
 
        
         
		333 A n y s .  A n t h y l l i s .  M a a n k r u y d .  A p h a c e . 334 
 wpo-lon. lib. 
 Latijn A n is u m Y  in^het Hoogdnytfih A n i s z  ,  in het  
 Franfih A n i s ;  en  in  ’t Italiaanfch A n iso .  
 at voor  Deeze Plant bemind van naturen  een  goede,   zandi- 
 Liirdt  ge,  gemeene  aarden,  met  twee-jarige Paerdemift matig  
 |jbtmi“ - voorzien  :  eenopene,  luchtige,  warme,-vrije,  wel  
 ter Zon  geJeegene  plaats,  en  weynig Reegen.  Gééft  
 elke Zomer  Bloemen ,  en  in den Herfjl  vólkomen  rijp  
 Zaad-,  vnar meêze  vergaat;  vermits deNatuur,haren  
 fatwin-  1°°P  voltrokken  hebbende,  dan  niets  meer  vermag.  
 L .   Moet derhalven  ,  met een waflènde Maan  van  Zprilf,  
 in  ieder Voorjaar weer  o p’ niéuws' niet diep in  de  aarde  
 genayd werden.  Sie hier op  na  ’t Hoofdjluk^,  waar in  
 verhandeld  werd  ’t  A n y s k r u y d   u y t  A m e r ic a . 
 K R A C H T  E  N. 
 H Et Zaad  van Anys,  het  welk  van  deeze  Plant  
 alleenlijk  werd geb ruykt,  is warm  en droog in  
 den  tweeden Graad;  voor elk zeer gezond.  
 L i» . /. 7«'  u yf  hand gegeeten ,  o f  in wijn  ,  o f  in  Spijzen  
 ■ Tj.  genuttigd  verdrijfd  de Winden,  Buyk^krimping^  het B  oprifpen van de Maag,  en  de  Engborftigheyd.  ' Maakt 
 een goeden Adem;  vermeerderd de M e lk jn  der Vrou-  
 Mverroes  wen Borften  ;  doet wel Wateren  :  ftild de witte Vloe-  
 mlioSimfi  den der Vrouwsperfonen.  Verwekt  de lu ft to t   ’t ech-  
 | IJ a  /. 3. te Werh   I Geneeft de beeten der 'vergiftige D ieren:  be-  
 K'ó;.  let het braken:  doed dtSteen rijzen :  verjaagd de  f fik j  
 ■   verligt de Vrouwen in barensnood: veroorzaakt een  goede  
 verwe des  Aangezdgts  :  bevorderd het zweet en ^  en  
 verzacht alle harde Gezwellen. 
 Br». /. 10.  Op ’t vuur  gedroogd ,  met  Zuyker o f  Honig verft  
 117-  mengden, zoo genuttigd, verdrijft den Hoeft,  en ,doet 
 de Fluymen gemakkelijk uytwerpën. 
 Gedroogd,  en met  roode Wijn  ingenomen  ,  ftild  
 de Bloedgang,  o f  Roode-loop,  ejn  helpt de geene,  welke  
 zich gedurig geparft vinden' om haar G'^ö^f te doen;  
 B   doch  niet  konnen. 
 t Gediftilleerde Water  van Anys vermag eeven  ’t  zel-  
 Mjtö.Phm.  ve.  Defgelijks de Anys-oly,  doch veel krachtiger.  Ge-  
 nee^  ° °k   allerley  koude  Gebreeken :  verfterkt de Zee-  
 nnwen  •,  en  met  Geneeyer-water  gedronken  ,  geneeft  
 alle  qualen  van  de Moeder:  is  derhalven’  zeer dienftig  
 voor alle Vrouwen,  en  een peftilentiale Lucht. 
 Bieydene 
 ïfconcn. 
 X L V I I I   H O O F D S T U K . 
