
 
        
         
		44* P a lm a r ia .  B r a z il ië   - P e e p e r .  H ertsg espa n . 44<J 
 medium  Herea,  o f  Efimediumkrujd,  met zeer on-<  
 oeliik-  houdende  van  binnen  eenige  weynige ,  zeer  
 lleyne  Knipjetts,  gelijk  men  ook  m  andere  Bloeden 
 Z1Ci j s 2e  éenige  weynige  dagen  hebben  open-geftaan 
 haar  zelven,  en  vallen op  de aarde  neer : 
 seea  volkomen rijp  'Zaad nalatende,  anders als  bij  zeer  
 ■   heete  Zomers,  in  onze  koude  ATeederlandfihe  Gewe-  I  in_  ^en_  Doch  deeze  Plant  kan niet  alleen  aangewonnen  
 f c f   worden door dit X W .  maar ook door de bij  de Wortel  
 B   uytfchietende jonge Scheuten: welke men, als ze V■ ez.el-  
 Jorteleh hebben bekomen,  met een waffende’Maan van,  
 J fr il  verplant  in  een  Pot ,  gevuld met de boveir genoemde  
 aarde. 
 k r a c h t e n . 
 DE   Bladeren  en  Wortelen  deezer Plant,  ook het.  
 uyteeparfttè Zap der.jzelve,  worden,  met^zbn-  
 der  voordeel,  gedaan bij  de dingen,  welke be-  
 ■ jrrelcn.  j   worden  om  te  zuyveren  ;  daar  van  eén  Z a lf  o f   
 F laaf er gemaakt.  Wantze neemt wec'tiioSchurfiheyd,  
 en  zuyverd  het  Vel  van  allerley  vlekffn  en onreynig-  
 heyd.  Eeven  het  zelve  vermag'ook  het .uytgeparftte  
 Zap ie t Bladeren voor  zich  zelven  alleen';  vermengd  
 |  met  een  weynig  Edik  en  Spaanfche  Wijn  ;  een  uur  
 lang  gekookt;  dan  het  vel  daar  meê  ’s  morgens  en  
 ’s avonds  gewreeven.  . 
 C X X I  H O O F D S T U K . 
 BRAZILIE-PEEPER. 
 ftUs  in  het  Neederlandfch  ,  maar  in ’t  
 I  Latijn  genoemd  Capsicum  Brasi-  
 J   LiANUM  ,  Capsicum  Indicum  ,  of  
 Piper  Brasilianum*.  in  het  Hoog* 
 1  duytfch  Indianischer  Pfeffer  :  .in  
 :  het  Franfch  G uinee »  o f   ook P oju-  
 re  dTnde;  en in \   Italiaanfch  C apsico  InDiano,  
 of Pepe  di  Brasilia. 
 Recle ver-  Hier  van  zijn  mij  in haren  aart bekend veele  veran-  
 Rderlijke  derlijke foorten,  te weeten: 
 Bonen.  j   Capsicum  Brasilianum  fructu  rotundo, 
 '  of  Braztiliaanjche,  anders  Indiaanfche  Peeper met  een  
 ronde  Vrucht»  I I.  Fructu  oblongo  ,  o f  met  een  
 lange  Vrucht.  II I .  Fructu  longotriangularï,  
 ■ I  of met  een  drie-hoekige  lange  Vrucht»  IV .  Fructu  
 cordato  ,  o f   met  een  Hert gelijkende  Vrucht.  V .  
 Fructu  cornuto,  o f  met een Vrucht  als  een Hoorn,  
 en  diergelijke  zeer  veel  andere.  O o k   C apsicum  
 frutëscens  fructu  CERASiNO  , .   ' o f   Boomachtige  
 Peeper,  met  Vruchten  als  'Karjfen ;.  anders  geheeten  
 Amomum  Plinii ,  o f  Amomum van Plinita.  A l  te  
 Samen  zijn ze  van  de  zelve Bomving en Waarneeming ,  
 behalvën  alleen de  laatft-genoemde  foort. 
