
 
        
         
		Apuldt  Het  zelve  Zap  met  Oly  van  Roozen in de O oren  
 Herb-Med. geftoken,  drijft’er de pijn van wech,  en dood ook der  
 **/’• 4-  zei ver Wormen.  Een weynig  daar  van  met  Wijn gedronken, 
   neemt wech de fmerten der Leever. en Longe.  
 Verwekt luft tot de Bijflaap.  Van de Vrouwsperfoónen’  
 gebruykt met een weynig Saffraan, verdrijft de pijn aan  
 de  Vrouwlijkheyd.  • 
 Dod. 1 14.  -  Het  Zaad gefloten ,  en  met Meede en Honig y  öf  
 Rueli  l  Wijn en Zuyker ingenomen',  is  goed voor den Hoeft  3  en voor  leepe  Oogen.  Stild  zoo  wel  der  Vrouwen  als  
 andere Bloedvloeden.  Het zelve met Wijn gefloten,  en  
 op de voeten gelegt,  verzacht de fmerten van ’t  Podagra:; 
   géneefl de gezwellen der manlijke Leeden, en maakt  
 dun de dikke Borjlen, 
 Durantes  -  0 e  rook  van  dit  Zaad dood  de  Wand-  en  Plat-  
 hijl. Plant.  iUy ze„ :  verdrijft'de kloven ,  ’t je u k z e l,  de gezwellen  
 J0 ,1*1'  aan  Handen  en  Voeten,  veroorzaakr door koude.  Het  
 zélytZaadvande Vogelen en Hoenderen gègeeten wordende, 
   doed haar fiervén. 
 Met de Oly,  uyt dit Zaad geparfl,  het Hoofd be-  
 ftreeken,  neemt  het verft and wech. • 
 CCLXVII  H  O O F D   S  T   U   K.  ’ H  Y  P  E  C O O N. Namen.  , -en,  mijns weetens ,  niet  anders | 
 Neederlandfch  genoemd :  in  het  Ld-  
 |pjj  /fï#  H ypecoum :  in  het  Italiaanf c k 
 T^ c®.v£r‘  Hier  van  zijn  mij in haren aart befoortca  
 *  kend tVJee veranderlijke foorten;  te weetèn.*. 
 I.  H y p e c o u m   l a t i f o l iu m   f l o r e   PHCeNICIÖ ,  
 of breed-bladerig.  Hypecoon  met  een  fchoone  ,  lichte  
 roode  Bloem.  IL^HYPEcbim  t e n ü i f o l iu m   f l o r e '  LUTEo'j  of Hypecoon  met Jmalle. teedére Bladeren  en  
 een geeleiBloem.  Beyde zijn ze van eeven de zelve Bou-  
 wing  en  Wkar.neeming;~'>"~'L Grond.  zij.' beminnen, een  goede, r. gemeene, nzandige,  wel-  
 gemeftte grond:  een  opene, -luchtige,/warme,  vrije ,  
 r genoeg  ter  Zon  geleegene 'plaats ,  eri  matige vochtig-'  
 heyd.  Blijven  niet j langer  dan  eerie  Zomer in ’t lee-  
 ven ;-  geeyen  in  den  Herffil. volkomen rijp Zaad,  eti  
 vergaan daar mee. 
 Aanwin-  (  Moeten derhalven met een waffende Maan vafa Maert,  
 mng*  of ook van  September,  om dat ’t Zaad. langrin de aarv  
 de blijft leggen,  weer op nieuws, mym een flroobreed  
 diep ,  gezand  zijn.  'Kómen* anders van  zelfsi'dikmaal  
 genoeg  op  doof ’t neergevallene Zaad,  een Bokshoorn  
 zeer gelijk zijnde.  Hier door kónnen ze alleenlijk aangewonnen  
 en vermeerderd ^/orden. 
 Breed-bla--  Het- H y p e c o u m   l a t ifo l t u m   f lo r e   PHceNicio,  
 derig  Hy-of breed-bladerig  Hypecoon  met  een  fchoone  licht-roode-  
 meteen  Bloem ,  krijgt  uyt  een  kort,  bruynachtig Worteltje.  
 fchoone  fchoone, Bladeren,  dóch  maar  een  of twee  in  getal,  
 lichr-roo-  zijnde geheel gefchèyden in neegep deelen:: ruften ech-  
 de  Bloem.  ter  te iaam alleenlijk op een: eenig tamelijk-lang Steeltje 
  \  drie en drie bij  malkander;  waar van beyde de on*  
 Bladeren,  derfte  drie  aan  haar  Steeltje  regt  teegens  malkander  
 over ,  de derde drie in ’t   midden  van  de zelve zitten.  
 Elk  deezer  deelen  is  eeven  groot;  een  halve  vinger,  
 breed ;  voor  fpits  toegaande ,  aangenaam  groen-ver-  
 wig ;  aan de randen rorid-achtig  getakt, ,en in *t midden  
 voorzien met cierlijke.-^fcr*#.  Bij de zelve fchie-  
 Bloemen.  onder  een  of twee «lange, ronde  Steeltjens voort-;  
 op  welker  bovenfte  punt .-piet  meer  als-  eene  Bloem  
 van de genoemde verwe word gezien  zijnde- fchoon,  
 groot,  en verdeeld  in  verfeheydene rond-achtig.  toe*  
 gaande  Bladertjens, 
 K R A C H T E N . 
