waarge- ter Zon geleegene plaats, voor alle koude O ofte- en
nomen Mo orde-■ winden wel bewaard. In de Zomer niet te veel
worden, tyfater; en gedurende de Winter niet meer als matige
vochtigheyd : zou anders lichtelijk verrotten. Moet
ook in de laatft-gemeldde tijd zijn gefteld in een warme
plaats, waar in , bij vriezend W ee r, word gevuurd
door een yzeren O v en : doch tevoren moet men z e , zoo
lang als mogelijk is , door de opene Venfterende Lucht
laten genieten.
U A C H T E N.
Aart T ^ v ï t aangenaam, fchoon,' en beziens-waardig Ge-
I ‘ \was is verwarmende'"tot in den tweeden, en ver-
. - , drogende in den eerften graad. Maakt ook een.
week Ligchaam.
en krach- De Wortelen alleen, o f ook met de Bladeren, zoo'
ten van groen als gedroogd , in Hukken gefneéden, en dan
detjens" anderhalf, o f twee uuren in Eranfche- o f Spaanfche
kruyd. W ijn , in Bier, o f in gezond Hoender-, o f in Vleefch-
nat van Hutspot, g ek oo kt, en daar van ’s morgens.
nuchteren een kleyn Roemertje v o l, ook. wel ’s achter-.
middags het vierde deel van een pintje, o f wat meerU
der , gebruykt, 'opend de Zweetgaten, verfterkt ;en
reynigd de Blaas; neemt’er de pijn van wech; verdrijft
de Buykfrimping: helpt krachtig de geene, welkeniet
w e l,. o f niet zonder groote fmerten haar water kon-
nen maken. Is daarenboven zeer dienftig voor het
Graveel en de koude Pis.
C L X X V I I I H O O F D S T U K . |
S A F F R A A N .
Namen. Ord' c Meederlandfth van elk met
deeze naam genoemd. In het Latijn
C r o c u s , o f C r o c u m .• in ’t Hoog-
Sa f r a n : . ;in ’t Italiaanfcb C h o c o ,
o f ook Z a f f e r a n q .'
Veelerley ' H ié rv an zijn mij in Haren aart bekend geworden
lïièeft in veele , meeft inbare Bloem veranderlijke fborten, na-
Bteem M
verander- L C r o c u s VERNUS FLORE CCeRULEO , o f in 't.
lijke foor- Voorjaar, bloeyende , anders , May-Saffraan , met een
tcn blauwe Bloem. I I. F lor e p u r p u r e o , o f met een
purpure Bloem. I I I . F lo r e a l b o , o f met een witte
Bloem. IV . F lo r e f l a y q , o f met een geele Bloem.
V . F lor,e a l b o funbq v io l a c e o , o f met een witte
Bloem, èn blauwe purpure grond. V I . F l o r e a l b
o s t r i i s v ioL A C E is , o f met een witte Bloem en
van welke ptrrpure- ftreepen. V I I . F l o r e luteo stri is v io -
hiertien l a c e i s , o f met een geele Bloem en paarjfche ftreepen.
worden G rOCUS PERSICUS ODORATUS FLORE PLENO.
voorge- kLÉQ e t Ru b r o v a r ie g a t q , o f welriekende S af-
ileld. , fraan uyt Perzien , met een dubbele , fchoon-witte en
rood-bonte Bloem. IX. A utumnalis v e r u s , o £ op-
regte Fterfft-faffraan. X. A üTUMNALIS, c c e r u l e u s ,
of blauwe Herfft-faffraan , en veel meer andere, onno-
dighier op te tellen, wijl ze doch al te zamenvan eener-
ley Bouwing en Waarneemig zijn.
Grond. Z i j beminnen een goede, gemeene, zandige grond,
met twee-jarige Koeye-, en een weynig Paardemift ver-
m mengt: ook een opene en luchtige plaats.
Hardheyd. Verdragen zoo wel veel Reegen, als droogte. Kon-
nen fterke koude, en andere ongeleegentheeden des tijds
uytftaan. Geeven niet in elk, maar alleen in zommi-
Aanwin- Se f e l volkomen rijp Z a a d : ’t welk met een volle
ning door Maan van September op een bijzondere fchaduwachtK
Zaad,gaat ge plaats moet gezayd zijn. Dan komt het in ’ t vol-.