 B^atvoor  ^  Zij beminnen  een goede  ,  zandige aarde,  met  twee-  
 B-Hb^^i^igePaardemift,  en een weynig een-jarigeHoenderdrek  
 Ken.  m  «oormengd  :  een  opene  ,  luchtige  plaats,  voor  alle  
 koude  Winden  befchut  ,  en  matige  vochtigheyd  ;  
 vermits ze  door  een  weynig  te veel  eeven  zoo  lichte—  
 lijk  verderven,  als ze* door  groote  hitte dies  te bequa-  
 ■   mer  groeyen. 
 f ° e amg  Teegens  de  Winter  verfterven ze.  Moeten  derhal-  
 B   ven ieder jaar,als m tn'tZaaduyt warmer Landen  heeft 
 ontfangen ,  op  de  volgende  wijze de aarde aanbevolen 
 Bnenha  Wor^en*  H 
 Keien  ,  Neem  een  o f  meer  Potten,  na  de verfcheydenheyd  
 K°ct on-  ^er Zaden.  Vu l de  zelve met  de  hier boven  befchree-  
 EaCadhet  Vene.grondJ  en  leg’er uw Z a a d ,  hol en  luchtig,  bo-  
 Kvanner^Ven  ln *  n^et  dieper  dan  een  ftroobreedte,  met  een  
 ■ Landen  Maffende  Maan  van  April.  Graaf  dan  een  kuyl  in  
 I   'komen,  de  aarde,  ter  diepte  van  een Knie.  Vervul de zelve 
 met  varflche  warme  Paardemift,  en  zet  de  P o t ,  tot  
 aan  de  bovenfte rand  toe >  daar in ,  op  zulk  een  plaats»  
 dat de  Zonneftralen  onverhinderd  daar op-lpeelen  mogen. 
   Als  nu  na'  tien  o f   twaalf  dagen  de  Mift  hare  
 warmte heeft verloren,  moet men  de Pot daar uyt nee-  
 men  ,  defgelijks  de  M i f t ,  en weer varflche in  de kuyl  
 doen  ;  ook  de  Pot  op  nieuws  daar  in  zetten.  Dus  
 handelende,  zal  het  Zaad  veel.  eerder  te  voorfchijn  
 komen  \  en  'een  volkomene  fclioone  Vrucht  gce-  
 ven;  doch  noyt  eenig rijp Zaad  in  deeze  koude Ge*  
 weften. 
 Het  Capsicüm  arbörescens  Jive  frutescens  Boomach-  
 fructu cerasino y o f  Boomachtige Peeper met  Vruch-  t,ge Pec"  
 ten  als  KarJfeU y  is  veel  harder  van  aart»  en  fterker vruchlen  
 om  ongemakken  te konnen nytftaan.  Bemind  een  ge- als  ICarf-  
 meené,  goede,  zandige ,  o f   ook  andere,  doch  met f?||  
 oude  Paarde- en  Koeyemift wel-voorziene grond  :  een  
 zeer  warme  plaats,  en  veel  Water.  Geeft  ieder Zo*  
 mer kleyne wit-  en vijf-gebladerde .Bloemen,  inwendig  
 voorzien met  eenige  roode  Nopjens.  De geheele Zomer  
 door  tot  in  At-Wint er  toe  worden  ze  gedurig  
 weer vernieuwd.  In  de Herffi,  o f  Winter,  ziet men-  
 ronde  Vruchten,  zich  vergelijkende  met  een  Kars;  
 eerft blinkend*groen $  daar na met  een aangenaam-geele»  
 en  éyndelijk  mét  'een  bevallijke  fchoon-roode  verwe  
 vercierd.  Het  meefte  van  de  Winter,  ja  de  geheele Aantncr-  
 Winter  door,,  blijven ze  ( ’t  welk  een  zeer  lüftige  én kelijkheyd  
 'aardige  aanfehouwing  veroorzaakt)  hangen-aan  hare  dezelve.  -   
 Takjens,  d ie ,  gedurende  het  eerfte  en  tweede  jaar,  
 gantfeh  groen,  maar,  ouder  wordende  ,  bruyn-ver-  
 wig  zijn.  . Want  dit  Boomachtig  Peeper-Gewas draagd  
 (eeven gelijk de Oranjehoomen)   te eener tijd niet alleefi  
 Bloemen,  maar  ook  groene»  geele >  roode,  o f   gantfeh  
 rijpe Vruchten  ;  fn welke  laatfte volkomen Zaad wórd  
 gevonden,  geel-verwig,  rond, ■ en  plat. 
