
 
        
         
		n   B esCHRYVING  VAN  DE 
 een lang voor dé hitte  der  Zon bedekt ge weeft, welke,  
 door ’ t  Zuygen,  o f  Inleggen  ,  gevat hebbende  ,  met  
 •  de  volle Maan van Augujlus ,  o f  September ,  moeten  
 afgefneeden, en de T ak met Wafch weer gedekt worden.  
 Andere  Men  fnijd  ook  wel de Boft van een T ak  ,  die men  
 wijze van  inleggen  ,  rondom,  een  vingerbreedte,  ganticü  
 aanteel ing  jJS  echter in zulk er voegen  ,  dat  men  op  eene  plaats  
 een halve  ftrpp der zelve aan’thout laat;  dus legt men  
 ze  in de voor  gemelde P o t ,  en men  houd ze  gedurig  
 vochtig  :  waar door  dan  de  Natuur  een  tijd  lang  in  
 ftaat  blijvende,  zich  zoekt te  redden,, en dikmaal onder  
 aan  de gebleevene baft des bovenften deels Wortelen  
 uytfchiet;  welke  ,  een  volkomen vóedzel  geketende  
 ,  een  nieuwen Boom maken,  
 dcezer  O p zulk een wijs kan men niet  alleen  deeze ,  maar  
 Boomen  ook  andere  Boomen  ,  o f  Struvellen  ,  die  hard  hout  
 door  tak-  hebben,en noch door afgefneedene,  noch  (op de ma-  
 keD*  nier  der Angelteren  )  ten  halven  ingefneedene  takken  
 wortelen willen krijgen,  zonder moeyte aanteelen. 
 S E P T E M B E R . 
 Waamee-  /  Jn  ’t laatfte deezer  Maand  brengd men  alle de Boo-  
 mmg in  men weer  binuens  h u y s ,  op  een zeer luchtige plaats,  
 September.  daarze met hare Takken en Bladeren nergens tegens aan  
 können  raken.  D it moet  gefchieden  met  fchoon  en  
 droog weer.  Want als men ze nat  inbragt,  zouden  de  
 Vruchten  en Bladeren afvallen.  Men haaldze ook wel  
 half September in ,  na gelegenheyddes  tijds;  wijl ze in  
 deeze  dagen  gantfeh  geen  koude  reegens  verdragen  
 können. 
 O   C   T   O   B  E   R . 
 Waamee-  In  deeze  tijd  moeten  al  de  venfterèn  dag  en  nagt  
 ming  ia  Gpen blijven, ’ t en ware een  fterke Noorden-of Ooften-  
 otioèer.  wayde  ,  o f  dat het begon  te  vriezen.  Indien.’t 
 ook de tijd quam te  vereyffchen,  moet men ze met  t  
 voorheenen  gedagte Tab aks-wat er,  o f  veel bequamer,  
 met het  hier boven  befchreeveneWater,  waar inDuy-  
 ven-tn Schapenmiß in  de-Zon te weyken heeft geftaan,  
 en waar bij  een weynig  Zalpeeierywater  gekomen  is ,  
 begieten.  Door  dit  voedzaam nat  zullen ze veel beeter  
 groeyen. 
 N O V E M B E R . 
 Waamee-  In deeze  maand  moeten  de  venfteren  dag  en  nagt  
 ming inde gefloten  gehouden  ,  ook  niet weer  geopend  werden,  
 maand  ware bij  dag,  met ftil zeer fchoon weer,  en dat  de 
 November.  Zon  daar  in  kon  fchijnen  :  anders  geenziris.  Men  
 geefze  ook  in deeze dagen  noch  eens  te  deegen lauw  
 i  recgen water,  maar  dan  niet  meer,  vooi  in  t  laatfte 
 van  Februarius  ,  o f ’t moeft  zeer nodig zijn  :  inzon-  
 derheyd zoo  deeze Bopmen ftaan  op  een  plaats,  daar,  
 weegens  de  flapheyd des Winters,  weynig o f  niet ge-  
 vuurt werd;  o ok,  wegens de geringe vorft  ,  niet no-  
 diCT is vuur te maken.  Maar indien’er veel in geftookt  
 werd,  zoo mogen ze ook wel in  Januarius ’t genoemde  
 Water genieten;  anders  zouden ze hare Wortelen en  
 Vruchten laten vallen.  _  i 
 Ontrent  de  helft  deezer Maand  begind  men,  om  
 den anderen dag ,  een kleyn vuurtje  in  den  Oven van  
 'dit Ruym te  ftoken ,  tot  den  eerften December toe:  
 doch als ’t kouder werd,  ieder dag. 