 A N T H Y L L I S . 
 g ^ ilt  Gewas  ,  van  géén  onaangename  5§   aanfchouwing.,  werd  zoo  wel  in  het  
 H  Neederlandfih als Latijn, Hoogdnytfih  
 &  en Franfih met geenen  anderen,, mijns  
 Sr w eetens,  als  deezen  naam  genoemd.  
 *  D e  Italianen  zeggen A n t i l l -id e ,  b  
 Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend  geworden  
 ^frt’fsonderfcheydene foorten,  namentlijk:  - 
 I.  A n t h y l l is   L e n t i f o l i -a   ,  o f  Anthyllis met  
 •bfie-bladeren.  I I .  V a l e n t in a ,  o f  Anthyllis van  
 aencen  m  Spaanje.  II I .  L eguminosa  B.ë l g a -  
 vm f l o r e   lu t e o  ,  o f  Anthyllis der Neederlanderen  
 een goeie Bloem.  IV .  A n ï y l l i s   leg um in o sa   
 ™ s^ n «c a   f l o r e   r u b e s c e n t e   ,  o f   Spaanfihe  
 •  11 J s fitet roodachtige. Bloemen ,  en Zaad,  zittende  
 tonde huysjens, Peuls-wij*,e,  aan malkander.  V .  V k- , 
 ICARIA  H lSPANICA  FLORE  TOTO  RURRO  ,  o f   
 pynfihe  Anthyllis  met  een  geheel  roede  Bloem  ,  en  
 U.^SJ etrS  daar  t Zaadin  groeyd.  V I .  V e s ic a r ia   
 SPAN,c a   Fp-PRE  LUTEO,  o f  Spaanfihe Anthyllis  
 LIS  *  ‘ n  e‘ ”   £ " le  V I I .  A n t H Y L - 
 fibe  m* J o r  I n d ic a   ,  o f  groote Indiaanook  
 ™ t  Blansyens-,.  eendeer  aardig  Gewas, 
 maal P P  “ rde t y p e n d e ;  't welk  ik  voor de eerfte-  
 gezien m den H o f  van de Heer Burgermeefter  I 
 B ischo p  te R o t t e r d a m   ,  daar na o o k   Zelfs koerende  
 gehad heb.  Niet alle  zijn ze van de  zelve' Oucekinr  
 cn  Waarneemingt  ~~7~  •  ■ 
 .Zij  hebben geerne een goéde,  zandige grond,  voor- Watvoot  
 zien met  twee-jange Paerdemift:  eenopene,  warme  ,  een aarde  
 luchtige,  vrije,  wel ter Zon  geléegene plaats,  en  niet  zii  bemia*  
 te veel vochtigheyd.  Tamelijk wel könnenze vriezend Öcn' 
 Weer  uytftaan  ,  ook  meer  andere  ongeleegentheeden  
 der Winter ;  béhalvén  het  Anthyllis met Lintse-blade-  
 ren;  ’ t welk,, als,veel,teederder zijnde,  'sWinters bin.  
 nens.huys gebragt,  en  op een  luchtige,  bequame plaats  
 geiteld  moet  werden,  waar  in  men  met  flerke  Forfi  
 vuurd;  ook moeten  ze  bewaard  zijn  voor alle  T o ch -   
 ten. 
 De A n t h y l l i s  L eguminosa H i s p a n ic a   f l o - Bladeren  
 RE  RUBESCENTE  ,  o f  Spaanfche Anthyllis  met rood- ^er Spaan« -  
 achtige Bloemen,  iaan hare teedere,  tamejijk-lange,  ge- fchi,^n'  
 ftréepte,  ronde  Stoelen  veelvoudig  ayrs-wijce  boven ïoodachti!  
