punt; zoratijds hier en daar een weynig befronft ; bleek- ;
groen van verwe; met een witte wolltgheyd omvangen,
_ aan de randen effen en liegt j in ’t midden met een ee-
nige regt-doorgaande zichtbare u4der, o f Rugge, x ver-
cierd; zacht van aart; van geen bijzondere fmaak, doch
een weynig te zamentrekkende.
Bloemen j TufTchen de zelve; in ’t opperfte der Steden, groeyen
welke af- veele wit-groene, ronde , teedere , en tros-wijze bij
worden-' malkander gevoegde andere kleyner St eelt jens \ op welde,
eenige ke te voorfchijn komen kleyne, ronde, fchoon-rood-
jaren lang yerwige, en als uyt veele zeer kleyne Bladertjens gelijk
goed blij- blinkende Schubbetjens beftaande Knop jens, de ‘Bloemen
verbeeldende; welke met’er tijd hare roodheyd verliezen
; zich bleek-geel vertonen, en dan uyt haar midden
veele kleyne, goud-geele, dradige, e n d ig tte z a -
men-gevoegde Knopjens bekomen ; welke naderhand
in haar zelven vergaan, zonder in deeze Geweften eenig
goed Zaad na te laten. Doch bij tijds afgepluktwor*
dende,. konnen ze eenigè jaren lang goed blijven, en
hare verwe behouden.
Aanwin- Word eevenwei genoegzaam aangewonnen en vermee-
n*ng- nigvuldigd door de teedere jonge Scheut jens , uyt de
Wortel voortkomende; welke men met een waffende
Maan van jipril afneemt, en in een zeer zandige aarde
verplant. Welke jonge Scheut jens , .zoo wel uyt de
Wortel als uyt de oude Steden, drie o f vief vingeren
breed hoog boven de aarde voortgebragt wordende, haar
onder rood vertonen.
Kleyn Het G na phal ium A mericanum minus an gu-
imal-ge- STIFOLIUM FLORE LUTEO , o f kjeyn fmal-geb laderd
Gnapha Gnaphalium uyt .America met een 'geele Bloem, is het
liumuyt vorige in alles gelijk , uytgezonderd de verwe der Bloe-
America men. Kan o ok, in een geheele zandige aarde geplant
meteen zijnde, zoo wel int ersbuyizn in alle Reegen en Korft,
Bloem. *hB een Pot bingens huys, droog gehouden wordende,
overblijven: doch beyde, in een andere vette grond
gezet» vergaan lichtelijk in de Winter.
Gnapha- Het G naphalium R o seum , o f Gnaphalium met
Bloemtjens alseen Roos, blijft nietlanger dan eenz Zo- i
als écn mer *n heven, geeft in den Herjft rijp Zaad, eri ver-
Roos. derft dan. Moet derhalven op nieuws, met een waffende
Maan in Maert., niet diep weer in de aarde
gezayd zijn. Zomtijds komen ze ook wel uyt het
neergevallene Zaad van zelfs overvloedig, genoeg op.....
K R A C H T E N .
Aart.' A Lle foorten van Gnaphalium zijn matig verdro-
gende en te zamentrekkende van aart.
Hiofc. l.3. Het Kruyd in roode Wijn gezoden, en daar
1 .132. van ieder morgen nuchteren een Roemertje gedronken,
Dodon&tts. ftopt allerley Buyk•- en roode Loop. 1 Op vuyle en vochtige
z^eeren gelegt, geneeft de zelve*
• C C X L V H O O F D S T U K .
KOTT OENKRUYD.
Namen. ^& ^ ^ hf|/k^N d ers ook in het Neederlandfch ge-
heeten B oomwollf.kruyd , word
in het Latijn genoemd G o ssipium
herba, B ombax, enCoTUM: in ’t
Hoogduytfch B aumw.o l l : in het
.3 > Franfch C o tton: in het Italiaanfch
B aMBAGIA, o f ook CÖTONE.
Wat voor Deeze Plant , bemind een goede , gemeene grond,
een grond beftaande uyt twee deelen Mol der van binnen verdor-
deeze vene Boomen, een deel grof Zand , twee deelen goe-
mfnd e" aarde> niet fchimmelig riekende; en een deel tweejarige
Paerdemift, kleyn-gewreeven, en wel door een
gemengd: een luchtige, vrije, warme, welgeleegene
plaats, voor-alle koude Oofte- en Noordenwinden genoeg
befchut; en zeer weynig Water, altijd in de Zon lauwgemaakt.