 H Tpecoon ,  of Hypecoum,  is  koud  tot  in  ’t  bc» Galen, m  gin  van  den  derden  graad;  volgehs het getuy- simpMed,  
 nis van G a l e n ü s ,   hebbende een aart van Heul,  f )u  of Papaver. 
 De  Bladeren,  Bloemen,  en  Martelen in Wijn gezo- f°l' iji.  
 den,  en daaf van ’s morgens een Roemertje gedronken,  
 bpend de verfioptheyd der Leevery  geneeft de gebreeken  der zelve,  en doea gemakkelijk Water  tojfen. 
 De  Bladeren gefloten ,  en  met  O ly,  of ook  met  
 Wijn  vermengd,  reynigen  allerley  zeerigheyd  der  
 Menfchen :  ook  de z*eeren  dér  Paerden,  en  anderer  
 Beeften. 
 ■*n  Het gediftilleerde Water hier van,  defgelijks de Oly  
 der zelve, of ook het daar üy tgeparftte Zap, in de Wonden  
 gedaan,  genèezenze. 
 CCLXVIII  H  O  O  F D S T U K . Y  S  O  P. S F  o o k .HYSSOP   in  het  Neederlandfch^ Name«.' 
 Hier van  zijn  mij  in  haren  aar.t be- Verfchef.'  kend v erfeheydene  veranderlijke  fo o r ten ;  te weetens  <q  deveran^  
 I .   H y s so pu s   v u l g a r i s   f l o r e   .  cceRUEEO  ,   P i l   
 gemeene' Tföp  met  een  blauwe  Bloem. .  II.  F lö r e   a l *  
 b o   ,  of met  een. witte  Bloem.  III.  F l o r e . r u b r o ,  of  met  eensraode  Bloem.'  IV.  F o l io   a l b o   magu-  
 lo sö   ,  of met wit-bonte  Bladeren.  V.  F o l io   luteo   
 v a r ie g a t o ’,  ofimetgeel-bonte Bladeren.  VI* H ys so -  pus  t .e n u ifó l iu s  , Cn ffop met fmaüe Bladeren.  Meefl  
 alle van  de z elv e  Bouwing en Maarneeming.  , :  Zij  beminnen een gemeene,'zandige,  goedé  aarde, Grond.'  
 met' weynig,  of geen  Mift .voorzien  :  een  luchtige,  
 -welgeleegené, plaats,  en matige-vochtighèyd..  Blijven  
 eenige jarenlang jn  ’t  leeven. L Verdragen  allerley,on-  
 geleegentheeden  der Winter:  bloeyen ieder Zomer,  en Zaad.’  
 geeven rijp Zaadv  ’t welk met een waffende Maan van  
 Adaert,  of A p r il,  niet diep,  ook holletjes,  de  aarde  
 •word aanbevolen;•  Hier  door  konnen ze  veel  bequa-  
 rher  aangewonnen  en  vermeenigvuldigd worden ,  'als Aanwin:  
 door hare van zelfs wortelende Tldkjens :  die men defge- mn^’  
 lijks.met een waffende Maan  in  April van  de  oude  af-  
 neèrht en verplant. 
 Het  H y s so pu s   t e n u if o l iu s -,  of Jmal-geb.ladèrde  
 Tfbp,  is van naturen veel teederder dan  de  andere foor- yf0p; in  
 ten.  Bemind  uyt  eygener  aart- een: gantfeh  zandige onze Lan-  
 aarde.  Geeft  in deeze Gewefteri noyt eenig rijp Zaad. dcn_z0"'  
 Word  ook  gemeenelijk  döor  de  Vorft  in  de  Winterder  
 wechgenomen:  doch  ieder  Voorjaar  verplant  zijnde ;  
 gelijk  noodwendig  gefchieden  moet,  blijft  veel. bee-  
 ,terM  oavaerr. .fchoon  men  in  onze  Landen  het  Zkad van Aanwm-  
 deeze  foort  moet  miffen ,  zoo kan men ze echter ^«- nlD^  
 winnen  door  hare teedere,  cjünne',  lichtelijk. Wortel-  .  
 fchietende  Takjens ,  welke men op de boyen verhaaldè  
 wijze  van  de  oude afneemt  en, verplant. ,  •Eenige oer  
 zelve worden ’s Wintersbïnnzns huys droog gehóuden:  
 en móeten qok in den Herfft voor veel vochtigheydger  
 wagt en-bewaard zijn.'  ,  .  <r  ;r «\rb! Het is  aanmerkens-waardig,  dat het Zaad van Xfipi ^ m”jjCyd  
 gewonnen van de foorten met een witte en meteen r.óo- van hè  
 de  Bloem ,  gezayd  zijnde,  geen andere als met blauwe zaad «l«5  
 Bloemen voortbrengt.'  ’t Zaad .van deeze,  op  de g?r Yfops*  
 noemde  tijd  weer in de aarde  gelegt;  brengt  niet  alleenlijk  
 Planten met  blauwe,  maar ook weer met witte  
 en met t.oode Bloemen te voorfchijn.  , Men