 -  Alhoewel  deeze  foort  harder  van. aart  is * als  eenige Hoe men  
 der  a n d e r e z o o   kanze echter  gantfchlijk  niet verdra-  
 gen  de  ftrenge  koude  der  Winter.  Moet  derhalven,  
 in  een  P o t ,  ö f   houte  Bak,  gezet zijnde,  in  het  be-  ien.  
 gin  van  Oüohei'  binnêns  huys  gebragt,  voor de Vorji  
 wel  gewagt»  en  tot verfcheydene malen mét een weynig  
 lauw-gemaakt  Reegén-water v&n  onder  voorzien  ,  
 o f   van boven begoten worden  5  vermits ie   veele  Wortelen  
 maakt  (wit-v erw ig;  in  deeze  Landen  uyt  ey-  
 geher  aart  v ie r,  ook  vijf  voeten  hoog,  Smivels-wij-  
 z e ,  met  veele Takken uytfchietende )  en  daar door ook  
 al  hare  Bladeren  behoud  :  die anders  lichtelijk  inkrim*  
 pen  ën  afvallen  zouden.  Eevenwel  ,  als  men  haar  
 ontrent  half April,  met  een aangename Reegeh,  weer  
 buyten  heeft  gefteld,  blijven ze  niet  langer  aan  hare  
 Takken,  maar  vallen  neer:  doch  dan  ziet  men  weer  
 nieuwe  in der  zelver plaats voortkomen. 
 Deeze  Bladeren  zijn  nauwlijks  een  kleyne  vinger Geftaalte  
 lang;  niét  wel  de  zelve  vinger-breed.  .  bpmyten  uyt  rcn>  
 op  beyde  de  zijden der  Steel,  boven  ,  maar niet regt  
 teegens over malkander.  In  het midden  zijn ze breedft;  
 voor  fpitsachtig  eyndigendë;  dun  van  fubftantie;  aangenaam  
 donker-groen  van  verwe  ,  zomtijds met  eèni-  
 ge  bleekheyd vermengd.  De randen  zijn  oneffen»  een  
 weynig  ü yt  en  in  ,  hoog  en  laag  gaande,  inwendig  
 voorzien met 'een  regt-doorgaande ,  bleeke,  groote A*  
 der,  u yt  welke kleynë yoortvlöeyen.  . 
 Zij  word  in . deeze  Landen  aangeivonnen  ,  eerft  
 door  haar  Zaad;  het  welk  met  een  waflendé  Maan  
 van  April  niet  diep,  hol  en  luchtig,  de  aarde  aanbevolen  
 .moet  zijn.  Ten  anderen  ,  door  hare  bij  de. 
 Wortel  uytgëfchotene  jonge  Lpoten  ,  die  van  zich  
 zelfs genoeg  Wortelen  vatten.  Op  de gènoemde  tijd,  
 en  met  de  gemeldde  Maan,  moet  men  ze  van  de 
 oude  afneemen  en  verplant  
 1 minften  twee o f  drie 
 jaren  oud  zijnde. 
 K R A C H -