Waft dikmaal in eene Zomer meer dan een
geheele Maatvoet hoog op. Is boven maten teeder Is hierop
van aart. Kan de Lucht deezer Landen in koude da->s. Wintel
gen gantfehelijk piet verdragen; waar door ze de Win- ni?tover
ter piet over te behouden.is , Wat moeyte men _ook °udcn*
daar toe aanwend, maar vergaat in den aanvang der
zelve. -
Als men het Zaad uyt warme Geweften heeft ont- Aanwin.
fangen,- legt men het in een;glas op een weynig Paerde- Ring.
mift. ..Dan giet men’er Reegég water op (waar in vierentwintig
uüren hng een weynig Salpeeter heeft gelee-
gen ) zoo veel, dat men ’t Zaad daar onder eeven bedekt
ziet. Voorts zet mén het iir de Zon, tot dat het
gezwollen is. Daar na fteekt mem’t in de gemeldde
aarde, gedaan, in een P o t , niét boven een, ftroo-
breedte diep. Dus gehandeld; zal het fpóedig voortkomen.
K R A C H T E N .
DE wolligheyd van het Kottoenkruyd, ook van de Aart, en
Kot toenboom, o f G ojjipium, is warm en droog gebruyk.
van aart. | De zelve gebrand, en de afch op de
Wonden gelegt, doed het bloeden ophouden.
Kottoen gedaan op een kool vuur, en den rook daar Cmtdx
van in de Neus opgehaald,’ verdrijft de opftijging van f,l8‘
de Adoeder.
Het Zaad, verwarmende en verzachtende van aart, Lufit. /.?.
gefloten, en een-of tweé Drachmen daar van t’elkensenm-Iö-
met Wijn ingenomen, geneeft alle koude gebreeken der
JSorft, en de Hoeft.- Verbeeterd de Kortademheyd. Ver- Dumt.
meerderd het Z a ad , en verwekt luft tot Bijflapen. Is p r
derhalven ook dienftig voor een oud Man, die een } o n - '6u
ge Vrouwsperfbon ten Echtgenoot heeft genomen.
De O ly u yt dit Zaad geparft verdrijft alle vlekken Matth.li
en. Zomerfproetelen van het V e l, daar op geftreeken. J* ^
C C X L V I H O O F D S T U K.
GRAS van PARNASSUS;
en meer andere diergelijke
Soorten.
■ ras van ; Parnassus , een aardig en Nameu;
kleyn Gewas , dus in ’ t Neederlandfch
ten G ramen Parnassi , ook G ra-
men H ederaceum : in hét Hoogduytfch
L eberblumlein : in 't Italiaanfch
G ramigna d i Parnaso. -
Hier van zijn mij in haren, aart -békend twee bijzon- Twee bij-
-dere foorten; als: . - , • t -'<■ * nv zonSere,
I. G ramen Parnassi flore pleno , o f Gras
van Parnajfus met een dubbele Bloem. II. Flore an(fere
.siMPLici ,.,o f met een enkele Bloem. Beyde zijn ze van Grasdoor*
.de zelve Bouwing en Waarneeming. Maar dan • nochten>
zijn’er .andere diergelijke foorten van G ras, van welke
wij vervolgens ook eenig gewag zullen maken.
Zij beminnen uyt eygener aart een goede zeer zan- Grond*
dige aarde,. met een weynig twee-jarige Paerdemift
doormengt, en tamelijk veel Water: een warme, vrije,
welgeleegene plaats. Zijn lang-leevende van naturen.
Verdragen fterke Fbrft, en allerley andere ongeleegent-
-heeden der Winter. Bloeyen ieder jaar aardig. Geeven ]^ mC
rijp Zaad in goede drooge Zomers; doch die met
dubbele Bloemen 2elden, o f noyt. Worden pok beyde
aangewonnen en vermeenigvuldigd door hare aan- Aanv'in
gegroeyde jonge Wortelen; welke men met een waf-nin^
fende Maan in Z pr il van dé' oude afneemt, en verplant.
Dan ook door Z a a d ; *t welk met een waffende
Maan van September de aarde eens Pots, niet diep;
bevolen