Lobel. I
foLyó.
Dit Gewas blijft uyt eygener aart met lenger dan
eenc Zomer in 't keven. Word derhalve* teder fW ,
jMr met een volle Maan van Maert of April weer op
n' ieBuwems gienzda,y fulfy t. natuurlijke eygenfchap , een ^qede ,
gëmeene, ‘zandige grond, met tamelijk veel twee-jange
Paeitjemift genoegzaam dqormengt: een warme, wel-
geleegene .plaats, en niet veel Reegen; ook niet veel ge-,
eee.vene yacljtiglieyd» - _
Brengt , doek niet anders als bij goede warme Zo-
-jners, fn deeze koude Landen voor de aankomftder
Winter rijp Z a a i voort; en vergaat dan, of doop
een kleyne Rijp, of van .zelfs, fchoon binnens huys
gezet.
K R A C H T E N .
DÈ Deugden dcezer Plant zijn tot noch toe wey-
nig bekend. 'Ecvenwel, het Zaad, v/aar vaa
zommige lieden: Patek-nosters maken, ge-
pulverifeert; in Rhijnfche Wijn gezoden, en daarvan
door den dag gedronken, is zeer goed teegens den Steen
der-Blaas, en jt Graveel da" Nieren.
CCLXXVIII H O O F D S T U K . a n y s k r u y d
uyt AME R I C A .
£En aangenaam, zeer welriekend Ge-
, door Zaad, voor eenige j^req,
i onder meer andere, zonder haam uyt
‘ 5pw/f.-c>vergezo|aden , . en in mijnen
i Tbtrjn -gclukliig -voort gekomen , ■ is
van mij'dus .in het ■ Neederlandfch•;
'en in Ket Latijn Anisoides Xjuerioana .genoemd,
om dat het in alle deelen van zith geeft een zeer lieflijke
reuk, gelijk de An ijs , en uyt eygener Aait in Ame-
Grond’. ricaD egerzoee yd, Plant bemind van naturen een zandige, goede
aarde , met een weynig twee-jarige Paerdemift j
Veengrond , 'en .een-garige Hoenderdrek,. voorzichtig
door malkander gemengd': een warme, wel ter Zon ge-
leegene plaats, voor alle koude winden,bewaard ; en. tamelijk
veel water. , , . _ .
Gcftalte 1 Vergaat niet haalt, maar is uyt eygener aart ^lang-
derBloe- Jecverid. Geeft detweede Zomer (ria dat ze in ’tvo-i
men’ rige jaar met een- wallende Maan. van May, in, een T!ot
is gezayd geweelt) volkomene, doch teedere en, k]eyr
ne Bloemen , hebbende een gedaante van het L y c h -
nis, of Jenette. In,het opperfte der Steden ftaan’er,
veele bij malkander gevoegd. Rieken zeer lieflijk ^
gelijk Anijs. Beöaan uyt vier Bladertjens; ) van welke
zommige voorrond, doch de meefte in t midden
met een kleyne indrukj> Herts-wijz,e vercierd zijn, hou-?
den. ook inwendig eenige kleyne Nopjens. De ver-
we is bevallijk geel. Doch zelden komt er in deeze
Geweften eenig rijp ' Zaad van , ten zij met heete en
drooge tijden. ......... , -
De Steel en. al de Bladeren verderven van zelfs tee-
gens de' Winter; dóch groeyen ieder Vlorj'aar uyt hare
Wortel op nieuws, weer voort. Welke Wortel tee-
der, :dun,' en bruyn-verwig is. • De daar uyt opfehie-*
Steelen. tcjnde - Stee!en bekomen in onze: Geweften. de; hoogde
van anderhalve, twee, en ook wel meerder voeten. Aan
dc zelve Ipruyten fchoone Bladeren ; twee vinger-lee-
den, wat meer of minder, lang; eene vinger, of daar
ontrent, breed ; in ’t midden op t breedltê ; Vópr en
Gedaante achter fmal, of fpits toegaande *• donk.er-groeri en waf
- der Blade-fyljnkende van verwe , doch onder bleeker. Gemee-
ren. nelijk zij n’er twee en twee aan de Steelen regt teegens
malkander over gefield;; op geen bijzondere Steeltjens.
Wortel.
ruftende::, .maar .aau.de voornaamfte &e#l gelijk als vaft
gejjegt zijnde: in het midden voorzien met een,groote
regt-doorlopende Ader , waar uyt veel andere kleyne,
echter genoegzaam, zichthare,, zich tot aan de randen
yerfpreydende:,.. vportvloeyen,.. De boy.enfte. Blodereff zijn de kle^nfte , .opk gantlch.flegt: doch de andere
aan .de randen bezienswaardig gekarteld» of getand, op
zulk een wijze_ai$ het Spir^ea vau Theophraftw; doefi
Welzoo.fterk.
