
 
        
         
		B e SCHR-YV ING  VAN  DE  BoOMEN,  I   BöEK, 
 75 llmmb  bedekken  ,  niet in eeuwigheyd  mogt  verloren  gaan  )  I  
 in  CariaL  hebben de Voór-ouderen,  tot haar noodwendig Yoed-  
 Val.  Unx.  2ei  en  levens  onderhouding  ,  geen  andere  fpijs  geil4' 
 3;  1   bru yk t,  als  alleenlijk de  Frmhten,  o f  Ejkelen,  dee-  
 Trl'.  '  zer  Boomen;  en  gewiffelijk  ,  door  der zelver wel-voe-"  
 chnJinn.  j enj e eygenfehap zijn  ze  veel  fterker en gezonder van  
 i iria   Ligchaam geweeft,  als de Menfchen deezer verdorvetiin. 
 i'iS-  nej  hovaardige, ongebondene E euw , bij  al hare over-  
 c.y.  vloedige, dertele,  lekkerlijk-toebereyddeGeregten, en 
 ° vin- f f f   koftelijke Banketten.  Plinïüs getuygd,-  dat noch bij*  
 S J lfc   zijnen  tijd  in  Spaanje  deeze  Fmchten  pleegen  opge-  
 difcht te werden,  in  plaats van een aangenaam Banketwerk. 
   Maar t’ zeédtrd eenige  honderd jaren,  en noch  
 heedenfdaags ,  zijn  de  alleenlijk geweeft voor 
 de onvernuftige Beeften,  om haar voor de menfchen,  
 door  ’t  eeten  der  zelve,  een  wel-fmakend  vleefch  te  
 doen,bekomen,  gelijk  men  gewaar word aan de Var-  
 kens.  ,  .  •;  |   •  i , '   | 
 Eere dee-  Daarenboven  is  de  Eikenboom  bij de oude  Grieken  
 zes Booms  en Romeinen irf zoo een  hoogachting geweeft,  dat  in-  
 bij deOu-  ^ en  iemand  dezelve  ,  t,  zij  u yt  onbedagtheyd  ,  o f   
 ly   lib  moedwillens,  had  komen  te fchenden  ,  -of van  zijne  
 j ,  Kafni.  Bladeren te beroven,  hij zonder eenige genade zou moe-  
 rlin.  I.  nS.  ten  fterven hebben:  want de ly^w ie rd  van  haar voor  
 r f ’ *' A  heilig geacht,  en  zij  betoonden hem Godlijke eer\  in-  
 UxJiè  y.  zondemeyd-namen ze  in  allerfpoed haren  toevlugt  tot  
 Apd.Rhüd.  h em,  als  haar' eenjgè, fwaarwigtige zaken  onverwagt  
 » • B   voorvielen, door welke ze in groote bekommering wier-  
 A u j ‘b%.  den gefteld.  Dan  vraagden ze hem,  eeven  als  een  O-  
 symmach.  rakel,  of. Gods-Jpraaki  wat  haar ftont  te overkomen 
 I. io. « f jjj wat ze doen moeiten, omdenhoogdringendehnood, 
 o f  een gedreygd gevaar,  te ontworftelen.  ’f  Geen zé  
 tot  antwoord kroegen  ( want  uyt  deezen  Boom hoorde  
 men  dan  een jpreekende Stem .)  wierd van  haar aangenomen, 
   en  gevolgd,  zoo onfeylbaar,  als o f  God zelfs  
 tot  haar had gefproken.  / 
 OviJ. IH.  -Voortijds wierden  ook  ,  bij  geleegentheyd van  een  
 Taft.i.  algemeens  bhjdfchap  ,  van  deezen  Boom  Kreunen  ge-  
 TmuU.  ie vlochten,  én  voor de Huys-deuren gehangen:  ö f  ook  
 Tncit.lib.  gegeéven-aan de gene  ,  welke een  roemwaardige daad,  
 Jnn. i.  tot, voordeel van  't Gemeen,,  hadden  verrigt.  Ja ook  
 Zonar,  in  aj  de bekomene  Buit,  alde geroofde»^pe»e»derVyan-  
 c w   in  den, wierden openbaaylijk, voorde dogen des gantfehen  
 Rnfiib".  Volks ean.de Eyke Boomen,  en  geen,andere,  öpgehan-  
 Tfinfim.  gen,   om hier door ie beteekenen,  dat de  verkreegene’  
 ™  Su  .  Zeeeein een eeuwigdurende gedachtenis zou blijven.  : | 
 Xtphiltn.  o  °   _ 
 C‘%'  K  R  A  C  H  T   E  N, 
 GalenMi.  f~\E,,Bladc>;en der Ejkgn Boomen  zijn. verdrogende  
 Simp. 6-  I   l e n t e  zamentrekkende tot  in  den derden Graad. 
