O -O UL F EYE D S T DV.U K ER-. ■ Lleen met deezen naam in het Needer- Namen.
landfeh bekend , word in het Latijn
geheeten L ic h e n , of H e p a t i c a :
KRAut , ook Brunnen-leberkraut:
in ’t'Franjch H epatiqjje : in 't Ita.
liaanfeh E patica, Figatella.
tenH bieékr evnadn gzeijwno mrdiej nin n haamreenn taliajrkt : twee bijzond' ere foor' - fToworetee n;
I. L i c h e n majus^ o f groot Stecn-Leéverkrujd. II.
1ze-l cvaasn.t et.eMvemn vdse., ozfeklvleey nSteen-Leeverkruyd. Beydezijn Bouwing en fVaarnecming.
de,Zgirj obnedm, ingneelcnc,g euny tin e yegeenn edco.anakretr, e eeenn gveamn eneanteu uhraern-G rond,
vociitige plaats. Blijven gemeenelijk twee, of ook
wel drie jaren lang in 't leeven , doch zeldén langer,
Verdragen Sneeuw, fterke Vorjl, én allerley andere on-
. geleegentheeden der Winter, zonder eenige fchade.
Géeven ook volkomen rijp Z a a d , ’t welk weynig Aanwin-
word gewonnen , vermits het gemeenelijk geheel uyt- ning.
valt; doch het komt ter plaats daar de Planten liaan ,
genoeg van zelfs op. Konnen ook alleenlijk hier door
vermeenigvuidigd worden.
K R A C H T E N .
SVeen-Leeverkruyd, of Lichen, is verkoelende en Bod. 1. 1 f.
verdrogende in den eerften graad; daarbeneevens c- l ï ‘ een weynig .te zamentrekkende van aart.
In Wijn of Bier gezoden, en daar van ’s morgens Diofi. /.*
nuchteren gedronken , is goed voor de Bloedgang , of c-Sb
roode Loop : opend een verft op te, en verkoeld de ver- LuftMn'
hittede Leever; desgelijks het ontftokene Bloed. Neemt ‘g' enarr‘
wech alle hitzjgheyd en vloeying , zoo van de Tong als Plin. 1. 16. van de Mond. Is dienftig teegens de Geelzucht, ver- M»
ooraaakt uyt een heete Leever : ook teegens allerley
hitz-ige Koortz,cn, welke haren oorfprong uyt de Gal neemen.
Gefloten, dan gelegt op het wild Vuur, of penige Galen, lihi anderè ruydigheyd, hitz,ige en bloedige Wonden, meer simp.Med.
andere ontfteekende Zweeren, defgelijks op de' fproete- f ac’ 7‘
len en vlekken der Huyd , geneezen en verdrijven de
zelve. GCXCII H O O F D S T U K . DAMASTBLOEM.
Eedcl en van ieder zeer begeerd Verfcfiey-
I j y Gewas ; word in het Neederlandfch de name°J
niet alleen' dus, maar ook van zom- fpr^n°J~
mige J u f f r o uw e n - v io l ie r geperfoonen
deeze Damaftblocm gebruyken, om daar
meê de Moeder te zuyveren ; en om zich te bewaren
voor de ejuade Lucht. Hierom ook in het Latijn
geheeten V i o l a Matronalis; dan noch V io l a D a -
m a s c e n a ; en v in zommige H e s p e r is . In ’t Hootr-
duytfch W in t e r - v to len : in hexFranfch V io l e t t e *
d e D am e s ; of ook G ir of f le s d e D a m e s : in ’t Ifa-
liaanfch V io l a M a t r o n a l e .
Hier