^ gende Voorjaar uyt de aarde voort, doch geeft voor
de cerfte maal geen Bloemen; ook niet als na verloop van.
zeeven, agt, neegen, o f tien jaren daar na. Waarom ze
niet door Z a a d , maar yeel bequainer cloor hare aange-
w a f fe n jonge Bollen aangewonnen en genoeg vermeenig.
vuldigd wordejn.._
Men neemt deeze Bollen ieder jaar op u y t de aarde, DoorH
in het begin van Julius. De jonge fcheyd men a f van aangewaf.
d e oude, en men legt ze op een dróoge plaats. Als tnen ^enei°ng8.
nu de grond op nieuws vervarfcht en gemeft heeft , ^et veei^b ^
men ze met een volle Maan van September weer in de- ter.
gemeldde aarde ; welke altijd yan het onkruyd gezuy-
verd, en reyn gehouden moet zijn. Echter is het niet
nodig, de Bollen ieder jaar op te neemen. ’t Behoefd
alleenlijk om het derde te gefchieden; inzonderheyd als
ze geplant Haan onder andere Bollen. Want haar in de
aarde te laten blijven tot op de gemeldde tijd, doed haar
gantfchlijk geen fchade: in.teegendeel, zommige brengen
dan veel meer jongen voort, en worden in hare Bollen
zeer verbeeterd.
K R A C H T E N .
S Zffraan, o f Crocus, is verdroogende in den eer- Gal. HL
ften, en verwarmende in den tweeden graad: ook 5'^ -0,
verteerende,, verzachtende, en een, weynig te za- f f n'l'
mentrekkende van aart,. n-j-.'1 \* rj jX ■ -.Lmm.
Over al word ze in Ipijzen gedaan, w;eegens haar aan-
gename geur, en verwe.
Matig g eb ruykt, verfterkt ze het Hoofd, Hert en-
de Maag : vérquikt, en vervrolijkt het Gemoed; is
: dienftig tot verdrijving van de zjwaarmoedigheyd.
Een halve Scrupel Saffraan met Spaajifche Wijn in- Cmtw.
genomen , brengt alle rauwe vochtigheyd der Borft totl' i
r-ijpheyd. Is (goed teegens den .Hoeft. Neemt *’
de verftoptheyd van de Longe en Galblaas : dood dtFucifJiu
Wormen: Is een Zeer bequaam hulp-middel voor cle i
uytteerende menfchen; teegeps de Engborftigheyd , Pleuris
, Hronkenfchap^ en Geel^ucht. JètvoovóiQxA de ver-
douwing en wr/^m^- der lpijzen: -verwekt de Maand-
ftonden : drijft uyt de Nageboorte, en doode. Vrucht;
ook het Water van 4e Blaas. Maakt luft tot het Echte-
iverkj geeft aan het Aangezicht een goede verwe t veroorzaakt
r u j l : zuyverd het 'Bloed: ftrijd teegens het
vergif: geneeft de beet en en’ fteeken der:-Sco.rpioe-
nen, Spinnen, en anderer giftige Dieren, daar opgelegt
zijnde. ^ . : ,
.M e t Melk u y t der - Vrouwen; Borften vermengt,
belet het loopen en tranen fev Oogen. Verzacht <3e c'10' i|
qntfteeking der Roos, het wild Vuur, en andere Ge.
zwellen.
In Rooze-water o f Melk geweykt, en dan het Aangezicht
daar mee beftreeken, bewaard, als men de Kin-
derpokjens he eft, de O ogen : belet , o f drijft terugge
de heete Zinkingen, welke ip zoodanig een Ziekte öp de
O ogen komen te vallenj.
Een Drachma Saffiaan met W ijn , o f in eenige Spijs
ingenomen , geeft zoo een onmatige verheuging aan het m
Hert, dat men daar van al lagchende fterft. ]
In Wijn g elegt, 'en -dan daar van gebruykt,' maakt
den mènfch zeer dronken, en al’ lagchende gelijk als uyt-
Ziinnig, o f dol.
. Saffraan in de Mond geknauwd, en een weynig daar
in gehouden, dan een geblankfettej ufer. beademd jdoéd
haar terftond bleek worden, en. haar valfchefchoon-
heyd verliezen. ’
De Wortel van Saffraan gedroögd, gepulverizeert, Train»* ]
en daar van met Wijn gedronken, doed het
ter der Blaas gemakkelijk loffen, en verdrijft de Geelzucht.
.
Men bereyd ook in de -Apotheeken veele fraye Com-
pojitien, o f mengzelen , van dit Gewas, a ls :, Oxy-
crocium, Crocomagma, E xtraiïum, ,en meer diergelijk
e; welke hare zonderlinge deugden in de,Genees-
konft hebben ,, en voor veelerley quade toevallen zeer
dienftig z i j n t e -weeten : —; . .