 De groene  Bladeren gelegt op Blcyncn,  en  op de  
 Tong,  verkoelen dezelve,  en matigen de, hittigheydvan  
 Diojior.l.  dtMaag.  T o t  f t o f  gefloten,  o f  in  Wijn  gekookt |   
 i ■ c.  verzachten z e ' h e t1 Tandy leefch,  zuyveren  t z e lv e ,  en- 
 T -W i .p  g X j ,   wonAm  ;  z ijn  eet,  goed. middel  teegetis.de  
 Zweeren  d er,Schamelheid :  floppen  de  onnatuurlijkek  
 vloeden  der  Frotewen  ,  ’ t  Bloed-pijfen  ,  de  Roodeloop,  
 en diergelijke qualeti.  ’t  Zap dér jonge knoppen en  blo-  
 ■  deren  gediftilleert,  verkoeld  en  zuyverd  defg elijks  de  
 wonde»,  breekt.de  Steen  ,  ftild- d e . witte  vloed  der  
 Vrpuws-perzonen  ,  en aUèrley  Bloedgang  !  werd  zeer  
 gepreófen  teegens  Fergif  en  de P.ejk-,  .  waar;toe  o o k   
 ’ t Z o n t ,.  bereyd  uyt' dg.droóge gebrandde bladeren ,  
 zeer  krachtig i s ,  een. halve drachma daar van ingeno-  
 men met water Van  Cardobenediiï,  als. men deeze  be-  
 fmèttende ziekte met koude krijgd  :  maar  komt ze  iemand  
 met hitte, op  't  lijf,  zoo moet men  't gebruyken  
 Hippere-  met  Vlier-w'ater..  -De  bladeren  op. kolen  gelegt ,1  en  
 ui.  óver den rook gaan  zitten,  geneezen  de   epjlijging  der 
 Moeder  ,  volgens 'tgetuygenis van H ifpo cra te s.  
 BinncnSe  .  De binnenfte  B.aft,  bereyd  tot  ted'.Poeder,  en mét  
 Baft.  Wijn  ingenomén,   is  goed  teegens  ds  Buykloop,  en  
 voor  die  met  de  Spaanfche Pokken  zijn  bekniet:  hèt 
 7 6 
 dood ook  de  Wormen.  Werd  gebruykt  tot  de  Leer-  
 bereydiag.  ;  “ 
 De  Eykelen,  ett  der  zelver  Dopjens,  verdrogen  ,  Cafi- Natrekken  
 zeer te  zamen  ,  en zijn zwaar te verteeren.  In  
 Melk gekookt  ( gelijk  ook  de Wortel  )   en  da» van Lmic. 1.  u  
 gedronken, weerftaanze allerley Vergif:  ook  is dit  een  c.37.  
 zeer  goed middel teegens de  beeten  der dolle  honden , 
 Adderen en  Slangen  :  ’t  Voeder daar van met Wijn  in-  
 genomen  ,  doet  fterk wateren,  en  is  diehftig teegens  ■ 
 ’ t Graveel.  Met  gezouten  Varkens-reuzel  vermengd, ^   
 geneeft  de ineetende Zweeringen.  . 
 De  Galnooten zijn droog in  den  derden,  en koud in  Galnooten.  
 den  tweeden Graad',  tot Stof gemaakt,  en  op  t uyt-,  
 waflende,  overvloedige vleefch  geftloyd,  o f   in Water  
 en Edik geweykt, en  dan  daar meê geftrèeken,  zal het  
 zelve verteeren.  Sij  verdrogen ook de  Zinkingen,  de  
 Zwelling van ’t Tandvleefch 3  der Amandelen,  en> alle*g4.  ’  
 vochtige deelen des Monds.  Deeze Nooten opgloeijen-  
 de kolen gebraden  ,  en  met Edik  gelefcht,  zijn goed  
 voor  alle  Toevallen  ,  welke  verftoppende,  te  zamentrekkende  
 }  en verdrogende  middelen  vap noden hebben. 