Ongeerne verdraagd deeze Plant veele of koud? Hoedanig
Herfftrewenen , fterke Winden ? Sneeuw , en Vorfi. in de WinWord
derhalven in liet begin van Öttober, ook wel terwaartc
later, of een weynig vroeger, na dat de tijd vereyfcht,neemen'
binnens huys gebragt?; niet dompig gezet; nauw gewacht
vóór 'eed d o o rd rin g e n g e d u re n d e de ge-
heele Winter maar een o f tweemaal met zeer weynig
lauwgemaakt Reegenwater van boven begoten. Blijft-
wel zonder.,vuur over; doch beeter, warm gezet zijnde,
inzondèrfeyd wanneer ’t hard vriefi. Word niet
voor in ’t be- .1 van April, of wat later,, met een zqe- .
te Reegen e, aangename Lucht weer buyten, en de
Zonneftralen .voorgefteld : doch ook dan voorzichtig
bewaard en wel gedekt voor- koude nagten , Sneeuivic
ge vochtigheyd, zuure of fclirale O ofte- en. JVoordeT
winden- Door haar Zaad wil ze zich hier,, ter oorzaak vau Aanwinde
koudheyd onzer luchtftreek ,' zeer bezwaarlijk lar nesten
vermeenigvuldigen. Kan echter bequamelijk aangewonnen
worden door hare aangegroeyde nieuwe Wortelen
> welke men, met éeh-waflende Maan van April
of M a y , als de koude voorbij is , zeer voorzichtig
met een fcharp Mes van de oude afneemtr en in Potten
verplant.
I . Het is verwonderenswaardig , dat niet alleen de Stee-
leny Bloemen, en fchoone Bladeren deezer Plant? maar lijkheyd.
ook de Wortelen, uyt de aarde genomen, een aange-
name Anij^ige geur van zich geeven ; welke niet alleen
ft Hoofd, maar ook al de inwendige deelen des Lig-
chaams zeer verquikt en verfrifcht.
K R A C H T E N . HEt Anijskruyd uyt America,; is in den yierden Deugde« I
graad van natüren waym en droog;. {ubtyL^ en
doordringende van deelen. |
Drijft liet Water en de doode Vrucht af. Verwekt deezes 1
dfi Maandfionden : geeft een goeden Adem '. vtvaittvr kruyds^ I
| deed dc-Melk^ in der Vrouwen Borftetï: weerftaat het v“ fcriejr I
vergif. Veroorzaakt luft tot het Echte werkpi neemt I
wech de Hoofdpijn : is zeer dienftig. voor .onz.imije
menfehen. Verdrij ft de dorji. der Waterzuchtige; sèn ,ae
hittigheyd der Koortsen. Verwarmd de Maag: is' go$
voor de Steen der Nieren en der Blaas; verdund ook
alleM qeuta deee nv owcehytennig. Honig, ingenomen , doed het dikT Gebrec* 1
maal braken ophouden. Is dienftig voor de Moeder; ken‘
en igke uheeebft daolloerrl eeyrv dalaregn vthaney gdet &bweevUoennd*.e n. , fcdpa|t de^ : . - ; Blader
ren , of een geheele Tak?, gelegt pp een plaats , daar vjng Van I
zich Wandluyjcen onthouden, al de zelve doen ver-wafid^P 1 huyzen dooi; haar aangename en krachtige reuk ;t zoo 1
dat.de Bedfteede binnen weynige dagen van dir onge?
diert gaotfeh zuyver zal zijn. Verjagen défgelijk5 de
Mieren , zoo dat ze niet zullen komen komen ontrent
de plaats daar deeze Plant groeyd, of eenige Bladeren
neergelegt zijn.
c c tx x m
A s p e r g i è . E r i n u s -
ccr.xxrx h o o f d s t u k .
A S P E R G I E
Vcrfcliif- A sperSie , bij ieder bekend en be-
|de nimen- mind ,^word in 't N e e d e r la n d f c h niet
fchoonhcyd harcr V r u c h t e n , vm zom-
niij>c K oraalkr,uyd , van andere
Sar ge l , maar beeter,.Sp erg el g e -
noefnd. In bet L a t i jn A sparagus , ' o f Spara-
gus : in \H o o g d u y t f c h ? v t .K G T i ) i - . in 't F r a n f c h A sperges
, o f Spe rages \ - v a ’ t I t a l ia a n j è i A spar a go , o f
ook A spa rac i;
Tv.'« Hier Van zijn mij in baren aart'bekend tw e e veranvtrante:
Eerlijke fo o r ten n a in en tlijk : m '
B S 001 1 I- A sparagus sativuis., o f tam m e A fp e r g ie . II.