Het Oxyprocium verzacht de Zeenuwen,, ook allerley
■ jjiiHifU
H a rd ig h e y dHelpt de beroerde Leeden, en geneeft > de
gebrokene Beenderen.
Het Crocomagma verteerd, verwarmd, en verzacht:
doed gemakkelijk wateren : neemt, wech de donkerheyd
der. Ovgèn, en verklaard het Gezwicht.
Het Extrattum met Wijn o f iet anders de barende
r- o f in z/waren arbeyd zittende Vrouwen ingegeeven,
doed haar gemakkelijk van hare Vrucht ver loffen.
Men verwd ook met Saffraan een geele couleur.
Zulke word gehouden voor de befte, welke welriekend
en vet is; ook een brandende roode verwe heeft.
| Hoe haar
neemen.
] Aanwin-1 filing.
P'Mnam.
I “Cyd.
II O O 1;, D S T Ü K.
K A U W O ORDE.
Ï O ^ e ^ Us word deeze aardige Vrucht in ’t
SE&Nèedèrl'andfch ;
l\ nnV r n w n m r
maar, van zommige
l l 00^ G ów o e r d e en K aw o e r d e ge-
Pnoerad : in het Latijn G u c u r b i t A:
Sin Hoogduytfch K u r b s , o f K ur-
bisz (alhoewel ook ditwbord een Con-
commér beteekend ) : in het Franfch
Gourge , o f C oucorde : e n ;in het Italiaanfch
ZtrccA. t ,
‘ Hier van zijn’ mij in haren aart bekend geworden
denigé fchoone en beziens-waardigé veranderlijke fbor-
5 ten; namentlijk:
I. C O g u r b i t a m a jo r , ö f grooiè Kauwoorde. I I.
M in o r , ok kleynë Kauwoorde. II I . S t e l l a t a , o f
JCauwóórde op de wijz,e van een Starre. IV . L a g e -
narïa , o f Kauwoorde a,ls een Vlejch. V . A n g u i -
na i jive O b l o n g a ; o f Slange-Kauwoorde , anders
lange Kauwoorde. V I . F r u c t u m a r m o r e o , o f
met een fehoon-gemarmerde, o f bonte Vrucht: en dan
noch meer andere. A l te zamen zijn ze van de zelve
Bouwing en Waarneeming.
Zij beminnen een goede, gemeenevarfch-omge-
dfmeetehe g rónd , wel voorzien met variTche, warme
Paardèmift , onder meer dan een of twee voeten hoog;
wel zuyver en nauwkeurig bewaard, dat’er geen aarde
onder gerake, waar door be t broeyen word verhinderd;
boven bezorgt met de zelvé M ift,d o ch twee jarenoud,
6n kleyn'-gewreeven : een warme, vrije, .teegens een
Muur o f houte Befchutzel genoegzaam ter Zon gelee-
legehe plaats.
U yt eygener aart zijn ze teeder. Konnen haar zel-
Ven niét opregten; mogen ook niet over de aarde hee-
i1en kruypen, vermits ze dan noch Bloemen noch Vruch-
tengeeven. Moeten derhalven zachtjens gebondenwor-
den aan lange ftokken, en aan dezelve opgeregt, om
opwaarts te konnen waffen. Brengen wel in deeze Landen
Vruchten v o o r t, doch in de zelve noyt eenig goed
o f volkomen rijp Zaad. Blijven ook niet meer dan eene
Zomer in ’tleevën, vermits ze teegens de Winter door
de minfte koude haaftig vergaan.
Men moet haar derhalven t ’elkens in ieder jaar, in
hetlaatfte van Afa ert, o f ’t begin van Z p r il, met een
afgaande Maan , weer aanwinnen door Zaad, uyt war-’
me Geweften herwaarts gezonden; met Het fpits om
laag, eri niet meer als eén ftroobreedte diep in de aar-
de gelëgt : ook zorgvuldig gedekt voor koude dagen
en hagten; defgelijks voor koude en te veel Ree-
geriF ‘ - '
Verwondetens-waardig is * t, dat uyt eene eeven de
zelve Vrucht dikmaal voortkomen al de boven-ge-
Boemde verfcheydene fborten; o f immers ’t meefte deel.
Want ’t Zaad, genomen uyt den Hals deezer Vrucht,
geeft lange ; u yt het midden, o f den Buyki, gehaald,
^roote> ronde; en uyt het agterfte deel, middelmatige
Kauwoorden.
w o o u . d e . P e p o e n .’ j u
KRA CHT EN.