 D E   C   E   M   B  E   R ,   en 
 J A N U A R I U S . 
 Waamee-  In  deeze  Maanden  moet  men  daaglijks  vuur  fto-  
 ming in de hen,  en  als  ’t fterk begind te vriezen  ,  tweemaal ieder  
 Maanden  4 ^   *s morgens,  en teegens den avond  :  ook de venfteren  
 met  Heyde  en  Stroo  wel  digt  toe maken,  op  
 dat de vorft niet binnens  huys mögt doordringen.  Indien  
 ’t  zeer fel quam te vriezen,  zoo moet men ’s morgens  
 ontrent te zeeven, ’s middags ten  een, en )s avonds  
 ten  zes o f  zeeven uuren weer  een  vuur ftoken,  op dat  
 het in  't Vertrek den geheelen nagt over warm  ,  en de  
 vorft daar buyten geweerd bleeve. 
 B oomen,  I  B oek,  ti 
 Indien  't gebeurde,  dat het in deeze Maanden wey- Dicmhr  
 nig o f  niet  fnet  allen vroo r,  zoo  is  ’t g e n o e g om  den  
 anderen  dag  vuur  te  maken:  want  veel  warmte,  o f   
 groote hitte  ,  is voor deeze Boomen niet  goed,  wanneer  
 ’ t  de  tijd  niet  komt  te  vereyffchen ,  en derhal-  
 ven noodwendig moet gefchieden. 
 F E B R U A R I U S . 
 Indien in deeze Maand de felfte koude voorbij  is, zoo Waarne*:  
 behoefd  men  niet  meer  als  eenmaal  ’s daags,  o f  om  
 den  tweeden  d a g ,  vyer  te  ftoken  ,  tot  den  laatften r-Mi%  
 deezer ,5  o f  ten langften tot den tienden,  twaalfden, 
 <Sf vijftienden  Maert  ,  na  tijds  gelegenheyd:  ook  
 geeft  men  de  Boomen  weer  tamelijk  veel  lauw-ge-  
 maakt  Reegenwater  :  komt’er  een  zeer  goeden  dag,  
 zoo mag men de venfteren  ,  zoo  lang de Zon fchijnd,  
 wel open  zetten  ,  óp dat  de lucht een weynig door de  
 Kamer fpeele. 
 A l deeze  foorten  van Boomen, op de voorgefchree-  
 vene  wijs gecultiveerd,  waargenoomen en  gequeekt,  ge|ct  x--  •  
 brengen  in  deeze  koude Landen  groote  ,  fchoone  en  de,  
 volkomeneVruchten voort;  doch van binnen niet  zoo  
 vol  van  een  verkoelend  aangenaam  v o c h t ,  als  de  
 geene hebben, welke uyt Spaanje herwaarts werden ge-  
 bragt.  Evenwel  heb  ik  in de jaren  16 6 9 , i 6 y o ,  en  
 1 6 7 1 ,  vermits de goede  en warme Zomers in  dien tijd,  geven  dee-  
 in mijnen H o f  hier binnen  Groeningen  deeze Vruchten ^ d°°^en  
 zoo groot en vol  zap gehad, dat ze voor (fie uyt Spaanse  Landen  
 niet alleen niet in  ’t minfte behoefden  te wijken  ,  maar groote,  
 ook dezelve in lieflijkheyd van fmaak , tot verwondering  
 van veele ,  te boven gingen ;  vermits de  Citroenen op  ne  
 Oranje-ftammen geoculeerd,  gezogen en geënt waren.  ten.  