   Over ’t Water 3  waar in deeze Galnooten gekookt  
 z ijn ,  gaan  z itten,  brengt  de  neergefchotene Moeder  ' 3' C' 1U  
 weer te rech t:  ’t  Stof daar van ,  met Wijn gebruykt,  
 doet het braken  ;  in de Neus  geftoken ,  ’t  bloeden op-  Lufitan.  
 houden.  In  O ly  gezoden 3  o f  in W  ater en  Edik  ge-  l^ \ enar'  
 w e yk t,  en  ’t Hayr  daar meê  gewalfchen,  geeft  ’t  zelve  
 een  znvarte verwe.  Deeze Nooten gebruykt men ook  
 tot de Schrijf-inkt.  , 
 *t  Aios  deezer  Boomen  ( van  aildere  genoemd  het  jJjos°om"  
 Vaag)  in  bier  gezoden ,   en  tuffehen  doeken  op  der  
 Vrouwen-borften  gelegt,  geneeft  dezelve,  'wanneerze-  
 gezwollen zijn.  _  . 
 ’t  K r 'u y s waar aan de Heere  C hristus  is geftor-  
 ven,  zou ook van deezen Boom  zijn  gemaakt,  gelijk  
 Goropius Becanus voorgeeft. 
 X X X I   H O O F D   S  T   U   K. 
 WILLIGEBOOM. 
 Iet alleen metdpezen naam doorgantfeh  
 JVecderlandbekeadï maar ook met dien. “  MmcI1'  
 van WiNDHouT-  en  Bindhoüten-  
 boom, werd in Jt Latijn geheeten Sa-,  
 lix  :  in  ’ t  Hoogduytjch  W eioen-  
 baum;  in ’t  Frarijih Saule  j  en in 't  
 Italiaanfih  S x i.c ia ,  ó£  SAxitEi  ;  , ';   . 
 Hiér  van  zijn mij  in  haren  aart bekend,  en  m ijn éN e^ « -   
 Waameeming onderworpen,neegen ondcrfiheydeneSopr-  ■ 
 ten;  namenflijk  I .  Sa l ix   x d p F n C A   V u lg a r is   
 A n g u st ieo lia ,  o fgemeenefmal-gebladerde  W ater-  
 w il l iGe  I I. A q a t ic a   A n g u st ieo lia   lu t e a ,  o f   
 Geele W ater-w il l ig e   met fmille  Bladeren  I I I . A - 
 .QIJATIGA-  OBLONG O  FOLIO  SE.RRATO  ,  o f  IVaTÊR- 
 !  willige  met  een  langwerpig  Blad,  aan de kanten gelijk  
 als  gezaagd.'  IV . C apreA  rotündi  folïa ,  o£ 
 G f yten-wiliige  met ronde groote Bladeren.  V .  Folio  
 subRotundo  argenteo  o f  met  een 'róndachtig  
 zilver Blad,  van  een  fchöoriè aanfehóuwing.  V I . T o -  
 LIO  ólé a'gineo  argenteo , met een zilver Bla'd, öp  .  
 de  wijze van  een  Olijfboom.  VIL" L atifolia  pö r - * *   
 purea  aurita  ,  o f   Pttrpttrachtige Willige  met  
 breedachtige Bladeren ,   en  kleyne poren.  V I I I .  T e-  bouwing  
 NUIFOLIA  dentata,  Jive  VmlNALis  FOLIÖ SER-eaeyge»  
 RATO,  o{kleyne  Iïind-willige",  met zeer’fchoone,;fc“aI’•  
 fmalle,  en aan al hare  zijden teeder-gezaagdeBladertjens,'  
 twee leedéh van' een’vinger, wét min  ofrnecr, lang,  en  
 anderhalve ftroobreed;  doch  gémpénelijk  vóóraan’de  
 fteel breeder, 'zittende zoo wel'twee  en  twee regt teegens  
 over malkander aan hare teedere en aardig bfuyn-  i  
 roode ronde fteel_*_als de  een.boxen de ander in  ’tron -  , 
 |  de, met een aangename  groenheyd.  U y t  haregrootfte regt-