DE Vruchten der Kauwoorde , o f Cucurbita, •dgin.l.y*
zijn verkoelende en verdroogende in den twee- c%
den graad*
In Vleefchnat met Verjuys'gekookt, o f in een Pan Luftt.Uh.
met Meel gebraden, zijn ze goed'om te eeten; inzon- in £>“>/£■ *•
derheyd voor de geene die van een hitsige natuur, en 12®*
met Koortsen beladen zijn. Leflchen de Hor ft ; ma- Amid. Lu
ken een zachte Stoelgang : verkoelen de Leever : 2ijri Serm. i. .
goed voor de Blaas, de Borft,- en de Longe : maar on- i
dienftig voor oude en koude Lieden; want zij verminderen
het Adannelijk^ Zaad , en de luft tot h e t ;Echte-
werk. ', y.
• R a uw g e g ê è e n , doen'ze Braken. Bezwaren , en mdon.in
verkouden oók de Jïdaag. De Bladeren op der Vrou-
wen Borfté# gelegt-i, doen de Mell^ daar in verdro- c' 6.
Het rauwe vleefch der Vruchten gefloten, en plaa- Diófc.lz.
fters-wijze op de heete Gezwellen gedaan, neemt’ er de c' iö2#
pijn van w e ch ; defgelijks de brand der roode Oo-
gen. Met O ly van Roozen vermengt, en opgelegt,
is goed voor de Gebrandheyd, fprengt Vuur, en de
Tand-fmertén* > ■
Het Zap der gebradene Vruchten met O ly van Ro o- Galen. lib.
zen gemengt, en in de Ooren gedruppeld, verdrijft de
pijn en de ontfteeking der zelve. . O p de Huyd der Paer- liim.faf/
den en anderer Dieren geftreeken, keerd daar van. a f de cap. 3,
Vliegen, Horzelen en Muggen.
Het zelve Zap o f Nat met Zuyker gedronken, lefch t1>urant'
de brand der Koortsen; verflaat de Bor ft,Óüd de Hoeft, HZ b
en maakt een open Ligchaam. 4 •
Het Zaad gépeld, gefloten , en met Wijn ingenomen,
doed wateren, yerzacht de fcharpheyd en brand
der Pis : opend de verftoptheyd der M i l t , der Leever
, en der Nieren. Stopt daar teegens de Buyk; .. .
loop.
Het Gepulverizeerde Zaad in de Wonden geftroyd ,
doed’er het vleefch in groeyen.
C E X X X H O O F D S T U K .
P E P O E N.
En wel-bekende Vrucht, word in *t Namen.
Neederlandfch dus, maar ook van veele
Po m p o e n genoemd: in het Latijn
P e po : in het Hoogduytfch P f e b e n
(alhoewel hier door ook wel meeft
Meloenen worden beteekend),' en PE-
PONEN, o f ook wel P e u t z e r s : in ’t Franfch P omp
o n s ; enJn ’t Italiaanfch P e p o n e . \
Hier van zijn mij in haren aart bekend veele aardige J eeIc aar*
veranderlijke foorten; teweeten: arHei^ilsc
I. P e p o v e r r u c o s u s o b l o n g ü s v ir id i s , o f foorten.
langwerpige groene Pep oen met kftyne Knobbelen als
Wratten. II. V e r r u c o s u s P o m ifOr m i s , ofAppels-
wijzegevormde Pepoen met Wratten. I I I . V e r r u c o sus
p y r i f o r m i s , o f Pepoen met Wratten , hebbende
de gedaante van een Peer. IV . St e l l a t u s , o f als
een Starre. V . M i n o r ’l u t e us , o f kftyne geele Pepoen.
V L M in o r a l b u s ., o f kjcyne witte. V IL M i n
o r COMPRESSUS AURANTII . COLORIS , o f' kftyne
platte Pepoen, met eetiOranje verwe. V II I . M in o r
c o m p r è s su s v a r ie g a t u s , oP kleyne platte Pepoen ,
met groen en wit zeer fchoon gefprenkgld , o f gejeha-
keert. Behalven deeze zijn’er nóch andere fborten,
onnodig hier alle te noemen , wijl ze gezamentlijk van
de zelve Bouwing on Waarneeming zijn. Hebben een ruy-
me plaats van noden,« vermits z e , al voortkruypende,
de aarde zeer verre beflaan en overdekken.
A l te zamen ‘ beminnen ze eèn goede gemeene , Wat voor '
K k * voch