 Inzonderheyd zal de vrucht  fchoon  en groot  zijn  ,  als  
 de Boom  in  ’t begin  van May.,  o f  ’t  laatfte  van  J u -   
 lius,  met  een  afheemende Maan op een gekopte Stam, 
 (in  deeze Landen  voortgekoomen van  Zaad,  met een  
 afgaande Maan  der Maymaand  in  een Pot  gezayd ge-  
 weeft)  is geoculeerd,  geënt,  o f  gezoogen geworden:  
 want  dan  werden  deeze  Boomen  van  jongs  a f  onze  
 lucht  gewoon  :  Komen  derhalven  tot  meerder  vol-  
 maaktheyd,  als die uyt de heete  Geweften  herwaarts  
 zijn  gebragt;  welke  door  d’ongemeene  koude,  en  
 verandering  der lu ch t,  in haren  aart zeer gekrenkt en  
 verminderd werden. 
 Eyndelijk zal den Leezer gelieven te weeten,dat dit  
 flag  van  Boomen  (gelijk ook wel andere),  bij  zpm-  de  
 mige geleegentheeden  flauw  o f  treurig werd:  wanneer heyd en  
 men dit bemerkt,  zal men voor haar zetten  een potje  treurig*,  
 met melk  ,  en met  ’t eene eynd  daar  in  laten  hangen  en yjgj 
 een  reep  van  een  wolle  lap ,  twee  o f   drie  vingeren  anderer  
 breed,  welke met’tander eynd bij  de ftam des Booms Boomen.  
 neerdaald:  zoo  zal de melk  zagtjens  daar uyt druypen,  
 en na de wortel trekken:  waar door de Boom in weynig  
 tijds  weer  frifch  en wel te pas  zal werden.  Dit is  
 de gemelde Boomen  zoo goed en aangenaam ,  dat z e ,  
 al  waren ze  fchoon ha lfdood,  binnen weynige dagen,  
 alleen  door  een  mengelen Melk,  tot  hare vorige  kracht  
 en  gezondheyd geraken  ,  hare  trèurige  bladeren  weer  
 oprechten,  en  voorfpoedig groeyen zullen. 
 K R A C H T E N . 
 DE vruchten  deezer  Boomen  zijn Jn  oude  en  rheophr:  
 voorgaande tijden weynig gebruykt.  Wierden Kift- P l  
 alleen om  haar lieflijke,aangenaam-verffiffehen-  
 de,en  zeer geurige  reukftK,waard,  en in  de hand gedia-  Hijl.Ub.u.  
 gen  ;  gelijk noch  heeden  van zeer vêele werd gedaan.'c. 3. 
 Doch  zeederd men  hare  krachtige deugden heeft uyt-  
 gevonden  en  beproefd,  zijn  ze  in  groote achting  en  ^  
 waarde geweeft. 
 W a n t ,  vóór eerft  ,  de  Bladeren  (van  een verdro- Wandluy-  
 gende  en  afvagende  aart  zijnde)  in  oly  gek oo kt,  en ||p|  , 
 daar mee de bedfteeden over al beftreeken  ,  verdrijven  c u'*‘  ‘ l l *  
 de WandluyzjCn.  -  " 
 ï3  O ranje-  ,  L imoen- 
 Uert-  De  Bloemen van  Citroen-  en Limoen-boomen worden  ;  
 fterking.  gemèenlijlc gecohfijt,  o f  men  trekt’ë r,  dóór de Diftil-  
 leer-konft,  een  welriekend Water u y t :  ’t Een en’t ander  
 is  bequaam  ,  om  *t Hert te verquikken  en te  ver-  
 fterkken. 
 Maag-  U y t  de  Vruchten  ,  ’t  zij  geheel o f  dqorgefneeden  ,  
 fterking-  werd  een  Water gediftilleert,  't w e lk ,  vermengd met  
 een  weynig Zuyker',  zeer diènftig' is  in  kittige  Koortsen 
 ,  en om  dë Maag,te fterken  :  Want alle  galachtige  
 en  flijmerige Vochten drijft net wech  ,  zoo  uyt  de  
 Maag als uyt  de Darmen. 