A sparagus sïiVBSTRis-.,: o f w tU ï tA f p e r g i e ook
genoemd'Spina m ö r Is !, o f CoRRubA': van. welke I
drie o f vier onderfcheydene foórten worden gevonden
, , gelijk te zien sip bij de igdleerde C arolus
C lusius ; weynig verfchiUende, als in de tteder-
heyd.en fcharplieyd h a r e r .B la d e r en -, dan ook noch
veilcheyden Van de tam m e in de Jio uw in g en l i d a r -
n eeming.' i
Tatarae1 Ke AïpaRagus sativus , of tam m e A fp e r g ie ,
Ufptrgic. bemind een zeer vette;, luchtige, wel-omgeroerde en
0,011 ’ likyn-gemaaktegrond: een opene, vrije, bequaamlijk
ter Zon.geleegene plaats, en. veel Water. Blijft eeni-
ge jarcn lang in ’c leeven. Verdraagd allerley ongelee-
gentjieeden der W i n t e r , en geeft ieder jaar gemeenelijk
volkomene rijpe V r a c h t , .van een aangenaam-roóde ver-
We, met zwartachtig-brnyn Zaad van binnen gevuld i
Waar door, en dan ook.doof hare aangegroeyde W o r te le
n , .deeze foort ka n -aangewonn en en v e rm e e n ig v u ld ig d y.'orden op de Volgende wijze,
Iinwia. Neeiri een B e d , of,andere, plaats van uwen H o f , zoo
ning.m grqoUals gij Wilt, . ensMeft het .zelve; zeer fterk met
twee-jarige Koeyemift en veel Zand. Maak daar na ,
ging, ' ®' aZKtej'wel kleyn gèwreeven Zijnde, g a a t j e n s daar in
twefe.vingeren breedte diep, ieder een voet van malkander
a£ Werp dan ; ftraks na het eerfte quartiet det
waffende Maan van M a e r t , in elk k p y lt je twee Z a d e n , en bedek de zelve terftond met aarde: en in ’tlaatfte
van O B o t e r ’t geheele B e d met oude, of ook wel met
een koek van vartfehè Koeyemift. Laat ze dus leggen
tót in^t midden van M a e r t - , of, na geleégentheyd van
de tijd, wat langer. Wrijf dan de Mift met Uwe Handen
Zoo kleyn als mógelijk is, latende diefeggen op
de zelve plaats^ zoo word de vettigheyd daar van doóï
fel reegen na beneeden tot op de W o r telen gedreeven ,
waar doorze merkelijk aangroeyen.
«Moor Als dit dus ieder jaar verrigt is, en deeze jongeP la n -
,cn Wee o f drie jaren ftil geftaan hebben , worden ze
uyt hare eerfte aarde opgenomen, en verplant in de
tweede, daar in-zij wel agt of.tien jaren lang mogen
blijven, zonder eens gerept re worden. Bij de opnee-
tmng moet men zorgvuldig zijn , dat de voornaamfte
punten der W o r te len niet worden gefloten of afgebro-
ten; Want in zulk een geval zouden de W o r telen vergaan,
en de P la n t weer nieuwe moeten maken; waar
door ze in het groeyen zeer zou verachtereh. In de
vgearaprlta.-n:/t in,g moet men op de volgende manier te werk
I|wCijzeP« „at ^ae rG Wmttfd ten egeenle êBgeedn > h’le ewfte,l k anl ud eee na ajridaer futiyl et,n zvoine-r
maatvoeten, of meet diepte. Leg daar in, een halve
voet hoog, goed Zand, zonder eenige zoutigheyd :
™ar op een-jarige Koeyemift, ter hoogte van een voet.
ree de zelve met uwe voeten wat digt in een. Doe
nlarl-t nDPu’y v^énm viifnt,g emreent bgréeéndoe ghzoaöagmj Zhaanlfd Sdcohoarpaerbne- yedn.
