<%3 Indiaansch K ruydje & c.Duyzendkoorn. Welriekende N agtbl. Ó34
K R A C H T E N .
chriftop- * ï Bladeren van het Indiaanfch JCruydtjc roer mij
Coftal'-A' i Mniet, of Her ba viva, in wijn gekookt, en daar
rm> c- S6’ van tweemaal ieder dag, ’s morgens nuchteren ,
en ’s namiddags ontrent ten Vier uren gedronken , met
wat Zuyker daar in gedaan j of een Drachma van het
Poeder der gedroogde Bladeren met Wijn en Honig ge-
bruykt, zuyverd de Borfi van allerley rauwe, taye ,
llijmerige vochtigheeaen. Is zeer goed teegens den
Hoeft: maakt een heldere Stem : neemt wech de fmer-
ten der Nieren en Blaas; geneeft de varfche wonden,
daar mee gewaffchen, en ’t Poeder daar op gelegt.
CCLX HOOFDSTUK.
DUYZENDKOORN.
Verfchejr- Erd deeze kruypende Plant in M Nee- <ie aainen. derlandfch genoemd : in het Latijn
^ ERNIAR,A> H erbaT urca, of
M t Ê m Ê S * Polygonum MiNus,om datze ver-
^ ma£ te-geneezen de Gefcheurdheyd,
T a ü s e n d k o r n : in *t Franfch B o utonet j en in *t
Italiaanfch, Po ligono m in o r e , H e r n io l a , C o r -
REGGIOLA MINORE, MlLLEGRANA, en H e RBA
T u r c a .
Twee Hier van zijn mij in haren aart bekend twee onder-
onder- fcheydene foorten $ tè weeten:
foorten. ** H e r n i a r i a v u l g a r is o f f ic in a r u m , o f
g em e en D uyz> en dkoorn , in de Apotheeken gebruykelijk,
II. H e r n iA r i a M a r in a L u s ït a n ic a , o f P o r -
tu g a lf ch eZ e e -D u y z jen d k o o rn 'y grooter van b la d e r en ,ruy-
g e r ,• en bleek-verwiger. Beyde zijn ze van de zelve
B o uw in g en W a a rn e em in gi
Grond. Zij beminnen een goede, gémeene , zandige, nieu-
welijks-gerepte , gemeftte , en ook ongemeftte grond:
een opene , vrije , wel-geleegene plaats; veel reegen .,
en ook matige vochtigheyd. Blijven niet meer dan
eene Zomer m ’ t leeven. Verdragen ongeeme vriezen-
de Iugt. Geevenin den Herfft volkomen Z a a d , en
vergaan dan van zelfs.
Aanwin- Moeten derhalven met een waflende Maan van Afaert
ning. op nieuws, niet diep , werden gezayd. Anders komen
ze o o k , door ’t uytgevallene Z a a d , van zelfs genoeg
v o o r t, zoo wel in ’t Voorjaar , als in de Zomer
en Herfft : welke dan , in een Pot gezet en binnens
huys bewaard', met droog-houding gedurende de Win-
ter, over blijven. Alleenlijk dóór haar Zaad konnen
Ze aangewonnen werden.
K R A C H T E N.
«f30,
Mattb, BH ■
DVyz.endkoom, ó f Herniaria , is zeer verdrogen-,
d e , matig verkoelende , heelende, en fluyten-
de van aart. * - , , ,
In Wijn gezooden , en daar van ’s morgens een
Roemertje gedronken, o f een Drachma van ’t gedroogde
Kruyd met Wijn ihgenomen , geneeft zeer gelukkig
alle inwendige Breuken , of gefcheurdheyd der Darmen.
Drijft wonderlijk wel, ja boven alle andere Geneesmiddelen
, ’t Graveel af, ook de Steen van Nieren
en Blaar., eenige dagen agtér malkander gebnlykt zijnde,
Doét wel Water lójfen : ftrijd teègens het Vergif;
opend de verftoptheyd van ’t Ligchaam , en geneeft de
GeelzMgt. I / < ■ ... •' ■ |
Het Zaad drie agtér-een volgende dagen *s morgens
nuchteren met Wijn ingedronken, dood de Wormen.