 malkander zittende, heeftvéele  teedere Bladeren, ontrent g= Bloe.  '  
 een  Stroobreedté  breed,  en  ’t lid  eener  vinger,  wat mca*  
 min  o f  meer,  lang;  twee  en  twee  regt  téegens  over  
 den  anderen,'  aan  een  in.het midden regt-doorgaande,  
 en een weynig roödachtige &erf gefield;  doch voor in  
 een alleen eyndigende; te zamen  de lengte van een  hand  
 u yt brengende  ;.  dun  en téeder van aart,  hol van. malkander  
 gefcheyden,  voor  ftomp  toegaande  ;  en  daar  
 voorzien  met  een  geheel  kleyn  puntje,  op  de  wijze  
 ■ van  een  Doorntje  :  ook  in  ’t midden met  een  groóte  
 A d e r ,   o f  Rnggc  ■,  waar uyt ter zijden  fpruyten  eenige  
 andere, kleyne,  eeven zigtbare,  opwaarts gekeerd. 
 A l deeze foorten  hloeyen ih de tweede Zomer.  Gee- Blocmea,  
 ven  gemeenehjk,  bij  goede  Taren  ,. vólkomen  Z a a d ,  
 en flerven  dan.  Doch het A n t h y l l i s   le g üm in o -  
 sa H i s p a n ic a   f l o r e   r u b e s c e n t e ,  o f  Spaanfihe  
 Anthyllis met  roodachtige Bloemen ,  vergaat  zoo  haall  
 niet,  maar blijft eenige  jaren lang in  ’t leeven.  Bloeyd  
 met  alleen ieder Zomer , maar geeft ook volkomen Zaad Zaad.  
 o f  Vracht,  zeer- gelijk  ’t Zaad van het H e Dy s a r um   
 C ly p e a t ijm  ,  öf Schild-dragende Hcdyjarstm ,  doch  
 een .weynig  langwerpiger-rohd. 
 A l de andere foorten werden  alleen; door  haar Zaad Aanwin.  
 aangewonnen;  ’t welk mep met een wadende Maan  van  nin£'  
 Maert o f  April niet diep  in- de aarde legt. 
 K R A C H T E N . 
 A N thyllis  is  verdrogende  in  den  eerften  Graad;  Galen. M   
 daar  beneevens  afvagende van  aart,  kleevende,  simp.  
 en  dun  van  deelen.  r  .  6. 
 De  Bladeren  gèlloten,  met. een  weynig Wijn  ver- Am^ Luru  
 mengd ,  dan  op Monden  cn Zeeren  gele gt,  geneezcn  1  j i l  1, .   
 dezelve.  Verdrijven  ook  de  Vlekken  des Aangez.igts. Met Melk en Oly.van Rozen  vermengd ;  dus  op  de 
 Navel gedaan  ,  verligt de Moeder der Vrouwen  ,  welke  
 met koude ■ vochtighecdcn bdiden is.  Met Wijn  gedronken  
 ,  verrigt  eeven  *t Zelve  :  verdrijft ook de pijn  siefi. 1. 3,  
 ,en  krimping des Buyks;  d e kpude Pis ,  en  verzacht  de  ' 13-  
 fmert der Nieren;  defgelijks der Lendenen  ,  een  lood  ,  Tlm' f   x6' 
 , o f  anderhalf,  daar van met Wijn gebruykt:  jaagd ook  ' ’ ’  
 uyt  de  Nageboorte  ,  en  doet  het  Water  der  Blaas  
 loflen. 
 In Wijn met een weynig Zout en O ly  gekookt,  dan  -  
 •daar  van gedronken  ,  doet Melk, in  der Vrouwen Borften  
 kómen. 
 X L I X   H   O   O   F  D   S T U K . 
 M A A N K R U Y D , 
 aardig  Gewas  ,  op  de  aarde  kniypen- Verfchey^  
 i   ’  ^iee^t deezen  naam  in ’t Neederlandfch,  de namca, 
 k  °m  dat men  ’t Zaad plat  en  rond  z ie t,  gelijk  
 de  Ma a n;  twee  Zaden  gemeenelijkn