■ Weer op de zelve een-jarige Koeyemift, met varffche
Draf of Zand doorihengd. Dan op nieuws, drie
Vingeren breedte hoog, half Schapen- en half Duyvcn-
mift, ook met Zand doormengt: of indien gij zoo
vee Duyvêhfnift niet bekomen kond, doe daar bij zoo
veel Hoendö-drek, als u noch van Uooden zal zijn; ook
genoegzame Draf. Zoo Voorts al wederom, tot dat
gij 1 op drie vierde deelen van een voer na, met de an- '
derê grond gelijk zijt. Lég'er dan boven op vijf duy-
fflen breedte góéde, vette, Zeer zandige aarde, door-
mengd met varffehe Draf, wel kleyn-gemaakr. Zet
hierop mie Planten, anderhalve voet van malkander ■
ieder Plant-op «enI gemaakte hoogte, in welker midden
de Kop o f’t Hóófd der Plant kome re ftaan , zul-
ketwljs, dat ie Wortelen daarom heenen een weynig
neerwaarts in de fondte leggen. Dit moet gefchieden
-m de Maand Maert teegérts de volle Maan. Bedek ze ontrent
dan met de; zelve garttfch- zandige vette grond, voor-moet te
zien zijnde met éèri góéd deel Draf (zuyver en flegt ge- wcrfc
maakt; drie duym breed hoog, en laat ze dus ftaan, SMn’
tot dat hare Wortelen , re zeer vermeenigvuldigd,
■ noodwendig een weer opneeming vereyffchén; ’t welk
zdaen gefchied > voor dat tien jaren voorbij zijn gelopen.
Zommige gêbruykèn een geheel andere maniWon- Anderé
tqreeénzte d:e bereyding harer Afpergie-bcdden ; te weeten
Zij-graven de zelve niet meet als twéé voeteri diep manier uyt. Vullen de uytgegravene plaats dan mèt góede van Plan'‘
eenjarige Koeyemift, anderhalve voet hoogte. Be- ting-
dekken die met goede, vette, en zandige aarde, twee
maatduymën hoog, en zetten ieAfpergie-wortelen daar
op; de zelve weer ovetleggendemet zandige aarde, en
deeze aarde weer met een-jarige Koeyemift. Deeze wijze
word van yeelê gepreezen; ja voor bëèter dan de'art-
dere gehouden.
Ondertuflchen , indien men ieder jaar in de Maert Hoe raeri
de Wortelen Atezet Afpergien met eenNork eeaAtev- «efSikte
nig oplicht, en de zelve van onder niet alleen met twee- A<P^g'«
jarige Koeyemift, doormengt met een tamelijke veel- m en'k°'
: heyd Van Draf, vOorziet; maar dan dok' alle dóve óf • V '>
-verdorvene koppen daar üytzoekt, en Wechnecmt, zöo
•Zullenze in-efifieZeer aanwaflèn', en geweldig aangröé-
yen, inzonderheyd, wanneerze een' zandige gfoiid genieten,
welke ze van naturen geeme hebben ^en daar in
voenrmwoognedleijrkli jiks. di^_ worden; 't welk in een andere aarde ■
Dus verzet zijnde, mogen ze voor de eerfte maal Wat bij
niet afgefneeden worden , voor datZe ten minften drie
jaren hebben ftil geftaan ; want hier door zullen ze w“?r
meerder fterkte bekomen, en dies te beeter zijn. Ook neemen. moet men Ze dan niet langer als-tot dert twintigften
Juny affnijden waar bij noch aan te merken ftaat, dat
men jaarlijks mriët wechneemeri zoo wel alïè dunne
als dikkg Scheuten. Want indien men de dikM'.wou
affnijdèn, en de dunne laten ftaan, zóo zóüderi deeze
de meefter Jpeelèn , en de Planten' zo o zeer doen
verzwakken, dat men naderhand aan de zelve gëen
tgroekedkee nm. eer zou vinden, vermits ze al "t voedzel Ua zich
Men moet ook goede zorge dragen, dat in ’t Voor- Verdere
jaar niet alle fpruyten worden' afgefneeden. Nood-
wendig moet men eenige der befte laten ftaan, om daar S
van (indien men t begeerd; Zaad re konnen winnen.
dAennd egresk zreonukdte.n de Wortelen te zeer in hare kracht wórHet
Zaad volkomen rijp, en in droog Weer ge- entrentfö
wonnen zijnde (gelijk men allerley Zaden moet doen) ^aad*iik
laat men eevenwel hare A/rr/f«ftaan groeyen ,'tóf op den nlng’
twintigften van September. Dan mijd meUZe-eerft al;
veel bequamet en beeter in de afgajnde als de' waf-
fëhde Maan. Indien het .eerder komt te geleideden,
zoo geeven ze lichtelijk noch voor de Winler nieuwe
Scheuren, waar doorze, in hare kracht VetZwakkertde,
in ’t volgende Voorjaar veel kleyner ën dunner Afpergien
te voorfchijn brengen.
Het