CCLXI H O O F D S T U K .
WELRIEKENDE
N A G T B L O E M .
bekend. In het Latijn geheeten H e - de namen.
sP E R is O d o r a t a , om datze, b eginnende
met den avond, de geheele
nagt door zeer lieflijk riekt. Doch
. , . deeze aangename reuk verdwijnd met
den opgang of aankomft der Zon , en werd over dag
gantfch niet vernomen. In het Hoogdupfch A b e n d -
v i o l :: in ’t Italiaanfih H esf ero d ’I t a e i a .
Zij bemind een goede , gemeene , zandige aarde, Wa, voor
met gantfch geen yetrigheyd, maar wel met een gedeel- een aarde
te Mol van verrotte Boom-bladeren doormengd ; ook ZÜ b<=-
weynigë vochtigheyd. Vergaat niet haaft, maar blijft Hoêmen
eenige jaren lang in ’t leeven. Verdraagd ongeerne kou- op haar
de Reegenen, wiedende L u ch t, en andere ongeleegent- moerpaf-
heeden der Winter. Moet derhalven , In een Pot ge- leu"
zet zijnde, met den aanvang van OSober-binnens huys
.werden gebragt, op een luchtige plaats, daar niet .als
bij vriezend weer in gevuurd werd. Ook moet men ze,
gedurende de Winter droog houden, vermits ze in dien
tijd ligtelijk door een weynig water komt te verrotten;
en niet voor in ’t laatfte van Maer t, of het begin van
u lfr il, na geleegéntheyd van de bequaamheyd'of on-
bequaamheyd des weêts , weederom buyten gefteld
zijn, met een zoete lucht en aangename Reegen; doch
■ noch al voorzichtig, gewagt en wd gedekt voor Sneeuw,
koude nagten, hayrige okfchrale winden.
Verheft teegens de Winter al hare Bladeren; welke in Hot de
Fcbruarius jveèr op nieuws uyt de ffV /r/ fchieten. Wormen
Dan werden in de zelve, en ook in b aar/* « , dikmaal jn
groene W'ormjem vernomen, gelijk men in de Dumafi- dooden.
bloem ziet groeyen. Deeze kan men haaft verdrijven „
of doen fterven , als men daar op maar een- of tweemaal
een weynig ftof van goede Americaanfche Tabaks ftroyd.
lederwaar geeft ze niet alleen Bloemen, maar ook yol- Bloemen;
komen Z a a d , zittende in lange, dunne, en kantige Lood.
Feultjens : doch dikmaal zoo foberjjjk , dat in een Geheel
Peultje niet meer dan een eenig Zaadje word gevonden.
,.
’tWelk met een waffende Maan van Zpril of May Uenwin
in een Pot, niet boven een Stroo-breedte,diep':, 'hol en ®i»g-
luchtig. de aarde werd aanbevolen. Hier door kan men
ze beeter aanwinnen en vérmeenigvuldigen , als door
hare .aaegewaflene jonge Wortelen; die men op de genoemde
tijd voorzichtig van de oude afneemt, en ook
.in Potten verplant.
K R A C H T E N .
DE Bladeren en Bloemen der welriekende 7\Fagt- Deugden
bloem , of Hcfpcris Odorata , in Wijh gezo- en ge-
den, eri daar van gedronken , of een Drachma bru)’t
‘Van ’t Poeder der gedroogde Bloemen met Wijn gë-
'bruykt, verfterkt het Hert', verquikt het Gemoed. Is
zeer goed vooreen quade Borfi, en de Kort-adcmheyd.
Drijft ook Uyt het Water van J e Blaas, en der Vnu -
wen JMaandftonden.
De Bloemen in Edik gedaan , dezelve een tijd lang jn <je Gein
de Zon gefteld, en daar van ’s morgens een Leepél neeskun-
of twee vol gedronken , is goed teegens quade L u c h t , ^e*
bewaard den Menfch voor de Peft, en andere befmet-
félijke Ziekten.