 Vergif-  De  geheele  Vrucht  gekookt  in  Roosewater,  waar  
 PëR-bc-  bij  wat  Zuyker  is  gedaan  ,  tot dat’er  een dik o f  brij—  
 jheopmp.  ac“ r%  zaP  van  geworden  i s ,  en  daar  Van ieder mor-  
 cbJsliè.  gen  een  o f  twee leepelen  vol  nuchteren gebruykt,  be-  
 Hijl. 38.  waard  de  Menfch. voor allerley Vergif,  en in  tijd van  
 Fefi voor befmetting  :  Verwarmd en  fterkt de Maag;  
 cn doet de Spijs verte er en. 
 Scor-  Rauw tot Daalders gefneeden  ,  daar op wat Zuyker 
 pioen-,  geftroyd,  en  dus gegeeten  ,  heeft  niet  alleen  dezelve  
 Slangen-  kracht,  van de Menfch  te bewaren voor alle Vergif jen  
 beeten,8tc. quade Lucht,  maar is ook zeer diènftig  teegens beeten  
 ML   van  Scorpioenen ,  o f  ’t  fteeken  der  Adderen  en  Slan-  
 Uatthdyi.gen.  jndien iemand  alreeds eenig Vergif had in  ’ t L i jf   
 gekreegen  ,  ’t  zal  de  kracht  daar  van  verminderen,  
 Wechneemeu,  en dien menfch,  zonder leevëns-gevaar,  
 in welftand  herftellen  :  verdrijft  ook de onnatuurlijke  
 luften  der zwangere  Vrouwen  :  verfrifcht  de Mond  ,  
 zoo  van  ziekp  als  gezonde,  en  is  voor  elk  aange-  
 -  naam. 
 jEtiusA-  De geconfjtte Schellen  (warm en droog in den tweemid. 
  lib. 1. den  Graad)  vermogen  eeven  ’t zelve  :  Werden  ook  
 van de Maag beeter verteerd, dan wanneer men ze rauw  
 Konic. Pat.  g eb ruy kt:  verfterken beyde Maag en Lever  :  maken  
 een  goeden  A d em ,  en  verdrijven  alle  zwartgallige  
 Vo ch ten:  D o ch  moeten matig, en niet al  te veel werden  
 genuttigd  ,  anders zou de verteering te zwaar vallen. 
   Dezelve  rauw in Wijn o f  A s ijn  gekookt,  zuy-  
 veren de Mond,  en maken de Tanden vaft. 
 Cumr.in  Daarenboven ,  wil iemand gedurig een goede Maag  
 Matth. lib.  hebben  ,  die neemè  ieder,  ó f  om den  tweeden  mor-  
 Ti’  gen',  een leepel 'twee o f  drie  van  ’t gediftilleert Water,  
 Göede  ’t welk  op  de  volgende wijze  werd  gemaakt:  Neem 
 Maag te  drie o f   vier  t  Kannen  Rhijnfche, .   o f  goede  Franfche 
 lomeren'  Brandewijn:  doe  daar in de Schellen van  vijftig varflche  
 fproeteïen,  Citroenen:  Diftilleer dit zagtjens na de konft.  Met dit  
 Puyften,  Water zpmtijds  ’t Aangesicht ge-waffehen,  maakt  ook  
 ^c*  een  suyver Vel: Verdrijft de Zomer-fproetelen: Neemd 
 wech alle Vlekken  en Puyfien:  en  is  goed teegens  al de  
 voorgenoemde  ongeleegentheeden. 
 Matth  '  1  ° f  de Korlen,  droog cn verkoelend in den 
 Lob. lib'.  i.  tweeden  Graad,  werkt  niet  alleen  krachtiger teegens  
 /o/. 169.  alle Vergif,  als dé Schel,  o f ’t Zap  ,  maar  verdrijfd  
 Galen.lib.  pok  de  onnatüurlijke  Luften  der  Vrouwen  :  Is  zeer  
 ■  7'  diènftig ,  om  de Wormen te  doden  en  u yt  te  jagen: 
 ’ t  Zelve  doet  ook  ’t Water,  gediftilleert  uyt  ’t Zap  ,  
 vermengd  met  Syroop  van  Citroenen ,  en  daar van,  ’t  
 zij  Kinderen-,  ’t zij  oude Perfoohen,  diè Wormen hebben  
 ,  te  drinken  gegeeven  :  Verquikt  ook  ’t H e r t :  
 Lefcht de dorft  :  Verwekt eetens-luft,  en in de Vrouwen  
 de Maandftonden  :  maat veroorzaakt ook wel een  
 M is v a l, ,  inzonderheyd wanneer ’t  te veel van  een bevruchte  
 Vrouw gebruykt,  o f  gegeéten werd. 
 Dodo», ia  *t Rauwe  sap  ,  koud  iri'  den  derden  Graad  ,  met  
 “Jditjon.  Zuyker  vermengd,  verwekt  wel  een  weynig  pijn  o f   
 liViS.c.i.  krimping, des Buyks:  is echter in Heete o f  Peftiletftiale  
 Koortsen,  defgelijks  in de Schor buts stekte,  zeer dien-  
 ftig  :  Neemd  allérley. vlakken  uyt. ’t  Lijnwaat  wech.  
 Men  fchrijft’er  mee  op  Papier  ,  welk  fchrift  n iet,  
 dan  teegen  ’t vuur  gehouden  ,  geleezen  kan  werden.  
 J-Stapeliut  ’t Water,  u yt dit zap gediftilleert,  doet eeven  ’t zelve, 
 ^4’/s/-34y.  ^  ;  ,  '  I 
 f   De Schrijver gebruykt doorgaans  het woord  Kroes  ,  en Oort,  
 dat de Groeningfe Maai is  ,  en  waar  meede  onz.e  Utrechtfe  Kan,  
 eri  Pint ,  ontrent  overeenkomt  >  die  wij  voortaan in  de benaming  
 tullen volgen. 
 E N   C l T R 0 P U - $ 0 P M .   1 4 
 en  verdrijft  ook  alle  onsuyver heyd,  alle  vlekften  des  
 Aangezigïs,  werd'derhalfen  van  veele'Vrouwsperfoo-  
 nèn  zeer gezogt. 
 D e   O ly,  zoo  wel  uyt  de  Schellen  als  uyt  ’t Zaad Deugden  
 getrokken,  is  van  zulk  een  doordringende  kracht,  der Oly uyt  
 dat ze uyt  ’t roodë  Coral,  ria de konft aer C/?i»2/(? daar  dc Sciiel'   
 in g ek o o k t,  de TinHure,  o f  róode vérwe trekt.  Q p   ^cn*  
 de SlaapdèsHoofds,  ook ó p ’t  Hert,  en de  Pols-ader  
 geftréëken',  weerftaat  allé  Vergif:  O p  de Navel ge-  
 wreeven,  o f  eenige weynige druppelen  met Spaanfche  
 Wijn de Kinderen ingegëeVen j   zal in  haar de Wormen  
 doden  :  Is  defgelijks,  met  Rhijnfche  o f   Franfche  
 Wijn gebruykt,  zeer diènftig voor de  geene,  welke  
 met Flauwten,  o f  van  ’t Graveel zijn  gequeld. 
 De  soute  Peekei  der  ingeleydde  Citroenen  is  goed  Zoute Pee-  
 teegens  ’t Podagra ,  ’t welk niet  veele.  Jaren  geduurd  kel  
 heeft,  o f  verouderd is;  op deeze wijze gebruykt: 
 Neem  van deeze Peèkel drie Pinten  ,  een Pint  goe- der  ingë-  
 de Brandewijn: Doe dit onder een, en  fchud het wel te  kydde  Ci-  
 deegen door malkander,  op dat het zich  dies  te beeter  troenea  
 vermenge:  laat het dus  ftaan:  Neem  dan hier van  een  
 half Pirit,  o f  wat minder:  maak het warm op  ’t vuur,  
 en  een  witte  doek  daar  in n a t:  leg die op 4e plaats,  zeerdien-  
 daar  de  pijn  zich  onthoud  ,  doch  ’t  Been moet altijd  om  
 hoog  gelegt .zijn  ,  zoo  zal  de  fmart  in weynig  tijds ^Podagra  
 verdwijnen  ,  en  ’t Podagra ophouden  :  inzonderheyd  te gence-  
 als  men  de  droog-gewordene  doek  weer  nat  maakt, zcn*  
 o f  zpmtijds  een  weynig van dit nat  daar pp giet.  Indien  
 iemand,  zoo haaft hij  van deeze Quaal èenigebeginzelen  
 gevoeld ,  terftond dit Middel gebruykt ,  zoo  
 zal h y  hiér door ’t Podagra afteer  en  ,  en  zonder pijn  
 doep vergaan;  inzonderheyd ^ls deeze Ziekte niet verouderd  
 is  v  en indien  al  verouderd ,  zoo  zal  ’t  echter  
 de  pijn  ftillen  ,  de  Patiënt  verligten,  en  hem  veel  
 eerder weer op de béen doen komen. 
 ’t Hout deezer Boomen is van  Natuuren  zeer hard,  zevin.  
 onverderjlijkj,  blinkend,  en met  vlammen  cierlijk  ge- Lemn. lib.  
 waterd.  Waarom ook niet alleen heedeofdaags veeler- Her B,^m-  
 ley aardige werken  daar van warden  bereyd, maar ook  37r  
 öud-tijds hebben  de  Joden  ,  zo ow e l  van dit als van  
 Ceederen-hout ,verfcheydene dingen  vervaerdigd. G e lijk  
 dan  daar  van  zijn  gemaakt de Arke des Verbonds, ^xod.  
 en  meer  andere  Vaten  ,  welke  de  Priefteren  in  den xxxv.  
 Tempelgebniykten.  Even hierom blijkt noch in onze XXXVI*  
 dagen  der Joden liefde  tot deezen  B oom : Want ze in ’t  
 Eiland   Corjica,  Sardinien ,  en meer andere Geweften  
 des Werelds,  de  grootfte  en  fchoonfte 'Vruchten  des  Ferrari  
 zelven  Jaarlijks  op  hare  Feeftdagen  zoeken  te  beko-  He^ ‘ I* 
 men:  die ze  dan,  als ze  na  hare  Kerk ,  o f  Synagoge  c'  
 gaan  ,  opentlijk  in  de handen  dragen  , .   en to t  hunnen  '  
 Godsdienft befteeden. 
 De  Bloemen van  deOranje-boomen werden gebrpykt Bloemen  
 tot . veele dingen  ,  om  aan  dezelve  een aangename geur  yan  Oran*  
 en fmaak„ te  geeven.  Van  deeze  , gedroogd  zijnde  ,  )e‘bo°*  
 werd  ook  ten dien  eynde.  een  welriekend  Poeder  be-  
 reydt. 
 ’t Water,  u yt de gemelde  Bloemen gediftilleert,  en  Deugd van  
 v ijf ó f  zes oneen  daar van gedronken  ,  is  zeer diènftig  ’c Water  
 in en teegens  alle Peftilentidle Koortsen.  Anderhalf ó f  uJrt  
 twee  oneen  daar  van  ingenomen  ,  verfterkt  ’t  Hert,  Rueu  [ J   
 de  Moeder  ,  en  de Vrucht,  welke  door  dit  middel  c. 69.  
 gemakkelijker  ter Wereld  komt  :  ook  bedwingd  het  
 de  Gal. 
 ’t Zap u yt  de Appelen  zelfs  (welke door hare aan-  ’t Zap  uy£  
 gename  geur  ieder  verquikken.,  en niet zoo  zeer ver-  de Appe-  
 koelen als de Citroenen)  defgelijks haar Zaad  ( warm  len’  
 en droog in den  tweeden Graad)  gediftilleert,  en  daar,  jtmat.  
 van een weynig met vier druppelen Citroen- en Vitriol- Lufit. 1. 1:.  
 oly nu  en dan  gedronken  ,  breekt  de Nieren-fteen > en  enarrM.  
 drijfdze u y t :  Doet ook ’t  Braken ophouden.  ^°’ 
 De buytenfte Schel  der  Appelen  geconfijt,  en  daar Buytenfto  
 van  ’s morgens  een  ftukje gegeeten ,  is  zeer goed  tee-  Schel,  
 gens  alle  Vergif :  Verdrijft  de  Winden  :  Verfterkt  de  , 
 Maag  :  Jaagd  alle. /lijmerige,  vochten  u y t ,  en  maakt  *  * 
 ee»